Ministory 061 – ZONDAG 24 SEPTEMBER 1944: DE VALBURG-CONFERENTIE
MINISTORY 61
ZONDAG 24 SEPTEMBER 1944: DE VALBURG-CONFERENTIE
Door Jerzy H. Dyrda
Op 17 en 18 september 1944 landden de eerste soldaten van de Ist Polish Independent Parachute Brigade Group (onder commando van Major-General Stanislaw Sosabowski) in de omgeving van Arnhem, maar de hoofdmacht zou volgens de plannen pas op de derde dag in actie komen. Lliteindelijk kwamen zo’n 950 para’s eerst op donderdag 21 september bij Driel aan de grond.
Tot het hoofdkwartier van Sosabowski in Driel behoorde Lieutenant J.H. (jerzy) Dyrda, Liasion Officer. Vaak trad hij ook op als tolk/vertaler voor de brigadecommandant. In die hoedanigheid was hij aanwezig bij ‘de Valburg-conferentie’. Over wat die precies inhield en wal daar gebeurde, handelt het onderstaande verslag van deze ooggetuige.
Op de morgen van zondag 24 september 1944 stond ik op de dijk bij Driel, teneinde de noordelijke oever van de Rijn te observeren. Ik wilde kijken of er verschillen waren in de Duitse posities, maar ook in die van ons, sinds onze nachtelijke poging de rivier over te steken. Een boodschapper kwam me vertellen dat ik me meteen bij de generaal moest melden. Toen ik hem vroeg wal er aan de hand was, zei de soldaat dal een Britse generaal was gearriveerd, en dat deze een geanimeerd gesprek met generaal Sosabowski had. Het bleek Lieutenant-General B. Horrocks, commandant van het 30th Corps, te zijn.
Toen ik bij hel Drielse huis aankwam waarin ons hoofdkwartier was gevestigd, vertelde onze commandant me dat ik een stengun en wat handgranaten moest pakken omdat we meteen naar Valburg gingen om een conferentie bij te wonen. Net op dat moment stopte er een Britse jeep voor de deur. De chauffeur liet het voertuig daar achter, en rende vlug terug naar zijn eigen eenheid bij Homoet, zo’n zes kilometer ten zuiden van de Rijn.
Al kijkend naar de jeep, bedacht ik me dat Lieutenant- Colonel Mackenzie en Lt Col Myers een dag eerder waren teruggekeerd van Valburg, waar het hoofdkwartier van een van de divisies van het grondleger (43rd Wessex Infantry Division) was gevestigd. Voordat zij vanuit Driel daarheen vertrokken waren, was hun verteld dat de tocht veel te moeilijk zou zijn zonder een escorte. Zij werden dan ook vergezeld van twee Dingo Scout Cars en een pantserwagen. Tijdens een confrontatie met de Duitsers moesten ze een voertuig achterlaten. Ik voelde me dan ook niet op mijn gemak bij de gedachte aan ons aanstaande ritje naar Valburg, maar ik troostte mezelf met het gegeven dat een jeep sneller was dan een pantserwagen.
Ik was er verbaasd over dat de generaal naar Valburg moest komen. Horrocks had als korps- en frontcom- mandant gewoon zijn orders aan Sosabowski kunnen
geven wat betreft de geplande oversteek van de Rijn van die nacht. De Duitsers zouden onze brigade die dag weer kunnen aanvallen, dus waarom haalde je de commandant daar dan weg? Ik ging er derhalve van uit dat blijkbaar een grootschalige operatie op het programma stond, waarbij aanzienlijke versterkingen voor de Britse divisie over de Rijn zouden worden gebracht. En dat ‘Sosab’ op de conferentie de andere commandanten moest inlichten over de omstandigheden op de zuidelijke oever.
