VRIENDEN VAN HET AIRBORNE MUSEUM
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 82, mei 2001
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

23 april 200’1. Auteur Chris van Roekel overhandigt het eerste exemplaar van hel boek ‘The Torn Horizon’ aan de heer jan ter Horst.
(foto Ben Kolster)

‘The Torn Horizon’
In 1998 publiceerde onze voorzitter Chris van Roekel een boek over de Britse geestelijken die deelnamen aan de Slag om Arnhem, getiteld ‘Verscheurde Horizon’. Omdat vanuit het Verenigd Koninkrijk veel belangstelling bleek te bestaan voor deze publikatie, werd besloten tot de uitgave van een Engelstalige editie.
Deze verscheen eind april onder de titel ‘The Torn Horizon, The Airborne Chaplains at Arnhem’. Alle kosten voor deze uitgave werden gedragen door de familie Ter Horst uit Oosterbeek. Op maandag 23 april jl. overhandigde de auteur tijdens een informele bijeenkomst het eerste exemplaar aan de 96-jari- ge heer Jan ter Horst. De familie Ter Horst heeft besloten de opbrengst van het boek ter beschikking te stellen van de Anti Landmijn Stichting, een organisatie die zich inzet voor het wereldwijd uitbannen van landmijnen.
‘The Torn Horizon’ telt 134 pagina’s en 71 afbeeldin-gen. De prijs bedraagt ƒ 35,-. Indien het moet worden opgestuurd komt daar ƒ 5,- bij. Het boek is verkrijgbaar bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’.

Nieuwe penningmeester
Op de afgelopen Jaarvergadering op 7 april jl. nam Erik van der Meiden na vier jaar afscheid als penning-meester van de Vereniging Vrienden. Hij werd opge-volgd door Frits Miedema. Erik heeft aangeboden om de nieuwe penningmeester en onze Britse vertegen-woordiger Niall Cherry voorlopig te assisteren en te adviseren bij een aantal werkzaamheden, omdat de financiële administratie van een grote vereniging met leden in zowel binnen- als buitenland zeer veel werk met zich mee brengt.
Wij danken Erik voor al het werk dat hij in de afgelo-pen jaren met zoveel zorg en nauwkeurigheid heeft gedaan, en voor de bereidheid om de vereniging te blijven assisteren. (Namens het bestuur, Chris van Roekel)

Hartelijk dank!
Op de Ledenvergadering van 7 april heb ik mijn functie als penningmeester in het bestuur van de Vereniging Vrienden overgedragen aan Frits Miedema.
Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om iedereen te bedanken voor de plezierige medewerking die ik de afgelopen vier jaar heb gekregen. Mijn speciale dank gaat uit naar alle vrijwilligers, die door hun inzet de kosten voor onze vereniging zo laag mogelijk houden, en naar Niall Cherry, onze Britse vertegenwoordiger, die in zijn eentje, naast zijn drukke baan, allerlei uiteenlopende werkzaamheden uitvoert voor onze 400 leden in het Verenigd Koninkrijk. Ik hoop Niall op financieel terrein voorlopig nog te mogen bijstaan.
Graag spreek ik de wens uit dat uw nieuwe penning-meester Frits Miedema op uw medewerking mag rekenen. Nogmaals mijn hartelijke dank! (Erik van der Meiden)

‘Social evening’
In het weekend van 22, 23 en 24 juni a.s. brengt een aantal Britse leden van de Vereniging Vrienden een bezoek aan Oosterbeek. Ter gelegenheid hiervan wordt op vrijdagavond 22 juni een ‘Social Evening’ georganiseerd in het Airborne Museum. Nederlandse leden worden hierbij uitgenodigd om aan deze avond deel te nemen om met hun Britse collega’s kennis te maken en van gedachten te wisselen. De bibliotheek en het depot zullen die avond open zijn voor bezichtiging. De avond begint om 19.30 uur. Drankjes zijn voor eigen rekening.
In verband met de organisatie dienen Nederlandse leden die deel willen nemen aan deze Social Evening zich vóór 18 juni a.s. op te geven bij Eugène Wijnhoud, Bernardlaan 41-1, 6824 LE, Arnhem, telefoon 026 3513100.

Uit de Jaarvergadering: de lift
Het zal u niet ontgaan zijn dat uw bestuur ernstige bedenkingen heeft geuit met betrekking tot de plannen om een glazen lift ten behoeve van minder- validen aan de buitenzijde van het Airborne Museum te laten aanbrengen.
U weet allen dat wij in het verleden een lans gebroken hebben voor het behoud van de voorzijde van huize ‘De Tafelberg’, en het behoud van een deel van het viaduct over de Klingelbeekseweg waar op 17 september 1944 het bataljon Frost haar eerste ernstige verliezen leed bij haar opmars naar Arnhem, en waar de sporen van de kogelregen nog duidelijk zichtbaar zijn. In het licht van dit standpunt moet u onze bedenkingen zien.
Een poging het meningsverschil met de Stichting Airborne Museum niet te laten escaleren in een situatie die de algemene samenwerking ten behoeve van ons museum zou kunnen verstoren, door een gezamenlijke verklaring uit te geven, heeft op dit moment nog geen volledige consensus tussen beide besturen opgeleverd.
Enkele dagen vóór de Jaarvergadering bleek dat de opvattingen over een door ons bestuur geschreven verklaring nog steeds uiteenliepen, maar dat het meningsverschil wel voor een groot deel is opgelost. Daarom hebben wij moeten besluiten u slechts een verklaring onzerzijds over de gang van zaken te geven. Deze verklaring, die hieronder volgt, werd op de Jaarvergadering voorgelezen door de heer Ben Kolster, en moet beschouwd worden als het slot van onze bemoeienissen en de discussie.
‘Het Airborne Museum te Oosterbeek is momenteel in beperkte mate toegankelijk voor minder validen. De aangebrachte voorzieningen voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. Daarom is het plan opgeval dit te verbeteren.
Het bestuur van de Stichting Airborne Museum heeft de speciaal hiervoor ingestelde Stichting Airlift verzocht de mogelijkheden voor de toegankelijkheid voor minder-validen te onderzoeken en de hiervoor noodzakelijke voorzieningen te realiseren.
Het door de Stichting Airlift voorgestelde ontwerp van een glazen lift aan de buitenzijde van het gebouw wordt door het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum echter gezien als een ontoelaatbare aantasting van de monumentale waarde van het historische pand. Daarom heeft het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum een alternatief plan voorgesteld: een ondergrondse uitbreiding van het museum met hierin geïntegreerd een inpandige liftvoorziening. Tussen de besturen van de Stichting Airborne Museum en de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum is naar aanleiding van de plannen een heftige discussie ontstaan over de weg welke ingeslagen dient te worden. Beide besturen hebben kennis genomen van elkaars argumenten en motieven. De meningen over de te realiseren optie blijven echter verschillen. Uiteindelijk heeft het bestuur van de Stichting Airborne Museum besloten verder te gaan met de door de Stichting Airlift voorgestelde glazen liftvoorziening aan de buitenzijde van het gebouw. Zij is van mening dat een ondergrondse uitbreiding niet binnen afzienbare tijd te realiseren is, en hierdoor ook een voorziening voor minder-validen zal worden vertraagd. Het museumbestuur hecht veel waarde aan het op zeer korte termijn toegankelijk maken van het museum, hetgeen met het door de Stichting Airlift voorgestelde plan mogelijk lijkt. Wel erkent het museumbestuur dat voor de kwaliteit van het museum een ondergrondse uitbreiding in de toekomst wenselijk is. Ook begrijpt men dat een glazen lift, zoals in de eerste plannen is voorgesteld, het aanzien van het gebouw ‘Hartenstein’ in de ogen van het vriendenbestuur onevenredig aantast. Het liftont- werp is inmiddels aangepast. De liftkoker gaat zodanig diep de grond in, dat in de toekomst op eenvoudige wijze aansluiting verkregen kan worden aan een te realiseren ondergrondse uitbreiding. De bovenste etage van het museum, waar zich het documentatiecentrum, de kantoren en de opslagruimte bevinden, zal via deze lift niet toegankelijk worden gemaakt. Hierdoor wordt de Liftkoker minder hoog en in de ogen van het museumbestuur minder beeldbepalend. Het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum betreurt het dat haar voorstel niet aan een deskundig haalbaarheidsonderzoek is onderworpen, en dat slechts door aanpassing van het oorspronkelijke ontwerp is getracht rekening te houden met haar bezwaren. Zij blijft tegenstander van de voorgestelde buitenlift, doch erkent de verantwoor-delijkheid en de beslissingsbevoegdheid van de Stichting Airborne Museum, en respecteert het genomen besluit.
Beide besturen zijn in gezamenlijk overleg tot de con-clusie gekomen dat een voorziening om het museum voor minder-validen toegankelijk te maken van groot belang is voor het museum, en dat de wijze waarop dit zal worden gerealiseerd niet mag leiden tot verwijdering tussen beide besturen. Voorop staat dat allen streven naar een kwalitatief hoogwaardig museum met een duidelijke boodschap, waar iedereen terecht moet kunnen. Daarmee is de discussie gesloten.’ Leden kunnen desgewenst een gift t.b.v. het liftproject overmaken op giro 85.35.432 of bankrekening 38.50.66.473 t.n.v. Stichting Airlift te Oosterbeek.

Royal Engineers Expositie
Op 23 april jl. werd in het Airborne Museum de expositie over de Britse genie-troepen tijdens de Slag om Arnhem geopend. Dit gebeurde door Mr. E.C. O Callaghan. In september 1944 was hij in de rang van kapitein commandant van het 2e peloton, 9″‘ Field Company (Airborne) Royal Engineers. Dit peloton vocht van 17 tot en met 20 september 1944 bij de Rijnbrug in Arnhem.
Met behulp van foto’s, documenten en voorwerpen wordt op de tentoonstelling een overzichtelijk en inte-ressant beeld gegeven van de rol die de genie heeft gespeeld.
De opening vormde tevens het moment waarop de geheel gerestaureerde Clark Air Bulldozer officieel aan het Airborne Museum werd overgedragen. Het door de Vereniging Vrienden aangekochte voertuig heeft een plaats gekregen in een van de diorama’s. Bij deze gelegenheid verschenen het boek ‘Airborne Engineers, The Shiny 9‘h’ door Patrick Pronk (zie hieronder) en de brochure ‘De genie tijdens de Slag om Arnhem’ door Martin Peters en Jaap Korsloot. In het laatstgenoemde werkje wordt in 16 pagina’s de geschiedenis verteld van de genie-eenheden van de le Airborne Divisie tijdens de Slag om Arnhem. De publicatie volgt de loop van de expositie. Het vormt een nuttige aanvulling bij het bock van Patrick Pronk. Het werd uitgegeven door R.N Sigmond Publishing, en kost ƒ 7,50.
De tentoonstelling ‘Airborne Engineers, de genie tijdens de Slag om Arnhem’ duurt tot 4 november 2001.

Tijdens de opening van de tentoonstelling over de Royal Engineers op 23 april jl. bekijken de auteur van hel boek
Airborne Engineers, The Shiny 9th’, Patrick Pronk, en veteraan E.C. O’Callaghan de tentoongestelde foto’s, (foto Berry de Reus)

‘Airborne Engineers, The Shiny 9th’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt uit ‘The Shiny 9,h’, het boek over de 9e (Airborne) Field Company van de Royal Engineers, dat werd geschreven door Patrick Pronk, een Vriend van het Airborne Museum. De 9th Field Company RE was en is nog bijzonder. Al oud – opgericht in 1787 – was zij een van de eerste Airborne-eenheden, en ze is nog steeds ‘airborne’. We volgen in het boek de compagnie in de Tweede Wereldoorlog, van de inzet in Frankrijk via Duinkerken, de ‘Home Army’, het begin van de Airborne-rol, de inzet in Noorwegen bij de aanval op de zwaarwaterfabriek, Noord-Afrika, Sicilië, Arnhem en weer Noorwegen. Over de rol van de genie in of bij Arnhem schreven reeds de samenstellers van de Royal Engineers Battlefield Tour en de auteurs Mackay, Pakenham-Walsh, Purves en Henniker. Pronk heeft daar een leuk, in het Engels geschreven boek aan toegevoegd.
De toegewezen (sappeurs-) taak van de compagnie in Arnhem was de ondersteuning van de ‘Coup de Main’ van het Reconnaissance Squadron naar de Rijnbrug, het verwijderen van de explosieven aldaar en bij de spoorbrug in Oosterbeek, en verder alle voorkomende sappeurs- en genietaken. Dat bleek in een groot aantal gevallen de gewone infanterierol te zijn. Wc zien (delen van) de compagnie na de landingen bij dc gevechten tegen Kraffts SS Pantser Grenadierbataljon in Wolfheze, bij de spoorbrug in Oosterbeek, bij de Rijnbrug in Arnhem, rond Huize De Sonnenberg en bij de Oude Kerk in Oosterbeek, bij het Drielse veer, bij het leggen van witte banden ter markering van een van de twee routes voor de evacuatie over de Rijn, en in krijgsgevangenschap.
Pronks boek is wat persoonlijker dan ‘The 9th’ van Purves, en heeft daarom meer diepte. Het boek is door Sigmond Publishing mooi uitgevoerd, en leest prettig. ‘The Shiny 9‘h’ telt 109 pagina’s en kost f 27,50. (Okko Luursema)

Regels voor het gebruik van de bibliotheek
Het archief en de bibliotheek van het Airborne Museum zijn de afgelopen tijd overgebracht naar een nieuwe ruimte in de verbouwde bovenverdieping van ‘Hartenstein’. Om misverstanden te voorkomen is het goed om nogmaals te wijzen op de regels die er zijn voor het gebruik van de bibliotheek en het archief. Deze zijn voor iedereen na afspraak met de heer A. Groeneweg te raadplegen. Boeken en documenten worden niet uitgeleend. Kopieën, voor zover niet vallend onder copyright, kunnen tegen betaling worden besteld. (A. Groeneweg)

Medailleset
Het Airborne Museum is onlangs voor het eerst in het bezit gekomen van een medailleset van een ex-Air Despatcher van het Royal Army Service Corps. De medailles behoorden aan veteraan Ronald Arthur Clancy, die op 31 oktober 2000 op 76-jarige leeftijd overleed. Als R.A.S.C. Air Despatcher, behorende tot de 6e Britse Airborne Divisie (63 CompositeCompany, 6″’ Airlanding Brigade), was Ron Clancy in juni 1944 betrokken bij de bevoorrading van de Britse troepen in Normandië. Tijdens de Slag om Arnhem vloog hij op 19 september 1944 vanaf Keevil een re-supply missie naar Oosterbeek. De volgende dag was hij weer ingedeeld voor een bevooradingsvlucht, maar zijn groep werd op het allerlaatste moment teruggeroepen en vervangen door een andere. Ron Clancy was medeoprichter van het Air Despatch monument aan de Van Limburg Stirumweg in Oosterbeek, dat in 1994 werd onthuld. (Cees van den Bosch)

Directeur van het Airborne Museum Wybo Boersma neemt van Cees van den Bosch de medailleset in ontvangst, die toebehoorde aan de in oktober van het vorige jaar overleden ex-Air Despa tcher Ron Clancy.(foto via Wybo Boersma)

Fulbeck Hall
In het voormalige hoofdkwartier van de le Britse Airborne Divisie in Fulbeck Hall in Lincolnshire, Engeland, was tot voor kort een expositie over de Slag om Arnhem ingericht. Na het overlijden van eigenares Mrs Mary Fry is het huis gesloten en de tentoonstelling afgebroken. Het materiaal is aan de bruikleengevers teruggegeven.
Enkele veteranen besloten hun desbetreffende spullen te schenken aan het Airborne Museum. Zo kwam het museum in het bezit van een metalen bord met opschrift, dat voor de nissenhut van de Militaire Politie bij Fulbeck Hall heeft gestaan. Ook kreeg het museum een collectie foto’s en documenten. (W. Boersma)

Bodemvondsten
Al meer dan twintig jaar zoekt ons lid Hans van der Velden uit Doorwerth op de voormalige slagvelden met een metaaldetector naar resten van uitrustingsstukken uit de Slag om Arnhem. Dit gebeurt uiteraard met toestemming van de eigenaren van de grond. In die jaren is Hans regelmatig gestuit op zeer bijzondere vondsten. Een deel daarvan had hij in het verleden al in bruikleen gegeven aan ‘Hartenstein’. Dankzij ruime financiële steun van de Vereniging Vrienden heeft het Airborne Museum nu het grootste deel van de collectie bodemvondsten van Hans kunnen aankopen. Enkele stukken zijn opgenomen in de expositie over de Royal Engineers. In de loop van het jaar zal Roland Boekhorst, behoudsmedewerker van het museum, de overige voorwerpen conserveren, zodat ze in goede conditie blijven.

MBE voor Jan Hey
Ons lid Jan Hey uit Hengelo heeft onlangs de Britse onderscheiding ‘ Member of the British Empire’ ont-vangen. Deze hoge onderscheiding is hem toegekend voor al zijn werk voor de samenstelling van de ‘Roll of Honour, Battle of Arnhem’, en voor zijn jarenlange onderzoek ten aanzien van de her-identificatie van ongeveer 40 gesneuvelde militairen, die tot dan geen bekend graf hadden. Daarnaast is hij jaren bezig geweest met het samenstellen van de vele ‘Rolls of Honour’ van alle Britse en Canadese divisies en hun ondersteunende eenheden, die deelnamen aan de bevrijding van West-Europa vanaf D-Day. Deze Erelijsten liggen in de ‘Memorial Hall’ van het Bevrijdings Museum in Groesbeek. De Vereniging Vrienden van het Airborne Museum wil Jan Hey hierbij graag van harte feliciteren met deze welverdiende onderscheiding!

Oproep
Ons lid David Truesdale werkt momenteel aan een boek over de belevenissen van Ierse militairen tijdens de Slag om Arnhem. Het boek krijgt als titel ‘Brotherhood of the Cauldron’. Tot dusver heeft hij ongeveer 300 namen van militairen die deel uitmaakten van de ls‘ British Airborne Division. Van sommigen van deze mannen beschikt hij over hun volledige levensverhaal, terwijl van anderen alleen een naam bekend is. David doet hierbij een beroep op de leden van de Vereniging Vrienden. Mensen die iets weten over Ieren die dienden in de divisie tijdens de septemberdagen van 1944 wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met David Truesdale, 16 Shiralee Drive, Newtownards, County Down, BT23 4BA, Northern Ireland, e-mail: david@truesdale59.freeserve.co.uk.

Het Airborne Monument
Naar aanleiding van een verzoek op de Algemene Ledenvergadering heeft het bestuur van de Vereniging Vrienden opnieuw contact opgenomen met de gemeente Renkum in verband met de toestand van het Airborne Monument tegenover Hartenstein. Het is gebleken dat het bij de gemeente heel duidelijk is wat er aan het monument dient te gebeuren. Men heeft voor het herstel en het behoud een plan opgesteld dat in een aantal stappen zal worden uitgevoerd. Hiervoor is geld gereserveerd. Een bemoedigend bericht.
BBC documentaire De vertoning op de Britse televisie van de in de vorige nieuwsbrief aangekondigde BBC documentaire over ‘Market Garden’ is uitgesteld tot oktober.

Download

Vrienden van het AIRBORNE museum
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 81, februari 2001

Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Twintig jaar Vrienden
Twintig jaar Vrienden van het Airborne Museum! Dat betekent tweehonderd bestuursvergaderingen, tachtig Nieuwsbrieven, vijftig lezingen en excursies, vijf-tigduizend scholenprojecten en meer dan driehon-derdduizend gulden (fl. 300.000,—!!) voor ons museum. Dat is niet mis! Oplettende lezers vertalen al deze inspanning naar uren arbeid. Hoeveel belangeloze uren zitten hierin? Hoeveel woorden en besluiten werden hiervoor geuit en genomen? Ik moet u het antwoord schuldig blijven, maar ik ben er zeker van dat de schrik u en mij om het hart zou slaan als we het voorgerekend zouden krijgen.
Om kort te gaan, veel bestuursleden hebben samen met enthousiaste leden hard gewerkt om onze Vereniging in stand te houden en uit te breiden, en u het gevoel te geven lid te zijn van een fijne organisatie, die in samenwerking met het museum de herinnering aan de Slag om Arnhem levend wil houden. Een club met 1400 leden in binnen- en buitenland bezorgt ons veel werk, en elke dag van het jaar ben ik er trots op dat zoveel mensen ons hierin met positieve raad en daad terzijde staan. Bijna alle bestuursleden hebben een volle baan, en doen het werk voor de vereniging er in hun vrije tijd bij. Daardoor loopt een enkele keer wel eens wat mis, wanneer bepaalde werkzaamheden veel meer tijd blij-ken te kosten dan verwacht. Maar gelukkig kan meestal wel op een oplossing worden gevonden. In al die jaren heb ik bijvoorbeeld slechts één keer gehoord dat twee leden een vertraging van de Nieuwsbrief met “schandalig” betitelden. Gezien al het werk dat voor deze uitgave moet worden verzet, vond ik deze uitspraak zeer ongepast!
Het nieuwe jaar belooft weer interessant en spannend te worden. De tweede Market-Garden excursie, met als onderwerp de sector Grave-Driel, is in voorbereiding. Deze tocht wordt het vervolg op de battlefield tour Neerpelt-Grave van vorig jaar. Mede in verband hiermee brengen wij als sluitstuk van onze jaarvergadering op 7 april a.s. een bezoek aan het pas heropende Bevrijdingsmuseum. Evenals vorig jaar zal voorafgaand aan de bustocht naar Groesbeek worden geluncht in het Zalencentrum Lebret.
Dit jaar zullen de voorbereidingen en verkenningen plaatsvinden voor een mogelijke meerdaagse excursie naar het Ardennengebied in 2002. Uiteraard houden we u op de hoogte.
Een aantal van u zal kennis hebben genomen van de discussie die is ontstaan tussen de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum en de Stichting Airborne Museum over een te bouwen lift voor gehandicapten. Hiervoor is de Stichting Airlift opgericht, die bestaat uit vertegenwoordigers van de Stichting Airborne Museum en de Stichting Gehandicapten Overleg Renkum. Onze vereniging kan zich uiteraard geheel vinden in dit initiatief om het gebouw beter toegankelijk te maken. Niet alleen voor rolstoelgebruikers en zij die moeilijk ter been zijn, maar ook voor visueel en auditief gehandicapten. Echter, een verschil van mening is ontstaan over de wijze waarop die lift zou kunnen worden gerealiseerd. Moet deze inpandig worden gebouwd of dient er een glazen lifttoren aan de buitenzijde te komen? De voorkeur van uw bestuur gaat uit naar een inpandige oplossing, als dit bouwkundig tot de mogelijkheden behoort. Wij vinden namelijk dat geprobeerd moet worden te voorkomen dat het historische gebouw Hartenstein (een Rijksmonument) uiterlijk wordt aangetast. De Stichting Airborne Museum en de Stichting Airlift kiezen voor de externe oplossing. Voor alle duidelijkheid moet worden opgemerkt dat de Stichting Airborne Museum, als van rechtswege eerst verantwoordelijke voor het museum, besloten heeft dat het bouwplan voor een buitenlift in procedure gebracht moet worden. Ondanks dat, is de soms pittige maar zeker constructieve discussie tussen de Vrienden en de Stichting Airborne Museum op dit moment nog in volle gang. Wij zullen u tijdens de komende jaarvergadering op de hoogte brengen van de laatste ontwikkelingen.
Sinds kort is het voor scholen mogelijk ons volledige scholenproject vanaf de website van het museum te ‘downloaden’, een gegeven waarop we met recht trots kunnen zijn. Dankzij de enthousiaste inzet van onze Britse vertegenwoordiger, Niall Cherry, zal een groep Britse leden op 22, 23 en 24 juni a.s. een battlefield tour maken in onze streek.
Alle andere evenementen vindt u samengevat op een bijlage van deze nieuwsbrief. Het wordt weer een druk jaar, waarvan ik hoop dat we er in 2002 met tevredenheid op terug zullen zien.
(C. van Roekel)

Het uniform van de Nederlandse commando Tom Italiaander, dat onlangs door zijn weduwe werd geschonken aan het Airborne Museum. Korporaal Italiaander nam in september 1944 deel aan de Slag om Arnhem. Zie ook Ministory No.68, bij Nieuwsbrief No. 80. (foto: Berry de Reus)

Excuses
Van de vorige Nieuwsbrief was de onderzijde van de pagina’s niet afgesneden. Daardoor was u genoodzaakt om deze los te snijden voordat u kennis kon nemen van de inhoud. De drukker heeft inmiddels per brief zijn excuses aangeboden, en beterschap beloofd.

Eigen ruimte voor de Vrienden
Conservator Berry de Reus bewoonde tot medio vorig jaar de zolderetage van het Airborne Museum. In de nu vrijgekomen ruimte is door de Stichting Airborne Museum een kamer + bergplaats beschikbaar gesteld aan de Vrienden. We beschikken binnenkort over een grote vergaderruimte, en kunnen onze papieren en voorraden op een goede manier opbergen en indien gewenst tijdelijk ter tafel houden, zonder dat we bang hoeven te zijn dat het publiek ermee aan de haal gaat. De verhuizing en reorganisatie van de inventaris zullen enige tijd in beslag nemen. In verband hiermee is het tot eind april niet mogelijk om oude Nieuwsbrieven te bestellen. Daarna hopen wij u nog beter dan voorheen van dienst te kunnen zijn. (C. van Roekel)

Airborne Museum krijgt certificaat
Het Airborne Museum is op 11 november jl. samen met veertien andere Gelderse musea opgenomen in
het Nederlands Museum Register. Het museum ontving dit ‘keurmerk’ tijdens de jaarlijkse contactdag van het Gelders Oudheidkundig Contact in het Openluchtmuseum in Arnhem. Het certificaat wordt uitgereikt aan alle Nederlandse musea die aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Voor zover bekend is ‘Hartenstein’ het eerste militaire museum dat het keurmerk heeft gekregen. De eisen hiervoor zijn o.a. dat al het materiaal goed beheerd wordt, en dat de collectie geregistreerd staat. Er worden kwaliteitseisen gesteld aan het personeel, dat goed opgeleid moet zijn, en dat geldt ook voor de vrijwilligers. Het doel van het keurmerk is de verdere kwaliteitsverbetering van de musea in Nederland te bevorderen.

Expositie 2001
Dit jaar zal de expositie in het Airborne Museum tot onderwerp hebben: ‘Airborne-genie tijdens de Slag om Arnhem’. De voorbereidingen zijn reeds in volle gang. Het is niet eenvoudig om het onderwerp te behandelen omdat de genie-eenheden tijdens in september 1944 nogal versnipperd waren, en vaak niet toe zijn gekomen aan hun eigelijke taak. Ook zijn weinig foto’s en voorwerpen voorhanden. Toch verwachten we dat het een interessante tentoonstelling zal worden. (W. Boersma)

Nieuwe medaillevitrine
Op 15 september van het vorige jaar werd door Captain (Retd.) Z.R. Gasowski, President of the Polish Airborne Forces Association, een nieuwe vitrine onthuld voor de medailles van veteranen die deelgenomen hebben aan de Slag om Arnhem. Een tweede vitrine was hard nodig omdat het aantal medailles dat aan het Airborne Museum wordt gegeven nog steeds toeneemt. In het jaar 2000 werden medaillesets van de volgende veteranen geschonken: Colour Sergeant P. Banks, 10″‘ Battalion, The Parachute Regiment; Lieutenant Colonel K.B.I. Smyth OBE, Commandant 10″‘ Battalion, The Parachute Regiment; Strzelec (Private) T. Sosków, 3rd Battalion, lsl Polish Parachute Brigade Group; Sergeant H.W. Walker, Royal Army Ordnance Corps; Lance Corporal G. Ward, 3rd Battalion, The Parachute Regiment.

Aanwinsten
Onlangs kreeg ons museum een exemplaar van het bekende Duitse propaganda-tijdschrift ‘Signaal’. In dit nummer uit 1944 (no. 19) staat een verslag over de Slag om Arnhem. Het is echter niet een gewone uitgave van dit tijdschrift, maar een verkleinde versie in het Engels. Deze exemplaren werden met V-ls naar Engeland afgeschoten. Exemplaren van deze Signaals zijn zeer zeldzaam.
Aan het eind van de oorlog bestond ook een ander Duits vlugschrift, ‘The Other Side’ geheten. Dit blad werd eveneens met een V-l verschoten. Ook hiervan kreeg het museum enige tijd geleden een nummer in bezit. (W. Boersma)

BBC documentaire over ‘Market Garden’
In de Nieuwsbrief van oktober vorig jaar werd melding gemaakt van de opnamen voor een televisie-documentaire over operatie Market Garden. Het museum heeft hieraan vier dagen van zeven uur in de ochtend tot negen uur ’s avonds meegewerkt. Het eindresultaat zal in mei a.s. op de BBC worden uitge-zonden als een deel uit een serie van vier.
De commentator, Dr. Richard Holmes, heeft tegenover de producenten/regisseurs David Wilson en Julian Hudson verklaard dat de Arnhem-aflevering de beste is die hij ooit gemaakt heeft. Voor deze serie trad hij op in ‘War Walks’, die op de BBC en de Belgische televisie werd uitgezonden.
De aflevering over ‘Arnhem’ is bijzonder omdat o.a. voor het eerst gefilmd is op de zolder van Zwarteweg 14 in Arnhem, waar generaal Urquhart, kapitein Taylor en luitenant Cleminson van maandagmiddag 18 tot dinsdagmorgen 19 september opgesloten zaten. Er zijn verder interviews te zien met majoor Tony Hibbert, Moffat Burris (die deelnam aan de Waaloversteek) en bovengenoemde Sir James Cleminson.
Na de uitzending op de BBC krijgt het museum een tape, die eventueel vertoond kan worden op een middag van de Vrienden. De film duurt veertig minuten. Het is niet bekend of alle opnamen die gebruikt worden in de film, authentiek zijn. Medegedeeld is dat zgn. re-enactment scènes zijn verwerkt. Raadpleeg uw televisiegids. (A. Groeneweg)

Nieuws van onze Engelse vertegenwoordiger
Een van onze leden in Groot-Brittannië, Mr. Gary Jucha, wiens vader in 1944 bij Driel vocht in de 4e Compagnie van het 2e Bataljon van de Poolse Parachutisten Brigade, is de coördinator van een kleine groep familieleden en vrienden van veteranen van de Poolse brigade, die regelmatig informatie uitwisselen over zaken die te maken hebben met deze voormalige eenheid. Zij doen dit per e-mail of per brief. Leden van deze groep wonen niet alleen in Engeland, maar ook in Frankrijk, Polen, Canada, de Verenigde Staten en Nederland. Iedereen die belangstelling heeft, kan contact opnemen met Gary Jucha, e-mail adres PniSKT44@ririel.fsnet.co.uk., huisadres: 160 Crown Street, Peterborough, Cambs, PE1 3HZ, England.
Gary deelde ons ook mee dat Major/Doctor Stanislaw Janusz (roepnaam Staszek) Sosabowski, de zoon van wijlen Major-General Stanislaw Sosabowski, op 6 november 2000 in Engeland is overleden, 83 jaar oud. Staszek werd blind door Duits granaatvuur tijdens de opstand in Warschau. Er bestaat een website over de familie Sosabowski: www.sosabowski.com. (Niall Cherry)

Namenlijst
In de vorige nieuwsbrief plaatste ik een oproep betreffende de samenstelling van een lijst met namen van alle militairen van de Ist British Airborne Division, die in september 1944 deelnamen aan de Slag om Arnhem.
Graag wil ik hierbij iedereen bedanken die heeft gere-ageerd. Indien mogelijk hoop ik de lijst dit jaar te publiceren. De volgende gegevens zullen er in worden opgenomen: naam, legernummer, leeftijd (indien gesneuveld), eenheid, ontsnapt of gevangen genomen (POW). De namen van de militairen worden in alfabe-tisch volgorde afgedrukt, en dus niet per eenheid. De namenlijst zal in boekvorm worden uitgegeven, en niet op CD-Rom. Door middel van de Nieuwsbrief houd ik u op de hoogte van de voortgang van dit project. (Philip Reinders)

Kruitdamp
Op vrijdagmiddag 15 september jl. werd op het terrein van de Westerbouwing in Oosterbeek een demonstratie gegeven van het afschieten van een 75mm Pack Houwitser. De organisatie hiervan was in handen van ‘Airborne Battle Wheels Oosterbeek’, en de stuksbemanning behoorde tot de ‘Living History Group Holland’. Verschillende mensen vroegen zich af hoe dit schieten technisch in zijn werk ging, en daarom gaf Dick Timmerman ons wat achtergrondinformatie.
Op de betreffende middag werden 5×5 schoten afge-vuurd. Er werd geschoten met ca. 250 gram zwart- kruit per keer, dat verpakt in een gewoon boterham- zakje, in een geprepareerde 75mm huls werd gestopt. Geprepareerd wil zeggen dat een scherpe 9mm aan- vuurpatroon onder in de huls was geplaatst. Deze aanvuurpatroon verving de oorspronkelijke slag- hoed, die was verwijderd. Verder werden nog wat papiersnippers in de huls gestopt om het visuele aspect iets te vergroten. Gezien de grote belangstelling die er was voor dit spektakel, is het voor herhaling vatbaar!

