Ministory 006 – “STATION CALLING ITSELF P.S.C ASKED TO COME IN”

MINI STORY VI

(Uit het oorlogsdagboek van het 64e Regiment Medium Artillery van 21/9 tot 26/9-1944)
Om ongeveer 7 uur kregen onze verkenningseenheden opdracht om naar een gebied te gaan dat U mijl van Nijmegen lag. Vanaf 9-35 arriveerde het regiments hoofdkwartier. En er was nog steeds geen nieuws van de le Airborne Divisie. Plotseling werd het soepele verloop van het regiments-radioverkeer onderbroken door een station dat een onbekend codeteken gebruikte. Het vroeg toestemming op ons net binnen te mogen komen. Hij kreeg bevel er af te gaan. Het hield aan: “We liggen onder zwaar granaat- en mortiervuur- kunt u ons helpen”. De stem was kalm maar er doorheen klonk een nadruk die ons aan het denken zette. We vroegen wie hij was. “De mensen die jullie proberen te bereiken”! kwam het antwoord.
Het leek ongelooflijk, maar het moest -het kon alleen maar 1 British Airborne zijn- of toch niet? Kon het een Duitse piratenzender zijn die zat te vissen naar gegevens?
Het leek nauwelijks waarschijnlijk, maar we konden geen risico lopen. We moesten het station met zekerheid indentificeren. Onze methode was ongewoon, maar dat was het hele geval toch al. De commandant kende de naam van de artilleriebevelhebber van de lucht¬landingsdivisie :
+) commandant Lt Kol.H.S. Hunt,RA DSO-OBE
“Begint Uw naam met een….?” vroegen we. “Ja, en mijn voornaam is ….”. “En kent U iemand die …. heet?”-gingen we verder, terwijl we de voornaam van een wederzijdse bekende noemden. Toen de achternaam van deze kennis onmiddelijk door de “piraten- zender”werd opgegeven wisten we zeker dat we zijn indentiteit hadden vastgesteld, First Airborne! En ze hadden dringend hulp nodig. Er moest iets gedaan worden!
Om 10.35 meldde onze afdeling 4,5″ stukken zich gereed. De Airbornes gaven ons twee doelen op: beide buiten bereik.
+) deze doelen lagen ten noorden van de Utrechtseweg in de buurt van hotel de Bilderberg
Ze gaven ons een derde die goed was. Twee correcties en toen schaal 10. Dit was nog maar een opwarmertje!
+) De eerste doelen lagen allen in de bossen ten westen van de Van Borsselenweg op de Hoge Oorsprong en de salvo’s lagen op de uitgangsstellingen van de Duitse troepen die de sector van de Borders bedreigden.
Het was duidelijk dat we de Airborne Divisie geen maximum ondersteuning konden ver-lenen vanuit onze huidige stellingen en dus ging rond het middaguur een van onze U,5” batterijen vier kilometer naar voren. Inmiddels bleef de andere batterij in actie waar zij was en beschoot nog 6 doelen. Helaas lagen vier andere buiten bereik maar toen de voorste batterij zich gereed meldde, werden ook deze onder vuur genomen.
Om 12.30 kwam er nog een vreemde zender op ons net. De spreker noemde meteen zijn naam. Plotseling nam de persoonlijke belangstelling toe. Een man die in gevaar ver-keerde in gesprek met een vriend die kon helpen. Maar er viel geen spoor te merken van het kleine drama dat zich binnen het grotere afspeelde in dit radiogesprek tussen ^ie Brigademajoor artillerie van de Airborne Divisie en de Adjudant van het 64e Regi-ment middelzware artillerie.
+ ) Brig.Maj: Tower; adjudant: Kapt. Scrimgeoup-
Het eerste “piratenstation” bleek een afdeling van het artillerie-hoofdkwartier.
+) Zie ministory IV
Het was, zoals we later ontdekten het toestel (+) z.g. 19 set) van de vooruitgeschoven Artilleriewaarneming-eenheid (forward observation unit) van het 30e korps.
Dat de le Airborne Divisie er niet best voor stond viel niet te ontkennen. Ze hadden maar één radioverbinding met de buitenwereld, via ons.
De situatie was wel zo slecht dat om 12 uur 50 de waarnemer aan de Brigademajoor meldde dat de vijand maar 35 meter van zijn stelling af lag.
+) Dit was bij de “Pergola” op de Hemelse Berg -de Duitsers stonden toen op de hoek van de Pietersbergseweg/Kneppelhoutweg met gemotoriseerd geschut en had-den de D-batterij van de Airborne-artillerie praktisch onder de voet gelopen.
We waren getuigen van de gespannen situatie toen we over de radio het geluid van ontploffende granaten hoorden.
De Airbornes vroegen dringend om een situatie-rapport; konden wij hen zeggen tot waar onze voorste tanks gevorderd waren? Hoe we het ook probeerden, we kwamen er niet achter.
En steeds maar volgde doel na doel, met nauwelijks een onderbreking. Soms schaal 1, soms schaal 3 en niet tevergeefs. Om kwart over één kon de artilleriecommandant rap-porteren dat de algehele situatie verbeterd was.
+) De juiste hoeveelheid vuur is niet bekend. Wel weten we dat de 4,5″ afdeling (8 stukken) totaal 3000 schoten afvuurde.Er werden gedurende de 5 dagen 160 doelen onder vuur genomen.

