Vrienden van het AIRBORNE Museum|
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek Tel. museum (026) 333 77 10 Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 88, oktober 2002
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Airborne Begraafplaats, 22 september 2002. Tijdens de herdenkingsdienst leggen kinderen bloemen op de graven, (foto Berry de Reus)

Van de redactie
De afgelopen periode, waarin ook de 58e herdenking van de Slag om Arnhem plaatsvond, is er weer veel gebeurd dat het vermelden waard is. Maar omdat we geen ruimte hebben om alle ontvangen kopij in dit nummer te plaatsen, zal een deel van de artikelen in de volgende nieuwsbrief worden gepubliceerd.

Themamiddag op 2 november a.s.
Op zaterdag 2 november a.s. organiseert onze vereniging een themamiddag in Zalencentrum ‘Lebret’ aan de Lebretweg in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30 – 14.00 uur: Ontvangst van de leden.
14.00 – 15.00 uur: Lezing door Marcel Zwarts over de inzet van Duitse pantservoertuigen tijdens de Slag om Arnhem. Marcel doet al jaren onderzoek naar dit onderwerp en publiceerde onlangs het boek ‘German Armored Units at Arnhem, September 1944′. Met behulp van een groot aantal dia’s zal hij het onderwerp illustreren.
15.00 – 15.45 uur: PAUZE.
15.45 – 16.30 uur: Tweede deel van de lezing van Marcel Zwarts.
16.30 – 17.00 uur: Gelegenheid tot het stellen van vragen, discussie en napraten.
Ca. 17.15 uur: Einde themamiddag

Oproep
Patrick Pronk, auteur van het boek ‘Airborne Engineers, The Shiny 9th’, is bezig met het verzamelen van gegevens over de geschiedenis van het lst Parachute Squadron, Royal Engineers. Hij zoekt documenten, persoonlijke verslagen, foto’s, etc. Mensen die hem willen helpen, in het bijzonder veteranen van deze eenheid, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Patrick Pronk, Doornstraat 279, 2584 AM Scheveningen, Holland, telefoon 070 3545581, e-mail: PJPronk@hotmail.com.

Battlefield guide Henry McAnelly overleden
In zijn woonplaats Kortenhoef overleed op 11 juli jl. op 79-jarige leeftijd de Arnhem-veteraan Henry McAnelly. Gedurende bijna dertig jaar leidde de oud- militair mensen rond over het gebied van de Slag om Arnhem.
In september 1944 maakte hij als Private deel uit van een mortier-eenheid van het 1S1 Parachute Battalion. Tijdens de opmars naar Arnhem raakte hij zwaar gewond bij Mariëndaal, tussen Oosterbeek en Arnhem. Hij verloor zijn linkerarm, en kreeg tientallen schot- en scherfwonden in zijn hoofd en in de rest van zijn lichaam. Hij werd vervoerd naar het St. Elisabeths Gasthuis, en vandaar naar de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn, waar hij aan zijn verwondingen werd geopereerd. Eind oktober werd hij overgebracht naar krijgsgevangenkamp Stalag 7 bij de plaats Freising. Daar werd hij opnieuw behandeld, nu door Duitse artsen. Vlak voor de Duitse capitulatie werd hij via Zwitserland en Frankrijk naar Marseille vervoerd, vanwaar hij met een hospitaalschip naar Liverpool werd gebracht. Na de oorlog bracht hij lange perioden door in ziekenhuizen. Wanneer hij kon, reisde hij in die tijd ieder jaar naar Oosterbeek om het voormalige slagveld te bezoeken. In 1954 verhuisde hij naar Nederland, waar hij een baan kon krijgen. Na zijn vervroegde pensionering ging hij belangstellenden rondleiden in het gebied rond Arnhem. Hij heeft dat bijna dertig jaar volgehouden.
Zijn belevenissen werden door de auteur Edward Monroe-Jones gebruikt voor zijn in 1990 verschenen boek ‘Before 1 Sleep, A novel about Arnhem’.