Een demonstratie van het afvuren van een 75mm Pack Houwitser op 15 september 2000, bij de Westerbouwing in Oosterbeek.
(foto: Kees Smulders)

Verkoop van publikaties
Hoewel dit reeds werd gemeld in Nieuwbrief no.69 van maart 1999, wil het bestuur van de Vereniging Vrienden de leden er nog eens nadrukkelijk op wijzen dat het verkopen van eigen publikaties tijdens een jaarvergadering, themadag of andere bijeenkomst alleen mag geschieden wanneer daarvoor toestemming is verleend door het bestuur. Hiervoor kan een schriftelijk verzoek worden ingediend. Een voor- beeld-exemplaar van de betreffende publikatie dient hierbij gevoegd te worden. Afhankelijk van de prijs van de uitgave zal aan de auteur een kleine bijdrage worden gevraagd om de kosten van betreffende themadag of excursie enigszins te verlagen. Voor vragen over dit besluit kunt u schrijven naar of bellen met Eugène Wijnhoud, Bernhardlaan 41-1, 6824 LE Arnhem, e-mail E.Wijnlioud@12move.nl, telefoon 026 3513100. (E. Wijnhoud)

‘Onbekend maakt niet onbemind’
De onbekende foto in de vorige Nieuwsbrief heeft menig lid in beweging gebracht. In totaal werden acht reacties ontvangen, maar ongetwijfeld zijn veel meer Vrienden ermee bezig geweest. De eerste persoon die opbelde, kwam niet verder dan de onthullende en opwekkende mededeling: ‘Het is niet Heelsuml’, maar daarna werden de brieven en telefonische gesprekken inhoudelijk steeds waardevoller.
Samenvattend is het niet onlogisch om de volgende conclusies te trekken of vragen te stellen.
1. De foto is niet in de regio Arnhem gemaakt. De topografische situatie en/of personen werden door niemand herkend.
2. De locatie lijkt wel Nederlands of zelfs Gelders te zijn, gezien de huizen, de tuinhekjes en de tramlijnpalen (maar waar zijn de rails?!). Anderen zeggen dat het Duitse dorpshuizen betreft.
3. De betrokken militairen zijn niet in een gevechtssituatie op de gevoelige plaat vastgelegd. Men loopt alsof het een oefening of een mars betreft. Er zijn geen persoonlijke wapens, munitietassen, handgra-naten of helmen te zien. Slechts een Vickers mitrail-leur op de schouder van een van de mannen is waarneembaar. Gaat het soms om krijgsgevangenen die afgemarcheerd worden? Is de man achteraan geheel rechts een Duitse militair, iemand van de Feldgendarmerie?
4. Gezien de schaduwen (zonnestand) loopt men in een westelijke richting.
5. De bladeren van de bomen, het fletse licht en de dikke shawls om de hals duiden op het voorjaar.
Alles op een rijtje zettend, komen we tot de hamvraag: zijn het mannen van de 6th Airborne Division in Duitsland in april 1945?
Reacties op het bovenstaande zijn uiteraard wederom van harte welkom. En degenen die reeds hebben doorgegeven wat zij ervan vinden, worden hartelijk bedankt. Wordt wellicht vervolgd. (Geert Maassen)

Battlefield tour ‘Market Garden 1’
Op zaterdag 19 mei as. zal de Documentatiegroep ’40- ’45 de battlefield tour ‘Market Garden 1′, die de Vereniging Vrienden op 7 oktober vorig jaar organi-seerde, herhalen. Zowel leden van de Vereniging Vrienden als van de Documentatiegroep kunnen hieraan deelnemen. Onze gids is wederom Jacques Haegens. De excursie begint om 10.00 uur bij het NS- station in ’s Hertogenbosch. Opgave vöór 15 april door overmaking van ƒ 65,- per persoon op giro 617000 t.n.v. Penningmeester Documentatiegroep ’40- ’45, Etten-Leur, onder vermelding van ‘Excursie 19 mei’. De inschrijving is in volgorde van binnenkomst van de giro-overschrijvingen. Alleen als er geen plaats meer is krijgt u bericht. Voor meer informatie kunt u bellen naar W. Boersma, 0318 639633. E-mailen kan ook: w.boersma@wxs.nl. (W. Boersma)

Normandië-reis
Ons lid de heer Jacques Haegens, die in 1999 voor de Vereniging Vrienden de excursie naar Normandië leidde, deelde ons mee dat hij in samenwerking met het reisbureau Kupers uit Weert opnieuw een vijfdaagse reis naar dit gebied zal maken. De busreis vindt plaats van 22 tot 26 augustus van dit jaar. Het programma zal in grote lijnen overeenkomen met dat van 1999. De prijs per persoon bedraagt ƒ 795,-. Leden (en niet-leden) die belangstelling hebben om mee te gaan, kunnen contact opnemen met Jacques Haegens, telefoon 046 4517065.

Oproep 11lh Parachute Battalion
In verband met een onderzoek naar de geschiedenis van het 11″‘ Parachute Battalion wil ik graag in contact komen met veteranen, familie of anderen die mij zou-den willen helpen met het vinden van informatie over deze eenheid. Het gaat daarbij niet alleen om Arnhem, maar ook over andere militaire operaties waaraan dit onderdeel heeft deelgenomen. Ook gegevens over het leven in het bataljon en over de training zijn welkom. Daarnaast wil ik veteranen van het 11e bataljon en familie die van plan zijn in september a.s. de Airborne-herdenking bij te wonen, uitnodigen voor een reünie op woensdag 20 september 2001. Deze bijeenkomst met ‘high tea’ zal worden gehouden in hotel Dreyeroord aan de Graaf van Rechterenweg in Oosterbeek, aanvang 14.00 uur. De toegang voor veteranen en familieleden is gratis. Aan anderen zal een bijdrage van ƒ 17,50 worden gevraagd om de kosten te dekken. Er dient wel van te voren te worden gereserveerd. Na de reservering krijgt u nadere informatie. Opgave gaarne voor 1 mei a.s. bij Peter-Alexander van Teeseling, Margrietstraat 30,6862 GP Oosterbeek, e-mail: nvdo.teeseling@wxs.nl. (Peter-Alexander van Teeseling)

Download

VRIENDEN VAN HET AIRBORNE MUSEUM

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 334 13 40
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 80, november 2000
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

De Herdenkingsdienst op de Airborne Begraafplaats te Oosterbeek was op zondag 17 september 2000, en daarbij waren drie geestelijken betrokken. De Britse Keverend R.A.W. Boyce, geflankeerd door twee Nederlandse vrouwelijke collega’s: dominee M.M. van Zoest (links) en pastor M.H.A. Wiendels-Neijenhuis.(foto Berry de Reus)

Website Scholenproject
Al ruim 15 jaar kunnen leerlingen van de bovenbouw van het basisonderwijs en van de onderhouw van het voortgezet onderwijs bij hun bezoek aan het Airborne Museum gebruik maken van een werkstuk, dat als doel heeft structuur te geven aan de indrukken die zij tijdens hun bezoek opdoen.
Honderden scholen, zowel Nederlandse als Britse, en vele duizenden leerlingen hebben in deze jaren gebruik gemaakt van dit Scholenproject, en volgend jaar kunnen we waarschijnlijk de 50.000ste deelnemer verwelkomen.
In de inrichting van het museum worden echter voortdurend wijzigingen aangebracht van lijdelijke of permanente aard. Zo wordt de collectie regelmatig verrijkt met aanwinsten, en worden jaarlijks grote en kleinere thema-ten toonstellingen georganiseerd. Hierdoor lopen de expositie en het Scholenproject vaak ‘uil de pas’. De gedrukte werkstukken in die gevallen aanpassen, is zeer arbeidsintensief en vooral erg kostbaar. Ook op didactisch en organisatorisch gebied is het nodig van tijd tot tijd het project aan te passen. Zo werden groepsopdrachten ingevoerd, waarbij werk-groepjes de opdracht krijgen bepaalde aspecten van de gebeurtenissen in september 1944 nader te bestuderen, om vervolgens met andere groepen tot een uitwisseling van informatie te komen. Een rijke variatie aan vragen en opdrachten daagt de deelnemer uit tot een extra inspanning. Tot nog toe werden de gedrukte Scholenprojecten via de post opgestuurd naar de scholen die te kennen gaven dat zij het Airborne Museum wilden bezoeken. Toen de voorraad van deze gedrukte projecten opraakte, is besloten een andere weg in te slaan. Gebruik werd gemaakt van de nieuwe communicatietechnieken die de afgelopen jaren hun intrede hebben gedaan, in dit geval het Internet. De nieuwste edities van zowel de Nederlandse als de Engelse versie van het Scholenproject zijn sinds kort in hun geheel op de website van het Airborne Museum ondergebracht. Daarmee kan iedere school, waar ook ter wereld, die toegang heeft tot Internet, het Scholenproject gratis ‘downloaden’. Dit is voor Nederland een unieke werkwijze, waarmee wij zelfs op Europees niveau een voortrekkersfunctie vervullen. De technische kant van hel project werd op een voortreffelijke wijze verwezenlijkt door de firma De Kleuver uit Veenendaal. Op vrijdag 15 september jl. was het zover. Na de decoratieplechtigheid van Wybo Boersma (zie hier-onder) heeft het bestuur van de Vereniging Vrienden het Scholenproject nieuwe stijl overgedragen aan de Stichting Airborne Museum. U kunt het vinden op www.airbornemuseum.com.

Wybo Boersma geridderd
Vrijdag 15 september 2000. Op een rommelige, geïmproviseerde, maar buitengewoon gezellige en ongedwongen bijeenkomst in Huize Hartenstein, kreeg Wybo Boersma, directeur van het Airborne Museum, en adviseur van de Vereniging Vrienden, door de burgemeester van de gemeente Renkum, drs. J.W.A.M. Verlinden, de versierselen opgespeld die behoren bij zijn benoeming tot Ridder in de Órde van Oranje Nassau. In zijn speech sprak de burgervader zijn waardering uit voor het vele werk dat Wybo deed en doet voor het museum. Sinds 1974 maakt hij deel uit van het Stichtingsbestuur, en na de beëindiging van zijn militaire loopbaan in 1991 heeft hij zich geheel aan de organisatie en opbouw van het museum gewijd. Wybo Boersma is verantwoordelijk voor het collectiebeheer, de educatieve initiatieven, de public relations, en de jaarlijkse tentoonstellingen en boekenmarkten. Verder houdt hij zich bezig met de organisatie van ‘battlefield tours’, en geeft hij lezingen. Vanaf 1986 fungeert hij, namens de Stichting, als adviseur voor de Vereniging Vrienden. Daarnaast is hij zeer actief in de Scoutinggroep Pieter Maritz, in het Verbindingsmuseum van de Koninklijke Landmacht in Ede, en als voorzitter van de Documentatiegroep ’40-’45. Het bestuur van de Vereniging Vrienden heeft gemeend dat zijn bijzondere verdiensten en onze waardering voor zijn werk voldoende aanleiding waren om hem voor te dragen voor een koninklijke onderscheiding, met, zoals blijkt, een prachtig resultaat. Nadat de burgemeester hem de versierselen had opgespeld, werd namens de Vereniging Vrienden het woord gevoerd door voorzitter Chris van Roekel. Hij onderstreepte zijn lovende en waarderende woorden door op het aanwezige videoscherm met een demonstratie van de website van het Scholenproject, een speciale pagina aan te klikken met daarop de tekst: ‘Wybo, van harte gefeliciteerd namens Mevrouw Nanna Boersma ontving een fraaie bos bloemen. Hierna verraste de heer Duyts, namens het stichtingsbestuur, de decorandus met de bij de onderscheiding behorende draagmedaille. Dat het een geslaagde, gezellige en ongedwongen bijeenkomst was, moge onderstreept worden door hel feit dat de klok al bijna twaalf wees voordat iedereen met een goed gevoel huiswaarts keerde.
Ridder Wybo I: proficiat; je hebt het verdiend!
(Chris van Roekel)

’15 september 2000. In het Airborne Museum ‘Hartenstein’ ontvangt Wybo Boersma uit handen van de Renkumse burgemeester Vertinden de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
(foto Berry de Reus)

Herdenkingsenveloppe
Tijdens de afgelopen herdenking van de Slag om Arnhem heeft het Airborne Museum wederom een herdenkingsenveloppe uitgegeven. Het is de vijfde uit de serie, met als onderwerp ‘Monumenten van de Slag om Arnhem’. De envelop toont het monument voor de in september 1944 omgekomen Air Despatchers van het Royal Army Service Corps. Dit werd zes jaar geleden geplaatst ten noorden van de Airborne Begraafplaats, nabij een van de voormalige droppingsterreinen. De enveloppen zijn gefrankeerd met de 100 cent Rembrandt-zegel. De oplage bestaat uit 500 genummerde exemplaren. Ze zijn gestempeld op 17 september 2000 met het filatelistenstempel van het postkantoor in Oosterbeek. Evenals in voorgaande jaren is enveloppe No. 001 aangeboden aan de ‘Leaderof the Pilgrimage’, dit jaar brigade-generaal M.D.K. Dauncey, tijdens de Slag om Arnhem sectiecommandant van het G Squadron, The Glider Pilot Regiment. De enveloppen zijn te koop in het Airborne Museum, en kosten ƒ 7,-. Na de overmaking van ƒ 8,50 op giro 4184300 t.n.v. het Airborne Museum, Oosterbeek, onder vermelding van ‘Enveloppe 2000’, wordt deze toegestuurd.

Nogmaals de glider van Melksham
Naar aanleiding van het stuk van Niall Cherry in Nieuwsbrief No. 79 over de bij Melksham in Engeland neergekomen glider, ontvingen wij van Peter Clark uit Deurne, de man die samen met zijn echtgenote onze nieuwsbrief en ministory ten behoeve van de Engelse editie vertaalt, de volgende reactie. ‘Ik groeide op in Melksham, een klein stadje, ongeveer zeven of acht mijl van vliegveld Keevil. Ik wist niets van dat zweefvliegtuig totdat ik enige jaren geleden een artikel las in het ‘Melksham News’, een krant die ik regelmatig ontvang van vrienden uit Engeland. De in Nialls artikel genoemde politieman was een zekere Mr. Coleman. Na de oorlog had hij een kleine winkel, toevalligerwijs niet ver van de plaats waar de ‘Melksham glider’ was neergekomen. Ik weet niet of het toestel later is opgehaald. Wel herinner ik mij dat een boer gedurende een groot aantal jaren na de oorlog een vier of vijf meter lang deel van de romp van een Horsa gebruikte alskippenhok. Hel had een ingang zonder deur, en banken aan beide zijden van de romp. De perspex ramen waren nog intact. Deze romp stond in een deel van Melksham dat Lower Forest heet, waar ik toen woonde. Dit is dicht bij de plaats waar op 17 september 1944 de eerder genoemde Horsa neerkwam.’

Oproep
Al enige jaren ben ik bezig met het samenstellen van een lijst met namen van alle militairen van de 1st British Airbome Division die in september 1944 deelnamen aan de strijd bij Arnhem. Hieronder vallen ook de mannen van het Glider Pilot Regiment en de Polen.
Op het moment heb ik in totaal 11.000 namen en bijbehorende gegevens (rang, eenheid, etc.) verzameld. Graag zou ik willen weten of er leden zijn die belangstelling hebben voor deze lijst. Indien voldoende aanvragen binnenkomen, kan deze mogelijk worden gepubliceerd. Wanneer u geïnteresseerd bent in het namenoverzicht, stuurt u dan even een bericht naar Philip Reinders, Margrietstraat 4, 6991 XH Rheden, e-mail adres: abre.reinders@12move.nl. (Philip Reinders)

Informatie over foto gevraagd
Van ons lid Bert Hougardy ontvingen wij een foto die hij had gevonden op Internet.
Bij de afbeelding staat dat het gaat om mannen van het 2nd Parachute Battalion tijdens hun opmars door het dorp Heelsum. Omdat de betreffende website (21para.freeserve.co.uk/airborne.htm) niet meer toegankelijk bleek te zijn, kon geen verdere informatie over de foto worden verkregen. Daarom doen wij een beroep op onze lezers. Is deze foto, die wij hierbij afdrukken, werkelijk in Heelsum gemaakt op 17 september 1944? Indien dat zo is, waar is dan de exacte locatie? Wie is de fotograaf, en wie heeft de originele afdruk? Mensen die hierover inlichtingen kunnen verschaffen, wordt verzocht contact op te nemen met Geert Maassen, gemeentearchivaris van Renkum, Generaal Urquhartlaan 4, 6861 GG Oosterbeek, telefoon 026 3348303.

CDs over ‘Arnhem’ en ‘ Varsity’
Op initiatief van Lt.Col. D.A. Armitage, conservator van het Museum of Army Flying in Middle Wallop, is onlangs een groot aantal originele archiefstukken uit de collectie van het museum op CD-Rom gezet. Twee daarvan bevatten documenten over de Slag om Arnhem.
Op ‘Operation Market Garden, Arnhem, Volume I staan iets meer dan 550 bladzijden, waaronder Intelligence Reports, en Operational Instructions voor HQ 9th Troop Carrier Command, 52nd Troop Carrier Wing, Glider Pilots, 4″’ Parachute Brigade en lst Airlanding Brigade. Verder Operation Reports en War Diaries van lst Airborne Division, lst Airlanding Brigade, lst Parachute Brigade, 7 KOSB en het Recce Squadron. Ook is de Engelse vertaling van het rapport van de Duitse SS-Sturmbannführer S. Krafft in zijn geheel opgenomen.

Dankzij hel Internet kwam deze afbeelding tevoorschijn. Wie weel waar en wanneer de foto werd gemaakt?
(foto via Bert Hougardy)

Volume II bevat o.a. rapporten van de South Staffords, 9’h Field Company Royal Engineers en REME, en een aantal verslagen van militairen die na de slag wisten te ontsnappen. Een groot deel van de schijf is gevuld met grond- en luchtfoto’s, zonder onderschriften.
De CD over Operation Varsity is gebaseerd op het boek ‘Battlefield Tour Operation Varsity’, uitgegeven door de ‘British Army on the Rhine’ in 1947. Deze Battlefield Tours werden kort na de oorlog samengesteld voor officieren die de voormalige slagvelden gingen bezoeken. Ze zijn slechts in een zeer beperkte oplage gedrukt, en daardoor uiterst zeldzaam. De inhoud van het hele deel ‘Operation Varsity’, dat bestaat uit meer dan 100 bladzijden plus kaarten en foto’s, is op de CD-Rom gezet. Voor eenieder die zich interesseert in de Rhine Crossing operaties in maart 1945 is het een onmisbare bron van informatie. Een kleine kanttekening: op de CDs staat dat het copyright van de documenten en beelden berust bij het Museum of Army Flying. Een deel van de originele papieren en foto’s is echter oorspronkelijk afkomstig uit het Public Record Office en het Imperial War Museum. De drie CD-Roms werden in de serie ‘Archive Britain Campaign’ geproduceerd door Realvision Imaging Solutions Ltd, Suite 407 Victoria House, Somers Road North, Portsmouth, Hampshire, PO1 1PJ England. Telefoon (vanuit Engeland) 023 9275 6275. E-mail: request@archivebritain.com. De prijs per CD bedraagt£ 9.95. (Robert Voskuil)

Identificatie gesneuvelde Duitse militair
Door zijn onderzoek naar Duitse militairen die in Oosterbeek en omgeving zijn gesneuveld, is ons lid Hans Timmerman erin geslaagd een belangrijke bijdrage te leveren aan de positieve identificatie van een soldaat. De man in kwestie stond tot voor kort als vermist geregistreerd, maar bleek onder een afwijkende naam op de Duitse Militaire Begraafplaats te Ysselsteyn (Limburg) te liggen. Het gaat hierbij om Bootsmann Alfred Steckhan, die, ingedeeld bij het Marine Auffanglager Zwolle, op 20 september 1944 om het leven kwam. Dit Auffanglager werd kort na de geallieerde landingen in Normandië in juni 1944 opgericht om terugtrekkende marine- troepen uit Frankrijk en België op te vangen. Na het begin van Operatie Market Garden werd in het Auffanglager een gevechtseenheid onder de naam Marine Schützen Bataillon 250 gevormd. Dit onderdeel, ook wel Kampfgruppe 642 genoemd, werd vanaf 19 september 1944 in Oosterbeek en omgeving tegen de Britse luchtlandingstroepen ingezet. Waarschijnlijk was Alfred Steckhan bij deze eenheid ingedeeld. Na de gevechten keerde het bataljon naar Zwolle terug om als mogelijke personeelsreserve te dienen. In 1945, na de bevrijding, trof men Alfreds veldgraf langs de Valkenburglaan in Oosterbeek aan, maar hij werd geregistreerd onder de achternaam Sterkhan. Zijn stoffelijke overschot werd overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats ‘Ehrenfriedhof Zypendaal’ in Arnhem. Ondanks een brief die zijn vrouw in 1947 aan de gemeente Arnhem stuurde in de hoop de laatste rustplaats van haar man te vinden, slaagde men er destijds blijkbaar niet in de combinatie te leggen tussen de naam van de vermiste, en de ‘Alfred Sterkhan’ die op de lijst stond van opgegraven Duitse militairen in de gemeente Renkum. In 1948 werd ‘Sterkhan’ overgebracht naar de Duitse Militaire Begraafplaats in Ysselsteyn, waar men begin jaren ’60 alsnog geprobeerd heeft zijn ware identiteit vast te stellen. Men twijfelde dus zelf blijkbaar aan de juistheid van de naam. Aangezien dat ook toen niet lukte, lag hij tot voor kort enkel onder de naam Alfred Sterkhan zonder verdere persoonsgegevens begraven. Doordat Hans Timmerman in 1999 de bovengenoemde brief in het gemeentearchief in Arnhem aantrof, kon 52 jaar na dato de desbetreffende informatie toch nog worden gecombineerd met de onjuiste naam op de lijst van de gemeente Renkum. Een goede samenwerking tussen verschillende Duitse instanties had de positieve identificatie tot gevolg, en men is er ook in geslaagd de dochter van Alfred Steckhan op te sporen. Alfreds graf is te vinden op de begraafplaats te Ysselsteyn in blok BM, rij 12, grafnummer 283. In de loop van dit jaar wordt zijn grafsteen voorzien van de juiste gegevens. (Hans Timmerman/Geert Maassen)

Boolsniaini Alfred Steckhan.
(foto via mw. Annelicse Bauer)

Heinz Harmel overleden
Wij ontvingen het bericht dat op 2 september jl. Op 94-jarige leeftijd in Duitsland is overleden Heinz Harmel. SS-Brigadefuhrer und Generalmajor der Waffen-SS. Harmel was tijdens de Slag om Arnhem commandant van de 10.SS-Panzerdivision ‘Frundsberg’. Deze tank divisie opereerde in september 1944 hoofdzakelijk bij de Rijnbrug in de Gelderse hoofdstad, en in de Betuwe, waar ze de doorbraak van het 30e Britse Legerkorps naar Arnhem trachtte te verhinderen. Harmel was onder meer Trager des Eichenlaubes mit Schwertern zum Ritterkreuz des eisernen Kreuzes. Met zijn verscheiden is de laatste generaal van de Slag om Arnhem gestorven.

For No Apparent Reason’
Het boek for no apparent reason, The Shooting of Captain Brian Brownscombe GM, R.A.M.C.’ zou nooit geschreven zijn als ons lid Bob Gerritsen geen nieuwsgierig mens was geweest. Na de lezing van de publicaties ‘Verscheurde Horizon’ van Chris van Roekel en ‘Red Berets and Red Crosses’ van Niall Cherry, bleef hij zitten met de vraag onder welke omstandigheden Captain Brownscombe om het leven was gebracht. Nauwgezet onderzoek leverde een boek op over een klein feil in de grote Slag om Arnhem, maar wel met een van de weinige oorlogsmisdaden die tijdens de septemberdagen van 1944 zijn gepleegd.
Bobs boek heb ik met interesse en bewondering gelezen. Het vertelt in korte hoofdstukken de levensgeschiedenis van Brownscombe. Zijn medische studie en zijn toetreden tot het Royal Army Medical Corps leiden er toe dat we Brownscombe eerst met het 2nd Battalion The South Slaffordshire Regiment in Sicilië, en later als Regimental Medical Officer in Arnhem terugzien. Hij wordt krijgsgevangen gemaakt, en in het Gemeenteziekenhuis in Arnhem te werk gesteld voor de behandeling van Duitse en Britse gewonden.
Bij de ingang van het ziekenhuis pratend met een Deense Waffen-SSer, wordt hij door een SS-sergeant doodgeschoten. De beide Duitsers behoren tot een peloton van de SS-Kriegsberichter-Abteilung 5, de eenheid die mogelijk de propaganda met een luidsprekerwagen verzorgde in de omgeving van Hotel Hartenstein. Het boek gaat in op de levensgeschiedenis van de Deen Helwig-Larsen en van moordenaar Lerche, en eindigt – via een aantal getuigenissen van Britse officieren met het strafproces tegen de laatstgenoemde. Waarom Lerche Brownscombe doodschoot, wordt ook in het proces niet helemaal duidelijk. Was hij alleen maar dronken, kreeg hij een opdracht, of dacht hij dat Brownscombe een vluchtpoging ondernam?
Ondanks helaas enkele oneffenheidjes in de tekst, is het toch een zeer leesbaar en aan te raden boek. Het telt 32 bladzijden, is uitgegeven door ons lid Robert Sigmond, en kost ƒ 15,-. De publicatie is verkrijgbaar bij het Airborne Museum en de lokale boekhandel. (Okko Luursema)

De schrijver van het boekje ‘For No Apparent Reason’, ons lid Bob Gerritsen, bij het graf van dokter Brownscombe op het Airborne Kerkhof in Oosterbeek. (foto: Robert Sigmond)

‘Tugs and gliders to Arnhem’
Het boek ‘Tugs and gliders to Arnhem’, geschreven en in eigen beheer uitgegeven door ons lid Arie-Jan van Hees, heeft als ondertitel: ‘A detailed survey of the British glider towing operations during operation Market Garden 17, 18 and 19 September 1944′. Hiermee wordt direct de opzet van de publicatie aangegeven: een naslagwerk voor eenieder die geïnteresseerd is in _de rol die zweefvliegtuigen gespeeld hebben bij de landingen rond Arnhem, en bij het Britse deel van de acties bij Groesbeek. No. 38 en No. 46 Group RAF trokken deze gliders.
Uitgesplitst per Group en per vliegveld worden per dag de vluchten beschreven. Het boek geeft tevens uitgebreide informatie over de zweefvliegtuigen die Arnhem niet bereikten, en ergens onderweg een noodlanding moesten maken of verongelukten. Geen droge opsomming, maar gegevens, aangevuld met verslagen van ooggetuigen. Waar mogelijk worden de namen van de piloten vermeld. In het laatste hoofdstuk (19) worden de verschillende ladingen beschreven, verduidelijkt met foto’s. Zo krijgt men een idee hoe een en ander vervoerd werd. Tevens is een overzicht opgenomen van het materiaal dat uiteindelijk in Arnhem aangekomen is.
Hoewel het boek niet bedoeld is om de verdere lotgevallen na de landing van bemanning en lading te beschrijven, wordt dat speciaal bij de minder bekende eenheden, zoals de US Air Support Signal Teams en de RAF Light Warning Units, wel gedaan. De lezer die wat meer in deze materie thuis is, zal verschillende verhalen herkennen omdat ze deels eerder gepubliceerd zijn of uit bekende documenten komen, maar voor het geheel van het boek is dat geen bezwaar. De veelheid van informatie is zo groot dat moeilijk te controleren is of alle gegevens juist zijn. Bij een werk van deze omvang zal het onvermijdelijk zijn dat er hier en daar iets doorslipt. Zo wordt de rang van de Nederlandse sergeant commando Luitwieler op pagina 212 als luitenant gegeven. Het boek is goed geïllustreerd met veel, deels onbekende, foto’s. De bronvermelding bij die afbeeldingen is helaas wat rommelig. Zo zijn veel foto’s die onmiskenbaar afkomstig zijn uit de collectie van het Imperial War Museum, of tenminste ‘Crown Copyright’ zijn, vermeld als afkomstig uit andere archieven of van particulieren. Bij de 1WM foto’s was het juister geweest als ook het archiefnummer vermeld was, zoals het museum vraagt als het toestemming tot publicatie geeft.
Een misser is het dat het boek, dat pretendeert een naslagwerk te zijn, geen index heeft. Overigens is het wel de bedoeling dat deze alsnog los wordt uitgegeven. Dat de uitgave in het Engels geschreven is, zal voor de meeste Nederlanders geen bezwaar zijn.
Al met al is het boek een ‘must’ voor alle geïnteresseerden in de Slag om Arnhem. Een werkstuk waar de auteur trots op kan zijn, en dat voor de koper een aanwinst is voor zijn Arnhem bibliotheek. ‘Tugs and gliders to Arnhem’ telt 288 bladzijden, en is geïllustreerd met veel foto’s en kaarten. Het kan worden besteld bij de schrijver, door overmaking van ƒ 79,95 (ƒ 69,95 plus ƒ 10,- voor porto- en verpakkings- kosten) op gironummer 4594667 t.n.v. AJ. van Hees, Courtpendu 7, 6245 PE Eijsden. Het boek heeft geen ISBN nummer. (Wybo Boersma)