Ik vroeg aan de generaal of nu eindelijk het grote offensief over de Rijn begon, zodat de luchtlandingsdivisie kon worden ontzet. De commandant mompelde slechts iets onverstaanbaars vanonder zijn snor vandaan, en ik wist dat ik het bij het verkeerde eind had. Maar ik besefte ook dat ik goed moest letten op
1. Valburg, 24 september 1944. Na aankomst in het tentenkamp (of is hel na afloop van de conferentie?) praat Major- General Stanislaw Sosabowski (met de handen op de rug), commandant van de Ist Polish Independent Parachute Brigade Group, met enkele Geallieerde officieren. Geheel links: Major Desmond Pascale, stafofficier van het 5th Batlalion The Dorsetshire Regiment; rechts naast hem, op de rug gezien, Lieutenant-Colonel R. George Stevens, de Britse ‘liasion officer’ van de Poolse brigade. Captain j.L. (Jack) Beits (rechts) en Major G.R. (Geoffrey) Pack (tweede van rechts) staan er ook bij. Zij zijn respectievelijk plaatsvervangend commandant en commandant van de C- Company van het 5th Bn Dorsets.
(foto: The Polish Inslilute and Sikorski Museum, Londen)
de dingen die komen gingen. Als Sosabowski de moeite nam om een zoektocht naar mij op poten te zetten teneinde mij mee te nemen naar die conferen-tie, dan kon het niet anders zijn dan dat hij een moeilijke bijeenkomst verwachtte. Hij liet zijn adjudant namelijk op het hoofdkwartier achter, en deze luitenant, Tadeusz Sieczkowski, beheerste de Engelse taal toch ook goed omdat hij aan het Engineering College in Manchester had gestudeerd.
Sosabowski’s oude vertrouwde chauffeur, Sergeant Wojciech Juhas van de geniecompagnie, zou achter het stuur van de jeep zitten. Normaal gesproken was ik daar niet blij mee, want Juhas werd algemeen beschouwd als een roekeloos man. Maar deze keer vond ik het prima dat hij ons zou rijden. De generaal ging naast hem zitten, en Lt Col R. George Stevens, de Britse ‘liasion officer’, en ik kropen achterin.
De tocht voerde door soms open en gevaarlijk terrein, en Juhas ging als een dolle hond tekeer. Met een snelheid van 75 kilometer per uur jakkerde hij over de smalle weggetjes. Op een zeker moment floten ons de kogels om de oren, maar we konden het vuur niet beantwoorden. We bleven ons namelijk stevig aan het voertuig vasthouden omdat we er anders zeker waren uitgevlogen.
Het duurde niet lang voordat we Valburg bereikten. De Britse militaire politic leidde ons naar een grote tent die in een boomgaard stond. Daar buiten waren al een stuk of tien Britse generaals en brigade-gene- raals verzameld, alsof ze in afwachting van ons waren. ‘Sosab’ meldde zich bij generaal Horrocks, die hem zei dat hij de tent moest binnen gaan omdat de conferentie meteen zou beginnen. De Poolse brigadecommandant vroeg of hij zijn adjudant annex tolk mee mocht nemen, maar de Brit antwoordde: ‘Oh nee, dat is niet nodig. U kunt heel goed Engels, want vanochtend heb ik nog met u gesproken.’ Sosabowski wees erop dat tijdens de bijeenkomst belangrijke beslissingen dienden te worden genomen, en dat hij wel eens niet alles zou kunnen verstaan en begrijpen. Horrocks liet zich echter niet vermurwen, en wandelde weg.
