Ministory 099 – Een terugblik op 30 jaar steun door de VVAM aan het Airborne Museum
MINISTORY No. 99
Een terugblik op 30 jaar steun door de VVAM aan het Airborne Museum
Wybo Boersma
Bijlage bij Nieuwsbrief No. 112 van de Vereniging
Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek, november 2008
Op 12 oktober 2008 heeft het Airborne Museum haar deuren gesloten en is de opstelling ontmanteld, om plaats te maken voor een eigentijdse inrichting. Nu een periode van dertig jaar is afgesloten, willen we in deze Ministory terugblikken op de steun die de VVAM in die periode aan het museum heeft gegeven en de activiteiten die daarvoor zijn ontplooid.
In 1978 verhuisde het Airborne Museum van Kasteel Doorwerth naar het voormalige hotel Hartenstein in Oosterbeek. Twee jaar later, op 21 februari 1980, werd de ‘Vereniging Vrienden van het Airborne Museum’ (VVAM) opgericht. Het doel van de Vereniging was onder meer’ de ondersteuning van het Airborne Museum’.
De eerste Nieuwsbrief van de Vereniging Vrienden kwam in november 1980 uit. Er waren toen 192 leden, waarvan de helft uit Engeland en Amerika afkomstig was.
Vanaf het begin had de VVAM ook een vertegenwoordiger in het Verenigd Koninkrijk, hetgeen erg belangrijk was voor de kontakten met de Britse leden.
Tijdens de eerste jaarvergadering van de VVAM op 14 februari 1981, kon voorzitter H. van Krieken reeds melden dat er een bedrag van fl. 1367,50 aan het museum was geschonken.
In 1981 kreeg het museum een 3-inch mortier. Daarvoor werd een jaar later in de kelder een speciale opstelling gemaakt. Leden van de Vereniging hielpen hierbij en zorgden voor de nodige aanvullingen om het diorama zo compleet en realistisch mogelijk te maken.
Al een jaar na de oprichting werd de eerste themamiddag georganiseerd, waarbij de film ‘Theirs is the Glory’ werd vertoond. Vele themamiddagen zouden nog volgen.
Een jaar later werd de eerste battlefield tour gehouden. De gidsen waren Robert Voskuil en Aad Groeneweg. De belangstelling bleek overweldigend. Meer dan 120 leden namen er aan deel en er waren zelfs twee veteranen bij. In de loop van de jaren zou de Vereniging nog tientallen van dergelijke battlefield tours organiseren in Nederland en later ook in het buitenland. De gidsen met de beschrijvingen van de tours, die aan alle deelnemers werden uitgereikt, groeiden in de loop der jaren uit tot complete boekwerken.
Het museum kreeg drie prachtige modellen van HORSA gliders, die waren gemaakt door de leden B. Belonje en A. van Pelt.
In 1983 werd de grote maquette van het gevechtsterrein uitgebreid met een diapresentatie en lampjes, waarvoor door de Vereniging een financiële bijdrage van 3175 gulden werd gegeven.
De Nieuwsbrief groeide onder redactie van Robert Voskuil uit tot een volwaardig blad met allerlei nieuws, over de Vereniging, het museum en zaken die verband hielden met de geschiedenis van de Slag om Arnhem. Op initiatief van Chris van Roekel werd de Nieuwsbrief uitgebreid met een ‘Ministory’. Voor deze kleine publicaties over de Slag om Arnhem, bleek veel belangstelling te bestaan.
In 1984 werd door de VVAM begonnen met het door Chris van Roekel ontwikkelde ‘Scholenproject’, waarvoor zich al direct 3000 leerlingen aanmeldden.
Ook liet de Vereniging bronzen beeldjes maken van een Britse parachutist. Uit de opbrengst van de verkoop daarvan, kon het museum voor 1800 gulden een vitrine aanschaffen voor materiaal met betrekking tot de le Airlanding Brigade. Daarnaast kon nog een bedrag van 2500 gulden voor andere aankopen worden overgemaakt.