‘From Pacifist to Glider Pilot’
Onder de intrigerende titel ‘From Pacifist to Glider Pilot’ verscheen een boek dat werd geschreven door Alec Waldron. De auteur, die in 1920 werd geboren, beschrijft hierin de eerste 26 jaar van zijn leven, met de nadruk op de periode 1937 tot 1946.
Alec Waldron groeit op in een zeer godsdienstige gemeenschap met strenge regels. Een daarvan is een verbod om in militaire dienst te gaan. Na een moeizaam proces maakt hij zich definitief los uit dit dogmatische, religieuze milieu, wanneer hij in november 1940 dienst neemt bij het Royal Corps of Signals. In januari 1942 gaat hij over naar het Glider Pilot Regiment. Na zijn training op Horsa gliders succesvol te hebben volbracht, wordt hij ingedeeld bij de Sectie Inlichtingen van het hoofdkwartier van No. 1 Battalion, The Glider Pilot Regiment. Hij neemt in juli 1943 deel aan de landing op Sicilië, waar hij met zijn zweefvliegtuig in zee terechtkomt. In januari 1944 keert hij terug naar Engeland. No. 1 Battalion GPR is dan inmiddels omgevormd in No. 2 Wing GPR.
Op 17 september 1944 landt Waldron met zijn Horsa op de bouwlanden bij Wolfheze, en de volgende dagen neemt hij deel aan de gevechten in Oosterbeek. Hij opereert vanuit het hoofdkwartier van No. 2 Wing, dat is gevestigd in een huis aan de Hartensteinlaan. Aan het eind van de strijd weet hij met het restant van de divisie over de Rijn te ontsnappen. Na de Slag om Arnhem blijft hij bij het Glider Pilot Regiment, tot zijn demobilisatie in 1946.
De hoofdstukken over Sicilië en Arnhem vormen eigenlijk maar een bescheiden deel van het boek. Veel meer aandacht wordt besteed aan de opleidingen, de vliegtrainingen, en aan het leven in het regiment; dit alles vlot en met humor beschreven.
Er zijn niet zoveel persoonlijke verhalen van zweefvliegtuigpiloten gepubliceerd, en mede daarom is de uitgave een aanwinst voor de lijst met publicaties over de Britse luchtlandingstroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het boek telt 194 bladzijden, en is geïllustreerd met tientallen foto’s, waaronder drie grote, uitvouwbare, achterin. Een daarvan toont een prachtig mozaïek van Amerikaanse luchtfoto’s, genomen op 18 september 1944, met daarop de honderden op de landingszones ‘S’ en ‘Z’ neergekomen gliders. ‘From Pacifist to Glider Pilot’ (ISBN 1-873203-53-5) verscheen bij Woodfield Publishing, Bognor Regis, West Sussex, England, en kost £ 9.95. (Robert Voskuil)

‘Arnhem, The Fight To Sustain’
Bij de beschrijvingen van de Slag om Arnhem gaat de meeste aandacht uit naar de gevechtseenheden. Zoals alle strijdmachten beschikte ook de Britse Airborne Divisie over een aantal onderdelen die dergelijke troepen in staat stelden het gevecht te voeren. Van veel van deze eenheden is de geschiedenis bij Arnhem reeds beschreven. Zo kennen we onder andere de verbindingstroepen uit ‘Echo’s from Arnhem’ door Lewis Golden, de geneeskundige onderdelen uit ‘Red Berets and Red Crosses’ van de hand van Niall Cherry, de technische eenheden uit ‘With Spanners Descending’ door Joe Roberts, en de militaire politie uit ‘The Pegasus Patrol’ (auteurs J. Turnbull en J. Hamblet). Over andere, vooral kleine onderdelen, was tot voor kort nog weinig bekend.
Met het boek ‘Arnhem, The Fight To Sustain’ door Brigadier Frank Steer, dat in september jl. is uitgekomen, wordt de geschiedenis van de ondersteuningseenheden, die tegenwoordig in het Royal Logistic Corps bijeengebracht zijn, uitvoerig beschreven. Het gaat hierbij om het toenmalige Royal Army Service Corps, het Royal Army Ordnance Corps, het Army Catering Corps, het Pioneer Corps, en de Royal Postal Section. Door deze onderdelen zijn na de slag zelden verslagen gemaakt. De beschikbare gegevens zijn incompleet. Zelfs is niet precies bekend welke militairen bij Arnhem zijn geweest. Met als bronnen de in Engeland en Nederland aanwezige, beperkte hoeveelheid gegevens en interviews van veteranen, heeft Frank Steer uiteindelijk een goed samenhangend boek geschreven; voorwaar geen sinecure.
Zeer systematisch worden eerst de opbouw en de taak van deze eenheden binnen de organisatie van de Airborne Divisie beschreven. Daarna volgen de planning, de overtocht, de landing, en de strijd; per eenheid. Dit geplaatst in het kader van het totale verloop van de slag. Doordat de operatie uiteindelijk niet volgens plan verliep, kwam van de eigenlijke taak van de logistieke eenheden niet zoveel terecht. Verschillende militairen van deze onderdelen kregen soms een heel andere opdracht. Uiteindelijk werden de meeste ingezet als infanterist, maar ook dat maakte deel uit van hun opleiding. Frank Sfeer toont aan dat et concept van de logistieke organisatie voor een luchtlandingsdivisie wel goed was, en als zodanig nog steeds gevolgd wordt.
Het aandeel van het ‘Seaborne’ deel van de divisie, dat Arnhem – over de grond – nooit heeft bereikt, blijft m dit boek niet onvermeld. Ook beschrijft de auteur de Airborne Forward Delivery Airfield Group (Al-DAG), die op 26 september 1944 bij Grave landde. Het geheel wordt afgewisseld met korte ooggetuigenverslagen, een afwisseling die de leesbaarheid ten goede komt. Een droge opsomming van onderdelen en feiten wordt zo vermeden.
Op verschillend plaatsen vermeldt de auteur waar het niet mogelijk was alle gegevens boven water te krijgen. Met voetnoten aan het einde van elk hoofdstuk worden de bronnen vermeld of wordt aangegeven dat afwijkende gegevens bestaan.
Van de ondersteuningseenheden zijn weinig foto’s tijdens de slag bekend. Maar de auteur heeft dit ondervangen door de plaatsing van veel niet eerder gepubliceerde beelden van de voorbereidingen in Engeland, en van veel portretfoto’s van militairen. Wel is het jammer dat de vormgever het merendeel van deze afbeeldingen op de rand van de pagina’s heeft geplaatst, waardoor vooral de foto’s aan de binnenkant van de bladzijden de lezer noodzaken het boek erg ver open te vouwen.
Helaas blijkt ook hier weer dat het vermelden van de juiste Nederlandse namen voor Britse schrijvers soms moeilijk is. Wat bijvoorbeeld te denken van een ‘resupply dropping’ aan de ‘Van Lehnehopweg’? Bij de beschrijving van het Air Despatch monument, niet in Arnhem zoals vermeld maar in Oosterbeek, wordt wel het 47 Air Despatch Squadron, The Royal Logistic Corps genoemd, die het in Engeland gemaakte monument in Oosterbeek opgebouwd zou hebben. Maar de leden van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum die belangeloos hel meeste werk gedaan hebben, blijven onvermeld.
Dit zijn echter kleine onvolkomenheden, en het boek is door mij dan ook in één adem uitgelezen. Een ‘must’ voor iedereen die de Slag om Arnhem serieus bestudeert! Ondanks de forse prijs van £ 25 (= ƒ 90,-) zal het zijn weg zeker vinden onder de leden van onze vereniging.
Overigens heeft de auteur besloten dat alle winst die op het boek wordt gemaakt, naar het RLC Benevolent Fund en het Airborne Museum gaat.
‘Arnhem, The Fight To Sustain – The Untold Story of the Airborne Logisticians’, door Frank Steer, uitgegeven door Leo Cooper, onderdeel van Pen & Sword Books Ltd, Barnsley, South Yorkshire, Great Britain, September 2000, ISBN 0 85052 770 8, 176 pagina’s, geïllustreerd. Engelse tekst. In Nederland is het te koop in het Airborne Museum ‘Hartenstein’. Het boek is in Engeland verkrijgbaar bij de Corps Adjudant RLC, RHQ The RLC, Dettingen House, Deepcut, Camberley Surrey, telefoon 01252 340864. Het is ook te bestellen bij Amazon, via het Internet, hetgeen misschien gemakkelijker is voor mensen die niet in het Verenigd Koninkrijk of Nederland wonen. (Wybo Boersma).

Militairen van hel Royal Army Service Corps laden een mand mei voorraden in een Dakota. Op de voorgrond zijn op de vloer de rollerbanen zichtbaar waarover de manden konden worden geschoven. Dit vergemakkelijkte en versnelde het laden en het uitworpen door de Air Despatchers. De foto staat ook in Frank Stoers boek ‘Arnhem, The Fight To Sustain’. (Courtesey Imperial War Museum, Londen; CH 12945)

Engelse editie van ‘Over & Over’
Van hel boekje ‘Over & Over – Ooggetuigenverslagen van de Slag om Arnhem’, dat werd samengesteld door Peter-Alexander van Teeseling uit Oosterbeek, en waarvan wij in een vorige Nieuwsbrief melding maakten, is nu een Engelse uitgave verschenen. Deze is getiteld ‘Over & Over – Eyewitness Accounts of The Battje of Arnhem’. De vertaling, die 96 pagina’s telt en is geïllustreerd met 120 foto’s, werd verzorgd door Kilty Brongers. Tevens is een gewijzigde herdruk van de Nederlandse uitgave verschenen. ‘Over & Over’ werd uitgegeven bij ‘Kontrast’ in Oosterbeek. De prijs bedraagt ƒ 25,-.

‘Blik Omhoog 1940-1945’ is af
Over het vierde en laatste boek in de serie ‘Blik Omhoog 1940-1945’ (ondertitel ‘Wolfheze en de Zuid- Veluwe in oorlogstijd’) berichtten wij kort in de Nieuwsbrief van oktober 1999, maar omdat het de afsluiting van een memorabele reeks betrof, komen we er hieronder uitgebreider op terug. Met de in deze Band S opgenomen index van zo’n 3100 persoonsnamen en ruim 900 plaatsnamen is het karakter van de boekenreeks wel aangetoond: namen noemen bij gedetailleerd beschreven oorlogsepisodes. Het is de streek tussen Arnhem en Wageningen/Ede die zo ruimschoots de aandacht krijgt; bezien vanuit het middenpunt van het gebied, Wolfheze, het geboortedorp van de auteur, ons lid Cor Janse. Naast registers geeft deze publikatie aanvullingen en toelichtingen op de eerder verschenen delen. Want hoewel deze keer ‘slechts’ 144 pagina’s tellend, bevat dit boek toch veel interessante onderwerpen. De achtergronden van de 48 bevrijden uit het Arnhemse Huis van Bewaring (na een overval door de KnokPloegen op 11 juni 1944) zijn stuk voor stuk achterhaald en beschreven in 25 pagina’s. Vijftien bladzijden zijn gevuld met de luchtoorlog, V-wapens en oorlogsslachtoffers in de streek. Het supplement- gedeelte (40 pagina’s) omvat naast aanvullende informatie over alle boekdelen, hoofdstukken met nieuwe feiten: over de razzia op de Buunderkamp, een vervolg op het hoofdstuk ‘Joodse Lotgevallen’, de in de omgeving verblijvende ‘Mata Hari’ Bintje Vos, de geschiedenis van ’t Wijde Veld op de Ginkel, en over de Nederlandse SS-ers tijdens de Slag om Arnhem.
Het boek is verkrijgbaar bij de regionale boekhandelaren van de Zuidveluwezoom, en in het Airborne Museum. Het kost ƒ 25,-.
Ruim tien jaar is de auteur bezig geweest historisch materiaal te verzamelen over het verloop van de oorlogsperiode 1940-1945 in de gemeente Renkum, met name in Wolfheze en omgeving. Hij zocht en vond honderden (voormalige) bewoners en andere betrokkenen, die hij interviewde of met wie hij correspondeerde, en hij raadpleegde archieven, bibliotheken en documentatiecollecties in binnen- en buitenland. De auteur bouwde aldus zo’n schat aan gegevens op die het waard zijn te worden vastgelegd, dat het noodzakelijk is gebleken de beoogde publikatie in vier banden uit te geven. Het werden uiteindelijk 1388 geïllustreerde pagina’s in een degelijke uitgave op het formaat 19,5 x 26,5 cm. Band I van het boek werd vijf jaar geleden gepresenteerd. Het behandelt de periode van 1939 tot 17 september 1944. De publikatie is niet meer op voorraad bij de uitgever en is nog slechts hier en daar verkrijgbaar. De tweede loot aan de Blik-Omhoog- stam, over de Slag om Arnhem, zag in 1997 het levenslicht. Boek III verscheen vorig jaar, en dit deel bevat uitsluitend teksten en illustraties die betrekking hebben op de periode na de Slag om Arnhem. Het werkstuk behandelt onder andere uitgebreid de evacuatie van de bevolking, de Rotterdamse schanswerkers, de bevrijding, de terugkeer, de vergelding, en de wederopbouw. Deze beide publikaties zijn nog gewoon in de handel.
Heet van de naald kunnen we u melden dat besloten is dat Boek I wordt herdrukt. Er is gelukkig nog steeds vraag naar, en door de nieuwe oplaag blijft de serie voorlopig als geheel verkrijgbaar. Naar verwachting is deze band op het moment dat u dit leest weer te koop in de regionale boekhandel en bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’. Nadere informatie over de serie ‘Blik Omhoog’ is verkrijgbaar bij de auteur, tevens uitgever: Cor Janse te Rheden (026 4951033). (Geert Maassen)

‘Overal waar het lot en de roem ons brengen’
‘Quo fas et gloria ducunt’ is het motto in het wapen van de Royal Artillery, dat gedurende het afgelopen verenigingsjaar de enveloppen sierde waarin onze nieuwsbrieven werden verstuurd. De envelop waarin dit nummer bij u in de bus viel, is de laatste met dit wapen. Volgend jaar zal het embleem van de Royal Engineers worden gebruikt, omdat die dan 150 jaar bestaan. Op verzoek van leden die de enveloppen bewaren en die zo langzamerhand een aardige collectie regimentswapens hebben opgebouwd, zullen we vanaf nu wat informatie over de betreffende eenheden geven. Het ‘Royal Regiment of Artillery’, zoals het officieel heet, is een van de oudste Britse regimenten. Ofschoon toen nog niet ‘Royal’, was tijdens de regering van Hendrik VIII (1509-1547) al sprake van een artillerie-eenheid van 13 man, die was gelegerd in de Tower van Londen. Gedurende de binnenlandse oorlogen tussen de aanhangers van de Stuarts en van Hannover, met als inzet de Britse Kroon, bleek het nodig deze kleine eenheid uit te breiden tot de sterkte van twee compagnieën. De naam ‘Royal Artillery’ dateert uit 1722.
Toen de strijd om de macht in Europa ontbrandde in een reeks van oorlogen, waarvan de negenjarige (1739-1748) en de zevenjarige (1756-1763) het meest bekend werden, en de overzeese gebieden (het latere Gemenebest) werden bevochten op de Fransen en de Spanjaarden, speelden de artillerie-eenheden een grote rol. Bij het beleg van San Sebaslian in 1813 tijdens de oorlog met Frankrijk was voor het eerst sprake van tactische artillerie-ondersleuning voor infanterie- onderdelen. Deze tactieken werden verder ontwikkeld gedurende de Krim Oorlog, en de inzet van de Royal Artillery werd hier gewaardeerd met maar liefst negen Victoria Kruizen.
Gedurende de Boerenoorlog in Zuid-Afrika nam de belangrijkheid van artillerie-eenheden nog verder toe. Maar het was vooral gedurende de Eerste Wereldoorlog dat zowel de vuurkracht als de mobiliteit zich enorm ontwikkelde, en dat de samenwerking tussen de artillerie en de infanterie een hoogtepunt bereikte.
In de Tweede Wereldoorlog werden de trekpaarden vervangen door motortractie, en namen zowel de vuurkracht als de nauwkeurigheid toe. Dit laatste ook door het gebruik van radar en door de artillerie- observatie met vliegtuigen. Op een zeker moment kon gezegd worden dat ongeveer 40% van het Britse leger uit ‘gunners’ bestond. Er was geen oorlogsgebied waar de Royal Artillery niet werd ingezet, en het opschrift ‘Ubique’ (‘overal’, ‘waar dan ook’) siert met recht het wapen. Hare Majesteit Koningin Elizabeth II is ‘Colonel in Chief’ van de eenheid. (Chris van Roekel)

Download

Vrienden van AIRBORNE museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 334 13 40
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 79, augustus 2000

Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Corridor excursie
Op zaterdag 7 oktober a.s. organiseert onze vereniging een busexcursie door een gedeelte van de ‘Corridor’, de opmarsweg van het Britse 30e Legerkorps door Brabant, die bekend zou worden als Heli’s Highway, en waarlangs de doelen lagen die moesten worden veroverd door de Amerikaanse 101e en 82e Airborne Divisies. De tocht zal worden geleid door ons lid Jacques Haegens. Hij zal tijdens de rit en op een aantal geselecteerde excursie-punten uitleg geven.

Het programma ziet er als volgt uit:
9.00 uur: Vertrek van de bus vanaf het parkeerterrein bij de Goede Herderkerk in Oosterbeek, oostelijk van het Airborne Museum, naar Neerpelt in België. Onderweg wordt kort gestopt in Grave, waar deelnemers uit Zuid-Nederland eventueel kunnen opstappen. Deze opstapplaats is het parkeerterrein bij het busstation voor ‘Het Wapen van Grave’, aan de N324, aan de zuidzijde van de Maasbrug.
11.00 uur: Aankomst in Neerpelt en begin van de tocht over Hell’s Highway. Excursie-punten zijn o.a. de brug over het Schelde-Maaskanaal, de markt in Valkenswaard (tevens koffiestop), de brug over het Wilhelminakanaal in Son, en het Joe E. Mann monument in Best.
Ca. 13.00 -14.00 uur: Lunch in Best.
14.00 uur: Vertrek voor het tweede deel van de excursie, met bezoeken aan o.a. de landingsterreinen ten noordwesten van Son, het monument voor de 501st Parachute Infantry in Eerde, de brug over de Zuid- Willemsvaart in Veghel, en de Maasbrug in Grave. Indien de tijd het toelaat, zal ook een bezoek worden gebracht aan de (voormalige) sluisbrug in Heumen.
De kosten voor deelname bedragen ƒ 75,- per persoon. Hiervoor krijgt u de bustocht, de lunch en de excur- siegids. Dit bedrag kan worden overgemaakt op post- gironummer 4403641 van de Vereniging Vrienden, onder vermelding van ‘Corridor excursie’. Dit bedrag moet uiterlijk op 20 september a.s. binnen zijn. Inschrijvingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Er zijn maximaal 48 plaatsen beschikbaar. U krijgt bericht wanneer u mee kunt. Wilt u zo vriendelijk zijn op uw girokaart te vermelden of u in Grave wilt opstappen?

Het monument van de Amerikaanse 501st Parachute Infantry in Eerde staat op een van de plekken die bezocht zullen worden bij de ‘Corridor excursie’ op 7 oktober aanstaande. (foto Engine Wijnhoud)

Oproep aan leden in Engeland
Er zijn plannen om in juni 2001 in Oosterbeek een the- ma-weekend over de Slag om Arnhem te organiseren, speciaal voor onze leden uit het Verenigd Koninkrijk. Voor twee achtereenvolgende dagen, bijvoorbeeld een vrijdag en een zaterdag, wordt een programma samengesteld, dat waarschijnlijk zal bestaan uit een bus- en wandelexcursie, een lezing, een bezoek aan het Airborne Museum onder leiding van Engels sprekende gidsen, en een diner. Het geheel zal worden georganiseerd door onze vertegenwoordiger in Engeland, Niall Cherry, in samenwerking met de excursie-commissie van de Vereniging Vrienden. De overtocht naar Nederland en overnachtingen in Oosterbeek of omgeving dienen door de deelnemers zelf te worden geregeld, hoewel hierbij, indien nodig, vanuit Nederland assistentie kan worden verleend. De uitvoering van dit plan hangt uiteraard af van een voldoende aantal deelnemers. Daarom verzoeken wij leden in het Verenigd Koninkrijk die in principe belangstelling hebben voor een dergelijk themaweekend in Oosterbeek, contact op te nemen met Niall Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR4 1BD, UK. Telefoon thuis 01772632764 en op het werk 01772854593, e-mail Niall.Cherry@bae.co.uk.
Wij zullen u op de hoogte houden van de resultaten.

Herdenkingsenvelop 2000
De traditionele herdenkingsenvelop van het Airborne Museum heeft dit jaar als thema het monument voor de Air Despatchers. Deze envelop is de vijfde in de serie ‘Monumenten van de Slag om Arnhem’. Vanaf 17 september a.s. is hij voor ƒ 7,- te koop in ‘Hartenstein’. Hij kan ook worden toegestuurd. Hiervoor dient u ƒ 8,50 over te maken op gironummer 4184300 t.n.v. het Airborne Museum in Oosterbeek, onder vermelding van ‘Envelop 2000’. Enveloppen van de voorgaande jaren zijn nog in een beperkte mate verkrijgbaar in het museum. Zie ook de website www.airbornemuseum.com.

Bijzonder fotoboek geschonken
Via Wybo Boersma is het Airborne Museum in het bezit gekomen van een vrijwel gaaf exemplaar van een fotoboek over de Slag om Arnhem, dat werd samengesteld in het najaar van 1944. Hiervan werden slechts tien exemplaren vervaardigd op fotopapier, en dit gebeurde door de Foto Afdeling van de lst British Airborne Division. Het boek bevat hoofdzakelijk afbeeldingen die in september van het genoemde jaar werden gemaakt door de fotografen van de Army Film and Photographic Unit.

Portemonnee terug
Jaren geleden ontving het museum de portemonnee die oorspronkelijk had toebehoord aan soldaat Edward Emmanuel Hird, die diende bij het lst Batal- lion The Border Regiment. Hird sneuvelde op 23 september 1944, maar zijn stoffelijke overschot is nooit gevonden. Toen bleek dat zijn moeder nog leefde, kon de portemonnee door de bemiddeling van de Britse ambassade enkele jaren geleden aan haar worden geven. Toen zij onlangs overleed, besloot de familie dat dit persoonlijke souvenir weer terug moest naar het Airborne Museum. En aldus geschiedde.
(W. Boersma)

Gevechtsmes met inscriptie
Het Airborne Museum heeft onlangs door ruiling een bijzonder exemplaar van de Fairbairn-Sykes Commando dolk aan haar collectie kunnen toegevoe- gen. Deze dolk met koperen heft heeft oorspronkelijk toebehoord aan kapitein C.C. Chidgey, plaatsvervangend commandant van de lst Airborne Ordnance Field Company, Royal Army Ordnance Corps. Hij had in Engeland bij de REME zijn naam in de dolk laten graveren. Kapitein Chidgey raakte tijdens de Slag om Arnhem zwaar gewond, en werd krijgsgevangen gemaakt. Hij kan zich niet herinneren waar hij het mes is kwijt geraakt, in Engeland of tijdens de Slag om Arnhem.

‘Getuigen van de Slag’
Van 25 november 2000 tot 18 februari 2001 wordt in het Airborne Museum een kleine tentoonstelling gehouden onder de titel ‘Getuigen van de Slag’. Na het succes van de expositie ‘Graven in het verleden’ in 1999, wil het museum ook dit jaar de winter-tentoon- stelling inrichten in samenwerking met leden van de Vereniging Vrienden. Velen van hen bezitten voorwerpen, documenten en foto’s, vaak met een verhaal erachter, die bijna nooit iemand te zien krijgt. ‘Hartenstein’ wil deze mensen graag de gelegenheid geven met dit materiaal naar buiten te treden.
In 1999 was er veel belangstelling om aan de expositie mee te werken, en het bestuur van de Stichting Airborne Museum gaat ervan uit dat dit deze keer weer het geval is. Wie mee wil werken aan de aanstaande tentoonstelling, en materiaal beschikbaar wil stellen, kan contact opnemen met W. Boersma, telefoon (privé) 0318 639633, e-mail w.boersma@wxs.nl of overdag in het museum (026 3337710).
(W. Boersma)

Expositie 2001
Er zijn plannen om de traditionele tentoonstelling in het Airborne Museum volgend jaar te wijden aan ‘De Royal Engineers van lst Airborne Division’. Ons lid Patrick Pronk wees ons erop dat deze eenheid in 2001 haar 60-jarige bestaan viert. Patrick werkt momenteel aan een boek over de Airborne Engineers, dat vermoedelijk in september volgend jaar zal verschijnen, en hij heeft reeds zijn medewerking aan de expositie toegezegd. Leden die eveneens aan de samenstelling en opbouw hiervan willen meewerken, of materiaal, foto’s en/of documenten ter beschikking willen stellen, kunnen contact opnemen met ondergetekende. (W. Boersma)

Fout
Door een betreurenswaardig misverstand tussen de drukker en de uitgever, was de kwaliteit van de vorige editie van onze Nieuwsbrief niet helemaal van het niveau dat u van ons gewend bent. Met name waren de pagina’s niet in de volgorde gedrukt, gesneden en gevouwen zoals had mogen worden verwacht. De redactie biedt u daarvoor excuses aan.

Registratie van museum objecten
Museummedewerker Roland Boekhorst heeft samen met de vrijwilligers Theo Diepenbroek en Jaap Jansen alle voorwerpen in het depot van het Airborne Museum geregistreerd. In totaal bleken daar ca. 2700 objecten te worden bewaard. Momenteel zijn ze bezig met het registreren van alle voorwerpen die in het museum worden tentoongesteld. De verwachting is dat het project in de loop van dit jaar kan worden afgerond.

‘Red Berets and Red Crosses’ (II)
In september 1999 werd mijn boek ‘Red Berets and Red Crosses’ gepresenteerd, en iets meer dan zeven maanden later was de eerste druk uitverkocht. Ook voor de tweede editie is veel belangstelling, en deze is o.a. te koop in de winkel van het Airborne Museum. Een van de aardigste brieven die ik naar aanleiding van de publicatie ontving, was van de Arnhem-veteraan Roland MacFarlane, die mij een zeer interessant verhaal vertelde. Roland was als lid van het Royal Army Medical Corps toegevoegd aan het Hoofdkwartier van Ist Airborne Corps van generaal Browning. Hij vertrok op 17 september 1944 per glider van het vliegveld Harwell met als bestemming Groesbeek. Hij bereikte Nederland die dag echter niet, omdat het zweefvliegtuig een noodlanding moest maken bij het plaatsje Melksham in Wiltshire. In een plaatselijke krant werd gemeld dat, nadat de glider perfect was geland in een veld vlakbij een dorp, een aantal soldaten met volle bepakking uitstapte. Staande bij het toestel rookten ze een sigaret, terwijl een politiekordon nieuwsgierige toeschouwers op een afstand moest houden.
Roland was zo vriendelijk mij zijn album uit te lenen, dat hij kort na de oorlog samenstelde. Daarin schrijft hij dat de lading van de Horsa bestond uit een jeep, een aanhangwagen, twee motorfietsen, negen man met een complete uitrusting, plunjezakken, slaapzakken, en een grote hoeveelheid voedsel en medische voorraden.
Iemand heeft een foto van de Horsa gemaakt, die hierbij is afgedrukt. Het lijkt er op alsof het in de krant genoemde politiekordon slechts bestond uit de lokale politieagent, en dat slechts één burger was komen kijken, hetgeen overeenkomt met Rolands verhaal. Hij zei ook dat na het uitladen van de jeep, de slaapzakken boven op de aanhangwagen werden geladen en vastgebonden. Op de foto is de volgeladen aanhangwagen duidelijk te zien.
Roland vertrok op een dag later opnieuw naar Nederland, maar in plaats van bij Nijmegen landde hij in de buurt van Renkum. Daar aangekomen vroeg hij zich vervolgens af wat hij moest doen, en uiteindelijk kwam hij terecht in hotel de Tafelberg, waar hij zich de rest van de slag heeft nuttig gemaakt. Maar dat is een ander verhaal.
Graag zou ik in contact willen komen met mensen die meer informatie hebben over deze vroegtijdig neer-gekomen glider. Wie waren bijvoorbeeld de gliderpiloten, en wie waren de andere passagiers? Op de achterkant van de foto staat een stempel van ‘No. 1 Mobile Photographic Enlargement Section (Airborne)’. Weet iemand iets over deze eenheid?
Verder is nieuwe informatie binnengekomen over de in hotel Schoonoord genomen Duitse foto van Brits medisch personeel, dat, na de beëindiging van de strijd op 26 september 1944, is gefotografeerd, staande rond een piano. We komen hier in een van de volgende nieuwsbrieven op terug.
Ook aan een ander onderwerp uit de geschiedenis van het Royal Army Medical Corps in Arnhem wordt gewerkt, namelijk de moord op Brian Brownscombe. Ons lid Bob Gerritsen uit Duiven heeft het plan om hierover een boekje uit te geven. (Niall Cherry)

De Horsa glider die op 17 september 1944 een vroegtijdige landing maakte bij het dorp Melksham in Engeland, (foto via Niall Cherry)
Het stempel op de achterzijde van de foto van de Horsa. Wie weet iets over deze eenheid? (foto via Niall Cherry)

Pegasus Wandeltocht
In tegenstelling tot wat in de bijgevoegde folder van de Stichting Airborne Herdenkingen staat, wordt op 28 oktober a.s. (en niet een week eerder) in de omgeving van Bennekom en Renkum voor de 17e keer de Pegasus Wandeltocht gehouden. Deze volgt voor een groot deel de route die in de nacht van 22 op 23 oktober 1944 werd afgelegd tijdens operatie Pegasus I, waarbij een groot aantal geallieerde militairen met behulp van het Nederlandse Verzet over de Rijn wist te ontsnappen.
Voor informatie en inschrijving kunt u bellen naar het VVV: 0318 614444.

Battlefield tour
Op zaterdag 9 september a.s. organiseert het Airborne Museum weer een algemene battlefield tour over de voormalige slagvelden. Deelname is voor iedereen mogelijk. De kosten bedragen ƒ 55,- per persoon. Leden van de Vereniging Vrienden betalen ƒ 47,50. Liefhebbers kunnen zich opgeven door de storting van het verschuldigde bedrag op postgironummer 2494354 t.n.v. W. Boersma te Ede, onder vermelding van ‘Battlefield tour september’. (W. Boersma)

BBC-documentaire
Eind juni jl. vertoefde een televisieploeg van de BBC in Nederland om opnamen te maken voor een docu-mentaire over Operatie Market Garden. De presentator van deze film is Professor Richard Holmes. Deze is o.a. bekend van de documentaire-series ‘War Walks’ en ‘The Western Front’, die de afgelopen jaren zijn vertoond op de Britse televisie. De nieuwe reeks, waaraan nu wordt gewerkt, zal volgend jaar worden uitgezonden.