Tijdens vele conferenties en geheime en persoonlijke besprekingen was ik altijd de tolk geweest van mijn superieur, en nimmer was mijn aanwezigheid ter discussie gesteld. Toen dacht ik ineens aan de nogal koele begroeting van Sosabowski door Horrocks. Dat vond ik vreemd, want er was sprake van een brigadecommandant die rechtstreeks van het front kwam. Die verwelkom je toch op een hartelijkere wijze?’ Vervolgens vroeg ik me af waarom Horrocks niet wilde dat een tweede Poolse officier bij de conferentie aanwezig was. Ik liep dus meteen naar Lt Gen F.A.M. Browning, de bevelvoerende officier van het 1 slBritish Airborne Corps, die ik kende van de vele, door mij vertaalde, gesprekken die hij met Sosabowski had gehad. Ik vroeg hem: ‘Generaal, u kent mijn commandant. Denkt u niet dat het beter zou zijn als ik tijdens de bijeenkomst als tolk optrad?’ Browning zei niets; hij knikte slechts, en ging naar Horrocks toe. Deze kon niet weigeren wat de bevelhebber van hel luchtlan- dingskorps vroeg, en ik mocht mee naar binnen. In de tent aangekomen, gingen alle Britse officieren aan één kant van de lange tafel zitten, en de Poolse generaal kreeg in z’n eentje een plaats toegewezen aan
de overzijde. Zelfs Lt Col Stevens ging bij zijn landgenoten zitten. Ongetwijfeld was die opzet een geplande demonstratie tegen Sosabowski. Deze nam plaats, en zei tegen me dat ik hetzelfde moest doen. Horrocks, geflankeerd door Browning en Maj. Gen. G.I. Thomas, zag dat en zei: Nee, de luitenant kan achter uw stoei blijven staan.’ Ik begreep dat dit zijn reactie was op het feit dat hij had moeten toegeven aan Brownings verzoek.
De hele conferentie kwam me merkwaardig voor. Het leek niet op een topbijeenkomst van de hoogste officieren van Geallieerde legereenheden. Het had duidelijk meer weg van een zitting van de krijgsraad, waarbij de rechters aan de ene kant zaten en de verdachte aan de andere zijde.
Horrocks opende de bespreking met de verklaring dat, zoals eerder, van kracht was de order van Lt Gen M.C. Dempsey, opperbevelhebber van het Britse Tweede Leger (waartoe het 30th Corps behoorde), om een sterk bruggehoofd te vormen aan de overkant, de noordzijde, van de Rijn. In het kader daarvan zou de rivier de komende nacht op twee plaatsen worden overgestoken. De commandant van deze gecombineerde operatie zou Thomas zijn, aan wie Horrocks vervolgens het woord gaf. De bevelhebber van de Wessex Division stond vervolgens op.
Het contrast tussen hem en generaal Sosabowski kon niet groter zijn dan op dat moment. Net als de andere aanwezige Britse officieren, zag Thomas er onberispelijk uit. Zijn distinctieven blonken en schitterden op het piekfijne, keurig geperste maatuniform, aan de onderzijde afgerond door glanzend gepoetste leren schoenen. ‘Sosab’, die vier dagen eerder boven Driel was gesprongen, zag er, hoewel fris geschoren, wat verfomfaaid uit in zijn uitgewoonde gevechtskleding.
2. Hel lijkt alsof Major-General G.I. Thomas, commandant van de 43id Wessex Infantry Division, na afloop van de bij- eenkomst met generaal Sosabowski praat. In werkelijkheid negeert hij de Pool, en wendt zich rechtstreeks tol overste Stevens, die links (niet zichbaar) staat.
(foto: The Polish lustifute and Sikorski Museum, Londen)
Sinds hij Engeland had verlaten, was zijn soldaten-schoeisel niet van zijn voeten geweest. Met een maximum van twee uur slaap per 24 uur, was hij uiteraard erg vermoeid.
Thomas deelde mee dat voor de komende nacht om 22.00 uur twee ‘crossings’ waren gepland. De hoofdmacht zou bestaan uit het 4th Battalion The Dorsetshire Regiment, dat ter hoogte van hel Drielse Veer de Rijn zou oversteken. Het was de bedoeling dat zij alle voorraden, munitie en etenswaren die bestemd waren voor de Ist British Airborne Division naar de overkant van de rivier brachten. Na de Dorsets zou het Ist Polish Para Bn op dezelfde over- steekplek volgen. De rest van de Poolse brigade zou ook om 22.00 uur op de plaats waar gedurende twee eerdere nachten een oversteek was gewaagd, ter hoogte van de Oude Kerk, proberen de noordelijke oever van de rivier te bereiken. De daadwerkelijke leiding van de beide oversteekpogingen was in handen van Brigadier B.B. Walton, de commandant van de 130th Infantry Brigade.