Ook bracht de Vereniging enkele wandel-, fiets- en autoroutes uit. Deze routes zijn later door de WV Arnhem overgenomen en hebben uiteindelijk geresulteerd in de huidige ‘Airborne fietsroute’ en ‘Perimeter wandelroute’.
De kanonnen en de tank, die in 1978 bij het museum waren opgesteld, moesten nodig opnieuw geverfd worden. Leden van de VVAM knapten dit karwei in mei 1985 op. De verf die hiervoor nodig was, werd gratis ter beschikking gesteld door een van onze leden.
Om het scholenproject ook voor de toekomst veilig te stellen, werd daarvoor in 1985 bij de leden geld ingezameld.
Op 19 september 1986 kreeg Sir John Hackett de eerste uitgave van de door de VVAM uitgegeven ‘Roll of Honour’ aangeboden. Deze was samengesteld door ons lid Jan Hey, daarbij geholpen door talrijke leden van de Vereniging. Vier herdrukken, iedere keer aangevuld met nieuwe gegevens, zouden in de loop der jaren volgen, terwijl een vijfde op dit moment in voorbereiding is.
De kinderen, die in dat jaar bloemen legden op de Airborne begraafplaats, kregen via de Vereniging een exemplaar van het boekje ‘De Tommies komen’, het dagboek van een Oosterbeeks meisje uit september 1944.
Verder schonk de Vereniging dat jaar twee vitrines voor emblemen en groepsfoto’s, een mijndetector en extra tentoonstellingspanelen.
De Vereniging startte in 1987 een ‘stoelenproject’. Men kon voor 370 gulden een stoel met een herdenkingsplaat- je aan het museum aanbieden. Door dit project kreeg het museum de beschikking over meer dan 10 stoelen en een monumentale vergadertafel.
Een van onze Belgische leden, de heer Smeenk uit Westmalle, restaureerde een affuit voor een Duitse MG 42.
Bij het diorama van de Jeep en het 6-ponder kanon werd op de achterwand een afbeelding van huizen uit de Wilhelminastraat in Oosterbeek geschilderd. Dat werd deels door de Vereniging betaald, evenals een aantal nieuwe figuren voor in het diorama. Ook schonk de Vereniging een vitrine voor materiaal over het Explosieven Opruimings Commando.
Onder leiding van de heer H. van de Brand werd in 1988 bij het museum een sokkel gebouwd voor de Canadese SHERMAN-tank. De heer Benter ontwierp daarvoor een marmeren plaat met het embleem van de Canadese tankeenheid. Later werden ook de 17-ponder kanonnen van een speciale gemetselde ondersteuning voorzien. Door bemiddeling van de Vereniging kreeg het mu-seum een revolver in bezit, die had toebehoord aan de Nederlandse commando Klaas Luitwieler en kon een zeldzame Britse vlammenwerper worden aangekocht. Met hulp van vrijwilligers van de Vereniging werden de teksten in het museum aangepast.
In dat jaar publiceerde de VVAM het dagboek van de heer Jan Lammerts uit Oosterbeek, onder de titel ‘Oosterbeek 1944’.
Om materiaal, dat door het Nederlandse Verzet was gebruikt, beter te kunnen exposeren, kreeg het museum in 1989 van de WAM een nieuwe grote vitrine. Een gerestaureerde handkar, die eerder was opgegraven op het voormalige slagveld, werd voor het straatdiorama aangekocht. Voor een monument op de Rijndijk in Driel als herinnering aan de evacuatie van ruim 2100 militairen door de Canadese en Britse Engineers, werd door de WAM begonnen met een geldinzameling. Op 15 september 1989 werd dit monument, dat ontworpen was door de heer H. van de Brand, onthuld door Colonel Holburn. Deze diende in september 1944 bij 7 KOSB.