Professor Richard Holmes voor de camera in het weiland bij de Oude Kerk te Oosterbeek, tijdens de opnamen voor de BBC-docnmentaire over Operatie Market Garden. (foto: Roberl Voskuil)

Onbekende soldaat begraven
Op dinsdag 11 juli jl. werd op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek tijdens een eenvoudige ceremonie een onbekende Britse militair begraven. Zijn stoffelijke overschot was eind 1995 gevonden bij graafwerkzaamheden in de omgeving van de Westerbouwing in Oosterbeek. De Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht heeft in samenwerking met de Commonwealth War Graves Commission alles in het werk gesteld om de stoffelijke resten te identificeren, maar helaas ontbraken alle aanknopingspunten om dit mogelijk te maken. Daarom is besloten hem als een onbekende soldaat zijn laatste rustplaats te geven.

‘A Heil of an Education’
De heer Doug F. Willies uit Engeland heeft onlangs een boek geschreven over de militaire loopbaan van soldaat Jack Hewett, getiteld ‘A Heil of an Education. The story of a British paratroeper signaller 1942-1947′.De auteur beschrijft de opleiding van Hewitt, de acties in Noord Afrika, Italië en Arnhem, en de inzet in Denemarken, Maleisië, Java, en Palestina, tot aan zijn demobilisatie in 1947. In de twee hoofdstukken over de Slag om Arnhem vertelt hij over zijn ervaringen tijdens de gevechten rond Hartenstein, en de ontsnapping over de Rijn. Tevens bevat het boek een overzicht met technische gegevens over de gebruikte radio’s bij Arnhem.
Deze uitgave is te bestellen bij het Airborne Museum (contactpersoon: W. Boersma). Omdat het boek vanuit Engeland geïmporteerd moet worden, dient rekening te worden gehouden met een ruime levertijd. ‘A Heil of an Education’ telt 140 pagina’s, en is voorzien van illustraties. Het werd gedrukt bij Interprint, Norwich (May 2000), en is uitgevoerd met een eenvoudige ringband. De prijs bedraagt ƒ 27,50 + porto. Een Engelse pond van elk verkocht exemplaar is bestemd voor het Airborne Forces Security Fund. (W. Boersma)

‘Arnhem Spookstad’ op Internet
In 1995 schreef de journalist van de Arnhemse Courant André Horlings het boek ‘Arnhem Spookstad, Herinneringen en foto’s van evacués, gastgezinnen en achterblijvers na de Slag om Arnhem, 1944-’45’. Uit de opbrengst werd een ‘monument van de evacuatie’ bekostigd, een plaquette aan het begin van de Apeldoornseweg in Arnhem. De publicatie is al enkele jaren uitverkocht, maar de auteur heeft hem in zijn geheel op Internet gezet. Het adres is: http:/ / www.geocities.com/capitolhill/ 1557/arnhemO.html.

Tweedehands boeken gezocht
Bij de balie van het Airborne Museum wordt regelmatig door bezoekers gevraagd naar boeken over deSlag om Arnhem. Zoals bekend zijn hierover nog maar weinig Nederlandstalige publicaties in de handel. Men is dus aangewezen op tweedehands titels. Voor leden van de Vereniging Vrienden bestaat de boekendienst, die altijd zeer goed voorzien is. Om ook niet-leden op dit gebied te kunnen helpen, is men in het museum bezig met het aanleggen van een voorraad van de meest gangbare boeken over de Slag. Als er leden zijn die voor dit doel exemplaren over hebben, of deze op rommelmarkten goedkoop op de kop weten te tikken, dan houdt het museum zich aan- bevolen ze over te nemen. Het is echter beslist niet de bedoeling om naast de voortreffelijke boekendienst van Okko Luursema, een tweede, soortgelijke service in het leven te roepen.Voor verdere inlichtingen hierover kan contact worden opgenomen met de heer A. Groeneweg. (W. Boersma)

Download

Vrienden van het AIRBORNE museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 334 13 40
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 78, mei 2000
Redactie: Drs. R.P.G.A. Voskuil, C. van Roekel, G.H. Maassen jr. (026)334 01 42

De heer M. Kremer van de Nederlandse Luchtmobiele Brigade en Mr. /. Elliot, de jongste Britse Air Despatcher, drukken gezamelijk de knop op de lessenaar in, waarmee de tentoonstelling ‘Green On’ is geopend. (Foto: Berry de Reus)

Expositie ‘Green On’ geopend
Op woensdag 19 april jl. vond in liet Airborne Museum ‘Hartenstein’ de opening plaats van de tentoonstelling “‘Green On’, Air Despatchers, de vergeten helden van Arnhem”. De openingshandeling werd verricht door J. Elliot, hel jongste lid van het 47e Air Despatch Squadron uit Engeland, samen met het jongste lid van de Nederlandse Luchtmobiele Brigade, M. Kremer.
Hoewel al tijdens de Eerste Wereldoorlog op eenvoudige wijze eenheden op de grond vanuit de lucht werden bevoorraad, werd dit systeem pas tijdens de Tweede Wereldoorlog op grote schaal toegepast. Zo werden al vanaf het begin van de oorlog wapens en
explosieven gedropt voor de verzetsgroepen in bezet gebied. Daarbij bleek dat het verpakken van materiaal, en het afwerpen uit vliegtuigen, werk was voor specialisten. Hiervoor werden militairen van het Royal Army Service Corps tot zgn. Air Despatchers opgeleid.
Tijdens de Slag om Arnhem, tussen 18 en 25 september ‘1944, werden 610 bevoorradingsvluchten uitgevoerd met Slidings en Dakota’s. Hierbij waren 426 Air Despatchers betrokken. Een aantal van hen maakte meerdere vluchten. Er gingen 84 toestellen verloren, waarbij voor zover bekend 78 Air Despatchers om het leven kwamen. In totaal werd 1500 ton materiaal afge-worpen, maar daarvan viel slechts 7,4 % in Britse han-den. Door slechte verbindingen met Engeland kon niet tijdig worden doorgegeven dat de afwerpterreinen in Duitse handen waren. Na de oorlog is er veel aandacht geweest voor de vlie-gers die hun leven waagden, maar de mannen die de voorraden moesten afwerpen, werden vergeten. Pas in 1994 werd in Oosterbeek een monument opgericht voor de Air Despatchers die bij Arnhem hun leven verloren. De geschiedenis van de Britse Air Despatchers, inclusief hun rol tijdens de humanitaire operaties uit het recente verleden, wordt in deze tentoonstelling door middel van een diorama, voorwerpen, foto’s en documenten tot leven gebracht De expositie ‘Green On’ duurt tot en met 5 november.

Bestuurswisseling:’ Een tijd van komen en een tijd van gaan’
Op de afgelopen Algemene Ledenvergadering, die plaatsvond op 15 april jl., hebben wij afscheid moeten nemen van drie mensen die gedurende lange tijd enorm veel voor de vereniging hebben betekend: mevrouw Mieke de Langen, de heer Wim de Ruijter en Mr. Ted Shaw.
Mieke de Langen was vanaf 1982 met geestdrift en nauwgezetheid onze secretaresse, en behalve deze taak beheerde ze ook onze voorraden. Ze wist die bovendien bij talloze gelegenheden, zoals open dagen van leger en luchtmacht, en wandeltochten, aan de

Tijdens de ledenvergadering op 15 april jl. werden onze exbestuursleden Mieke de Langen, Rinke Fennema en Wim de Ruijter tot Lid van Verdienste benoemd. Voorzitter Chris van Roekel overhandigde hen als blijk van waardering voor hun inzet een exemplaar van het Pegasusbeeldje. (Foto: mw. H. Koster)

man of vrouw te brengen. Zij heeft op onnavolgbare wijze kans gezien aanzienlijke bedragen voor onze vereniging te verdienen. Zonder dit zou het niet mogelijk zijn geweest onze contributie, die grotendeels opgaat aan de afdracht aan hel museum en aan de Nieuwsbrief, op het huidige niveau te houden. Op talloze vergaderingen heeft zij op enthousiaste wijze haar zegje gedaan, en mede door haar zakelijke inzicht en gezonde verstand heeft zij menig besluit helpen nemen. Veel autoritten vanuit Hoevelaken zijn hier de afgelopen jaren voor nodig geweest.
Wim de Ruijter is van onschatbare waarde geweest voor ons museum en de vereniging. Honderden foto- afdrukken van hoge kwaliteit sieren de wanden van Hartenstein, en zijn gepubliceerd in onze Nieuwsbrieven en Ministories. Duizenden scholenprojecten en Nieuwsbrieven heeft hij mee helpen samenstellen en verzendklaar maken. Nooit was hem iets te veel. Vanaf 1984 heeft hij deel uitgemaakt van ons bestuur, en nog steeds komt hij iedere dinsdag vanuit Duiven naar hel museum teneinde allerlei karweitjes op te knappen.
Beide bestuursleden zijn van grote waarde geweest voor de vereniging en voor hel museum, en het is met vreugde dat zij beiden tijdens onze 20e Jaarvergadering met algemene stemmen tol Lid van Verdienste werden benoemd.
Gelukkig hebben zij, ondanks het feit dat zij het kalmer aan gaan doen, ingestemd met ons voorstel dat Mieke bij vergaderingen en themadagen het winkeltje blijft doen, en dat Wim nog fotowerk blijft verzorgen. De derde persoon van wie wij afscheid nemen, is Mr. Ted Shaw, MC. Als luitenant, troop-commander bij de ls’ Anti-Tank Battery, verdiende hij bij Arnhem het Military Cross. Na de oorlog bleef hij nauw betrokken bij de herdenkingen in Oosterbeek. Negen jaar lang heeft hij op bescheiden maar secure wijze onze vereniging bij de Britse leden vertegenwoordigd, maar nu, op 82-jarige leeftijd, draagt hij zijn functie over aan Niall Cherry, een van onze jongere leden in het Verenigd Koninkrijk. Niall is de auteur van hel onlangs verschenen boek ‘Red Berets and Red Crosses’, over de medische dienst van de le Britse Airborne Divisie.
Tijdens onze Jaarvergadering hebben we tot ons genoegen ook twee nieuwe bestuursleden mogen begroeten. Gerard Gijsberts en Ben Kolster zullen respectievelijk de functies van secretaris en bestuurslid (o.a. belast met public relations) vervullen. Wij hebben alle vertrouwen in hun capaciteiten, en wensen hen een prettige tijd in het bestuur.
In 1999, tijdens de Jaarvergadering, werd besloten het predikaat ‘Lid van Verdienste’ in te stellen voor degenen die uitzonderlijk veel voor de vereniging betekenden. Onze scheidende voorzitter, de heer Jan Smits, was de eerste die deze eervolle benoeming ontving. Echter, op voorstel van het bestuur is tijdens de afgelopen Jaarvergadering ook de heer Rinke Fennema, die vele jaren onze penningmeester was, alsnog benoemd tot Lid van Verdienste. (C. van Roekel)

Op 15 april 2000 werden tijdens de Ledenvergadering tot nieuwe bestuursleden benoemd: Ben Kolster en Gerard Gijsberts.
(Foto’s: mw. H. Kolster en (via) G. Gijsberts)

Nieuwe Britse vertegenwoordiger
De nieuwe vertegenwoordiger van de Vrienden in het Verenigd Koninkrijk is Mr. Niall M.G. Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR4 1BD, UK. Telefoon thuis: 01772632764, en op zijn werk: 0177284593. E-mail adres: Niall.Cherry@bae.co.uk. Onze Britse leden wordt verzocht alle correspondentie, bestellingen van artikelen, en betalingen aan hem te richten.


Onze nieuwe vertegenwoordiger in hel Verenigd Koninkrijk is Niall Cherry, onder meer bekend van zijn vorig janr verschenen boek Red Bereis and Red Crosses, over de medische dienst van Ist British Airborne Division. (Foto: R. Voskuil, september 1999)

‘Silent Invader’
Een opmerkelijk boek met de titel ‘Silent Invader’ kwam ik onlangs tegen bij een bezoek aan het Museum of Army Flying in Middle Wallop. Het werd geschreven door kapitein J.A. Morrison, die tijdens de Slag om Arnhem commandant was van No. 5 Flight, The Glider Pilot Regiment. Hij kwam als vrijwilliger bij dit regiment nadat hij eerst had gediend bij de Honourable Artillery Company en bij The Royal Fusiliers Regiment. Op een vlotte manier beschrijft hij in nog geen dertig pagina’s zijn voorgeschiedenis en de training op Horsa zweefvliegtuigen. Op 6 juni 1944 landt hij met een eenheid van de Ox & Bucks (The Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry) in Normandië. Omdat zweefvliegtuigpiloten niet geacht worden lang aan de gevechten deel te nemen, is Morrison op 11 juni al weer terug in Engeland. Vervolgens landt hij op 18 september met een eenheid van een Anti-Tank Battery op landingszone ‘Z’ bij Wolfheze.
De volgende dag verliest hij met nog enkele andere piloten het contact met de rest van de divisie. Nadat hij enkele dagen door burgers verborgen is gehouden, raakt hij toch in Duitse krijgsgevangenschap. Via Stalag 12A en verhoren door de Gestapo, komt hij uiteindelijk terecht in Stalag Luft 1. Meer dan de helft van het boek gaat over het leven in dit kamp, vol officieren van verschillende naties. Bij het naderen van de Russische legers bevrijden de gevangenen zichzelf, en bezetten ze zelfs het nabijgelegen vliegveld, om vervolgens nog enkele andere kampen te bevrijden. Al met al een bijzonder boek dat eens een andere kant laat zien van de Slag om Arnhem, en vooral wat daarna gebeurd is. Zoals bij de expositie ‘Bevrijders achter Prikkeldraad’ in ‘1998 werd gezegd: 6500 krijgsgevangenen betekent 6500 verschillende verhalen. Dit verhaal is zeker de moeite waard om te lezen.
‘Silent Invader, A glider pilot’s story of the invasion of Europe in World War II’ door Alexander Morrison, is uitgegeven bij Airlift Publishing Lid, 101 Longden Road, Shrewsbury SY3 9EB England, ISBN 1 84037 058 0. Het boek is geïllustreerd met foto’s, en telt 160 pagina’s. De prijs in Engelse Ponden is 19,95. (W. Boersma)

Nabestelling nieuwsbrieven
Veel leden verzoeken ons om de toezending van oudere exemplaren van de Nieuwsbrief en Ministory. Tol nog toe hanteerden wij een vaste prijs van ƒ 50,- per complete set. Inmiddels zijn we bij nummer 78 respectievelijk 66, en dat betekent dat het, mede door de stijgende kosten voor het drukken, tijd wordt om de prijs te herzien. Van nu af aan zal ƒ 1,50 per Nieuwsbrief met Ministory worden berekend. U kunt op de girokaart de gewenste nummers aangeven, en zelf het verschuldigde bedrag berekenen en invullen. Voor de portokosten dient u ƒ 5,- extra te betalen. Indien geen Nederlands exemplaar van een bepaald nummer meer aanwezig is, nemen wij de vrijheid u een Engelse editie toe te zenden. (C. van Roekel)

Abonnement op ‘The Eagle’
Al vele jaren geeft de Glider Pilot Regimental Association een tijdschrift uit, getiteld ‘The Eagle’. Tot nog toe werd deze periodiek alleen toegestuurd aan oud-zweefvliegtuigpiloten, en aan mensen die een speciale band hebben met dit regiment.
Sinds 1 januari van dit jaar is het abonnement op ‘The Eagle’ echter opengesteld voor iedereen die belang-stelling heeft voor dit onderwerp. Wie in Nederland een abonnement wil, betaalt 18 Engelse Ponden. Hiervoor krijgt u drie maal per jaar een prachtig tijdschrift met artikelen over het gebruik van gliders tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog. Veel aandacht wordt in ieder nummer besteed aan de landingen in Normandië, bij Arnhem en bij Hamminkeln. Ook de geschiedenis van de training van de piloten komt uitgebreid aan bod.
Het tijdschrift, dat gedrukt wordt op glanspapier, is zeer goed verzorgd en fraai geïllustreerd met foto’s, kaarten en tekeningen.
Indien u belangstelling hebt voor een abonnement op ‘The Eagle’, stuurt u dan een cheque ter waarde van 18 Pond (s.v.p. in Britse valuta!) naar Mr. David Brook, Birds Hill, Gt. Bealings, Woodbridge, Suffolk IP13 6.NR, England. Telefoon 01394 382285.

In memoriam korporaal Tom Italiaander
Op 28 maart 2000 overleed Tom Italiaander in zijn woonplaats Bilthoven. Tom wordt geboren in Rotterdam op 29 april 1914. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werkt hij voor de BPM in Zuid- Amerika. Na het beëindigen van zijn contract meldt hij zich op 29 oktober 1941 in Canada als vrijwilliger bij het Nederlandse leger. Via de Prinses Irene Brigade komt hij vervolgens bij No. 2 (Dulch) Troop No. 10 (Inter Allied) Commando. Na de training in achtereenvolgens Schotland, Port Madog in Wales, en bij Eastborne in Zuid-Engeland, vertrekt hij met No. 2 Troop naar India. In augustus 1944 is hij weer terug in Engeland. Met twaalf andere Nederlandse commando’s wordt hij ingedeeld bij de le Britse Airborne Divisie.
Op 17 september landt hij met het le Airborne Reconnaissance Squadron bij Wolfheze. Een dag later fotografeert Sergeant Dennis Smith op de Duitsekampweg de ontmoeting van de commando’s Italiaander en Van der Meer met twee inwoonsters van Wolfheze. Deze foto is vele malen gebruikt in publikalies over de Slag om Arnhem. (Noot redactie: recentelijk nog, met een uitleg, in Blik Omhoog II van Cor Janse, blz. 798). Tijdens de slag doet Italiaander vooral dienst als koerier tussen de verschillende Britse eenheden. Dagelijks moet hij onder meer radiofrequenties doorgeven. Bij de evacuatie van hel restant van de divisie weet ook Italiaander over de Rijn te komen. In november 1944 neemt hij deel aan de landingen op Walcheren. In 1945 verlaat hij als sergeant de militaire dienst. Voor zijn inzet tijdens de beide aklïes in Nederland wordt hij onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Tom Italiaander bezocht verschillende malen hel Airborne Museum. Vorig jaar was hij met zijn echtgenote de gast van het museum bij de boottocht van onze vereniging. De besturen van de Stichting Airborne Museum en van de Vereniging Vrienden wensen zijn echtgenote, kinderen en kleindochter veel sterkte toe na het overlijden van hun echtgenoot, vader en grootvader. (W. Boersma)

Werkgroep ‘ Westgruppe’
Omdat in verhouding tot de geallieerde kant nog zeer weinig bekend is over de geschiedenis van de Duitse legeronderdelen die onder Generaal Von Tettau aan de Slag om Arnhem deelnamen, hebben Geert Maassen, Hans Timmerman en Peter Vrolijk besloten om gezamenlijk onderzoek te doen naar de zgn. ‘Divisie Von Tettau’, ook wel ‘Westgruppe’ genoemd. Het doel is om de uitkomsten van het onderzoek t.z.t te publiceren in boekvorm. De Divisie Von Tettau omvatte alle Duitse eenheden die de Britse en de Poolse posities vanuit het westen aanvielen, terwijl de restanten van de 9e SS Pantserdivisie, samen met een groot aantal onder haar bevel gestelde eenheden, hetzelfde deden vanuit het oosten en het noorden. Een ieder die informatie kan en wil aandragen over dit onderwerp, zoals verhalen, documenten, oogge- tuigeverslagen, kranteberichten, tijdschriftartikelen, foto’s of boeken, wordt vriendelijk verzocht om tijdens kantooruren contact op te nemen met Geert Maassen, telefoon 026 3348303. Schrijven mag ook: Gemeentearchief Renkum, t.a.v. de heer G.H. Maassen, Postbus 9100, 6860 HA Oosterbeek. (Peter Vrolijk)

Commentaar op ‘ Uit het archief (2)’
In de vorige Nieuwsbrief schreef de archivaris van het Airborne Museum, drs. A. Groeneweg, een stukje over onder andere Corporal Arthur Maybury (89th Parachute Security Section, Intelligence Corps), die op 17 september 1944 sneuvelde. Het verdient wellicht aanbeveling dat daarbij enige kanttekeningen worden geplaatst. Groeneweg meldt onder meer dat volgens de Roll of Honour het veldgraf van Maybury in 1945 werd gevonden “‘in the garden of a bungalow on Utrechtseweg, Oosterbeek.’ Waarschijnlijk wordt bedoeld de tuin van de familie Berghege, waar nu de ABN-AMRO bank staat”. En verder memoreert hij een interview met mejuffrouw Wilhelmina Schouten, in 1944 onderdirectrice van de Huishoudschool aan de Rijnkade te Arnhem. Zij verklaarde dat Maybury in de achtertuin van de school werd begraven. Archivaris Groeneweg vraagt zich vervolgens af: ‘Waarom zouden burgers van Arnhem of Oosterbeek het stoffelijk overschot van een Britse militair, aanvankelijk in een tuin aan de Rijnkade begraven, overbrengen naar een tuin in Oosterbeek, en daar herbegraven?’ De heer Groeneweg zit op het verkeerde spoor. In de eerste plaats staat in de nieuwste editie van de Roll of Honour over Maybury het volgende: “The original FB was in the garden of the Huishoudschool, Rijnkade Arnhem, map 40-23-6. His body was removed later by the Germans and taken to an undisclosed location. The CWGC registers read ‘in garden of bungalow along Utrechtseweg'”. CWGC staat overigens voor Commonwealth War Graves Commission (de Britse Oorlogsgravenstichting).
Die gegevens zijn afkomstig uit de volgende bronnen. In de Arnhemse Koerier van 8 mei 1996 staat over Maybury: ‘De Duitse SS-ers eisen het lichaam van de gesneuvelde Engelsman op, dat in de tuin bij het schooltje ligt begraven’. En ook de Arnhemse Courant meldt (19 september 1998): ‘De Duitsers kwamen later het lichaam opeisen’. Mejuffrouw Schouten vertelt zelf (in het tijdschrift ‘De Tweede Wereldoorlog – Met eigen ogen’, 1996) dat op maandag 18 september hard op de achterdeur van de school werd gebeukt, en dat daar een Duitser stond die vervolgens vroeg of er een dode Engelsman was. Wilhelmina ontkende, maar haar verhaal maakt duidelijk dat de vijand blijkbaar op de hoogte was van het sneuvelen van Maybury. Via de CWGC kwam een kopie van het desbetreffende Graves Registration Report Form en het Graves Concentration Report Form ter beschikking. Daaruit blijkt dat Maybury op 10 september 1945 uitzijn veldgraf werd opgegraven, en een plek kreeg op het oor- logskerkhof in Oosterbeek. Als locatie van het veldgraf staat vermeld: ‘In garden of bungalow’, met als bijbehorende kaartcoördinaten 693783. Op de genoemde formulieren staan met dezelfde veldgrafloca- tie en kaartcoördinaten ook Gunner W.N. Howard, Lieu tenant C.E.P. Sankey, Private A.H.A. Boland en Private W.H. Reeve genoteerd.
We hebben dan een probleem. Want de kaartcoördinaten verwijzen naar een huis langs de Utrechtseweg in Oosterbeek, ter hoogte van landgoed Hartens tein. En van Private Reeve weten we dat hij bij de brug in Arnhem vocht (zie ook de foto in de Roll op blz. 65). Van Sankey’s veldgraf is eveneens een foto bekend (in de Roll op blz. 17), en die locatie is te vinden in de voortuin van het door Groeneweg genoemde huis van Berghege. Kunt u het nog volgen?
In ieder geval, op grond van het bovenstaande kwam ik, als medewerker aan de nieuwe Roll, tot de conclusie dal Maybury oorspronkelijk in de achtertuin van de Huishoudschool ter aarde werd besteld, en dat de Duitsers hem daar hebben opgegraven en naar elders vervoerd. Onbekend is waarheen, omdat mijns inziens de formulieren van de CWGC in dit geval fouten bevatten en niet betrouwbaar zijn.
Overigens, in Groenewegs artikel staat dat Maybury behoorde tot de 89,h Field Security Section. De Roll of Honour rept van de 89lh Parachute Security Section (blz. 53) en de 89 Parachute Field Security Section (blz. 3). De Who was Who tenslotte vermeldt (ook) de 89 th Parachute Field Security Section.
* Welke naam is de juiste? (Geert Maassen)

Rectificatie
De heer Groeneweg deelde ons mede dat in tegenstelling tot wat in zijn artikel ‘Uit het Archief (2)’ over Corporal Maybury stond, Sir John Killick gelukkig niet is overleden. Uit Engeland kwam het bericht dat hij nog in leven is, zij het in een slechte gezondheid.

Een Duitse foto
Enkele jaren geleden begon een van onze leden een speurtocht naar gegevens over de Duitse oorlogsfoto- graaf Oberscharführer Peter Josef Adendorf. Het zoekwerk leidde onder andere naar het Friheds- museet in Kopenhagen. Een van de foto’s die het Deense museum naar Nederland stuurde, wordt hierbij afgedrukt. Het originele bijschrift luidt:
Der deutsche Widerstand im Westen verstarkt. Die entschlossene Gegenwehr der deutschen im Westen eingesetzten Truppen, hal die von den Anglo- Amerikanern unternommene Offensive, die zur schnellen Eroberung Deutschlands führen sollte, zum Stehen gebracht. Selbst nach eigenen Aussagen des Feindes sind seine Verluste über Erwarten hoch. Die Enttausschung von Arnheim. Grenadiere des Heeres marschieren als Verstarkung nach vorn, wah- rend gefangene B riten die Strassen von den Trümmern voraufgegangener Kampfe saubern.
SS-PK-Adendorf – 3482 Orbis 1 E.M. Aannemende dat de foto inderdaad in de regio Arnhem/Oosterbeek is gemaakt, zouden we graag willen weten waar dat dan wel precies is geweest. Wie herkent iets of iemand? En wat betekent 3482 Orbis 1 E.M.?
Uw reacties worden met belangstelling tegemoet gezien door de redactie, via Geert Maassen (p/a Gemeentearchief Renkum, Postbus 9100, 6860 HA Oosterbeek, tel. 026 3348303).

In memoriam drs. P.R.A. van Iddekinge
Ons bereikte het bericht dat op 29 april jl. geheel onverwachts op 66-jarige leeftijd is overleden drs. P.R.A. van Iddekinge. Piet van Iddekinge was sinds 1959 werkzaam bij het Gemeentearchief in Arnhem. Dertig jaar later werd hij gemeentearchivaris, en hij bleef dat tot aan zijn pensionering in mei 1999. Piet was een groot kenner van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, en van de Slag om Arnhem in het bijzonder. Hij schreef verschillende publikaties over dit onderwerp, waaronder de bekende boeken ‘Arnhem, September 1944’ (1969) en ‘Arnhem 44/45, evacuatie, verwoesting, plundering, bevrijding, terugkeer’ (1981). Vorig jaar verscheen ter gelegenheid van zijn afscheid hel boekje ‘Arnhem Sextet, opstellen voor drs. P.R.A. van Iddekinge’. Achterin staan niet minder dan 52 titels van publikaties die hij schreef.
De archivaris was zeer geïnteresseerd in het Airborne Museum en in de Vereniging Vrienden. Meerdere malen hebben wij een beroep op hem gedaan, en nooit tevergeefs. De laatste keer was dat in augustus vorig jaar. Toen schreef hij het hoofdstuk ‘Duitse oorlogsfotografen in september 1944’ in Ministory No. 63 ‘PK-Berichter im Raum Arnheim’ (bijlage van Nieuwsbrief No. 75). Het is moeilijk te geloven dat Piet van Iddekinge er niet meer is. We zullen hem missen, en wij wensen zijn familie de kracht toe om dit verlies te verwerken. (Robert Voskuil)

Kriegsberichter Adendorf hanteerde in september 1944 in de regio Arnhem zijn camera. Op de voorgrond Duitse soldaten op weg naar hetfront achter hen en links Britse krijgsgevangenen, dte materieel (waaronder een bevoorradingscontainer) aan het opruimen/verzamelen zijn(?). Wie weet waar exact deze foto is gemaakt? (Polo: Frihedsmuseet, Kopenhagen)

De Tafelberg (slot?)
Al sinds begin 1998 hebben wij ons beziggehouden met de ontwikkelingen die zouden kunnen leiden tot de totale sloop van Huize ‘de Tafelberg’, en de bebouwing van het terrein met riante appartementen. Het bestuur heeft gemeend zich sterk te moeten maken voor het behoud van een historisch deel van het oorspronkelijke gebouw, met name waar het nog steeds herinnert aan de Slag om Arnhem, toen het als noodhospitaal in gebruik was. Net als de Stichting Airborne Museum, de Stichting voor Heemkunde en de Vereniging Vijf Dorpen in ’t Groen hebben wij het gemeentebestuur in januari van het genoemde jaar schriftelijk verzocht over te gaan tot plaatsing op de gemeentelijke Monumentenlijst. Naar aanleiding van de desbetreffende verzoeken adviseerde de gemeentelijke Monumentencommissie drie maanden later aan het college van B&W om het voorfront en de hall tot monument te verklaren.
Na een zeer lange tijd, waarin over en weer veel werd gesproken en geschreven over dit, ook vanwege de film ‘Theirs is the Glory'(1946), internationaal befaamde pand, besloot het gemeentebestuur op 16 februari jl. het advies over te nemen. Sinds die dag is het voorste deel van het gebouw (de gevel, de hall, de trap en de lambrisering) beschermd. Dit is dan inclusief de raampartijen in de voorgevel, die weer in de staat van 1944 zullen worden teruggebracht.
De terrazzo vloer, waaraan vanwege de zich daarin bevindende bloedvlekken een hoge emotionele waarde toegekend moet worden, is enige tijd aanleiding geweest tot een meningsverschil tussen de projectontwikkelaar en de Vrienden. Ook hiervoor was van gemeentelijke zijde begrip, maar de bouwkundige staat bleek, na consultatie van landelijke deskundigen, niet naar genoegen van de huidige eigenaar te herstellen van scheuren en andere beschadigingen. Ten aanzien van het behoud van deze historische waarde werd een middenweg gekozen. Een aanzienlijk deel van de vloer, 2 x 1,5 m., met de typische kenmerken waarom het gaat, zal in het muurdeel naast de trap worden opgenomen.
Door de feiten genoodzaakt, hebben wij hiermee genoegen moeten nemen. Tegelijkertijd hebben wij aangeboden met voorstellen te komen ter verduidelijking van de historische betekenis van De Tafelberg, als de ruimte wordt ingericht.
Al met al vinden wij, terugziende op de vele tijd en moeite die het gekost heeft, dat door ons een aanvaardbaar resultaat is bereikt. (C. van Roekel)

Keevil website
Het dorp Keevil in Wiltshire, Engeland, heeft sinds kort haar eigen website. Vanaf de basis Keevil vertrokken in september 1944 grote aantallen gliders voor Operatie Market, en ook werden vanaf dit vliegveld veel bevoorradingsmissies naar Arnhem gevlogen. Bij operatie Overlord in juni 1944 speelde de basis eveneens een belangrijke rol.
Hoewel de website hoofdzakelijk gaat over het fraaie dorp, bevat deze ook een gedetailleerd hoofdstuk over het vliegveld, vanaf de bouw tot nu toe. Het adres van de website is: http: / www.rward.clara.net/ index.htm. (Peter Clark)

‘Witte Raven’ gezocht
In onze exploitatierekening over het jaar 1999 trof u de post ‘diverse inkomsten’ aan. Zoals u heeft kunnen zien, betreft deze een niet onaanzienlijk deel van onze verenigingsinkomsten. Eigenlijk is dat het bedrag bij de gratie waarvan wij een gezonde bedrijfsvoering kunnen realiseren. Een groot deel hiervan wordt verdiend in de verkoopstands die wij bij verschillende manifestaties bemannen. Enkele voorbeelden zijn: de Airborne- en de Pegasus Wandeltocht, de Dag van het Verzet, en de diverse Open dagen bij de krijgsmacht- onderdelen. Wij verkopen dan in het ‘winkeltje’ onze artikelen en die van het museum, en geven voorlichting over de beide instellingen.
Tot nu toe runde Mieke de Langen, tot voor kort onze secretaresse, samen met een vriendin en hulp van vrienden en het museum, met veel elan deze activitei-ten. Haar gezondheidstoestand staat het helaas echter niet meer toe dat zij dit blijft doen.
Wij zoeken daarom vrijwilligers die ons winkeltje willen en kunnen bemensen. Het gaat hoofdzakelijk om verkoopactiviteiten en het nauwkeurig bijhouden van de financiën. Het is dus verantwoordelijk en, eerlijk gezegd, enigszins vermoeiend werk, en vereist mannen en vrouwen op wie we aankunnen. Maar, het is ook leuk, en geeft veel voldoening.
Dit jaar willen we present zijn op de Dag van het Verzet (in de Oranjekazerne te Schaarsbergen, op 31 augustus), de Airborne Wandeltocht (2 september in Oosterbeek), de Open Dag van de Koninklijke Luchtmacht (te Volkel, ook op 2 september), en de Pegasus Wandeltocht in Lanteren (op 28 oktober).
Vriendelijk maar dringend verzoeken wij u eens te overwegen zich beschikbaar te stellen voor deelname aan deze activiteiten, waarbij enthousiasme meer telt dan ervaring. Mocht u ervoor voelen onze en uw ver-eniging bij een of meer van de genoemde gelegenheden te helpen, aarzel dan niet, en neem contact op met C. van Roekel (026 3333261 of via het e-mail adres chris.van.roekel@12move.nl).
U zult zien dat uw medewerking aan dit project u veel voldoening zal schenken! (C. van Roekel)

Op 15 oktober, op de 16e verjaardag van mijn zusje, dronken we s avonds een feestelijk kopje surrogaat- thee bij kaarslicht. Mijn Vader zat voor zijn bureau. Plotseling een enorme klap. Een granaat uit de Betuwe sloeg in. De scherven vlogen om mijn Vaders hoofd, in zijn bureau, op de grond, maar hij was ongedeerd. Wat waren we geschrokken. Vanaf dat moment gingen we aan de noordkant van het huis wonen.