Toen generaal Thomas klaar bleek te zijn met zijn verhaal, was ik onthutst over zijn korte en oppervlakkige speech. Hij had geen enkele informatie gegeven die noodzakelijk was voor de organisatie van de overtocht. Er was niets uitgelegd over hel aantal boten, welk type, wanneer ze zouden arriveren en door wie ze moesten worden geroeid. Deden genisten dat of de parachutisten zelf? Wat te denken van artilleriesteun, direct of indirect, of ondersteuningsvuur door Britse tanks? En zo waren er nog meer vragen. De belangrijkste was misschien wel: wat zou er gebeuren na de ‘crossings’? Wanneer zou vervolgens het echte grote offensief beginnen? En het ergste van alles was dat geen enkele Britse officier een dergelijke vraag stelde. Ze zeiden helemaal niets! Voor hen was blijkbaar alles helder en duidelijk. Toen begreep ik opeens dat deze vreemde bijeenkomst helemaal geen conferentie was die over een uit te voeren operatie ging. Het was slechts een formaliteit. Het diende geen enkel militair doel. De betrokken commandanten waren voor iets anders bijeengeroepen. Natuurlijk, ik begreep hel. En Sosabowski zag de situatie nog helderder onder ogen. Terwijl ik Thomas’ woorden in het Pools vertaalde, was ik geschokt door het lompe en geheel informele weghalen van ons Ist Bn onder Sosabowski’s commando vandaan. De Brit had dezelfde rang als de Poolse brigadecommandant, en hij pikte ons bataljon in zonder enig excuus of verklaring. In dergelijke situaties vereiste de Britse beleefdheid enige nette, kalmerende woorden die de directe overtreding van de militaire routine en gewoonten in een wat rustiger vaarwater brachten. Bovendien was Sosabowski nu niet meer de trotse bevelvoerende officier van een brigade, maar slechts de commandant van een bataljon. Immers, de door zweefvliegtuigen aangevoerde eenheden bevonden zich in Oosterbeek, in de vorige twee nachten was een gedeelte van het 3rd Bn overgesto-ken, en nu werd het Ist Bn naar de Britten overgeheveld. Slechts het 2nd Bn en nog wat andere manschappen bleven voor de generaal over.
Niet vergeten moet ook worden dat zelfs als alle Polen op de noordelijke oever van de Rijn waren terechtgekomen, dat dan de mannen zo verspreid Lussen de
diverse Britse eenheden zouden zitten dat van een georganiseerde brigade geen sprake kon zijn. En dat dus Sosabowski dan zeker geen effectieve comman-dant kon zijn.
Hetgeen ik in de tent meemaakte, gaf mij de indruk dat de generaals van het 30th Corps precies dat als oogmerk hadden. Nu was ik er al zeker van dat de Britse officieren het erop aanstuurden om mijn commandant te provoceren, zodat deze bezwaar zou maken tegen Thomas’ orders, en op die manier de voortijdige beëindiging van de conferentie veroor-zaakte. Daarna zouden zij meteen argumenteren dat zijn stugheid en eigenwijsheid het onmogelijk maak-ten dat een effieënte en effectieve hulpactie voor de Britten ten noorden van de Rijn werd georganiseerd, zodat deze konden worden ontzet. Dat was, daarvan ben ik overtuigd, exact de bedoeling van de leiding van hel 30th Corps.
Toen Thomas generaal Sosabowski ondergeschikt maakte aan Walton, een jonge infanterie-brigadegene- raal, en hem dus onder diens controle en orders stelde, wist ik dat dal een flagrante schending van de militaire code was. Bovendien lag daar het meest gevoelige punt van de Pool, en ik voelde dat hij die provocatie niet zou accepteren. Het gevolg zou zijn dat de bijeenkomst abrupt werd beëindigd. Ik besloot derhalve deze order niet in het Pools te vertalen. ‘Sosab’ was al zo geïrriteerd door hel op een onnette manier weghalen van zijn Ist Bn, dat hij alleen maar naar mijn vertaling luisterde en niet naar Thomas’ woorden.