In 1990 bestond de Vereniging Vrienden 10 jaar. Ter ge-legenheid daarvan kreeg het bestuur van de Stichting Airborne Museum tijdens een bootexcursie op de Rijn een Zeiss Ikonta camera aangeboden. Deze camera was van het type, dat tijdens de Slag om Arnhem was gebruikt door de ‘Army Film and Photo Unit’.
Enkele leden van de Vereniging hielden inde septemberdagen van 1990 een expositie in één van de bijgebouwen van restaurant De Westerbouwing. Een batig saldo van 270 gulden werd aan de Vereniging geschonken ten behoeve van aankopen voor het museum.
Twee leden van de Vereniging, de heren H. Leydecker en H. van de Velden stelden tijdelijk materiaal uit hun privé collectie beschikbaar aan het museum. Later kon dat materiaal door de Vereniging voor het museum worden aangekocht. Ook kon in Engeland een Vickers K gun, zoals gebruikt op de jeeps van het RECCE Squadron, worden aangekocht.
Op 6 juni 1991 ontving het museum de 10.000e leerling,
die het museum bezocht in het kader van het scholen- project van de VVAM.
Toen op een zeker moment een 35 mm De Vnj film camera te koop werd aangeboden, besloot de Vereniging die te kopen en samen met een nagemaakt hoofd van sergeant Walker cadeau te doen aan het museum. Wee figuren van de AFPU met hun film- en fotocamera’s, die de sergeanten Walker en Lewis voorstellen, konden toen worden toegevoegd aan het zogenaamde ‘straatdiorama .
Op 20 maart 1992 vond de presentatie plaats van het boek ‘Who was Who during the Battle of Amhem’, samengesteld door Chris van Roekel en uitgegeven door de VVAM.
Schenkingen van de VVAM aan het museum waren dat jaar een figuur die commando Beekmeijer van No. 2 (Dutch) Troop van No 10 (LA.) Commando uitbeeldt en verschillende uitrustingsstukken en een uniform van de 21st Independent Parachute Company.
In 1993 werd een grote renovatie en verbouwing van het Airbome Museum uitgevoerd. Hierbij werd o.a. een nieuw diorama ingericht van een artilleriepositie bij de Oude Kerk in Oosterbeek-Laag. Het museum had hiervoor in 1992 een 75mm Pack Howitser uit Amerika ih langdurig bruikleen gekregen. De Vereniging besloot met allerlei acties, waaronder een loterij, de benodigde gelden bijeen te brengen. Uiteindelijk werd 51.000 gulden, waarvan 33.000 uit de loterij en £ 1600 van Engelse leden aan het museum overhandigd. Om voor dit diorama een historisch juiste achtergrond te schilderen, werd een actie gehouden, waarbij de leden voor 25 gulden één cm2 van de schildering konden sponseren. Dit bracht 8000 gulden op.
1994 was het jaar van de 50e herdenking van de Slag om Arnhem. Op 18 mei vond de heropening van het vernieuwde Airbome Museum plaats. De Vereniging droeg daarbij officieel het diorama van de artilleriepositie bij de Oude Kerk in Oosterbeek over aan het Stichtingsbestuur.Er werd een kleine plaquette aangebracht, waarop werd vermeld dat het diorama was bekostigd door de VVAM.Daarnaast werden alle diorama’s in de kelder van het museum op kosten van de VVAM voorzien van passend geluid.
In september van dat jaar stelde het warenhuis V&D in Arnhem een groot deel van de eerste verdieping ter beschikking van het Airborne Museum. Met steun van leden van de Vereniging werd daar een grote expositie over de Slag om Arnhem ingericht. Vrijwilligers van de VVAM bemanden ook de verkoopstand in het warenhuis.Dat jaar verzamelde ons lid Don Jacobs de regimentsvlaggen van alle eenheden die aan de Slag om Arnhem hadden deel genomen. Tijdens de herdenking hingen deze vlaggen voor het Airborne Museum.
Het scholenproject werd in samenwerking met de ‘stichting vredeseducatie’ aangepast en er kwam ook een Engelse versie. Op initiatief van de VVAM ontvingen alle lagere scholen in de wijde omtrek van Arnhem, samen met het scholenproject, boeken voor de leerlingen en een videoband voor het onderwijs.