Het gezin Heijbroek, 25 juni 1943 (de 26′ trouwdag van de ouders), in de tuin van ‘Valkenburg’, Van links naar rechts: Vader, Daan, Netje, Hans, Moeder en Noor.
(Collectie mw. J.T. Carp-Heijbroek)

Ons kruispunt bleek zeer strategisch gelegen. Er was veel Duits legerverkeer, en er werd geregeld uit de Betuwe op geschoten. Ook op de Westerbouwing en de Duno, waar veel Duitsers gelegen waren, werd, vooral ’s nachts, veel geschoten. We zagen dan de lichtkogels in het zuiden. Het plan was dat de Jannen op 20 oktober zouden proberen bij Driel de Rijn over te zwemmen. Mijn broer zou hen naar de uiterwaarden brengen. Hij ging eerst op verkenning uit. Hij trok door de Hemelse Berg, waar hij in de catacomben de familie terugvond. De heer Beelaerts gewond, en verzorgd door zijn zoon en dochter. Zij konden veel vertellen over de toestand van de bossen. Mijn broer ging terug via de Oorsprong, waar door de verwoesting in de bossen, de beek nauwelijks te vinden was.
Op 20 oktober kregen de Jannen hun laatste diner met drie sigaretten. Ze kregen scheermesjes om zich te scheren Ze schreven een brief voor ons, en tekenden hun namen op twee bankbiljetten. Om 00.30 uur vertrokken ze. Het was een donkere regenachtige nacht.

Hier zal ik mijn broer uit zijn herinneringen aan het woord laten.
Daans verslag.
“De volgende morgen lig ik met Langejan op het dak om het terrein te verkennen en de route uit te stippelen. Hij gaat ermee akkoord om rechtstreeks naar het zuiden, door het beekdal van de Oorsprong, de beek te volgen, en bij de Benedendorpsweg op eigen krachten door de beek naar de Rijn te trekken.
Ze maken zwembroekjes van parachutezijde; hun unifor-men nemen ze mee in gascapes.
We zullen op zo’n 10 meter van elkaar lopen; Langejan, die een goede zwemmer is, heeft de leiding. Ze besluiten zich in de Rijn aan elkaar te binden. Ik bezweer hen niet tegen de stroom in te zwemmen, maar rustig naar de overkant te komen.
Die nacht was het heel slecht en guur weer. We wachten tot half één ’s nachts, en dan vertrekken we.
We zijn nog niet buiten de achterdeur of hel gaat al mis. Als ik 10 meter het erf op ben, hoor ik lawaai en onderdrukt gevloek. Ik draai me om en zie een lichtgevend kompas. Ik hoor gesis aan de andere kant en zie een lichtgevend horloge, beide hadden beplakt moeten zijn. De Jannen zijn tegen een kar gebotst, en totaal hun oriëntatie kwijt. Het idee van 10 meter tussenafstand blijkt onmogelijk. Ik pak de hand van Langejan, en zo sluipen we mei zijn vieren door de tuin. We spreken fluisterend af bij onraad in elkaars hand te knijpen. Als we door de tuin zijn, klimmen we over ons kapotte hek, en gaan naar beneden het beekdal in. Het regent en het stormt, en je ziet telkens flitsen van ont-ploffende granaten, als bliksem en donder. Telkens is ons pad even verlicht. Er is een paadje dal langs het beekje loopt. Dat probeer ik te volgen. Daar ligt een dikke beuk over het pad. We moeten er omheen, en dan komen we in de beek zelf terecht. We soppen verder stroomafwaarts. Dan stoot ik tegen een voetbruggetje, waardoor ik weer op het voetpaadje kom.
We sluipen verder, en opeens knijp ik. We stoppen. Ik zie een donkere vorm, die daar doodstil zit; gehurkt, als het ware op de grond met een geweer tussen zijn knieën. We staan doodstil, en onze gebukte houding begint pijnlijk te worden. Er moet dus wat gebeuren, ik strek mijn hand uit…. En raak een stalen container aan, die door zijn parachute in de bomen overeind wordt gehouden. We gaan verder. Het beekdal verbreedt zich, en er zijn een paar grote vijvers waar we omheen moeten. We raken weer de weg kwijt, raadplegen ons kompas, en ploeteren verder, tot ik een punt herken waar het paadje uit het bos komt, en tussen een akker en een hek met veel hoog onkruid, langzaam glooiend uitkomt op de Benedendorpsweg.
Langejan heeft besloten om door de duiker onder de weg door te waden, en dan de beek te volgen, die uitkomt bij de Rijn. Ik hoop er het beste van. We geven elkaar de hand, ‘Good luck’, en ik ga, nu alleen, weer terug door het donkere bos. Weer een angstige tocht. Steeds was ik de weg kwijt, viel in eenmansgaten met onontplofte munitie. Tenslotte kwam ik weer in onze tuin. Ik klopte op onze luiken. ‘Ik ben hel ‘. Mijn zusjes doen open en mijn Moeder staat snikkend in de gang. Over de tocht van een half uur had ik vier uur gedaan”.
De volgende dag drong het tot ons door dat we ons geen zorgen over de Jannen hoefden te maken. Er kwam rust in ons leven. We begonnen aan onze eigen toestand te denken. We begonnen rekening te houden met de mogelijkheid van evacuatie. Oosterbeek was ‘Sperrgebiet’ geworden; de mensen moesten weg. Omdat wij aan de grens woonden, hadden wij niets officieels gehoord.
In Oosterbeek bleven mensen die in hun huis konden blijven wonen, zitten. Zo ontstonden er buurten. Een daarvan was bakker Riksen op de Mariaweg. Bij hem konden we meel brengen (tarwe, gemalen in een oude koffiemolen), en broden laten bakken. Hij leerde ons hoe we zelf brood moesten bakken, maar dat lukte niet goed omdat ons oventje in de kachelpijp niet warm genoeg was.
De schilder Anton Markus en zijn vrouw kwamen een nachtje bij ons slapen, en werden de volgende dag door hun dochter Aline opgehaald. De familie Beelaerts kwam langs ons huis, de gewonde op een kruiwagen. De familie Frowein bracht een hondje bij ons, dat ze niet mee konden nemen. Een klein poesje kwam aanlopen, en we hadden weer een geit. Alles van waarde verstopten we. We begroeven het overgebleven porselein in een eenmansgat in de tuin. Mijn zusje ging samen met mijn Moeder naar het huis van de heer Van Leeuwen op de Van Lennepweg. Zij begroeven daar een groot gedeelte van de oude glasverzameling, die later is teruggevonden
Even beleefden we een spannend moment. Op ons kruispunt stond een kapotte Renault tank (wij dachten een Tiger tank). Mijn Vader schreef daar later over: “30 nieter vanaf mijn huis stond een tank, die door de Engelsen was kapotgeschoten. Er lag een oranje parachute overheen. Later vertelde de Engelse majoor MacNeil ons dal hij met een piat deze tank had vernield, zittende achter de dikke plataan in onze tuin. De tank had nog juist een treffer op de boom kunnen afimren, en daarbij was de majoor gewond, en twee van zijn mannen waren daarbij gesneuveld. Later zijn deze in mijn tuin begraven, en later overgebracht naar het Airborne cemetery. Op deze tank zijn later nog oefeningen gehouden met een zgn. Panzerschreck”.
Mijn dagboekje beschrijft dit als volgt:
Op een gegeven moment kwamen we aanlopen uit Oosterbeek toen we een groep Duitse militairen onder leiding van een sergeant zagen. Zij stonden bij onze voordeur, en oefenden met gerestaureerde Panzerfauste op de tank. De kapotte zetten ze in onze vestibule. We moesten allen naar de kelder, wat we natuurlijk niet deden, en stilletjes keken.
Op zekere morgen bleken vlak voor onze voordeur 13 Duitsers begraven te zijn. Mijn broer begroef de gesneuvelde luitenant Kiaer, een grote vriend van Langejan, en zette een houten kruis op het graf. Op vrijdag 27 oktober brachten we meel naar bakker Riksen, en haalden we ’s avonds 13 broden op. Het roggebrood was pas maandag klaar. Dat hebben we nooit gekregen. Zaterdagmiddag kwam de Feldgendarmerie. We moesten om vier uur weg zijn uit ons dierbare huis. Het huis dat volgens de Duitsers een fort was, en dat ons met zijn dikke muren zo beschermd had.
Met een mandenwagentje, een Engels karretje, en een grote driewielkar vertrokken we naar Ede. Met geit, poes, hondje en een hart vol teleurstelling de lange hongerwinter tegemoet.
Het is nu 55 jaar geleden.
Nu ik het opschrijf, is het net of het gisteren gebeurd is. Het was een lijd van grote diepten en grote hoogten – een tijd van onvermoede mogelijkheden in de mens – ook een tijd van afschuw en verdriet – een tijd van moed en angst – van vriendschap en saamhorigheid – een tijd van leven en van dood. Maar ook een tijd waar we doorheen moesten, om ten-slotte onze vrijheid terug te krijgen. Een vrijheid waarvoor ik iedere dag van deze 55 jaar dankbaar ben.

N B. De oude Oosterbekers zullen “De Valkenburg” herkend hebben.
Men vraagt zich misschien af waarom de Engelsen in onze kelder zijn blijven zitten. Wij weten het ook niet, en hebben het hun niet gevraagd. De twee rodekruis- soldaten hebben twee keer gewonden weggebracht, en zijn weer teruggekomen. De officier ontmoetten wij tijdens de conferentie met meerdere officieren in onze kelder. Hij was de enige die achterbleef, misschien had hij een speciale opdracht. Uiteindelijk was hij zijn regiment kwijl. Volgens mij heeft hij wel gevochten; zijn stengun was uit elkaar gesprongen, en die was hij aan hel repareren. Later hoorde ik dat hij bij ons koetshuis gevochten had.
Zij werden alle drie overvallen door de stroom burgers, en de plotselinge overval van de Duitsers. Zij konden de hele kelder niet in gevaar brengen door te voorschijn te komen.
Hel zijn vragen die we ons zelf niet meer stellen. We werden door de situatie overvallen, en het belangrijkste was zoveel mogelijk levens te redden. Het is ons uiteindelijk niet gelukt. Na de oorlog hoorden we dal Langejan en Middeljan vermist waren, waarschijnlijk verdronken. Kleinejan is bewusteloos teruggeworpen op de oever, en krijgsgevangen gemaakt. Hij heeft de oorlog overleefd. Pas veel later heeft hij er met mijn Ouders over gesproken.
De drie Engelsen in onze kelder waren: Luitenant John Howard (Langejan; lOth Battalion The Parachute Regiment) en twee mannen van het Royal Army Medical Corps, de soldaten R. Pitcher (Kleinejan) en James O. McLean (Middeljan).
NOTEN van de redactie
1) Het betrof soldaat August M. Bakhuis Roozeboom, een Nederlandse commando die op 19 september 1944 sneuvelde.
2) Generaal Miles C. Dempsey was commandant van het Britse Tweede Leger.
3) Hij bleek Arie van Veelen te zijn, de inmiddels overleden broer van de heer H. van Veelen die Ministory No. 64 schreef.
4) Paulus Johannes Ooms woonde op het adres Bilderberg 1 (de beheerderswoning van het Sportpark; thans Sportlaan 1). Hij stierf op 9 oktober 1944, en werd 53 jaar oud.

Download

Vrienden van het AIRBORNE MUSEUM
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 334 13 40
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 77, februari 2000
Redactie: Drs. R.P.G.A. Voskuil, C. van Roekel, G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Van de voorzitter
Zeker bij zo’n gedenkwaardige eeuwwisseling als we achter de rug hebben, willen wij als bestuur van de Vereniging Vrienden u in de eerste plaats een heleboel geluk, voorspoed en gezondheid toewensen. Wij hopen u ook in de toekomende tijd van dienst te kunnen zijn met onze vele voorgenomen aktiviteiten, en het voorrecht te hebben u veelvuldig te ontmoeten bij excursies, lezingen en vergaderingen.
Een nieuw millennium is aangebroken, waarvan we het begin meemaken, maar waarvan het einde zich zelfs in onze stoutste fantasieën niet laat raden! Het noopt tot vernieuwing en frisse ideeën, ook bij ons. Een van de veranderingen is de organisatie van een Verenigingsdag, die in de plaats komt van de jaarlijkse vergadering. Dit jaar vindt die plaats op zaterdag 15 april. Wij stellen ons voor de Jaarvergadering te combineren met een gezamenlijke lunch, gevolgd door een interessante excursie per touringcar. U kunt voor de gehele dag intekenen, zodat onze evenementen-commissie de logistiek kan verzorgen. Natuurlijk zal het ook mogelijk blijven alleen maar de Jaarvergadering te bezoeken; het omgekeerde kan echter niet. U kunt dus niet aan de lunch en de excursie deelnemen wanneer u niet op de Jaarvergadering aanwezig bent geweest. Zie verder het losse blad bij deze Nieuwsbrief.
Onze vereniging mag zich verheugen in een gestage groei, en het is opvallend en verheugend dat de belangstelling van jongeren toeneemt.
Meer dan 1400 nieuwsbrieven (de Nederlandse of de Engelse editie) worden elk kwartaal naar leden in zowel Nederland als het buitenland verstuurd. Dit vergt veel werk van de redactie, onze onmisbare inpakploeg en ons bestuur, met name van de penningmeester en van onze vertegenwoordiger in Groot-Brittannië, de heer Ted Shaw, MC.
De evenementen-commissie heeft de handen vol om inventieve ideeën om te zetten in reële plannen en een perfecte uitvoering. Onze publikatie-commissie buigt zich over manuscripten om deze te begeleiden op de lange weg, die via auteur en drukker eventueel kan leiden naar uw boekenkast’
Kortom, onze ijver en enthousiasme genereren steeds meer leden en dus meer werkzaamheden. Het beleid
dient er dan ook op gericht te zijn hiervoor actieve en enthousiaste medewerkers aan te trekken, en met hen een zodanige structuur op te bouwen en te handhaven dat het bouwen aan een zich steeds vernieuwende vereniging een leuke uitdaging blijft. (C. van Roekel, voorzitter)

‘Over & Over’
Op vrijdag 17 december jl. vond in het Airborne Museum de presentatie plaats van een nieuw boekje over de Slag om Arnhem, getiteld ‘Over & Over’. Het werd samengesteld door een van de jongste leden van onze vereniging, de 13-jarige Peter Alexander van Teeseling uit Oosterbeek. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan de Britse militaire attaché, luitenant- kolonel Simon Lloyd, die zijn bewondering uitdrukte voor het initiatief van de jonge Oosterbeker. Peter Alexander is al vanaf zijn negende jaar geïnteresseerd in de gevechtshandelingen van september 1944, en in de afgelopen jaren correspondeerde hij

Airborne Museum ‘Hartenstein’ te Oosterbeek, 17 december 1999. De militaire attaché van de Britse ambassade, lui- tenant-kolonel Simon Lloyd, heeft uit handen van de samensteller, Peter Alexander van Teeseling, het eerste exemplaar ontvangen van het bock ‘Over & Over’.
(foto: B. de Reus)

met verschillende veteranen, en verzamelde hij allerlei ooggetuigeverslagen. In het boekje zijn tien van deze herinneringen van oud-strijders bijeengebracht. Daarnaast is een aantal algemene hoofdstukken opgenomen, zoals ‘Oorlog en Bezetting’, ‘De Slag om Arnhem, een kort historisch overzicht’ en ‘Evacuatie en Terugkeer’. Ook is het verhaal gepubliceerd van de Oosterbeker Han Kardol, die september 1944 als
9-jarige jongen meemaakte. De titel ‘Over & Over’ verwijst naar het feit dat de veteranen sinds de Tweede Wereldoorlog ieder jaar terugkomen om de Slag om Arnhem te herdenken. Het boekje is geïllustreerd met een groot aantal minder bekende foto’s, en telt 95 bladzijden. ‘Over & Over’ werd geproduceerd door Lukas Rosing van uitgeverij Kontrast in Oosterbeek. Het is verkrijgbaar bij de lokale boekhandel en het Airborne Museum, en de prijs bedraagt f24,50. Er bestaan plannen voor een Engelse vertaling.

Herhaling Normandië-excursie?
De excursie naar Normandië, die wij in april van het vorige jaar organiseerden, was in ruime mate overtekend, waardoor een aantal leden moest worden teleurgesteld. Naar aanleiding van vragen die werden gesteld op onze jaarvergadering en tijdens de reünie op 26 november jL, werd meegedeeld dat het bestuur van de Vereniging Vrienden zal nagaan of er voldoende belangstelling is voor een herhaling van deze excursie in het voorjaar van 2000. Als de tocht doorgaat, vindt deze plaats van woensdag 10 mei tot en met zondag 14 mei. De prijs bedraagt f 850,- per persoon. Er kunnen 48 personen mee. De heer Jacques Haegens heeft zich opnieuw bereid verklaard om als reisleider op te treden.
Indien u interesse heeft om mee te gaan naar Normandië, schrijft u dan even een briefje aan de voorzitter van de vereniging, de heer C. van Roekel, p/a Airborne Museum, Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek. U ontvangt dan per omgaande een intekenformulier en nadere inlichtingen. Wacht echter niet te lang met reageren, want ui terlijk half maart moet de organisatie weten waar men aan toe is. Dit in verband met opties met betrekking tot een touringcar en het Hotel Campanile in Bayeux, waar de deelnemers vorig jaar hebben gelogeerd. Voor nadere inlichtingen kunt u telefonisch contact opnemen met C. van Roekel op nummer 026 3333261. Opgemerkt moet nog worden dat ook leden die de vorige keer meegingen en nogmaals willen deelnemen, zich kunnen opgeven. Leden die niet eerder de gelegenheid hadden mee te gaan, hebben bij overtekening echter prioriteit.

Rondvraagpunten jaarvergadering 1999
Zoals toegezegd tijdens onze jaarvergadering van 1999, hebben wij enige punten uit de rondvraag nader in het bestuur besproken c.q. uitgevoerd.
1. De staat van onderhoud van het Oosterbeekse Airborne Monument (een vraag van P. Hoek).
Er is contact geweest met de desbetreffende medewerker van de gemeente Renkum en met de gemeentelijke Monumentencommissie. Dit resulteerde in een jaarlijks onderhoudsplan. In 1999 is het gedenkteken grondig gereinigd; dit jaar zullen in ieder geval het voegwerk en de conditie van de vier uitstekende muurtjes nader worden bekeken.
2. Een oorkonde voor mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Vereniging Vrienden (een vraag van P. Hoek).
Het bestuur is van mening dat zowel aan aftredende bestuursleden als aan degenen die zich voor de ver-eniging verdienstelijk maken, per gebeurtenis op een passende wijze dank zal worden gebracht. De vorm waarin dit gebeurt, is een van de aandachtspunten.
3. Het financiële voordeel uit het verenigingskapitaal. Na een uitgebreide en diepgaande bestudering door professionele bank- en gelddeskundigen uit onze ver-eniging, bleek dat geringe rentevoordelen en risico-dragende manoeuvres met het verenigingskapitaal niet opwegen tegen de zekerheid en praktische voordelen van onze huidige gelddeposito. Wij hebben daarom besloten om wat onze Nederlandse rekeningen betreft te handelen conform deze adviezen, en de bestaande rekeningen te handhaven. Op het moment wordt gekeken naar de situatie van onze bankrekening in Engeland, mede in verband met de komst van de Euro. (C. van Roekel)

Een fraaie antieke haard siert sinds kort de koffiekamer van het Airborne Museum.
(foto: C. van Roekel)

Fraaie haard in de koffiekamer
In Nieuwsbrief no. 74 deden wij verslag van de renovatie van de koffiekamer van het Airborne Museum. Het enige wat in deze prachtig gerestaureerde ruimte nog ontbrak, was een haard onder de fraaie schoor-steenmantel. Maar waar vind je een gave kolenhaard uit het begin van de 20e eeuw? De heer Johan Nijhuis, een 90 jaar oude smid uit Oosterbeek, die nog dagelijks in zijn smederij werkte, bleek op zijn werkplaats zolder een exemplaar te hebben staan, dat afkomstig was uit een op Huize Hartenstein lijkende Oosterbeekse villa.
Toen de heer Nijhuis vernam wat de bedoeling van ons was, aarzelde hij geen moment, en stelde de in uit-stekende staat verkerende kachel tot onze beschikking. Door een toeval was deze in de zomer van 1944 in de smederij beland, en daar, na een volledige revisie, tot het stookseizoen 1944-1945 opgeslagen. Daar heeft de haard op een wonderbaarlijke wijze de oorlog overleefd, en is vervolgens op de zolder blijven staan. Nadat de haard door onze technische ploeg weer in een onberispelijke staat was gebracht, en de heer Harry Benter een stijlvolle zwarte marmeren onderplaat had vervaardigd, werd de bijzondere aanwinst in de koffiekamer van het museum geplaatst.
Met veel voldoening heb ik de heer Nijhuis kort daarop als VIP-gast in het museum ontvangen, en hem het resultaat van onze ijver laten bewonderen.
Toen ik hem medio november jl. een foto wilde brengen van zijn schenking, bleek de smederij gesloten. De oude smid Nijhuis was op 10 november overleden. (C. van Roekel)

Uit het Archief (2)
Het begin.
Tijdens het bezoek dat Martin Middlebrook in 1992 aan Oosterbeek en Arnhem bracht ter voorbereiding op het schrijven van zijn boek ‘Arnhem, The Airborne Battle’, nam hij interviews af van een aantal Nederlandse ooggetuigen van de slag. Dankzij de bemiddeling van de toenmalige Arnhemse gemeentearchivaris P.R.A. van Iddekinge, kon hij spreken met mejuffrouw Wilhelmina Schouten, in 1944 onderdirectrice van de Huishoudschool aan de Rijnkade in Arnhem. Zij vertelde onder meer dat in de avond van 17 september 1944 door Britse militairen op de deur van de school werd gebonsd, en dat deze twee gewonden binnenbrachten. Een van hen overleed de volgende dag, en werd door haar en andere burgers ‘stiekem’ in de achtertuin begraven.
Ik was bij dat interview met mejuffrouw Schouten aanwezig, en ik kon niet laten te vragen of zij de naam van de gesneuvelde nog wist. ‘Jazeker, hij heette Maybury, en zijn moeder is na de oorlog op bezoek geweest’. Haar zoon, Corporal Arthur Maybury (30 jaar oud) was schrijver, en zij overhandigde een exemplaar van twee van zijn boeken, getiteld ‘Thrills with the Paratroops’ en ‘More Thrills with the Paratroops’, beide geschreven onder het pseudoniem ‘Pegasus’. (De exemplaren berusten nu in het Gemeentearchief in Arnhem).
Wat voorafging.
Jaren geleden, in 1985, stuurde ik Sir John Killick, voormalig Brits ambassadeur in Washington en Moskou, de foto die van hem was genomen door de fotograaf Sem Presser in de Weerdjesstraat in Arnhem op 18 september 1944. Presser was destijds ondergedoken in de stad. Killick was toen Commanding Officer van 89 Field Security Section (Intelligence Corps).
In een brief die hij per kerende post terugstuurde, schreef hij dat hij de foto nooit had gezien, en – belangrijker – dat hij op die maandag op zoek was naar zijn korporaal Maybury, die hij op zondagavond bij de pontonbrug was kwijtgeraakt. Geen wonder, die lag inmiddels zo’n vijftig meter ten zuiden van de Weerdjesstraat op sterven of was al begraven. Ik heb Sir John Killick hiervan in 1992 op de hoogte gesteld, maar nooit antwoord gekregen. Hij overleed vorig jaar.

Het slot.
Volgens de Roll of Honour werd het veldgraf van Cpl. Maybury in 1945 gevonden ‘in the garden of a bungalow on Utrechtseweg, Oosterbeek’. Waarschijnlijk wordt bedoeld de tuin van de familie Berghege, waar nu de ABN-AMRO bank staat.

Vraag/raadsel.
Waarom zouden burgers van Arnhem of Oosterbeek het stoffelijke overschot van een Britse militair, aanvankelijk in een tuin aan de Rijnkade begraven, overbrengen naar een tuin in Oosterbeek, en daar herbegraven? Het volledige dagboek van mejuffrouw Schouten is in het archief aanwezig, in fotokopie, en is op afspraak te lezen in het museum. (A. Groeneweg)

Video van de Farewell Parade
Videoproduktie MFTM uit Maastricht heeft een één uur durende videofilm uitgebracht over de Farewell Parade op 19 september 1999. Het filmverslag begint met een korte impressie van de dropping op de Ginkelse Heide op de voorafgaande dag. Het grootste deel van de band bestaat uit beelden van de tocht van de meer dan honderd militaire voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog door alle dorpen van de gemeente Renkum. Veel veteranen hadden in deze historische voertuigen plaatsgenomen. De film is niet voorzien van commentaar, maar wel van het geluid zoals dat tijdens het filmen werd opgenomen.
Belangstellenden kunnen de videoband bestellen via het telefoonnummer 043 3433778. De prijs bedraagt f 40,-, inclusief verzendkosten.
Ook de volgende films zijn nog leverbaar: ‘Arnhem 1994’ (60 minuten), ‘Herdenking Market Garden 1989 en 1994’ (90 minuten) en ‘Normandië herdenkingen 1989,1994 en 1999’ (90 minuten).

Oproep
Samen met Wybo Boersma van het Airborne Museum ben ik bezig met materiaal te verzamelen voor een publikatie over de Britse verbindingseenheden tijdens de Slag om Arnhem. Wybo zal hierin hel technische gedeelte verzorgen, en ik de verhalen. Een ieder die informatie en/of documentatie bezit over het Royal Corps of Signals in september ‘1944, en die wil meewerken aan de nieuwe publikatie, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Wybo Boersma (Airborne Museum ‘Hartenstein’) of met de Arnhem Battle Research Group, p/a Margrietstraat 40, 6991 XH Rheden. (Philip Reinders)

Restauratie Clarkair bulldozer
Onder leiding van de heer Jaap Jansen is een aantal vrijwilligers afgelopen december begonnen met de restauratie van de Clarkair bulldozer, die het museum vorig jaar met hulp van de Vereniging Vrienden heeft kunnen kopen. Nadat eerst alle beplating was verwij-derd, en de bekabeling was losgemaakt, konden de rupsbanden gedemonteerd worden. Daarna werden de motor, de versnellingsbak en de aandrijving er afgetakeld. Uiteindelijk bleef een grote berg losse onderdelen over. Deze zullen worden gestraald, en vervolgens gespoten. De juiste groene kleur was gelukkig nog terug te vinden op een aantal onderdelen. Uiteindelijk zal de bulldozer in het museum weer in elkaar worden gezet.
Via internet heeft ‘Hartenstein’ contact gekregen met een aantal verzamelaars in Amerika, die ook bezig zijn een Clarkair te restaureren. Wij hopen via hen aan ontbrekende onderdelen te kunnen komen. Vrijwilligers die willen meewerken aan de restauratie van de bulldozer, kunnen zich opgeven bij de heer Jaap Jansen in het Airborne Museum. Er wordt alleen overdag aan de Clarkair gewerkt. (W. Boersma)

Jaap Jansen bezig niet het demonteren van de motor van de Clarkair bulldozer.
(foto: W. Boersma)

Evenementen georganiseerd door het Airborne Museum
De Boekenbeurs van het Airborne Museum zal dit jaar plaatsvinden op zaterdag 27 mei a.s. van 10.00 – 16.00 uur. Er zullen dan tevensdemonstraties te zien zijn van het uit elkaar halen en in elkaar zetten van een 75mm Pack Howitser.
De jaarlijkse expositie zal als onderwerp hebben: ‘De historie van de Air Despatch voor, tijdens en na de Slag om Arnhem’. De tentoonstelling zal duren van 20 april t/m 5 november.
Op zaterdag 10 juni en zaterdag 9 september organiseert het Airborne Museum een ‘battlefield tour’ over de voormalige slagvelden bij Arnhem. De deelname staat open voor iedereen. De kosten bedragen per persoon f 55,-; leden van de Vereniging Vrienden betalen f 47,50. Wil men deelnemen, dan dient het verschuldigde bedrag te worden overgemaakt op giro 2494354 t.n.v. W. Boersma te Ede, onder vermelding van ‘Battlefield Tour juni’ of ‘Battlefield Tour september’. Leden van de Vereniging Vrienden dienen tevens hun lidmaatschapsnummer te vermelden. (W. Boersma)

Onderduiker op Mariëndaal
In september van het vorige jaar verscheen het boek ‘Jood zonder ster’, dat werd geschreven door Albert Heymans. De auteur, die werd geboren in 1922, vertelt hierin hoe hij tijdens de Duitse bezetting er steeds weer in slaagt om aan de jodenvervolging te ontsnappen. Hij draagt geen jodenster, en door zijn sterke per-soonlijkheid en inventiviteit weet hij zich in gevaarlijke situaties steeds weer een alibi te verschaffen, waardoor hij uileindelijk overleeft. Na een razzia en een korte onderduikperiode zwerft hij vanaf de zomer van 1943 maandenlang door de bossen en velden bij Arnhem. Op een zeker moment kan hij onder de valse naam Gerrit Kapel als knecht aan het werk op een boerderij aan de Amsterdamseweg, aan de rand van Mariëndaal. Daar zal hij tot het eind van de oorlog blijven.
Wanneer de Slag om Arnhem woedt, maakt hij op die plaats o.a. mee hoe grote hoeveelheden voorraden door Britse vliegtuigen achter de Duitse linies worden gedropt. Ook helpt hij met het begraven van lijken van gesneuvelde militairen. Na de slag verricht hij hand- en spandiensten voor het Rode Kruis in het geëvacueerde Arnhem. Het leven in en bij de vrijwel lege stad weet hij op een indringende wijze te beschrijven. In april 1945 wordt Arnhem bevrijd. Na er nog een tijd te zijn gebleven, gaat hij zich elders inzetten voor de emigratie van Nederlandse joden naar Israël. Begin 1950 emigreert hij zelf naar dit land. Het boek ‘Jood zonder ster’ (ISBN 90-75879-04-0) verscheen bij uitgeverij Van Gruting in Westervoort. Het is verkrijgbaar bij de boekhandel, en kost f 29,90.