Na de toespraak van de Brit werd het stil. Toen stond generaal Sosabowski op en nam het woord. Hij begon met een beschrijving te geven van de situatie van de Airbornes aan de overkant van de Rijn. De Britten en Polen waren daar al acht dagen aan hel vechten tegen de Duitsers. Inmiddels vormden zij geen divisie meer omdat hun gevechtskracht met tweederde was verminderd door doden, gewonden en krijgsgevangenen. Ze waren geheel omsingeld, op een stuk niemandsland na van zo’n 200 a 300 meter breed, aan de zuidzijde van de perimeter. Ze waren uitgeput, en hadden behoefte aan alles; vooral munitie, eten, verbandmiddelen en zelfs drinkwater. Daarom was onmiddellijke hulp noodzakelijk.
De heuvels rond de Westerbouwing echter waren stevig in Duitse handen, en daar vandaan kon men een groot deel van het gebied bij de Rijn onder vuur nemen. Het overzetten van een Brits bataljon en de rest van de Poolse brigade zou weinig zoden aan de dijk zetten als het erom ging iets ten positieve te ver-anderen aan de algehele situatie ten noorden van de rivier. En in het bijzonder zou een poging ter hoogte van het Drielse Veer weinig kans van slagen hebben. Daar waren nu juist de sterkste vijandelijke posities. Natuurlijk was generaal Urquhart op de hoogte van het taktische belang van de Westerbouwing, en had hij geprobeerd het gebied te veroveren. Omdat zijn divisie daarin niet geslaagd was, zou slechts één bataljon, en dan ook nog via de Rijn, daar al helemaal geen kans hebben.
Gedurende de laatste twee dagen had Sosabowski de Duitse posities aan de overkant van de rivier nauw-keurig bestudeerd, en hij was tot de conclusie geko-men dat ze geen reserves meer hadden. Ze kregen geen versterkingen uit de regio Arnhem, en zelfs dreigde een tekort aan munitie. Daarom zou een grootschalige en krachtige aanval succesrijk kunnen zijn. Als een gehele divisie samen met de rest van de Poolse brigade zou worden overgezet op drie of vier punten langs de rivier, maar dan verder naar het westen, was er alle kans dat de militaire situatie aan de noordzijde van de Rijn voor de Geallieerden aanmerkelijk werd verbeterd. Als men tegelijkertijd op vier plaatsen een Crossing begon, zouden er zeker twee positief verlopen. Indien echter een dergelijke grote operatie niet mogelijk was, dan deed men er beter aan een terugtrekking van de troepen uit Oosterbeek te overwegen.
Wat het Ist Polish Parachute Battalion betrof, voegde Sosabowski er slechts aan toe dat hij als brigadecommandant het beste kon bepalen welke eenheid met de Dorsets zou moeten oversteken. Het geschuif met het lst Bn was echter maar een kleinigheid vergeleken met het grote bezwaar dat de generaal tegen het hele idee van de ontzettingspoging had.
Meteen nadat Sosabowski was uitgesproken, stond Thomas weer op. Hij veegde alle Poolse voorstellen van tafel, en deelde louter mee dat de operatie om 22.00 uur zou beginnen zoals hij had verordonneerd. Boten zouden beschikbaar zijn, en de gegeven orders moesten worden uitgevoerd.
Ik vertaalde deze arrogante verklaring in het Pools, en ‘Sosab’ kon zich toen niet langer inhouden. Hij kwam van zijn zitplaats omhoog, en sprak nu zelf in hel Engels. Het verminderen van zijn taalbeheersing ging gelijk op met de groeiende intensiteit van zijn woede. Tijdens alle voorbesprekingen van de Market Garden operaties had hij de Britse officieren consequent gewaarschuwd de vijandelijke tegenstand niet te onderschatten. Nu was hij ervan overtuigd dat hij gelijk had, en hij wilde zijn jongere collega’s laten inzien dat de slag nog gewonnen kon en moest wor-den. De gedachte dat hij nu, in dit stadium van de oorlog waarbij de geallieerden superieur waren in aantallen tanks, kanonnen en vliegtuigen, nog eens door de Duitsers zou worden verslagen, was voor hem niet acceptabel.