De in 1992 door de Vereniging Vrienden aangekochte De Vry-filmcamera, wordt door Jan Smits, voorzitter van de WAM,
overgedragen aan Aad Groenweg, bestuurslid van de Stichting Airbome Museum. Rechts: penningmeester van de WAM, Rinke Fennema. (foto Wybo Boersma)
Verder werden met verenigingsgeld een Enfield motorfiets (‘Flying Flea’) en perspex kappen voor een aantal transportabele miniatuur diorama’s gekocht.
1995 was het jaar van de 50e herdenking van de Bevrijding van Nederland. De drie krijgsmacht musea organiseerden een grote manifestatie op de vliegbasis Soesterberg. Hierbij zorgde de Vereniging voor een belangrijke bijdrage, in de vorm van materiaal en de bemanning van de stands.
Uit de opbrengst van de verkoop van het restant van het boek ‘De Polen van Driel’ kon door ons lid Geert Maassen voor het museum een thermo-hydrograaf worden aangekocht, om de vochtigheidsgraad in de archiefruimte te meten.
In het voormalige hoofdkwartier van de le Airborne divisie in Fulbeck Hall in Engeland kon met medewerking van de VVAM de voormalige kaartenkamer opnieuw worden ingericht.
Het museum beschikt over een groot aantal luchtfoto’s die voor, tijdens en na de Slag om Arnhem zijn genomen. Voor een deel zijn deze als stereo-foto’s te bekijken. De Vereniging bekostigde de aanschaf van een grote stereo- kijker en de aanmaak van stereo-dia’s, zodat een selectie van deze foto’s voor het publiek toegankelijk werd.
Voor een groot model van een Horsa glider werd een transportkist aangemaakt en ten behoeve van de ver- koopstands werd een perspex vitrine gekocht.
De kosten van een Poolse vertaling bij de audiovisuele presentatie en van een Duits scholenproject werden in 1995 door de VVAM voor haar rekening genomen. Museummedewerker Eef Vellinga kreeg bij zijn afscheid samen met zijn echtgenote gratis deelname aan de door de VVAM georganiseerde reis naar Engeland aangebo-den.
Voor het diorama van de Verbindingspost werd een schilderij gemaakt dat achter het oude raam werd geplaatst, waardoor het lijkt alsof de bezoeker naar buiten kijkt. Verder werd van de veteraan Henry McAnelly voor het museum een aantal uitrustingstukken gekocht. Uit een andere particuliere verzameling kocht de Vereniging een battledress en documenten van soldaat Jim Longson van het le bataljon The Border Regiment.
De opslag van het museum was in de loop der jaren te klein geworden en er was behoefte aan een werkplaats. Hiervoor werd het terras voor het museum onderkelderd. De VerenigingVrienden droeg 40.000 gulden bij aan de bouw en inrichting van deze werkplaats, annex opslagruimte.
In 1998 werd door de VVAM voor het eerst een excursie naar het invasiegebied in Normandië georganiseerd. Deze excursie is in de loop der jaren uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend evenement voor leden en bezoekers van het museum.
Ons lid H.van de Brand wist de hand te leggen op een originele ’S phone’ en gaf deze in langdurig bruikleen aan het museum. Dit apparaat werd gebruikt voor het contact met vliegtuigen tijdens droppingen. Een dergelijk compleet toestel met koffer is buitengewoon zeldzaam.
Op zeker moment bleek dat het materiaal, waarvan de figuren in het straatdiorama waren gemaakt, in de loop der jaren erg achteruit was gegaan. Door een geldelijke schenking van de Vereniging konden ze worden vervangen. Ook kocht de VVAM voor de collectie nog een Britse radioset No. 18.
Omdat de koffiekamer na 20 jaar niet meer voldeed aan de eisen van de tijd, werd deze in 1998 door medewerkers van het museum en leden van de Vereniging opgeknapt. Achter de moderne betimmering kwam een deel van de oorspronkelijke lambrisering te voorschijn. Door de heer Van de Brand werden de ontbrekende delen bijgemaakt.