Rectificatie
In het vorige nummer van de Nieuwsbrief is in het verslag over de vondst van de radioset op de Hemelse Berg een vergissing gemaakt. Niet wijlen Ed van den Dam was degene die de gegevens over de vindplaats aandroeg, maar ons, gelukkig nog steeds actieve, lid Ed van Dam. Hij zette ons, door middel van inlichtingen van Captain Lee, op het spoor van de opmerkelijke vondst. (W. Boersma)

Download

Vrienden van het AIBBORNE museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10 Tel. penningm. (026) 334 13 40
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 76, oktober 1999
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

De ‘Leader of the Pilgrimage’, Major-general A.J. Deane Drummond (links), in gesprek met Major Ton\j Hibbert, vlakbij hel ‘crossingpoint’ van Operatie Pegasus I. (foto: C. van Roekel)

Van de redaktie
De 55e herdenking van de Slag om Arnhem ligt alweer anderhalve maand achter ons. Het waren drukke dagen, waarin veel gebeurtenissen plaats von¬den die het vermelden waar zijn. Het spreekt dan ook vanzelf dat een belangrijk deel van deze uitgebreide nieuwsbrief gevuld is met foto’s en berichten daarover.
Daarnaast vindt u uiteraard nieuws over de Vereniging Vrienden en over hel Airborne Museum. Het is de bedoeling om in de nieuwsbrief een aantal vaste rubrieken over het museum op te nemen. Deze zullen worden verzorgd door bestuursleden van de Stichting Airborne Museum of door de vaste mede¬werkers. De volgende rubrieken kunt u afwisselend tegemoet zien: ‘Het Museum’ en ‘Museumaktiviteiten’ door W. Boersma; ‘Uil het archief en de bibliotheek’ door A. Groeneweg; ‘Het museum op internet’ en ‘De museumwinkel’ door B. de Reus; ‘Uit de collectie’ en ‘Recente aanwinsten’ door R. Boekhorst.
De afgelopen tijd verschenen er weer veel boeken over de Slag om Arnhem. In dit en in het volgende nummer zullen we aandacht besteden aan die publikaties.

Themamiddag op 20 november a.s.
Op zaterdag 20 november a.s. zal de jaarlijkse thema-middag plaats vinden in de Concertzaal, Rozensteeg 1 in Oosterbeek.
Deze middag zal geheel in het teken staan van het werk van de Bergings- en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht. Deze dienst is in Nederland verantwoordelijk voor o.a. het opgraven en identifice¬ren van stoffelijke overschotten van geallieerde militairen die tijdens de oorlog zijn gesneuveld.

Het programma ziet er als volgt uit:
13.00 – 13.30 uur: Ontvangst van de leden.
13.30 -14.45 uur: Lezing over het werk van de Bergings- en Identificatie Dienst in het algemeen.
14.45 -15.30 uur: PAUZE
15.30 -16.30 uur: Lezing over het werk van de dienst in de gemeente Renkum en omgeving.
Ca. 17.00 uur: Einde themamiddag.

Normandië reünie
Op vrijdagavond 26 november a.s. zal in het Airborne Museum een reünie plaats vinden van deelnemers aan onze voorjaarsexcursie naar Normandië. De zaal zal open zijn vanaf 19.30 uur. Neemt u vooral uw foto’s en videobanden mee!

Vaandels van het 10e bataljon geschonken aan het Airborne Museum
Op zaterdag 18 september jl. werden tijdens een bij-zondere plechtigheid de twee vaandels van het 10th Battalion The Parachute Regiment overgedragen aan het Airborne Museum. Voorafgaand daaraan werd een dienst gehouden in de Oude Kerk in Oosterbeek- Laag. Daarbij ging The Reverend R.F. Bowers, die in 1944 als geestelijke bij het 10e bataljon diende, in op de band die er bestaat tussen het bataljon en onze gemeente. Na afloop van de dienst marcheerde de vaandelwacht met de vaandels naar Hartenstein.

Met militair ceremonieel worden de vaandels van het 10e Battalion The Parachute Regiment overgedragen aan het Airborne Museum.
(foto Berry de Reus)

Het 10e Britse parachutistenbataljon werd in 1942 opgericht in Kabrit in Egypte, en het kwam voor het eerst in aktie in Italië. Op 18 september 1944 landde het onder bevel van luitenant-kolonel K.B.I. Smyth met ca. 600 man op de Ginkelse Heide. Het bataljon maakte deel uit van de 4e Para Brigade, die de noord-zijde van Arnhem moest bezetten. Tijdens de opmars stuitten ze ter hoogte van het restaurant ‘De Leeren Doedel’ op sterke Duitse tegenstand, waardoor de opmarsroute moest worden verlegd richting Oosterbeek. Na aankomst in het dorp kreeg het batal¬jon bevel posities in te nemen in een aantal huizen langs de Annastraat en de Utrechtse weg, oostelijk van Hotel Schoonoord. Tot het eind van de slag werd die sektor van de perimeter verdedigd tegen Duitse aan¬vallen vanuit oostelijke en noordoostelijke richting. In de nacht van 25 op 26 september 1944 trok het restant van het bataljon zich met de rest van de divisie terug over de Rijn. Van het 10e bataljon bereikten slechts 35 militairen de geallieerde stellingen. Na de Tweede Wereldoorlog werd het 10e bataljon een territoriale eenheid (‘Volunteer Battalion’), hetgeen te vergelijken is met de Nederlandse ‘Nationale Reserve’.
Het gebruik van vaandels bij legereenheden gaat ver terug in de geschiedenis. Al vanuit de 17e eeuw stamt in het Britse leger de term ‘Colours’ voor vaandels. De vaandels hadden toen namelijk verschillende kleuren om de betreffende eenheden goed te kunnen herken-nen. In de 18e eeuw werd het aantal vaandels per een-heid tot twee teruggebracht. Dit zijn de ‘Queens Colour’, die bestaat uit de Britse vlag met daarop de namen van de veldslagen waaraan de betreffende eenheid heeft deelgenomen, en de ’Regiments Colour’, met de kleuren van het regiment en het regimentsembleem.
Wanneer de Colours vernieuwd moeten worden of wanneer een eenheid wordt opgeheven, is het gebruikelijk dat de oude Colours worden opgehangen in een kerk waarmee de eenheid zich verbonden voelt.
In 1952 kreeg het 10th (Volunteer) Battalion The Parachute Regiment haar Colours. Deze werden in 1983 vernieuwd, waarna de oude opgehangen wer¬den in de Regimentskerk St. Lawrence Jewry vlakbij de Guildhall in Londen. Bij de reorganisatie van het Britse leger in 1999 werd het 10e bataljon parachutis¬ten opgeheven. Om de verbondenheid met Oosterbeek aan te geven, wilde het bataljon graag dat de Colours zouden worden opgehangen in de Oude Kerk in Oosterbeek-Laag. In Nederland is het echter niet gebruikelijk om vaandels in kerken op te hangen. Daarop heeft het bataljon besloten de Colours over te dragen aan het Airborne Museum.
De overdracht van de vaandels vond met militair ceremonieel plaats op het grasveld voor het museum. Namens het Britse leger was hierbij aanwezig gene¬raal Sir Rupert Smith, KCB, DSO, OBE, QGM, plaats-vervangend opperbevelhebber van de NAVO. In zijn rede benadrukte hij dat het op de dag af 55 jaar geleden was dat het 10th Parachute Batallion was afge¬sprongen boven de Ginkelse Heide, en dat het bataljon na een week van zware gevechten vrijwel was vernietigd op enkele honderden meters van de plaats’ waar nu de vaandels werden overgedragen. Dat de vaandels nu in Oosterbeek worden bewaard is uniek, want het is vrijwel nooit eerder voorgekomen dat Colours buiten Groot-Brittannië of de Commonwealth bleven.
In het Airborne Museum is in de hal een grote vitrine gebouwd waarin de vaandels, goed zichtbaar voor het publiek, zullen worden bewaard.
(W. Boersma)

Vlak voor de aanvang van de herdenkingsdienst op de Airborne Begraafplaats lopen de geestelijken die de dienst zullen leiden naar het spreekgestoelte. Vooraan The Reverend R.F.Bowers.
(foto Berry de Reus)

4e Editie Roll of Honour
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Arnhem 1944 Veteran’s Club op donderdagavond 16 september jl. vond de presentatie plaats van de nieu¬we ‘Roll of Honour, Battle of Arnhem 1944’. Meer dan een jaar voorbereiding waren aan deze dag vooraf gegaan. Geert Maassen en Chris van Roekel hadden, samen met de samensteller Jan Hey, intensief gewerkt aan de voorbereiding van deze 4e editie. Veel mensen
hebben de afgelopen jaren nieuwe informatie aangedragen, en die is nu in deze uitgave verwerkt.
De eerste druk verscheen in 1986, een jaar later volgde de tweede. In 1993 werd besloten tot de publikatie van een herziene editie, en nu ligt er alweer een vierde, geheel herziene uitgave.
De ‘Roll of Honour’ bevat de namen en alle andere informatie van de leden van de Ist British Airborne Division, de Ist Polish Independent Parachute Brigade Group, de Royal Air Force en de overige militaire eenheden die aan de zuidwestelijke Veluwezoom en bij Driel betrokken waren bij de Slag om Arnhem, en die tijdens de gevechtshandelingen in september 1944 of ten gevolge daarvan om het leven zijn geko¬men.
Deze editie van de Roll of Honour werd in een oplage van 500 exemplaren uitgegeven door de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Het naslagwerk op A4 formaat bevat 174 bladzijden, en is geïllus¬treerd met foto’s en kaarten. Het is verkrijgbaar bij het Airborne Museum en bij de Oosterbeekse boekhande-laren. Prijs f 40,-.

Mr. Mervyn Potter poseert bij de Clarkair bulldozer die door de Vereniging Vrienden voor het Airborne Museum is aangekocht. Mr. Potter zvas in september 1944 ingedeeld bij de 261 Field Park Company Royal Engineers, die een dergelijke bulldozer meenamen naar Arnhem (foto: Berry de Reus)

Na de onthulling van de REME bank achter het Airborne Museum bekijkt burgemeester Vertinden de inscriptie die op de rugleuning is aangebracht. (foto: Berry de Reus)

REME bank onthuld
Op zaterdagmiddag 18 september werd in park Hartenstein een bank onthuld ter nagedachtenis aan de leden van de Ist Airborne Division Workshop Royal Electrical and Mechanical Engineers (REME) die in september 1944 deelnamen aan de Slag om Arnhem. De bank is vervaardigd door soldaten van de huidige Britse REME. De bank, die is neergezet niet ver van de plaats waar de REME in 1944 haar posities had, werd namens de gemeente Renkum in ontvangst genomen door burgemeester Verlinden. Het initiatief voor de plaatsing werd genomen door de heer Don Jacobs, die zelf bij de REME diende, en die nu parttime werkzaam is in het Airborne Museum.

Bijzondere bulldozer aangekocht
Waarschijnlijk weten niet veel mensen dat de le Britse Airborne Divisie in september 1944 een kleine Amerikaanse bulldozer heeft meegenomen naar Arnhem. Dit voertuig, de AMM/Clark CAI ‘Clarkair’, werd vervoerd in een Horsa zweefvliegtuig. De bull¬dozer zou worden gebruikt door de 261e Field Park Company, Royal Engineers, voor het vrijmaken van de landingsterreinen, en de eventuele aanleg van een airstrip. Hiervan is door het verloop van de Slag om Arnhem niets terecht gekomen. De bulldozer is van de landingsterreinen naar Oosterbeek gereden, en is daar neergezet op het terrein voor het toenmalige Kasteel de Sonnenberg.
Begin dit jaar bood de heer E. Janssens, verzamelaar van militaire voertuigen in Zele (België), een Clarkair bulldozer te koop aan. Na overleg met het Stichtingsbestuur heeft het bestuur van de Vereniging Vrienden besloten dit unieke voertuig voor het museum te kopen. Op maandag 13 september werd het bij het museum afgeleverd.
Voorlopig wordt de kleine bulldozer opgeslagen in Oosterbeek, waarna deze winter zal worden begonnen met de restauratie. Dit zal gebeuren onder leiding van vrijwilliger Jaap Jansen, adjudant buiten dienst van de Technische Dienst. Leden van de vereniging die bij dit projekt willen helpen, wordt verzocht zich op te geven bij het museum, telefoon 0263337710. Naar verwachting zal de restauratie bij de Airborne herdenking in september 2000 klaar zijn. Het is de bedoeling dal een van de volgende ministeries aan de Clarkair gewijd zal worden.

Herdenkingsenvelop 1999
Op 17 september jl. verscheen een nieuwe herdenkingsenvelop. Deze uitgave van het Airborne Museum is de vierde van een serie met als onderwerp ‘De monumenten van de Slag om Arnhem’. De nieuwe envelop toont het Airborne Monument in Arnhem, dat bestaat uit een deel van een gebroken zuil van het in 1944 verwoeste Paleis van Justitie. Het idee om dit stuk zuil te gebruiken, kwam van de Arnhemse architekt J. van Biesen. Op advies van stadgenoot en beeldhouwer Gijs Jacobs werd de zuil langs de oprit van de Rijnbrug geplaatst als tijdelijk monument. In 1953 werd een definitief gedenkteken geplaatst op het Kerkplein bij de Eusebiuskerk, maar het ’tijdelijke’ Airborne monument bij de brug bleef gehandhaafd. In 1954 werd de zuil verplaatst naar het Damcircuit aan het einde van de noordelijke oprit van de John Frostbrug. Ieder jaar in september worden hier ter herdenking van de Slag om Arnhem kransen gelegd.
Van de herdenkingsenvelop zijn 500 genummerde exemplaren uitgegeven. Ze zijn gefrankeerd met de twee 80 cent herdenkingszegels ‘100 jaar inhuldiging Koningin Wilhelmina’ uit 1998, en ze zijn gestempeld op 17 september 1999 met het filateliestempel van het postkantoor te Oosterbeek. De enveloppen zijn te koop in het Airborne Museum. Prijs f 7,-. Na overma¬king van f 8,50 op giro 4184300 t.n.v. het Airborne Museum Oosterbeek onder vermelding van ‘Envelop 1999’, wordt deze toegestuurd.

Tijdens de herdenking bij de brug in Arnhem worden de vaandels gestreken. (foto: Berry de Reus)

Achtergronden van een bodemvondst
Een van de radiozenders die tijdens de Slag om Arnhem door de le Britse Airborne Divisie werd gebruikt, was de ‘Wireless set no. 22’. De 22 set werd in 1941 door de Britse firma Pyte Lid. ontwikkeld als vervanging van de verouderde No. 11 (High Power) set. Het toestel werd in het algemeen in voertuigen vervoerd, hoewel het ook als draagbare radio gebruikt kon worden. Hiervoor waren dan drie man nodig. Midden 1944 werd er een modificatie aange¬bracht waardoor afstemming door middel van kristal¬len mogelijk werd. Uit dit toestel, de ‘WS no. 22 MK 1’ is later de ‘WS no. 62’ ontwikkeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er ongeveer 55.000 exemplaren van de wireless set no. 22 gemaakt.
Bij de le Britse Airborne Divisie was de 22 set onder meer in gebruik voor de verbindingen van de brigades naar de bataljons, en van de brigades naar het hoofdkwartier. Verder werd het toestel gebruikt voor de verbindingen bij de Royal Artillery. Het afstandsbereik was 15 km voor telefonie, en 30 km voor telegrafie. In het begin van de jaren negentig werd in Oosterbeek een tijdens de slag gebruikte 22 set opgegraven op de noordelijke hoek Kneppelhoutweg-Hoofdlaan tussen een stenen paal en een eikenboom. De veteraan Robert Whelan had eerder aan mevrouw Beelaerts van Blokland uit Oosterbeek verteld dat hij daar zijn radioset begraven had. Captain John Lee, Troop Commander van ‘A’ Troop van de Ist Airlanding Light Regiment Royal Artillery had enige jaren daarvoor verteld dat hij het was die zijn 22 set daar had begraven. Volgens John Lee was dat echter bij de stenen paal aan de zuidkant van de weg. Toen de radio gevonden werd, schreef hij in 1994 aan wijlen Ed van Dam: “Natuurlijk ben ik gefascineerd door het verhaal van de 22 set. Er was slechts één set in dat gebied en die kwam van mijn jeep. Ik gebruikte een loopgraaf ten zuiden van de wegkruising. Of er ook één aan de noordkant was, herinner ik mij niet. Ik weet zeker dat ik de set begroef onder in de loopgraaf aan de zuidkant van de weg. De naam Whelan zegt me wel iets maar ik kan hem niet voor de geest halen. Mijn Gun Position Officer, luitenant Tom Barton, denkt dat het een van onze mensen was. Ik ben benieuwd waar de informatie vandaan komt dat Robert Whelan de set begroef en hoe die aan de andere kant van de weg kwam. Van mijn kant denk ik dat het een mysterie blijft”. (W.Boersma)

De restauratie van de gevonden radioset WS 22
Kort na het opgraven van de in het bovenstaande artikel genoemde radioset, kwam die in bezit van het Airborne Museum, waar het apparaat eerst moest drogen in een verwarmde ruimte. Daarna werd begonnen met de restauratie. De voorkant werd gedeeltelijk bewerkt met anti-roest omdat de corrosie alles had aangevreten. Het aluminium en het koper hadden kontaktcorrosie veroorzaakt, waardoor het aluminium deels vergaan was. Na behandeling met

De gerestaureerde 22 radioset die bijna 50 jaar na de Slag om Arnhem werd opgegraven op de hoek van de Kneppelhoutweg en de Hoofdlaan in Oosterbeek. (foto: R. Boekhorst)

het anti-roestmiddel kwam er weer beweging in de meeste bedieningsknoppen van het toestel. Op de meter was het jaartal 1942 nog duidelijk leesbaar. Nadat de radioset uit zijn kast was gehaald, bleek dat hij nog geheel kompleet was. De aanslag van roest en corrosie werd verwijderd. Om de lampen van het toestel zat een laag vuil van ongeveer een cm. dik. Door deze voorzichtig te frezen, konden de buizen uit hun houders gehaald worden. Na reiniging werden ze weer teruggeplaatst. De bekabeling was nog grotendeels intakt. De kast werd geheel roestvrij gemaakt. Een deel hiervan was weggeroest, terwijl hij bij het uitgraven waarschijnlijk extra beschadigd is. Aan de bovenzijde kan men nu het inwendige van het toestel zien. Aan de buitenzijde is nog de originele kleur zichtbaar. Alle webbing draagbanden zijn weggerol.
Hoewel het Airborne Museum in het bezit is van bijna alle typen radiosets die tijdens de Slag om Arnhem zijn gebruikt, is dit de enige originele set waarvan de herkomst bekend is. (Roland Boekhorst, behoudsmedewerker Airborne Museum)

In een lange kolonne van meer dan 100 oude militaire voer-tuigen worden de veteranen op zondag 19 september 1999 door de dorpen van de gemeente Renkum rondgereden, (foto: Berry de Reus)

Uit archief en bibliotheek
De eerste aflevering van deze rubriek heeft tot onder¬werp het kleinste archiefstuk in het museum. Het is een met potlood geschreven opdracht van brigade generaal P.H.W. Hicks, commandant van de le Luchtlandingsbrigade, die op 17 en 18 september 1944 rond Reyerscamp landde en die bestond uit Ist Battalion The Border Regiment, 2nd Battalion The South Staffords en 7th Battalion The King’s Own Scottish Borderers.
Het Ist Border Battalion nam stellingen in aan de westzijde van wat de Perimeter zou worden. Het was de enige eenheid die dit deed volgens het oorspronkelijke operatiebevel. Van noord naar zuid lagen van de Sonnenberglaan tot de toenmalige gasfabriek in het Benedendorp de A, C, D, en B compagnieën met HQ compagnie en het bataljons hoofdkwartier aan de Van Lennepweg. Het hoofdkwartier van de D compagnie was gevestigd in de lange boerderij halverwege de Van Borsselenweg.
Op 25 september kreeg Corporal Alan Fisher van D compagnie opdracht orders te verkrijgen van het bataljons hoofkwartier. Onwetend van de plannen tot het terugtrekken van de divisie over de Rijn, kreeg hij een briefje mee van brigade generaal Hicks. Onderweg terug naar zijn compagnie kreeg hij een mortierbombardement te verduren, dat hem belette zijn compagniescommandant te bereiken. Wel trof hij een aantal militairen van zijn eenheid, die hij mee terugnam. Korporaal Fisher wist over de Rijn te komen maar de rest van D Compagnie, onwetend van de terugtocht, werd gevangen genomen. Later schonk Korporaal Fisher het briefje aan het Airborne Museum. Het is op slecht papier geschreven en het schrift is vaag, te slecht om te reproduceren. De tekst luidt: ‘Coy: Monument 21.00, P. Hicks, 25-9′. Bedoeld wordt het monument voor mevrouw ’LLM. Kneppelhout, geboren Van Braam, en wijlen haren onvergetelijken echtgenoot. Het dankbare Oosterbeek’, te vinden aan de westzijde van de Hoofdlaan op de Hemelse Berg. Hicks bedoelde met het briefje dat de D compagnie zich op 25 september om negen uur ’s avonds moest verzamelen bij het monument om vervolgens over de Rijn terug te trekken. Het origineel is na afspraak met A. Groeneweg op het museum te bezichtigen.(A. Groeneweg)

Website Airborne Museum
Http//www.airbornemuseum.com is het adres van de site van het Airborne Museum op internet. Sinds een paar maanden zijn Mr. J. van Slooten, Peter Klaassen en Berry de Reus bezig met de opzet van deze website. In eerste instantie zal die informatie bevatten om het museum te promoten. Men kan ‘surfen’ naar een eenvoudige presentatie waarin de alge¬mene gegevens zoals openingstijden, toegangsprijzen, etc. vermeld worden. Ook bevat de site een fotopagina waarin enkele opnamen van het museum en van diorama’s te zien zijn. Door een van de zgn. ’thumbnails’ aan te klikken kan een foto ook op groot formaat met een hoge resolutie ‘opgehaald’ worden. Verder is een jaaroverzicht opgenomen van de aktiviteiten in en rond het museum. Het is de bedoeling dat in de toekomst de site verder wordt uitgebouwd met berichten over bijzondere voorwerpen in het museum en met een overzicht van het assortiment van de museumwinkel. Deze kunnen dan eventueel via internet besteld worden. De presentatie zal verder worden verfraaid met ‘links’ naar andere sites. Voor informatie en inlichtingen over allerlei zaken kan men ook gebruik maken van het e-mail adres van het museum: hartenstein@wxs.nl. (Berry de Reus)

‘Red Berets and Red Crosses’
Onder bovenstaande titel verscheen op 3 september jl. een prachtig uitgevoerd boek over de medische dienst van de lst Airborne Division tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd geschreven door ons Engelse lid Niall Cherry (40), die gedurende een groot aantal jaren onderzoek heeft gedaan naar dit onderwerp. Captain (Retd) Peter H, Starling, Curator van het Army Medical Services Museum in Aldershot schreef over dit nieuwe standaardwerk: “Er zijn veel boeken geschreven over de Airborne Forces’ gedurende de Tweede Wereldoorlog, maar slechts enkele vertellen het verhaal van de mannen van de Airborne Medical Services. Nu is er eindelijk een boek waarin het com¬plete verhaal van een deel van deze medische dienst, die van de Ist Airborne Division, wordt beschreven. Het beslaat de gehele periode van het begin van de oorlog tot de opheffing van lst Airborne Division in november 1945.
Vanaf het begin van de oprichting van de luchtlandings-troepen was er behoefte aan medisch personeel, niet alleen om met de gevechtstroepen mee te gaan, maar ook om intensief deel te nemen aan de ontwik-keling van deze nieuwe strijdkrachten. Dit hield ook in het uitproberen van verschillende typen vliegtuigen en soorten uitrusting en hun effect op het menselijke lichaam.
Kolonel A. Austin Eagger OBE was de eerste hoge medische officier die werd ingedeeld bij de divisie en kort daarop volgde Kapitein T.R.B. Courtney, die zijn assistent werd. Deze twee officieren kunnen worden beschouwd als de oprichters van ‘Airborne Medical Services’, toen nog Royal Army Medical Corps (RAMC) geheten. De auteur van dit boek neemt ons mee naar die begintijd, die o.a. werd gekenmerkt door problemen met het transport van troepen door de lucht, het probleem van luchtziekte waaraan 80% van de glidertroepen leed, hel gebrek aan lichtgewicht uitrusting, en het zoeken naar transportmiddelen om na de landing brancards te vervoeren.
Niall Cherry interviewde meer dan zeventig veteranen van de medische onderdelen van de divisie, en hun herinneringen zijn verwerkt in de beschrijvingen van deze begintijd.
Het duurde niet lang voordat leden van hel Royal Army Medical Corps in aktie kwamen. Dat was in februari 1942 bij de aanval op het radarstation bij Bruneval op de Franse westkust. De daarop volgende operaties in Noord-Afrika, Sicilië en Italië worden in het boek gedetailleerd behandeld en we lezen over de persoonlijke ervaringen van leden van het RAMC en de moeilijkheden waarmee ze te maken kregen wanneer zij probeerden hun gewonde kameraden te helpen.
De grote kracht van dit boek ligt in het verslag dat wordt gegeven van het werk van de medische eenheden gedurende de Slag om Arnhem. Dit aspekt is nooit eerder in zo’n detail behandeld. Persoonlijke verhalen van leden van de medische dienst worden afgewisseld met verslagen uit de officiële rapporten. Het grootste deel van de slag vond plaats in en rond het gebied waarin de hospitalen van de divisie lagen. De verband plaatsen en hospitalen waren afwisselend in Britse en Duitse handen en lagen met grote regelmaat onder vuur van de artillerie en van lichtere wapens. Toen de beslissing werd genomen om de restanten van de lst Airborne Division terug te trekken, kregen de medische eenheden de opdracht achter te blijven met de gewonden. Voor hen volgde krijgsgevangenschap en ook hieraan wordt in het boek aandacht besteed. Het laatste hoofdstuk gaat over de inzet in Noorwegen, de Duitse overgave en tot slot de opheffing van de eenheden.
Het boek, dat is geïllustreerd met meer dan honderd foto’s (waarvan vele hier voor het eerst worden gepubliceerd), kaarten en tabellen, kan worden beschouwd als een zeer belangrijk en waardevol naslagwerk. De auteur, die zelf bij het Royal Army Medical Corps diende, mag worden gefeliciteerd met dit prachtige stuk werk.” Tot zover Captain Peter Starling.
‘Red Berets and Red Crosses’ werd uitgegeven door Robert Sigmond in Renkum en het werd gedrukt bij Veenman Drukkers in Ede (ISBN: 90-804718-1-X). In Nederland is het boek verkrijgbaar bij het Airborne Museum en bij een aantal lokale boekhandels. Prijs f 49,50. In Engeland wordt het verkocht bij het Army Medical Services Museum in Aldershot en bij het Border Regiment Museum in Carlisle Castle. De prijs is daar 17.95 Engelse Ponden.

Niall Cherry, auteur van het boek ‘Red Crosses and Red Berets’ poseert voor ‘De Tafelberg’ in Oosterbeek met de helm van Corporal Ken Holdsworth, van het 181 Airlanding Field Ambulance, die daar in ‘1944 gewerkt heeft. (foto: R. Voskuil)

‘Door de lens van De Booys’
Vorig jaar werd in het Gemeentearchief in Arnhem een tentoonstelling gehouden van werk van de bekende Arnhemse fotograaf PJ. de Booys.

Tijdens de ‘Farewell Parade’ op zondagmiddag 19 september 1999 marcheren de veteranen onder luide toejuichingen van de burgerij van het Airborne Museum naar het Gemeentehuis.
(foto: Berry de Reus)

Staande in een jeep leidt Brigadier Mike Dauncey de Farewell Parade.
(foto: B. de Reus)

De aanleiding was zijn 100e verjaardag. Nu is er, mede als gevolg van de vele positieve reakties op die expositie, een zeer interessant boek verschenen, getiteld ‘Door de lens van De Booys, Een Arnhemse reportage 1944- 1954′. Het werd samengesteld door drs. P.R.A. van Iddekinge. Fotograaf De Booys verwierf vooral bekendheid door de koelbloedige wijze waarop hij in de herfst van 1944, toen Arnhem op last van de Duitsers was geëva¬cueerd, de plundering van de stad heimelijk in tien¬tallen foto’s vereeuwigde. Als de Duitsers hadden gemerkt dat hun wandaden op de gevoelige plaat werden vastgelegd, dan had De Booys dit zeker met de dood moeten bekopen.
Deze fascinerende foto’s van de plundering en die van de evacuatie geven ons een indringend beeld van de situatie in Arnhem in het najaar van 1944. Wanneer in april 1945 de bevrijding begint, is De Booys in Velp, waar hij de intocht van de geallieerde troepen in een serie foto’s vastlegt. Na de bevrijding keert De Booys terug naar Arnhem. Hij fotografeert de enorme verwoestingen in de stad en omgeving, en laat zien hoe de bewoners trachten weer een normaal bestaan op te bouwen. In de jaren na de oorlog legt hij de wederopbouw van de stad op foto’s vast, evenals allerlei festiviteiten.
Uit de duizenden foto’s die De Booys maakte, heeft de samensteller er voor het boek 212 geselekteerd. Het resultaat is een fascinerend beeld van een van de meest bewogen periodes uit de Arnhemse geschiedenis. ‘Door de lens van De Booys’ telt 160 pagina’s en werd uitgegeven bij Matrijs in Utrecht. Prijs f 39,95.