Daar kwam bij dat hij de oudste generaal ter plekke was. Niet alleen in leeftijd, maar ook wal dienstjaren en dus ervaring betrof. Immers, reeds voor de oorlog was hij docent aan de Militaire Academie van Warschau, en commandeerde hij Pools regimenten. Daar stond tegenover dat bijvoorbeeld generaal Horrocks in mei 1940 nog slechts de leiding had van een mitrailleur-bataljon bij Duinkerken.
Alles bij elkaar opgeteld, was Sosabowski behoorlijk geïrriteerd geraakt. In die toestand zei hij: ‘Oversteken bij het Drielse Veer kan geen succes worden. Daarmee bereikt u niets. U offert alleen maar uw soldaten op. Één bataljon zal de situatie niet veranderen’. En toen Thomas hem wilde interrrumperen, voegde hij eraan toe: ‘Maar denk eraan dat sinds acht dagen niet alleen Poolse soldaten, maar ook de beste zonen van Engeland daar voor niets aan het sterven zijn, met geen enkel doel’. Nu kwam Horrocks Thomas te hulp, waarbij hij voorkwam dat een van beiden nog iets kon zeggen. ‘De conferentie is voorbij. De orders die door generaal Thomas zijn gegeven, zullen worden uitgevoerd.’ En terwijl hij zich tot Sosabowski richtte, voeg
de hij daaraan toe: ‘En generaal, als u de orders die u gegeven zijn, niet wilt uitvoeren, dan zullen we een andere commandant voor de Poolse parachutistenbrigade vinden die ze wel ten uitvoer zal brengen. Dit dreigement had geen enkele grondslag in hetgeen Sosabowski had gezegd, aangezien deze nimmer had aangegeven dat hij opdrachten niet zou gehoorzamen. In dat opzicht was hij een voorbeeldige en loyale officier. Dat nam niet weg dat hij het als zijn taak beschouwde zijn superieuren te waarschuwen voor orders die in zijn ogen verkeerd waren, en hen te wijzen op andere mogelijkheden. Nooit weigerde hij een order uit te voeren. Horrocks echter was laaiend dat Sosabowski hun plan dwarsboomde, en bovendien het voorstel voor de rivierovertocht bekritiseerde. Toen de Poolse generaal de tent verliet, zag hij buiten dat generaal Thomas Lt Col Stevens instructies stond te geven. ‘Sosab’ ging erbij staan, maar Thomas negeerde hem volkomen. Daarna liep de Britse gene-raal weg zonder de Pool een hand te geven of ook maar een gebaar in diens richting te maken.
Generaal Browning, die tijdens de hele bijeenkomst geen woord had gezegd, sprak Sosabowski aan, en nodigde hem uit voor de lunch in Nijmegen. De commandant van de Poolse brigade was blij met die invitatie, met name gezien het incident met Thomas. Hij hoopte nog steeds Browning ervan te kunnen overtuigen dat een grootschalige operatie het beste was.
3. Na de topontmoeting klimmen Sosabowski en Stevens bij een Britse chauffeur in de jeep, die hen van het Valburgse bivak naar hel hoofdkwartier van Lieutenant-General F.A.M. Browning (commandant van het lsl British Airborne Corps) in Nijmegen zal brengen. De Poolse generaal heeft dankbaar gebruik gemaakt van de alom aanwezige fruitbomen door een appel le confisceren (op het camoufla- genet op de motorkap ligt er nog één). Op die kap ligt ook een helgele herkenningslap; dergelijke stukken stof werden tijdens Market Garden gebruikt ter identificatie van Geallieerde soldaten en voertuigen.
(foto: The Polish Institute and Sikorski Museum, Londen)
Het bovenstaande verhaal werd door de auteur beschikbaar gesteld aan George F. Cholewczynski, die het gebruikte bij het schrijven van ‘De Polen van Driel’. In dit boek, dat voor ƒ 25,= nog steeds te koop is bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’, kunt u onder meer lezen hoe de geschiedenis verder verliep.
Jerzy Dyrda keerde na de oorlog terug naar Polen. Hij woonde in Katowice toen hij op 89-jarige leeftijd overleed op 3 januari 1996.
Plaats een Reactie
Vraag of reactie?Laat hier uw reactie achter.