Tijdens de boottocht op 16 mei 1999 op de Rijn, die ter gelegenheid van het 20 jarig bestaan van de Vereniging Vrienden was georganiseerd, overhandigde de voorzitter een LEICA fotocamera van het type zoals gebruikt is door de Duitse ‘Kriegsberichter’ aan de voorzitter van de Stichting Airbome Museum. Tijdens deze boottocht was de ex-commando Tom Italiaander van no. 2 (Dutch) Troop van No. 10 (I.A.) Commando de eregast van de VVAM.
In dat jaar werd ook het boek ‘De Tommies komen’ in het Engels uitgegeven.
In 1944 was een kleine Clarkair bulldozer naar Arnhem meegenomen om de landingsterreinen vrij te maken van obstakels, zodat een landingsbaan kon worden aangelegd. Deze bulldozer is zichtbaar op een Duitse filmopname. In België was een dergelijke bulldozer ontdekt en die werd tijdens de herdenking in 1994 in Oosterbeek tentoongesteld. In 1999 kon de Vereniging deze bulldozer kopen voor 13.000 gulden. Gedurende de winter van 1999/2000 werd hij door een aantal leden van de VVAM gedemonteerd en met veel zorg gerestaureerd. Vervolgens werd de bulldozer met figuren van de Royal Engineers in het ‘straatdiorama’ geplaatst.
In 2000 kon het museum, via VVAM voorzitter Chris van Roekel, een haard aankopen, die tot in 1944 in Huize De Pietersberg in Oosterbeek had gestaan. Deze werd in de vernieuwde koffiekamer geplaatst. Delftsblauwe tegels uit één van de oorspronkelijke toiletten van hotel Hartenstein werden in 2002 op de schoorsteenmantel aangebracht. De aankoop van de haard en de plaatsing van de tegels werden door de Vereniging bekostigd.
Omdat in het verleden delen van een Amerikaanse container waren gevonden op de landingsterreinen, werd voor de museumcollectie naast een Britse ook een complete Amerikaanse container aangekocht.
Om het museum beter toegankelijk te maken voor invaliden maakte de Stichting Airborne Museum in 2001 plannen voor een lift aan de buitenzijde van het gebouw. Een verschil van inzicht hierover, tussen de Stichting en de Vereniging Vrienden, zorgde aanvankelijk voor enige wrijving, maar dat werd later bijgelegd. Uiteindelijk zijn deze plannen toen niet doorgegaan, maar later in gewijzigde vorm ingebed in de grote renovatie van het museum, die in 2009 gereed moet zijn.
Voor de fotografische registratie van alle voorwerpen in de collectie, kocht de Vereniging in 2002 voor 1000 gulden een digitale camera. Een jaar later werd voor de toegankelijkheid van de medaillecollectie een computer met een ‘touch-screen’ aangeschaft. Hierdoor werd het voor de bezoekers mogelijk alle gegevens over de medailles te raadplegen.
Door ons Amerikaanse lid Guy Delillio werd in 2002 een expositie van schaalmodellen van situaties uit de Slag om Arnhem ingericht. Na afloop van de expositie schonk hij het model van Huize Hartenstein aan het museum. De Vereniging bekostigde in 2003 een perspex beschermkap, zodat het model voortaan veilig vervoerd kon worden bij gebruik in PR stands.
In september 2003 hield de Britse organisatie ‘The Battle- fields Trust’ op Papendal bij Oosterbeek een conferentie over battlefield toerisme. Deze conferentie, waaraan ook de Vereniging meewerkte, leverde veel publiciteit op voor het museum.
Om in het kader van de 60e herdenking van de Slag om Arnhem de film ‘Theirs is the Glory’ te kunnen vertonen voor de Oosterbeekse bevolking, was het nodig dat er een nieuwe Nederlandse ondertiteling voor deze film werd gemaakt. Daarvoor stelde de Vereniging, samen met een paar individuele leden, een aanzienlijk bedrag ter beschikking.