‘Capture at Arnhem’
In de serie Military Memoirs/World War II verscheen in Engeland het boek ‘Capture at Arnhem, A Diary of Disaster and Survival’, door Captain H.R. Roberts. Tijdens de Slag om Arnhem was hij als luitenant plaatsvervangend commandant van het ‘Advanced Worshop Detachment’ van de ‘Ist Airborne Divisional
Workshop, Royal Electrical and Mechnical Engineers’. Harry Roberts werd op 18 september 1944 direkt na de landing op landingszone ‘Z’ ten zuiden van de spoorlijn Amhem-Ede getroffen door Duits mitrail- leurvuur. Hierdoor heeft hij van de eigenlijke slag en de inzet van de REME niets meegemaakt. In zijn boek geeft Roberts zijn persoonlijke belevenissen weer, eerst als gewonde tijdens de slag en daarna als krijgsgevangene in Duitsland. Als gewonde werd hij via Wolfheze naar Hotel Vreewijk in Oosterbeek gebracht. Na de slag ging hij via Apeldoorn naar Stalag XIB in Duitsland. Aanvankelijk had hij zijn rang geheim gehouden, maar later werd hij toch overgebracht naar een kamp voor officieren, Oflag IX A/Z bij Rotenburg.
Zijn boek is hoofdzakelijk gebaseerd op het dagboek dat hij heeft bijgehouden tot 18 april 1945, de dag dat hij bevrijd werd. Zijn verhaal geeft een goede indruk van de lotgevallen van de meer dan 6000 Britse krijgs-gevangenen na de Slag om Arnhem. Roberts beschrijft het dagelijkse leven in de hospitalen en de kampen. Eten is een belangrijk onderwerp, en hij beschrijft o.a. hoe hij kans ziet zijn rantsoen aan te vullen door kon¬takten met de burgerbevolking. Roberts sluit zijn boek af met een verslag van de 16 dagen durende gedwon¬gen mars door Duitsland, zijn bevrijding door Amerikaanse troepen en zijn terugkeer naar huis. ‘Capture at Arnhem’ laat eens een andere kant zien van de Slag om Arnhem. Tijdens de expositie ‘Bevrijders achter Prikkeldraad’ in 1998 in het Airborne Museum, bleken er veel meer ongepubliceerde verhalen van en over krijgsgevangenen te bestaan dan vermoed werd.
In 1992 overleed Roberts en zeven jaar na zijn dood heeft zijn vrouw zijn manuscript als boek kunnen uitgeven. ‘Capture at Arnhem’ is in een paperback editie uitgegeven bij de The Windrush Press, Moreton-ln-Marsh, Gloustershire (ISBN 1 900624 27 3). Het boek telt 148 pagina’s en is geïllustreerd met foto’s en een kaart. Het is verkrijgbaar in het Airborne Museum en kost f 35,-. (W. Boersma)

Videofilm
Op het moment wordt gewerkt aan een videofilm over de herdenkingen op de Ginkelse Heide en in Driel. De film volgt met name de veteranen die dit jaar sprongen. Voor deze herdenkingsfilm wordt ook gebruik gemaakt van materiaal van TROS-TV en TV-Gelderland. Het eind van de video bevat beelden van de kranslegging in Driel.
Wie belangstelling heeft voor deze professionele video moet binnen 14 dagen schrijven naar C.C. van den Bosch, Utrechtseweg 173, 6812 AC Arnhem. Bij voldoende belangstelling zal de film naar verwachting begin volgend jaar beschikbaar zijn- voor ca. 25 gulden. (C. van den Bosch)

Unieke herdenkingspenning
De organiserende comités van respectievelijk de Airborne Wandeltocht, de Pegasus Wandeltocht en de Capitulatie Bevrijd ings tocht hebben een zgn. ‘Bevrijdingswandelpaspoort’ gepresenteerd. Met dit wandelpaspoort wordt de mogelijkheid geboden om in het bezit te komen van een herinneringspenning ‘Wageningen Bevrijdingsstad 2000’. Loopt men in de periode van 4 september 1999 tot en met 12 mei 2001 elk van de bovengenoemde tochten een keer, dan kan men een stempeltje in het paspoort sparen. Heeft men de drie stempeltjes, dan komt men in aanmerking voor een herinneringspenning. (B. de Reus)

Een Brencarrier was een van de oude militaire voertuigen die door de vereniging ‘Airborne Battle Wheels’ tijdens de herdenking aan het publiek werd getoond. (foto: Berry de Reus)

Laatste deel ‘Blik Omhoog’ verschenen
Op 17 september jl. verscheen het vierde boek van de door ons lid Cor Janse geschreven serie ‘Blik Omhoog’, over de oorlogsgeschiedenis van Wolfheze en de Zuid-Veluwe. Dit Supplement deel (‘S’) bevat naast een uitgebreid register met 3100 persoons- en ruim 900 plaatsnamen allerlei aanvullingen en toelichtingen bij de eerder verschenen delen. Een van de onderwerpen die wordt behandeld, is de rol van de Nederlandse SS-ers tijdens de Slag om Arnhem. Boek ‘S’ bevat 144 pagina’s en kost f 25,-. Het is verkrijgbaar bij het Airborne Museum en bij de boekhandelaren in Ooslerbeek.

Gerrit Pijpers onderscheiden
Bestuurslid van de Stichting Airborne Museum, Gerrit Pijpers, is op 19 september jl. onderscheiden in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden. Gerrit Pijpers, die als majoor dient bij de Koninklijke Luchtmacht, heeft zich sinds 1975 ingezet voor de organisatie van tal van aktiviteiten in het kader van de herdenkingen van de Slag om Arnhem. Sinds 1994 is hij als Nederlandse vertegenwoordiger van het Airborne Forces Security Fund organisator van de herdenkingsdienst op de Airborne Begraafplaats. Het bestuur van de Vereniging Vrienden feliciteert Gerrit van harte met deze welverdiende onderscheiding.

‘Point Blank, Open Sights’
Onder bovenstaande titel verscheen op 5 juni jl. een boekje dat de geschiedenis vertelt van de Ist Airlanding Anti-Tank Battery, Royal Artillery. De schrijver, John C. Howe, diende tijdens de oorlog bij dit onderdeel.
Het boekje begint met de gevechten in Frankrijk, de terugtocht via Duinkerken en de heropbouw van de eenheid in Engeland. Nadat de eenheid als Ist Airlanding Anti-Tank Battery bij de Ist Airborne Division is geplaatst, volgen de akties in Noord- Afrika en Sicilië. Het is in feite de eerste eenheid die hun kanonnen per zweefvliegtuig naar het slagveld vervoert. Na terugkeer in Engeland komt de Ist Anti- Tank Battery bij de Ist Parachute Brigade. In septem¬ber 1944 nemen ze deel aan de Slag om Arnhem, waarbij zware verliezen worden geleden. De laatste operatie waarbij ze is betrokken, is de bevrijding van Noorwegen.
Het boekje ‘Point Blank, Open Sights’ telt 118 pagina’s en is geïllustreerd met foto’s en kaartjes en voorzien van een namenlijst en een ‘Roll of Honour’. Het werd uitgegeven bij Hough Publishing, 16 Merrick House, Reigate Road, Reigate, RH2 0QH, England. In Nederland kost het f 35,- en is het te bestellen bij Eugène Wijnhoud, Bernardlaan 41-1, 6824 LE Arnhem, telefoon 0263513100. (Eugène Wijnhoud)

Philip Reinders erelid van de ‘Arnhem Veteran’s Club’
Op de Algemene Ledenvergadering van de Arnhem 1944 Veteran’s Club op 16 september jl. werd ons lid Philip Reinders uit Rheden benoemd tot erelid. Hij kreeg deze onderscheiding voor het vele historische onderzoek dat hij heeft verricht naar onderwerpen met betrekking tot de Slag om Arnhem.

Download

NIEUWSBRIEF No. 57, februari 1995
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (085-340142)

Van de redaktie
Met de herdenking van operatie Market Garden nog vers in het geheugen, worden al weer voorbereidin- gen getroffen voor de volgende grote herdenking, die van de bevrijding van Nederland in mei 1945.
Na het mislukken van de Slag om Arnhem dwongen de Duitsers de bevolking van de zuidelijke Veluwezoom het gebied te verlaten. Vervolgens werd een reusachtige verdedigingslinie aangelegd, onder andere door middel van loopgravenstelsels en onder-
grondse commandoposten, en werd de streek systematisch geplunderd.
Geallieerde beschietingen vanuit het zuiden veroorzaakten nog méér schade dan de gevechten van september 1944. Toen geal- lieerde troepen in april 1945 Arnhem en omgeving binnen- trokken, vonden zij een verwoes- te en lege stad. De bevolking, die de bevrijding noodgedwongen elders had moeten vieren, kon pas in de maanden daarna terug- keren.
In het programma van aktivitei- ten van onze vereniging zullen we dit jaar ook aandacht beste- den aan de bevrijding.

15e Algemene Ledenvergadering
Wij nodigen u uit tot het bijwonen van de 15e Algemene Ledenvergadering, tevens jaarvergade- ring, van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek.
De bijeenkomst wordt gehouden in ZALENCEN- TRUM LEBRET (Lebretweg 51, Oosterbeek, tel. 085- 333168) op zaterdag 1 april a.s., aanvang 14.00 uur. De agenda ziet er als volgt uit:
1. Opening
2. Notulen Algemene Ledenvergadering van 9 april 1994


De conservator van het Airborne Museum, Bern/ de Reus, monteert een originele richt- kijker op de 75mm Pack houwitser in het des- betreffende diorama van het museum. Deze richtkijker, de enige die nog over is van de 24 exemplaren die naar Arnhem werden meege- nomen, is afkomstig uit een partikuliere col- lektie.
(foto Robert Voskuil)

3. Algemeen Verslag 1994
4. Financieel Verslag 1994
5. Verslag Kascommissie
6. Begroting 1995
7. Bestuursverkiezing
8. Benoeming reserve-lid Kascommissie
9. Rondvraag
10. Sluiting
Toelichting bij punt 7 van de agenda.
Aan de beurt van aftreden zijn de heren Chr. van
Roekel en A. Hofman. Beiden stellen zich herkiesbaar.
Volgens artikel 8 van de statuten kunnen leden een tegenkandidaat stellen. Een voordracht hiertoe dient uiterlijk tien dagen voor de vergadering schriftelijk bij de secretaresse, p/a Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek, te wor- den ingediend. Deze moet onder- tekend zijn door minstens tien leden en vergezeld gaan van een bereidverklaring van de kandi- daat, die lid moet zijn van de ver- eniging en meerderjarig.
De financiële stukken zullen u separaat worden toegezonden. Een half uur voor de aanvang van de vergadering zal het verslag van de Kascommissie ter inzage liggen.
Na afloop van de vergadering zal de film ‘De Bevrijding van Nederland’ worden vertoond.
Deze documentaire uit 1945 werd gemaakt door cameramannen van de Canadese Leger Filmdienst.

Algemeen Verslag 1994
We begonnen het jaar met 1127 leden. Gedurende 1994 zegden 15 personen hun lidmaatschap op, overleden acht leden, en werden 20 wanbetalers afgevoerd. We kregen er 152 nieuwe leden bij, waaronder twee Britse en zes Nederlandse ‘voor-het-leven’. We eindigden het jaar met 1236 leden.
Door overlijden ontvielen ons de dames H. van der Vlist, J. Klaassen-Opendorp, G.H.A. Gouda Quint en J.F. van Hasselt, en de heren H.P. Veenhuysen, H. van Drumpt, J.W. Regiering en H. Blankenstijn Jr.
De nieuwe vormgeving van de Nieuwsbrief voldoet zeer goed. Er verschenen weer vier nummers met bij-behorende Ministories. Nummer 56 was in verband met de 50e herdenking van de Slag om Arnhem voorzien van een kleurige voorpagina en had het dubbele aantal bladzijden dan normaal.


Zaterdag 27 augustus 1994. Na 50 jaar staan weer jeeps klaar om door de tunnel in de spoordijk Arnhem-Utrecht te rijden. In de vorige nieuwsbrief deden we daar verslag van. (foto Berry de Reus)

Door de renovatie van het Airborne Museum moest het al vele jaren door de vereniging verzorgde scholenproject aangepast worden. Er verscheen een nieuwe Nederlandse en Engelse map met op de omslag een bijzondere luchtfoto van de Rijnbrug in Arnhem na de Slag om Arnhem. De 4000 fotovellen die de leerlingen bij hun map krijgen, werden gratis door onze drukker, de firma Linders-Adremo uit Oosterbeek, beschikbaar gesteld. De belangstelling voor ons scholenproject was in 1994 zowel van Nederlandse als van Britse zijde zeer groot. Het blijkt een belangrijk middel om de jeugd voor te lichten over de gebeurtenissen van september 1944.
De belangrijkste schenking die onze vereniging het afgelopen jaar aan het Airborne Museum heeft gedaan, was ongetwijfeld de financiering van het nieuwe diorama van de artillerie-stelling bij de Oude Kerk in Oosterbeek. Op 18 mei vond de officiële overdracht plaats tijdens de heropening van het gerenoveerde en gemoderniseerde museum.
Andere schenkingen aan het Airborne Museum waren een draagbare overheadprojector, bescherm- kappen voor transportabele diorama’s, een Enfield motorfiets en een set originele wielen voor de door de King’s Own Scottish Borderers aangeboden Airborne handkar.
De vereniging ontving de toezegging van f 5000,- voor het scholenproject van de SFMO (Stichting Fondsenwerving Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers). Aan het museum zal door de VW Arnhem, de Zuid- Veluwe & de Liemers, een bedrag van ƒ 10.000,- geschonken worden uit de opbrengst van de verkoop van de telefoonkaarten. Dit bedrag zal eveneens voor het scholenproject worden gebruikt.
Mede in verband met de 50e herdenking werden in
het afgelopen jaar meer propaganda- en verkoop- stands gehouden, o.a. bij de Open Dagen van de Koninklijke Luchtmacht te Leeuwarden, de Heideweek te Ede, de Airborne Fietstocht te Doorwerth, de Verzetsdag te Nunspeet, de Airborne Wandeltocht te Oosterbeek, de Verenigingsmarkt te Oosterbeek, de bijeenkomst van de veteranen in Arnhem, de dropping op de Ginkelse Heide te Ede, de herdenking van de Polen te Driel, de veteranenmars in Arnhem, de Pegasus-wandeltocht in Lunteren en de herdenking van de bevrijding van Vught. De omzet was voor de vereniging en voor het museum meer dan ƒ 25.000,-.
De vereniging zorgt ieder jaar voor een passend geschenk voor de leerlingen die bloemen leggen tijdens de herdenkingsdienst op de Airborne Begraafplaats. Dit jaar ontvingen ze het door de vereniging uitgegeven boekje ‘De Tommies komen’, terwijl de Britse en Poolse kinderen die deelnamen een Pegasus-speldje kregen. Dankzij de sponsoring van de R.Z.R. Zorgverzekeraar uit Doorwerth kon de vereniging tevens alle deelnemende scholen de videoband ‘We’ll see you in September’ aanbieden.
Afgelopen jaar heeft de vereniging zich sterk gemaakt voor de bescherming van schuttersputten uit 1944 die nog aanwezig zijn in het park de Hemelse Berg en op de Bilderberg in Oosterbeek, en op Papendal in Arnhem. Beide gemeenten werd verzocht de putten op hun lijst van beschermde objecten te zetten. De gemeente Renkum reageerde positief en nam maatregelen, de gemeente Arnhem volstond met ons te verwijzen naar de eigenaren van de betreffende gebieden.
Op 18 juni werd een excursie gehouden met als onderwerp de rol van de Ist Airlanding Light Regiment Royal Artillery. Ook werd tijdens de excursie aandacht besteed aan de gevechten op de Paasberg in Oosterbeek. Op 17 december werd een themamiddag gehouden in de Concertzaal in Oosterbeek. Ons lid Marcel Anker hield een lezing over de lotgevallen van de C-compagnie van het 2e Parachutistenbataljon en vervolgens werd de videofilm ‘We’11 see you in September’ vertoond.
Terugkijkend kunnen we concluderen dat 1994 een zeer druk, maar heel succesvol jaar was.
(J.M. de Langen, secretaresse)

Oproep van de Penningmeester
Leden die hun contributie voor het jaar 1995 nog niet hebben betaald, wordt verzocht dit zo spoedig mogelijk te doen. De kosten van een individueel lidmaatschap bedragen ƒ 20,- en van een gezinslidmaatschap ƒ 30,- per jaar. Het gironummer van de vereniging is 44036641.
95.000 mensen bezochten het Airborne Museum
In het vijftigste herdenkingsjaar van de Slag om Arnhem werd het Airborne Museum door 95.000 personen bezocht. Hiervan waren 92.000 betalende bezoekers, terwijl 2000 veteranen en 1000 leden van de Vereniging Vrienden het museum gratis bezochten.
Door de vele publiciteit die aan de herdenkingen is gegeven, is 1994 een topjaar geweest. Alleen al in de maand september werden 22.500 betalende bezoekers geregistreerd, waardoor deze maand de drukste was in de geschiedenis van het museum.

Winkel en depot verbouwd
Als sluitstuk van de algehele renovatie van het Airborne Museum zijn in de maanden november en december van het vorige jaar de winkel en het depot ingrijpend verbouwd. De winkel, die de afgelopen periode tijdelijk was ondergebracht in de nieuwe expositie-ruimte in de kelder, heeft nu een definitieve plaats gekregen naast de garderobe op de begane grond.
De voormalige wijnkelder van Hartenstein fungeert nu als depot. Er zijn voorzieningen aangebracht die voor een goede ventilatie en vochtbeheersing zorgen.

Tentoonstellingen
Van 16 februari tot 19 maart a.s. worden in het Airborne Museum schilderijen en tekeningen geëxposeerd die in september 1994 tijdens de 50e herdenking van de Slag om Arnhem aan het museum zijn geschonken.
Van 6 april tot 1 oktober 1995 wordt in het eerder genoemde gebouw een tentoonstelling georganiseerd met de titel ‘De Bevrijders’. Op deze expositie, die wordt gehouden ter gelegenheid van de 50e herdenking van de bevrijding van Nederland, zullen geallieerde uniformen en uitrustingsstukken uit die periode worden tentoongesteld.

Boekenbeurs
Op 22 april a.s. zal in het Airborne Museum de jaarlijkse boekenbeurs worden gehouden. Op deze beurs zijn tweedehands boeken over de Tweede Wereldoorlog te koop. Gezien de ervaringen van de vorige jaren, wordt ook deze keer een grote toeloop van belangstellenden verwacht.

Zeer zeldzaam boekje geschonken
Onlangs ontving het Airborne Museum van een parti-culier een aantal boeken over de Tweede Wereldoorlog. Bij deze collectie zat een van de meest zeldzame publicaties over de Slag om Arnhem, namelijk het pocketboekje ‘Five Days in Heil’ door Jack Smyth. De auteur, die correspondent was bij het persbureau Reuter, landde op 18 september 1944 met de 4e Parachutistenbrigade op de Ginkelse Heide. Gedurende de gevechten raakte hij gewond en werd krijgsgevangen gemaakt. Het boekje, waarin de auteur overigens niet geheel juist met de historische feiten omgaat, verscheen in Londen in 1956.

Nogmaals het boek ‘Without Tradition’
In de vorige nieuwsbrief vermeldden wij dat het boek ‘Without Tradition – 2 Para 1941-1945’ in Nederland verkrijgbaar is bij mevrouw Pelster te Oosterbeek. U kunt dit boek bestellen door overmaking van ƒ 50,- op girorekening 806504 van mevrouw Pelster, Emmastraat 6, Oosterbeek.


De voormalige gliderpiloot Louis Hagen, auteur van het boekje ‘Arnhem Lift’, staat samen met Ans en Sander Kremer voor het huis Stationsweg no. 8. In september 1944 vocht hij een aantal dagen in en bij dit huis van de familie Kremer in Oosterbeek. In de vorige nieuwsbrief maakten we melding van zijn bezoek in september jl.
(foto Robert Voskuil)

‘ARNHEM, The Battle Remembered’
De 50e herdenking van de Slag om Arnhem heeft geresulteerd in verschillende nieuwe uitgaven over deze strijd. Een daarvan is het boek ‘ARNHEM, The Battle Remembered’ door Robert Jackson. Deze publi- katie behandelt echter méér dan alleen ‘Arnhem’; het geeft een overzicht van de gehele operatie Market Garden.
De auteur begint met een analyse van de militaire situatie in de periode vóór 17 september 1944. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van de verschillende Britse luchtlandings-operaties en van de lessen die daaruit werden geleerd. Dan beschrijft hij het operatieplan van Market Garden, de militaire situatie aan Duitse zijde en de voorbereidende bombardementen.
In de daaropvolgende negen hoofdstukken worden de militaire operaties van dag tot dag beschreven, van zowel geallieerde als van Duitse kant. Veel aandacht wordt ook besteed aan de dagelijkse luchtoperaties, waarbij de rol van de Luftwaffe niet wordt vergeten. Naast het algemene militaire verhaal komen ook enkele ooggetuigen aan het woord.
Ondanks het gecompliceerde karakter van de operatie is de auteur erin geslaagd een duidelijk en makkelijk leesbaar overzicht te geven. Het boek is ruim geïllus-treerd met kaarten en foto’s. Wel moet opgemerkt worden dat een aantal onderschriften helaas onzorg-vuldigheden bevat. Het boek, dat 184 pagina’s telt, is verder voorzien van een lijst met noten en een litera-tuurlijst.
‘ARNHEM, The Battle Remembered’ werd in 1994 uit-gegeven door Airlife Publishing Ltd in Shrewsbury en kost 19,95 pond sterling.

Speciaal nummer van ‘Arnhem de Genoeglijkste’
Het Arnhems Historisch Genootschap ‘Prodesse Conamur’ heeft afgelopen september een speciaal nummer van het tijdschrift ‘Arnhem de Genoeglijkste’ uitgegeven met artikelen over de periode rond september 1944.
In deze uitgave schrijft W.H. Tiemens over Tex Banwell en over Hendrika van der Vlist, A.S. Stempher over ‘Een bijzonder weekeinde in september 1944’, G.H. Maassen over de ‘Poolse para’s op de Johannahoeve, dinsdag 19 september 1944′, F.R. Ranft over ‘Contacten in oorlogstijd’, P.R.A. van Iddekinge over de Arnhemse brug en A.S. Stempher over de evacuatie van Arnhem.
Exemplaren van dit speciale nummer zijn nog ver-krijgbaar door ƒ 5,- over te maken op postbanknummer 88.44.35 van de penningmeester van het Arnhems Historisch Genootschap te Arnhem onder vermelding van ‘Arnhem de Genoeglijkste, september 1994’.


Afgelopen september werd een plaquette aangebracht op de muur van het Belastingkantoor bij de Rijnbrug in Arnhem, ongeveer op de plaats waar luitenant-kolonel John Frost in september 1944 zijn hoofdkwartier had.
(foto Berry de Reus)

Tegenvallende ‘Tegenslag’
Eigenlijk wil ik het helemaal niet, maar als een van de redacteuren van de Nieuwsbrief voel ik het toch als mijn plicht om de lezers te wijzen op het verschijnen van een ander nieuw boek over de Slag om Arnhem. Het is al een tijd geleden dat Bert Kerkhoffs uit Arnhem meende maar weer eens wat te moeten neerpennen over september 1944. Hij vond zowaar nog een uitgever ook, en het boek verscheen onder de titel ‘ARNHEM 1944 – Slag van de TEGENslag’.
Kerkhoffs is een van de mensen die niet gebukt gaan onder veel kennis van de gebeurtenissen van 50 jaar geleden, en de publikatie staat dan ook vol onzin, fan-tasieverhalen, irrelevante feiten en, het ergste van alles, leugens. Ik zal enkele voorbeelden noemen. De auteur beweert na de oorlog met de voormalige Höhere SS- und Polizeiführer Hanns Albin Rauter te hebben gesproken, en als bewijs daarvoor publiceert hij een stuk tekst dat door de oorlogsmisdadiger eigenhandig werd geschreven. Dit stuk is echter gejat uit de collectie Boeree die in het Gemeentearchief Arnhem berust. Boeree heeft namelijk met Rauter gesproken en niet Kerkhoffs!
Ook de Poolse generaal Sosabowski is door de schrijver naar eigen zeggen in 1949 geïnterviewd: ‘Een …. militair met donkere ogen en een borstelige snor’. De generaal had echter in september 1944 wel, maar vijf jaar later géén snor! Heeft Kerkhoffs zelf met Sosabowski gepraat? Welnee, net zomin als met Rauter en Eisenhower (ook die beweert Kerkhoffs te hebben gesproken).
Over de Polen die op 21 september 1944 bij Driel land-den, schrijft Kerkhoffs: ‘bij Driel beschieten … Engelsen de Poolse parachutisten … omdat ze andere uniformen en baretten dragen’. Bij Driel waren echter geen Engelsen (en ook geen andere Britten trouwens). Bovendien waren de Poolse uniformen exact gelijk aan de Britse, en de Polen droegen op dat moment, heel begrijpelijk, NIET hun grijze baretten, maar helmen.
Het fraaist is Kerkhoffs’ geleuter over ‘Amerikaanse bedienaren van de radio-apparatuur van de 1ste Britse luchtlandingsdivisie’, die na 50 jaar onderzoek, ondanks hulp van ‘Collega’s in Amerika, Engeland, Canada en Polen’ onvindbaar zijn en blijven. De Arnhemse journalist in ruste heeft weer eens heel in de verte een klok horen luiden, maar hij heeft geen flauw benul waar de klepel hangt. Amerikaanse radioteams zijn inderdaad betrokken geweest bij de gevechtshandelingen, maar zij hadden niets van doen met de reguliere Britse verbindingstroepen. Waarom zij hun eigen specifieke taken niet konden uitvoeren, staat onder meer te lezen in “Calling ‘Sunray’! – de verbindingen tijdens de Slag om Arnhem, september 1944”, de brochure die werd samengesteld voor de gelijknamige tentoonstelling in het Airborne Museum ‘Flartenstein’ (1991). De namen van deze Amerikanen zijn bekend.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Overigens wil ik (als gemeentearchivaris van Renkum) graag met Kerkhoffs discussiëren over zijn boek, maar hij weigert dat onder het motto dat ik de oorlog niet heb meegemaakt… Evenzo heeft de Arnhemmer geen zin om door de gemeentearchivaris van de Gelderse hoofdstad over zijn publicatie aan de tand te worden gevoeld. Waarom is wel duidelijk.
Laat ik eindigen met de constatering dat bij geen enkele foto in het boek een bronvermelding is opgenomen. Dat zegt meteen al voldoende over het niveau van het geschrevene, de auteur en de uitgever.
Kortom, niet kopen het boek. Als u het toch koopt, lees het dan niet, maar zet het meteen in de boekenkast. Mocht u in de verleiding komen toch kermis te nemen van de inhoud, hecht er dan vooral geen waarde aan! (Geert Maassen)

 

Download

 

 

Nieuwsbrief no. 58, mei 1995
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (085-340142)

Van de redactie
Met het uitgeven van de Nieuwsbrief, die vanaf dit nummer wat extra ‘kleur’ heeft gekregen, proberen we de leden van de Vereniging Vrienden op de hoog- te te houden van het reilen en zeilen van de vereni- ging en het Airborne Museum, en van wetenswaar- digheden over de Slag om Arnhem.
In het algemeen heeft de redactie ruim voldoende kopij voor ieder nummer, maar dat betekent niet dat u niet zou kunnen meewerken aan de nieuwsbrief. Mocht u nieuws, opmerkelijke gegevens of vragen over bepaalde aspecten van de gevechtshandelingen
in september 1944 hebben of beschikken over inte- ressante foto’s met betrek- king tot de vereniging, het museum of de slag, dan kunt u deze te allen tijde naar de redactie opsturen voor plaatsing.

Excursie naar Duitsland
In het kader van de 50e herdenking van de bevrij- ding van Nederland orga- niseert de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum dit jaar een excursie naar het gebied rond Hamminkeln in Duitsland.
Bij deze tocht, die wordt gehouden op zaterdag 27 mei a.s., zullen de lucht-
landingen van de 6e Britse Airborne Divisie op 24 maart 1945 in dit gebied centraal staan. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de landingen van de 17e Amerikaanse Airborne Divisie en aan de ‘Rhine Crossing’ operaties bij Wesel.
Het programma voor deze dag ziet er als volgt uit:

Na de opening van de tentoonstelling ‘De Bevrijders’ op 5 april jl„ schenkt de voorzitter van de Stichting Airborne Museum, drs. j.W.A.M. Vertinden, een exemplaar van de vlag ’50 jaar bevrijding’ aan de Canadese militaire attaché, kolonel F.K. Laforge.
(foto Berry de Reus)

09.00 uur: vertrek per bus vanaf het parkeerterrein voor de Goede Herderkerk (naast Brasserie Kleyn Hartensteyn) aan de Utrechtseweg in Oosterbeek.
10.00 uur: aankomst in Hamminkeln. Koffie en vertoning van de documentaire ‘Operation Varsity’.
11.00 uur: begin excursie door het gebied bij Hamminkeln en Wesel.
13.00 uur: lunch.
14.00 uur: vervolg excursie.
16.00 uur: aanvang terugreis naar Oosterbeek. 17.00 uur: aankomst in Oosterbeek.
De tocht wordt geleid door de heer J. Nitrowski uit Hamminkeln, die een grondige studie heeft gemaakt van de luchtlan- dingen in dit gebied.
De voertaal tijdens deze excursie is Duits, met even- tuele samenvattingen in de Engelse taal.
U kunt zich opgeven door overschrijving van ƒ 62,50 op postbankrekening 4403641 t.n.v. de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum in Oosterbeek, onder vermel- ding van ‘excursie’. Hiervoor krijgt u de bus- excursie, de koffie en de lunch in Hamminkeln en een uitgebreide, geïllus- treerde gids.
Het maximale aantal deelnemers dat mee kan, bedraagt 50. Aanmeldingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst van het inschrijfgeld. De sluitingsdatum voor de inschrijving is 17 mei. Dus als u interesse heeft, maak dan meteen het geld over. Degenen die zich aanmelden en wel of niet meekunnen, ontvangen tijdig bericht van de penningmeester.