Om half twee kwam er nog meer goed nieuws. De commandant had een uitgebreid verslag uitgebracht op het korpshoofdkwartier en kwam terug met het bericht dat een strijd-macht bestaande uit een pantserregiment en een infanteriebrigade met ondersteunende artillerie het bevel had gekregen op te rukken en contact te maken met de le Airborne- divisie. En verder was er een afdeling 155mm geschut met grote spoed onderweg en zou een verbindingsofficier van de le Airborne Divisie zich bij het Regimentshoofdkwartier melden.
+) De 419e afdeling zware artillerie bestond uit 4 stukken, die gedurende de
5 dagen totaal 650 schoten afvuurden.
Tegen vieren was de 155mm afdeling al in actie.
Tot nu toe werkte de radioverbinding goed, in het bijzonder met de waarnemers. Maar de avond viel en zelfs de grootste optimisten onder ons twijfelden of het contact tijdens de duisternis behouden zou kunnen worden. Maar we moesten verbinding houden ook al be-tekende dit twee of drie tussenzenders. Daarom werd er een schakelstation uitgestuurd onder bevel van een officier. Zijn opdracht was kort en terzake: “Ga zover U kunt zonder krijgsgevangen gemaakt te worden en blijf in contact”. Dat deed hij en tot het eind van onze verbinding met de Airborne Divisie bleef het station in zijn vooruitgeschoven positie. Hun werk was van onschatbare waarde.
s Nachts had de CCRA (corpscommander Royal Artillery) een zender op onze frequentie (wat een unieke onderscheiding betekende) en om 7.20 had hij de artillerie-commandant van de Airborne Divisie om een opgave van de stand van zaken gevraagd, daaraan toe- .voegend: “We schieten hard op”. Het antwoord luidde: “Geen verandering-We zullen blij zijn jullie te zien”.
Later in de morgen kwam er een tweede radioverbinding met de CRA via de Airborne ver-bindingsofficier die aangekomen was met een zender naar zijn eigen post ten noorden van Nijmegen. Dit maakte het geheel iets gemakkelijker voor RHQ (Regimental Headquarters), maar voor de artilleristen was het even drukke dag als de middag ervoor.
Naast ons vuurplan ter ondersteuning van de Airborne Divisie werden 31 doelen door het Regiment bestookt. Geïnspireerd door de druk der omstandigheden werd er schitterend werk geleverd.
+) Behalve de doelen aangegeven door de Airbornes werd er door de 64e medium vuur uitgebracht volgens drie vuurplannen met de codenamen Guineas,Bill en Lincoln. Lincoln lag op het plateau van de Westerbouwing en de bossen ten noorden hier-van, Bill op de uiterwaarden aan de oostzijde van de perimeter en van Guineas zijn geen kaartcoördinaten bekend. Wij vermoeden dat het lag aan de noordzijde van de perimeter.

Een stuk van het 64e Medium Regt.in actie in de nabijheid van de Electrische Centrale.