Op 21 mei vierde de VVAM haar 25-jarig bestaan met een grote manifestatie op het terrein rond Hartenstein. Bij deze gelegenheid overhandigde de Voorzitter een cheque aan het Stichtingsbestuur, waarmee de steun van de Vereniging aan het Museum nog eens extra werd benadrukt.
In 2006 kwam de Vereniging met een nieuwe website. Deze werd onderdeel van de museum website.
Om de uitrusting van een Britse geestelijke tentoon te kunnen stellen, werd een complete figuur aangeschaft en die werd als The Reverend A.H.W. Harlow geplaatst in het diorama van de gewondenpost. Ook kon eindelijk met een in 2002 aangeschaft compleet Duitse uniform, het figuur van een Duitse ‘Kriegsberichter’ worden gerealiseerd. Deze
werd met de Leica fotocamera opgesteld in het Duitse diorama op de bovenverdieping van het museum.
Daarnaast werden enkele figuren in het diorama van de krijgsgevangenenbarak vervangen. De hiervoor benodigde ‘handen en hoofden’ werden op kosten van de VVAM door de firma Van de Water vervaardigd.
Van de film ‘Theirs is the Glory’ werd in hetzelfde jaar door de firma Bal in Oosterbeek een jubileum uitgave op DVD uitgebracht. Bestuursleden hielpen bij de organisatie en de presentatie van de film in de Concertzaal.
Een lezing van de schrijverThomas Ross over zijn boek ‘King Kong’ in de bovenzaal van restaurant Kleyn Hartensteyn, was de eerste in een reeks bijeenkomsten, die daar vanaf 2006 door de VVAM werden georganiseerd.
In 2007 werden op kosten van de VVAM twee dropping- containers gerestaureerd, een zeldzame container type H en een Poolse container, die enkele jaren daarvoor was gevonden op de Poolse dropzone bij ‘De Schuytgraaf in Driel.
Onze altijd actieve vertegenwoordiger in het Verenigd Koninkrijk, Niall Cherry, organiseerde medio 2007 weer een van zijn ‘battlefield-weekends’ voor Britse leden, een traditie waarmee hij een aantal jaren daarvoor was begonnen.
Aan het eind van dat jaar maakte onze voorzitter Ben Kolster een radioprogramma over het Airborne Museum.
Als een van de meest recente door de VVAM betaalde projecten moet nog worden genoemd de vervaardiging van een film voor schoolkinderen over de evacuatie van de burgerbevolking na de Slag om Arnhem. Dit gebeurde in het kader van het Scholenproject.
Dit Scholenproject is onlangs overgedragen aan de educatieve dienst van het Museum. Daarmee kwam een einde aan de jarenlange bemoeienis van de VVAM met dit belangrijke educatieve project voor schoolkinderen.
Het bovenstaande is slechts een keuze uit een veelheid aan activiteiten. In het overzicht is niet vermeld het vele werk dat leden van de Vereniging Vrienden in de afgelopen jaren verricht hebben bij het organiseren en opbouwen van de jaarlijkse exposities in het museum, de themadagen, de ‘social evenings’, de battlefield tours en bij het bemannen van verkoop- en PR stands. We mogen gerust stellen dat het werk van de Vereniging, die inmiddels meer dan 1200 leden telt, er in belangrijke mate aan heeft bijgedragen dat het Airborne Museum Hartenstein is uitgegroeid tot een internationaal bekend en geres-pecteerd museum.
De Vereniging Vrienden hoopt dat zij ook in de toekomende jaren het Airborne Museum tot steun kan zijn.
Bronnen
• Nieuwsbrief van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, no. 1 t/m no. 111.
• Vergader- en jaarverslagen van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum.
Jaarverslagen van de Stichting Airborne Museum.
• Eigen archief.
Plaats een Reactie
Vraag of reactie?Laat hier uw reactie achter.