Waarom een excursie naar Hamminkeln?
Het bestuur van de Vereniging Vrienden organiseert dit jaar een excursie naar het gebied bij Hamminkeln in Duitsland, waar op 24 maart 1945 de laatste grote luchtlandings-operatie uit de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Er zijn twee redenen om dit gebied als onderwerp te kiezen.
In de eerste plaats willen we met u nagaan hoe men bij de planning en uitvoering van deze luchtlandings-operatie de fouten die bij Arnhem waren gemaakt, trachtte te vermijden. Degenen die op de hoogte zijn van het verloop van de Slag om Arnhem, zullen bij de bestudering van de luchtlandingsoperatie ‘Varsity’ stuiten op beslissingen, die als ze ook in september 1944 waren genomen, waarschijnlijk een heel ander verloop van Operatie Market Garden tot gevolg zouden hebben gehad.
Een tweede reden voor deze excursie houdt verband met het feit dat we dit jaar herdenken dat ons land 50 jaar geleden werd bevrijd. Niet aan iedereen is het verloop duidelijk van de militaire acties die uiteindelijk leidden tot de bevrijding. Daarom is het interessant om de gebieden te bezoeken die zo’n grote rol hebben gespeeld in deze militaire operaties. Immers, Nederland is in het voorjaar van 1945 bevrijd door troepen die opereerden vanuit de streek die we zullen bezoeken. Zij maakten deel uit van een enorme legermacht die, onder het opperbevel van generaal Dwight D. Eisenhower, in een gigantische veldtocht langs een frontlijn vanaf het Zwarte Woud tot Nederland, Europa bevrijdde van de Duitse onderdrukking. Bij deze operatie waren maar liefst 9 geallieerde legers betrokken en leverden 87 divisies verbitterde gevechten. Het is goed om in een periode dat we onze bevrijding herdenken, door middel van een excursie eens stil te staan bij deze enorme krachtsinspanning. (Chris van Roekel)

Ledenlijst
Van de leden die hebben gereageerd op de oproep om hun naam en interessegebied aan ons op te geven, is nu een lijst samengesteld. Dit overzicht is bij deze nieuwsbrief ingesloten. Degenen die alsnog op deze lijst willen worden vermeld, kunnen zich schriftelijk opgeven.
Tentoonstelling ‘De Bevrijders’
Op 5 april jl. werd in het Airborne Museum ‘Hartenstein’ door kolonel F.K. Laforge, militair attaché bij de Canadese ambassade, de tentoonstelling ‘De Bevrijders’ geopend. Deze expositie toont uniformen en uitrustingsstukken van de verschillende geallieerde legeronderdelen die in de periode 1944/1945 deelnamen aan de bevrijding van Nederland. Vanaf 12 september 1944 tot 5 mei 1945 vochten geallieerde strijdkrachten van de Verenigde Staten van Amerika, Canada, Groot-Brittannië, Polen, België, Frankrijk, Nederland en Noorwegen op Nederlands grondgebied. Ruim 13.000 militairen verloren hun leven voor onze vrijheid.
De expositie in het Airborne Museum duurt tot en met 31 oktober van dit jaar.

Vernieuwd Scholenproject gepresenteerd
Bij de opening van de tentoonstelling ‘De Bevrijders’ werd tevens het eerste exemplaar van het vernieuwde Scholenproject gepresenteerd door de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Dit gebeurde door de samensteller, Chris van Roekel, die de eerste exemplaren overhandigde aan de voorzitters van de Stichting Airborne Museum en van onze vereniging.
Het vernieuwde scholenproject is mede mogelijk gemaakt door de opbrengst van de telefoonkaartenactie van de VVV Arnhem, de Zuid-Veluwe & de Liemers, afgelopen jaar.

5 april 1995. Chris van Roekel, samensteller van het Scholenproject, overhandigt de eerste exemplaren van de nieuwste editie aan de voorzitter van de Vereniging Vrienden, drs. ]. Smits (links) en aan de heer Vertinden, voorzitter van de Stichting Airborne Museum (midden), (foto Berry de Reus)

Zeer bijzondere persberichten geschonken
Het Airborne Museum ‘Hartenstein’ is in het bezit gekomen van een aantal originele getypte en handgeschreven persberichten uit de Slag om Arnhem. Vijftig jaar zijn ze in het bezit geweest van de veteraan Butcher, die in september 1944 als telegrafist was ingedeeld bij het Public Relations Team dat met de Eerste Britse Airborne Divisie naar Arnhem ging. Toen Butcher in september 1994 naar Arnhem kwam voor het bijwonen van de herdenkingen, schonk hij de persberichten aan zijn gastheer, de heer Krijger uit Oosterbeek, die ze op zijn beurt overdroeg aan het Airborne Museum.
De persberichten werden geschreven door de corres-pondenten Alan Wood, Marek Swiecicki en Guy Byam. Voordat de teksten naar Engeland werden getelegrafeerd, werden ze gecensureerd door kapitein Brett en luitenant Williams. Hun handtekeningen, samen met de aantekening ‘Passed for publication’ staan op de berichten. De persberichten zijn opgenomen in het archief van het museum.


Tijdens de afgelopen september-herdenking voorzag een bewoner van de Beneden-Weverstraat in Oosterbeek zijn in de oorlog beschadigde hek van een, helaas lijdelijk, bordje, (foto’s Robert Voskuil)

In memoriam Marek Swiecicki
Op 11 augustus 1994 overleed in de Verenigde Staten van Amerika de voormalige oorlogscorrespondent Marek Swiecicki. Hij schreef het eerste boek over de Slag om Arnhem, getiteld ‘With the Red Devils at Arnhem’, dat verscheen in november 1944. Van het boek, waarvoor generaal R.E Urquhart het voorwoord schreef, verschenen al spoedig een Poolse en een Nederlandse vertaling. Laatstgenoemde is getiteld ‘Roode Duivels in Arnhem’.
Swiecicki werd geboren in Odessa in 1915. Hij groeide op in de provicie Wolyn in Oost-Polen. Na zijn afstuderen aan de universiteit van Warschau in 1937, vond hij werk bij het Poolse Telegrafie Agentschap. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was hij in Parijs. Hij nam dienst in het Poolse leger in Frankrijk en na de val van dat land ging hij in Groot-Brittannië werken bij de Poolse afdeling van de BBC.
Als correspondent van het Poolse Ministerie van Voorlichting, dat in ballingschap in Londen zetelde, maakte hij deel uit van het Poolse liaison-team bij het hoofdkwartier van de le Britse Airborne Divisie. Op 18 september 1944 landde hij in een zweefvliegtuig ten westen van Wolfheze. Spoedig daarna nam hij zijn intrek in hotel Hartenstein, dat vervolgens als uitvals-basis diende voor zijn dagelijkse werkzaamheden als oorlogscorrespondent.
Na de Slag om Arnhem werkte Swiecicki als persofficier voor generaal Anders, commandant van het Poolse 2e Corps in Italië. Toen onderdelen van de le Britse Airborne Divisie in mei 1945 naar Noorwegen gingen, was hij daarbij. Na zijn demobilisatie werkte hij eerst als redacteur voor de krant ‘POLISH DAILY’ in Londen, waarna hij journalist werd voor Radio Free Europe. In 1950 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij medewerker werd van de Poolse sectie van het radio-station de ‘Voice of Amerika’. Hij had daar zijn eigen programma tot zijn pensionering in 1993.
(George F. Cholewczynski)

Jaarlijkse glider-landingen op video
‘On The Same Spot’ is de titel van een nieuwe videoband over de landingen van zweefvliegtuigen tijdens de afgelopen vijf herdenkingen van de Slag om Arnhem. Óp 22 september 1990 vond op initiatief van de Oosterbeker Luuk Buist de eerste vlucht plaats, om daarmee de rol van het Glider Pilot Regiment tijdens de gevechtshandelingen van september 1944 te herdenken. Met medewerking van de lokale zweefvlieg- club werden toen twee voormalige Britse gliderpilo- ten vanaf het vliegveld Terlet bij Arnhem overgevlogen naar hun oorspronkelijke landingsterreinen bij Wolfheze. Deelnemers en genodigden waren zo enthousiast over deze eerste vlucht, dat werd besloten tot en met 1994 ieder jaar een dergelijk evenement te organiseren.
De film toont de voorbereidingen, de vlucht en de lan-dingen van de zweefvliegtuigen op de terreinen bij Wolfheze. Zowel op de grond als in de lucht werden fraaie opnamen gemaakt.Ook de tocht over de weg met oude legervoertuigen waarmee veteranen van en naar de landingsterreinen werden vervoerd, komt uitvoerig in beeld, evenals de kranslegging bij het monument in Wolfheze op 14 september 1994. In het laatstgenoemde jaar kon de glidervlucht overigens wegens de weersomstandigheden niet doorgaan. Het geheel wordt afgewisseld met authentieke beelden uit september 1944.
‘On The Same Spot’ werd geproduceerd door Joop Bal en Luuk Buist. De 30 minuten durende videoband, waarvan zowel een Nederlandse als een Engelse versie werd gemaakt, kan in Nederland worden besteld door overmaking van ƒ 52,50 op bankrekening 3850.31.491 van de RABO bank in Oosterbeek, t.n.v. Bal Bedrijfsvideo. Het gironummer van de bank is 823297.
Vanuit het Verenigd Koninkrijk kan de band worden besteld door het sturen van 20 Britse ponden in een envelop naar Bal Bedrijfsvideo, Rozensteeg 1, 6862 DH Oosterbeek, Nederland. U wordt verzocht geen cheques te sturen.

Het St. Elisabeths Gasthuis in Arnhem gesloten
Na bijna 100 jaar heeft op 22 februari jl. het bekendste ziekenhuis van Arnhem, het St. Elisabeths Gasthuis, definitief haar deuren gesloten.
Tijdens de Slag om Arnhem, toen het midden in de gevechten kwam te liggen, werd het een van de belangrijkste militaire hospitalen. Het 16th Parachute Field Ambulance arriveerde al in de avond van 17 september 1944 in het ziekenhuis en de volgende dagen werden er honderden gewonde Britse en Duitse militairen en burgers opgenomen.
Het is nog niet bekend welke nieuwe functie het gebouw zal krijgen.

“Churchill’s Volunteer”
Binnen de groep van Britse Arnhem veteranen is Mr. Reg Curtis een bekende persoonlijkheid. Bijna altijd is hij aanwezig bij de jaarlijkse herdenkingen van de Slag om Arnhem. Zijn militaire loopbaan, die meer omvat dan alleen ‘Arnhem’, heeft hij nu beschreven in een zojuist verschenen boek getiteld “Churchill’s Volunteer – A Parachute Corporal’s Story”.
Reg Curtis nam in 1937 dienst bij de Grenadier Guards. Hij vocht in Frankrijk in 1940 en wist via Duinkerken naar Engeland te ontsnappen. Daar nam hij dienst bij de Para-Commando’s waarvoor hij een zware training onderging met zeer realistische militaire oefeningen. In november 1942 ging hij met de le Parachutistenbrigade naar Noord-Afrika, waar op verschillende plaatsen verbitterde gevechten werden geleverd. Daarna volgden op 13 juli 1943 de luchtlandingen op Sicilië.
Via Noord-Afrika ging hij vervolgens in november 1943 met zijn eenheid terug naar Groot-Brittannië, waar de le Britse Airborne Divisie in training ging voor de invasie van Europa.
Op 17 september 1944 landde hij met het le Parachutistenbataljon bij Arnhem. Tijdens straatge-vechten in het westelijke deel van Arnhem werd Curtis een dag later ernstig aan zijn been gewond. Hij werd naar het noodhospitaal in Hotel de Tafelberg in Oosterbeek gebracht, waar hij de rest van de slag ver-bleef. Via het St. Elisabeths Gasthuis in Arnhem en hospitalen in Apeldoorn, kwam Curtis uiteindelijk terecht in krijgsgevangenschap in Duitsland, waaruit hij in 1945 door de Amerikanen werd bevrijd.
Al deze episodes beschrijft Curtis op levendige wijze, met oog voor details en niet zonder humor.
“Churchill’s Volunteer” bevat 335 pagina’s en is voorzien van foto’s, tekeningen en bijlagen. Het werd uitgegeven door Avon Books, 1 Dovedale Studios, 465 Battersea Park Road, London SW11 4LR. De prijs (exclusief verzendkosten) bedraagt in Britse ponden: 14.95.

Telefoonkaarten hebben hoge verzamelwaarde

In 1994 bracht de VVV Arnhem, de Zuid-Veluwe & de Liemers in samenwerking met het Airborne Museum ‘Hartenstein’ een set van 4 telefoonkaarten uit met als thema ‘De Slag om Arnhem’. Deze set is nu door de Nederlandse Telefoonkaartenclub gekozen als no. 2 op de lijst van Nederlands mooiste telefoonkaarten. Nummer 1 werd een kaart met een afbeelding van het KLM toestel de ‘Uiver’.
In totaal werden in 1994 in Nederland 900 kaarten uit-gebracht. Het Airborne Museum heeft nog enkele sets van de ‘Slag om Arnhem’
telefoonkaarten in voorraad. De prijs bedraagt ƒ 50,-.
Wordt ‘Who was Who’ herdrukt?
Onze vereniging publiceerde in 1992 het boek ‘WHO WAS WHO during the Battle of Arnhem – The Order of Battle of airborne officers who fought at Arnhem in 1944’. Dit naslagwerk bevat relevante informatie over alle officieren van de Ist British Airborne Division en de Ist Polish Independent Parachute Brigade Group.
Sinds de verschijningsdatum heeft de samensteller, Chris van Roekel, driemaal een lijst met aanvullingen en correcties aan belangstellenden doen toekomen. Door deze lijsten met errata is de publicatie echter niet altijd makkelijk te raadplegen.
Mede daarom en omdat het boekje inmiddels geheel is uitverkocht, denkt het bestuur aan de uitgave van een geheel herziene editie van ‘Who was Who’. Daartoe is het van het grootste belang dat eventuele liefhebbers schriftelijk laten weten of zij hiervoor belangstelling hebben.
Heeft u interesse, laat het dan schriftelijk weten aan de secretaris van de vereniging. Naar aanleiding van het aantal reacties zal het bestuur besluiten of ‘Who was Who’ zal worden herdrukt.

Download

Nieuwsbrief no. 59, augustus 1995
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (085-340142)

50 jaar geleden: de eerste herden- king van de Slag om Arnhem
Op 25 september a.s. zal het 50 jaar geleden zijn dat op de, toen nog in aanleg zijnde, Airborne Begraafplaats in Oosterbeek de eerste officiële herdenkingsdienst van de Slag om Arnhem werd gehouden. De organi- satie daarvan was in Brits/Nederlandse handen, en vond haar oorsprong in een toevallig gesprek tussen de Renkumse (waarnemende) burgemeester, Mr. J. ter Horst, en de bevelhebber van de le Britse Luchtlan- dingsdivisie, generaal-majoor R.E. Urquhart.
Zij besloten dat vervolgens ieder jaar op de 17e sep- tember een dienst zou worden gehouden op het kerk-
hof. Tot op heden is dat het geval geweest, met dien verstande dat de datum na verloop van tijd werd gewijzigd. Het bleef 17 september indien het een zondag betrof; in de overige gevallen werd de Memorial Service op de eerste zondag na de 17e gehouden.
Vanaf de eerste herden- king werden de ‘Pelgrimages’ van de Britse en Poolse gasten naar Arnhem en Oosterbeek gefotograf- eerd door de Arnhemse fotograaf Herman Truin, en de redactie heeft bij dit artikel een van zijn foto’s uit 1945 geplaatst.
Het tweetalige boek ‘We Will Remember Them’ met foto’s van Truin van de eerste 25 herdenkingen (1945-1969) is nog verkrijg¬baar bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’ in Oosterbeek en bij het Airborne Forces Museum in Aldershot. In Nederland bedraagt de prijs ƒ 27,50 voor 126 pagina’s op A4-formaat.


25 September 1945. Schoolkinderen leggen bloemen op graven op het Airborne Kerkhof in Oosterbeek.
(foto Herman Truin)

Excursie naar Hamminkeln zeer geslaagd
Op zaterdag 27 mei jl. maakten 50 leden van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum een excursie naar het gebied rond Hamminkeln in Duitsland, waar op 24 maart 1945 de laatste grote luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Deze ‘Operatie Varsity’ werd een succes, mede door de lessen en ervaringen die waren opge- daan in september 1944, tijdens ‘Operatie Market Garden’.
Om 9.00 uur vertrok de bus vanuit Oosterbeek rich- ting Hamminkeln, waar we een uur later werden ont-
vangen in de ‘Friedeshalle’. Onze loka- le gids, de heer Johann Nitrowski, toonde ons tijdens de koffie de in 1945 gemaakte filmdocu- mentaire ‘Operation Varsity’, waarin de voor- bereidingen en het ver- loop van de operatie worden getoond. Vervolgens gingen we op weg voor onze ‘battle- field-tour’.
Op zeven locaties werd door de heer Nitrowski aan de hand van foto’s en kaarten uitleg gegeven over de gevoerde acties. Er werd o.a. gestopt bij de verschillende drop- pings- en landingszones, het station van Hamminkeln, de brug- gen over de rivier de
Issel, de Rijn bij Wesel en verschillende commando-posten, zoals de boerderijen Stallmannshof en Kopenhof. De lunch werd gebruikt bij Gasthaus Constance nabij het Diersfordter Wald.
Onze chauffeur Rob Grotendorst toonde ons tijdens de tocht menigmaal zijn stuurmanskunst, wanneer er over smalle, bochtige wegen moest worden gereden.
Het operatiegebied is in vijftig jaar, op enige nieuw¬bouw rond de dorpen na, weinig veranderd en de ’toen-en-nu-geïnteresseerden’ konden aan de hand van de meegenomen kaarten en foto’s de gebeurtenis¬sen van 24 en 25 maart 1945 goed volgen.
Deze nieuwsbrief biedt niet genoeg ruimte om inhoudelijk in te gaan op alle facetten van Operatie Varsity, maar voor de belangstellenden kan ik melden dat onze uitstekende gids de heer Nitrowski eind dit jaar of begin volgend jaar een zeer gedetailleerd boek over dit onderwerp zal publiceren. Via de nieuwsbrief zult u daar te zijner tijd informatie over ontvangen.
Vermoeid maar voldaan keerde het gezelschap rond 17.30 uur terug in Oosterbeek. Heren Nitrowski, Gerritsen, Voskuil, Van Roekel en Fennema: namens alle deelnemers bedankt voor deze boeiende excursie! (Arie-Jan van Hees)


Tijdens de excursie naar Hamminkeln (27 mei jl.) geeft de heer Nitrowski aan de hand van foto’s uit maart 1945 uit¬leg over de landingen van de 6e Britse Airborne Divisie. (foto Berry de Reus)

Actie ‘De Polen van Driel’ levert 1610 gulden op
Twee jaar geleden startte Geert Maassen de actie ‘De Polen van Driel’. Deze hield in dat een deel van de verkoopprijs van het gelijknamige boek van de Ameri- kaans/Poolse schrijver George F. Cholewczynski, waarvan de heer Maassen de verkoop coördineert, beschikbaar werd gesteld ten behoeve van de renova¬tie van het Airborne Museum. De medewerking van de verkopers van de publicatie, de Oosterbeekse boekhandelaren Romijn en Meijer & Siegers en onze vereniging, was daarbij onontbeerlijk.
Uiteindelijk leverde dit een bedrag van 1610 gulden op. Dit geld werd besteed aan de aanschaf van een thermo-hygrograaf, waarmee continue de tempera¬tuur en de relatieve luchtvochtigheid in het museum kunnen worden geregistreerd.
Tijdens een informele bijeenkomst op 8 juni jl. over-handigde Geert Maassen het nuttige apparaat aan het bestuur van de Stichting Airborne Museum. De heer J.W.A.M. Verlinden dankte als voorzitter namens het bestuur alle deelnemers aan deze actie.
In tegenstelling tot eerdere berichten werd de verkoopprijs van het genoemde boek over de le Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade sindsdien niet verhoogd. Liefhebbers kunnen bij de bovengenoemde instellingen in het bezit komen van een exemplaar tegen betaling van ƒ 25,=.

Bijzondere filmcamera geschonken
Tijdens dezelfde bijeenkomst waar de thermo-hygro¬graaf werd aangeboden, ontving het Airborne Museum nog een zeer bijzonder geschenk, namelijk de ‘Cine-Kodak 8’ camera waarmee mevrouw Clous en haar echtgenoot in september 1944 in de omgeving van hun huis op de hoek Lebretweg/Utrechtseweg in Oosterbeek filmopnamen hebben gemaakt. Dit resul¬teerde in een uniek 8mm filmpje dat Britse en Duitse soldaten èn burgers toont, en dat inmiddels in ver¬schillende documentaires over de Slag om Arnhem is verwerkt. Ook ten behoeve van de videobeelden die in het Airborne Museum ‘Hartenstein’ worden ver¬toond, is van de Clous-film gebruik gemaakt.
Samen met haar zoon was mevrouw LE. Clous-Veen naar het museum gekomen om deze bijzondere came¬ra aan te bieden. Ze maakte van de gelegenheid gebruik om voor de goede orde er nog eens nadruk¬kelijk op te wijzen dat aan de totstandkoming van de bij velen als zodanig bekende ‘film van tandarts Clous’, ook door diens echtgenote een belangrijke bij¬drage is geleverd. Waarvan akte!

‘Light Warning Set’ nu bijna compleet
Sedert de renovatie in 1994 wordt in het Airborne Museum ook aandacht besteed aan de twee Britse ‘Light Warning Units’, die in september 1944 bij de Ist Airborne Division waren ingedeeld. Van het Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum in Delft heeft het Oosterbeekse museum vorig jaar een bijna complete radarset ‘A.M.E.S., type 6’ in bruikleen gekregen. Deze is na een grondige restauratie in een van de bovenzalen opgesteld.
Daar is nu het ontbrekende deel van de ‘YAGI TV Type’ antenne aan toegevoegd. De drie delen hiervan werden onlangs door de heer W. Boersma in de opslag van het Legermuseum gevonden en met hulp van de heer Boekhorst gerestaureerd. Ook verwierf het Airborne Museum de bijbehorende frequentiemeter. Thans ontbreken alleen nog een aantal aansluitkabels.

Uitrustingsstukken geschonken
Vijftig jaar waren ze bewaard op een zolder van een huis aan de Utrechtseweg in Oosterbeek: een groot aan¬tal originele uitrustingsstukken van Britse Airborne troepen. In 1945 waren ze door de gebroeders Van der Hoop gevonden in de omgeving van de Valkenburg- laan en de Sonnenberg. Bij het opruimen van de zolder zijn ze weer tevoorschijn gekomen en vervolgens over¬gedragen aan het Airborne Museum ‘Hartenstein’.

Veel belangstelling voor expositie ‘De bevrijders’
De op 5 april jl. geopende expositie ‘De Bevrijders’ tiekt veel bezoekers. In de nieuwe tentoonstellings- zaal van het Airborne Museum is een groot aantal poppen opgesteld met uniformen van de verschillen- de legeronderdelen die deelnamen aan de bevrijding van Nederland. Deze zijn in een perfecte staat en dat geldt ook voor de bijbehorende uitrustingsstukken. Bijna al dit authentieke materiaal is afkomstig uit de verzameling van de heer W. Boersma, die ook verant- woordelijk was voor de inrichting van de expositie. De tentoonstelling duurt nog tot 1 oktober 1995.

Nieuwe voorwaarden voor raad- pleging archief en bibliotheek
De door het bestuur van het Airborne Museum vast- gestelde voorwaarden tot raadpleging van de biblio- theek en het archief hebben in de praktijk geleid tot nadere bepalingen. De wat soepele bewoording heeft geleid tot teleurstelling en ergernis bij sommige geïn- teresseerden. Hieronder volgt de aangepaste regeling:
1. Bibliotheek en archief zijn op werkdagen na afspraak met de heer A. Groeneweg toegankelijk. Deze afspraak dient minimaal een week van te voren gemaakt te worden (tel. 085-337710).
2. Archiefstukken en boeken kunnen onder toezicht worden ingezien. Materiaal wordt niet uitgeleend. Kopieën van documenten en foto’s worden niet gele- verd wanneer er rechten op berusten. Kopieën waar- op naar het oordeel van het bestuur geen rechten berusten, kunnen op een redelijke termijn geleverd worden tegen kostprijs, vermeerderd met verzend- en portokosten.
3. Auteurs van een boek of artikel waarbij gebruik is gemaakt van materiaal dat berust in het Airborne Museum, verplichten zich na publikatie een exem- plaar aan het archief van het museum te schenken. Bovendien dient in de bronvermelding het museum genoemd te worden.
(A. Groeneweg)

Monument voor de evacuatie van Arnhem
Precies vijftig jaar na de bevrijding van de stad Arnhem op 14 april 1945, is in de Gelderse hoofdstad een monument onthuld ter herdenking van de evacu- atie in september 1944. Het is een bronzen plaquette die is aangebracht aan de muur van een pand op de hoek van de Jansbuitensingel en de Apeldoornseweg. Voor die plaats is gekozen omdat veel van de 93.000 Arnhemse evacués die in de dagen na 23 september 1944 de stad moesten ontvluchten, daarlangs kwa- men.
De onthulling van het gedenkteken op 14 april 1995 werd gedaan door de vier leden van het ‘Comité Gedenkteken Evacués’. Het geld werd bijeengebracht door particulieren, bedrijven en instellingen uit Arnhem en de regio.
Ter gelegenheid van de onthulling van het monument verscheen het boek ‘Arnhem Spookstad’ met herinne-ringen en foto’s van evacués, gastgezinnen en achter-blijvers na de Slag om Arnhem, 1944 – ’45. Het boek werd samengesteld door André Horlings, en werd uitgegeven door ELMAR b.v. in Rijswijk. De prijs bedraagt ƒ 24,95.

De overdracht van de thermo-hygrograaf en de Cine- Kodak 8 camera op 8 juni 1995. V.l.n.r. Geert Maassen, J.W.A.M. Vertinden, A. Groeneweg, mevrouw I.E. Clous- Veen en haar zoon, en de heer W. Boersma.
(foto Berry de Reus)

Airborne Museum werkte mee aan manifestatie ’50 Jaar Bevrijding’
Van 28 april tot 8 mei jl. vond op de vliegbasis Soesterberg de grote manifestatie ’50 Jaar Bevrijding’ plaats. Diverse Nederlandse militaire musea verleen¬den hun medewerking en ook het Airborne Museum was vertegenwoordigd. Voor de speciale expositie op Soesterberg gaf de heer Boersma adviezen, en stelde ‘Hartenstein* een groot aantal uniformen, voorwerpen en ander materiaal beschikbaar. Ook had het Airborne Museum in samenwerking met het Bevrijdingsmuseum uit Groesbeek een grote stand ingericht op de informatiemarkt.
De verkoopkraam werd namens de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum bevrouwd door de dames De Langen en Sandbrink, terwijl de heer Boersma als public-relations-functionaris van het museum aanwezig was om de nodige voorlichting te geven.
De manifestatie trok, mede door het goede weer, ruim 470.000 bezoekers.

Eerste boek ‘Blik Omhoog’ gepresenteerd
Op een druk bezochte bijeenkomst in het gebouw ‘Neder Veluwe’ op het terrein van het Psychiatrisch Ziekenhuis Wolfheze, vond op 14 juli jl. de presentatie plaats van de eerste band van het boek ‘Blik Omhoog 1940-1945’, geschreven door ons lid Cor Janse. De ondertitel van de publikatie luidt: ‘Wolfheze en de Zuid-Veluwe in oorlogstijd’.
Dit eerste boek beschrijft gedetailleerd de lotgevallen van inwoners van het genoemde dorpje in de periode 1939 tot en met 16 september 1944. Bovendien wordt uitgebreid aandacht besteed aan gebeurtenissen aan de zuidwestelijke Veluwezoom, waarbij de passer- punt van de auteur in Wolfheze staat. Boek 2, dat naar verwachting in het najaar van 1995 verschijnt, begint met het inleidende bombardement van operatie Market Garden, en behandelt de geschiedenis van de streek tussen Arnhem, Ede en Wageningen tot en met de bevrijding en de wederopbouw.
Band 1 van ‘Blik Omhoog’ telt 400 pagina’s op A4-for- maat, en is voor de zeer schappelijke prijs van ƒ 40,45 verkrijgbaar bij de Oosterbeekse boekhandelaren Romijn en Meijer & Siegers, en bij de Stationswinkel van Van Doorne in Wolfheze.
De schrijver, Cor Janse, verstrekt graag nadere inlich-tingen: 08309-51033.

German Order of Battle
Tijdens mijn recente bezoek aan het Imperial War Museum in Londen viel mijn oog op het boek ‘German Order of Battle 1944 – The Directory prepared by Allied Intelligence, of Regiments, Formations and Units of German Armed Forces. Originally published, London, British War Office, 1944, Reprint 1994’.
Eindelijk hebben de Britse autoriteiten toestemming gegeven dit geheime boekwerk over de slagorde van de Duitse strijdkrachten ten tijde van de landingen in Normandië te herdrukken. Bij mijn weten is dit het enige naslagwerk dat een zeer gedetailleerd overzicht geeft van de Duitse strijdkrachten tot op regimentsniveau. Flet werd dan ook door alle geallieerde com¬mandanten geraadpleegd.
Het bevat details betreffende de organisatie, beknopte gegevens over de divisies en hun commandanten, de basisstructuur, identificatiecodes, nummers en aard van de formaties en eenheden (divisies, hogere forma¬ties en lagere eenheden). Ook zijn opgenomen de ran¬gen en samenstelling van de Waffen-SS tot en met brigadeniveau, hulp- en semi-militaire organisaties, bui-tenlandse eenheden, gegevens over alle opperofficie- ren, lijsten van alle regimenten en divisies met code¬namen, en verklaringen van afkortingen en codena¬men.
Kortom, een zeer waardevol naslagwerk voor een ieder die iets verstandigs over het Duitse leger te ber- de wil brengen. Het is geen oorlogsverslag, maar een onmisbaar boek met achtergrondinformatie. Het werd uitgegeven door Greenhill Books, Lionel Leventhal Ltd., Parkhouse 1, Russel Gardens, London NW11 9NN, England. ISBN1-85367-170-3. Prijs in Engelse ponden: 15.95.
(Chris van Roekel)

‘Victory in Europe’
In het vijftigste herdenkingsjaar van de bevrijding zijn veel nieuwe boeken over het einde van de Tweede Wereldoorlog verschenen. Een daarvan is ‘The Imperial War Museum book of Victory in Europe’ door Julian Thompson, die eerder o.a. ‘Ready for Anything – The Parachute Regiment at War, 1940- 1982’ schreef.
In ‘Victory in Europe’ beschrijft Thompson de elf maanden na D-Day die nodig waren voor de verove¬ring van West-Europa, gezien door de ogen van de Britse militairen van land-, zee- en luchtmacht. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van dagboeken, brie¬ven en op band opgenomen interviews, die aanwezig zijn in het Imperial War Museum in Londen. In het boek is ook een hoofdstuk over operatie Market Garden opgenomen.
De goed verzorgde publikatie bevat meer dan hon¬derd foto’s en kleurenreproducties van schilderijen. ‘Victory in Europe’ werd in samenwerking met het Imperial War Museum uitgegeven bij Sidgwick & Jackson in Londen en kost 25 Engelse Ponden.


Een tijdens de Tweede Wereldoorlog gemaakte foto toont het oprichten van een antenne van een ‘Light Warning Set’.
(foto archief Airborne Museum)

Oproep
Sinds enige tijd is ons lid Philip Reinders bezig met het samenstellen van een lijst met namen van alle Britse en Poolse militairen die op de grond hebben deelgenomen aan de Slag om Arnhem. Van iedere sol¬daat worden vermeld: naam en voorletters, rang, een¬heid (peloton, compagnie, bataljon). Bovendien wil Philip graag in het overzicht opnemen of de betrok¬ken persoon over de Rijn is teruggekomen of krijgsge¬vangen is gemaakt. Zoals de lezer weet, zijn de gesneuvelden voor zover bekend terug te vinden in de door Jan Hey samengestelde ‘Roll of Honour’.
Helaas bestaan er geen complete, officiële lijsten met namen per eenheid. Het overzicht waar nu aan wordt gewerkt, bevat dan ook nog veel lacunes. Een ieder die meent een bijdrage te kunnen leveren, wordt ver¬zocht contact op te nemen met Philip Reinders, Delftseveerweg 37d, 3134 JG Vlaardingen, telefoon 010-4356704. Van harte aanbevolen!

Download