Onze verplichtingen beseffend had de divisie (43e Infanterie divisie-Gen.Maj.Thomas) die we eigenlijk, dienden te ondersteunen, indien noodzakelijk slechts een beroep ge-daan op ons 5.5″ geschut; maar die dag werd het overduidelijk dat de Airborne Divisie al onze hulp nodig had wilde zij overleven. Om onze 5-5″ afdeling extra steun te laten verlenen werden stellingen gekozen in het gebied waar ook de 4.5″ kanonnen opgesteld stonden. Ze werden bij het aanbreken van de dag op de 23e betrokken.
+) Deze stellingen waren bij de electriciteitscentrale te Nijmegen, (kaartcoör- dinaten 6916 6295).
In normale.omstandigheden zou het Regimentshoofdkwartier zonder aarzeling mee opge-trokken .zijn, maar in dit geval stonden we voor een dilemma. Voorwaarts trekken zou ongetwijfeld onze regimentsverbindingen ten goede komen, maar zou ook de verbinding met de Airborne Divisie verzwakken en wel omdat het terrein naar de rivier toe afliep en meer bebouwd was. De plv commandant ging er op uit in een radiowagen en testte op verschillende plaatsen de ontvangst. Tenslotte vond hij een punt dat dicht genoeg bij de afdelingen lag en waar de ontvangst van de Airborne Divisie even goed was als het steeds al was. Hij besloot om het RHQ op te laten rukken. De adjudant en de radio- officier gingen vooruit met een klein tactisch hoofdkwartier, terwijl de rest met de Airborne Divisie in contact bleef. Er werd op het nieuwe terrein een antenne van 9 meter opgericht. De verbindingen waren goed en dus werden deze overgenomen teneinde het Tactisch Hoofdkwartier in staat te stellen zich bij hen te voegen. Die dag werden 25 doelen onder vuur genomen.
Onze zorgen namen langzamerhand toe. De divisie die we eigenlijk ondersteunden begon steeds meer een beroep op ons te doen. Onze aanvoerlijn was door de vijand afgesneden. Er kon geen garantie worden gegeven dat onze munitie spoedig aangevuld kon worden. Het was een gelukkig toeval dat het vooruitgeschoven munitiedepot was bevoorraad met medium-munitie vlak voordat de weg afgesneden werd. Maar bij de huidige vuursnelheid zouden we daar niet lang op kunnen teren.
Onze problemen werden echter wat verzacht toen een afdeling zwaar luchtdoelgeschut en nog een afdeling 4.5″ stukken onder ons bevel kwamen.
+ ) De sterkte van het 64e regiment medium artillery was nu: beide eigen afdelin¬gen: nl. de 211’en 212*afdeling middelzware artillerie, bestaande uit ieder 2 batterijen met 4.5 en 5-5″ geschut, + de 419e afdeling zware artillerie, de afdeling zwaar luchtdoelgeschut (dit werd ook tegen gronddoelen ingezet) en de 27e en 28e afdeling midelzware artillerie. Deze eenheden stonden onder rechtstreeks bevel van het 64e Regiment. Bovendien kon een beroep gedaan wor¬den op het in de nabijheid opererende 84e Medium Regiment Artillery. Er waren dus niet minder dan 10 batterijen beschikbaar om vuur uit te brengen op de sector Arnhem-Oosterbeek.
De toestand voor de Airborne Divisie werd wanhopig. Opgaven van vuurdoelen werden onderbroken door Slidexboodschappen van de CCRA aan de CRA AB.div.
+) Slidex is een bepaalde code. CCRA= Corpscommander Royal Artillery. CRA AB.div. = Commander Royal Artillery Airborne Division=Lt.Kol. Loder Symonds.
Er was nog steeds geen aansluiting en het was onwaarschijnlijk dat dit nog zou plaats-vinden. De voorraden raakten op. Het was tragisch te constateren dat de Airborne Divisie het niet lang meer zou volhouden in hun steeds kleiner wordende perimeter.
In de nacht van 24 op 25 september werd een poging ondernomen hen te bevoorraden. Het werd een mislukking. Door de sterke stroming en de modderige oevers slaagden slechts enkele Dukws erin de Rijn over te steken.
En zo werd om 10.25uur op 25 september het raadselachtige bericht “Berlijn vanavond” aan de CRA AB.Div. verzonden.
Er werd een vuurplan voorbereid. Onder dekking van een vernietigend spervuur werd “operatie Berlijn” uitgevoerd.
Het laatste verzoek om vuursteun was gedaan.
Namens de Airborne Divisie werd de volgende brief aan het 64e Medium Regiment Royal Artillery verzonden:

Onderwerp: Operatie Market Garden.
Aan Bevelvoerend Officier,
6h Medium Regt Royal Artillery,
British Liberation Army.
Namens de le Airborne Divisie wil ik dank uitspreken aan U, Uw regiment en de 419e afdeling zware artillerie voor de steun die U ons de afgelopen wee verleend heeft.
Het is overduidelijk dat de rol die het Regiment in de Slag om Arnhem ge a heeft van beslissende aard is geweest voor het overleven van de Divisie ge¬durende de negen dagen die zij doorgebracht heeft ten noorden van de rivier de Rijn.
Op het moment dat Uw Regiment in actie kwam stond de zaak er tamelijk slecht voor en Uw vuur maakte alle verschil uit.
Het was niet alleen het vernietigende en zeer accurate effect dat Uw vuur teweeg-bracht tijdens de laatste zes dagen van de slag dat ons allen zo’n hart onder de riem stak, maar ook de manier waarop aan alle verzoeken zo direct werd voldaan. De bevelhebbers van het 30e korps en van het Airbornekorps 1) hebben ingstemd met ons verzoek Uw regiment ons Airborne insigne, de Pegasus, te mogen aanbieden dat onder op de rechtermouw gedragen dient te worden.

Wij zullen het als een voorrecht beschouwen als U het wilt dragen als een blijvende herinnering aan onze samenwerking tijdens de Slag om Arnhem.
Ik hoop in de gelegenheid te zijn Uw regiment in de toekomst te bezoeken en officieren en manschappen persoonlijk te danken voor hun inspanningen.
27 Sep 44
Was getekend,
R.E. Urquhart, Generaal Majoor,
Commandant le Airborne Divisie.
1) Respectievelijk Lt Gen. Horrocks
Foto:Sergeant S.Hoppe,64e Medium
Regiment Royal Artillery,
2nd. Army.
Het Pegasus-embleem op de
rechter benedenmouw.
Samensteller:G.van Roekel.
Vertaalwerk:Drs A.Groeneweg.
Foto’s:Drs R.P.G.A.Voskuil.
en Lt Gen. Browning.

+) = toelichting door de samensteller .
In de volgende ministory wordt dit onderwerp afgesloten door een overzicht van de doelen welke door het 64e Medium Regt.gedurende de Slag om Arnhem onder vuur werden genomen.

Download ministory

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Vraag of reactie?
Laat hier uw reactie achter.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.