Herdenkingsenveloppe 2002
Op 17 september 2002 heeft het Airborne Museum in Oosterbeek haar jaarlijkse herdenkingsenveloppe uit-gegeven. Deze uitgave is de zevende in de serie met als onderwerp: ‘Monumenten van de Slag om Arnhem’. De enveloppe toont het monument voor de 101c US Airbornedivisie op de Drielse Rijndijk bij Heteren.
Op 4 oktober 1944 nam de 101° US Airbornedivisie de posities tussen Opheusden en Eist over van de 43c Britse (Wessex) Divisie. Bij Opheusden moesten de Amerikanen felle strijd leveren met de Duitse 363e Volksgrenadierdivisie. De Duitsers waren de Rijn overgestoken, en gesteund door tanks, vanuit Resteren, een opmars begonnen richting Opheusden- Dodewaard. Deze ‘Slag bij Opheusden’ duurde tot 15 oktober. Hierbij werd ook de Easy Company, 506° Parachute Infantry Regiment, de ‘Band of Brothers’ ingezet.
In de nacht van 22 op 23 oktober staken 138 Britten, 10 Nederlanders en twee Russen met hulp van het Nederlandse verzet en de Easy Company vanuit Renkum de Rijn over, en bereikten de Amerikaanse linies. Deze actie had als codenaam ‘Operatie Pegasus’.
Zes dagen later voerden zes Amerikaanse parachutisten een verkenningspatrouille uit naar Ede, en keerden de volgende dag met 32 Duitse gevangenen terug, een wapenfeit dat bekend werd als de ‘Incredible Patrol’.
Op 29 november werden de Amerikanen afgelost. De verdediging van de Betuwe, ook wel ‘Het Eiland’ genoemd, kostte de 101th Airbornedivisie meer dan 300 doden.
Het monument op de Rijndijk bij Heteren herinnert aan hun inzet. Het is opgericht door leden van het ‘101c Airborne Comité Betuwe’, en werd onthuld op 15 september 1982.
De oplage van de herdenkingsenveloppe is 300 genummerde exemplaren. Ze zijn op 17 september 2002 gestempeld met het filatelistenstempel van het postkantoor te Oosterbeek.
Het eerste exemplaar werd aangeboden aan de ‘Leader of the Pilgrimage’, 2002, Sir James Cleminson. Hij was in september 1944 commandant van het 5C Peloton, B Compagnie, 3e Parachutistenbataljon. De herdenkingsenveloppe is voor € 3,00 te koop in het Airborne Museum in Oosterbeek. Na overmaking van € 4,00 op giro 4184300 t.n.v. Airborne Museum, Oosterbeek, onder vermelding van ‘Enveloppe 2002’ wordt deze toegestuurd.
Enveloppen van de voorgaande jaren zijn in beperkte mate nog verkrijgbaar in het museum. Zie ook de website: www.airbornemuseum.com.

16 september 2002. De vorige voorzitter van de Vereniging Vrienden, Chris van Roekel, ontvangt uit handen van auteur Karel Margry een exemplaar van het boek ‘Operation Market- Garden, Then and Now’. Chris kreeg dit boek als dank voor al het werk dat hij de afgelopen twintig jaar heeft gedaan voor onze vereniging. Dit cadeau was hem toegezegd bij zijn afscheid op 6 april van dit jaar, toen hij, vooruitlopend op het verschijnen van deze publikatie, een ‘symbolische boekenbon’ ontving.
(foto: Berry de Reus)

‘Operation Market-Garden, Then and Now’
Op maandagmiddag 16 september jl. is in ‘Hartenstein’ het monumentale boekwerk ‘Operation Market-Garden, Then and Now’ gepresenteerd. Nadat Z.K.H. Prins Bernhard eerder die dag van de auteur een boek had gekregen, werd het officiële eerste exemplaar aan het bestuur van de Stichting Airborne Museum aangeboden ten behoeve van de museumbibliotheek. Na meer dan twaalf jaar was hiermee een zeer omvangrijk werk van de schrijver Karel Margry afgesloten. Karel, in de kring van de Vrienden geen onbekende, is al jaren redacteur van het tijdschrift ‘After the Battle’, dat in Nederland verschijnt onder de naam ‘Toen en Nu’. Het nu uitgekomen boek volgt dan ook geheel de stijl die we van dat periodiek gewend zijn. Dit gecombineerd met de bijna encyclopedische kennis van Karel van de operatie Market Garden, heeft geleid tot een uitstekende publicatie. Hierbij heeft de schrijver niet geschroomd bij tientallen experts op deelgebieden advies in te winnen. In twee delen is met 2340 foto’s de gehele operatie, zowel de Britse, de Poolse en de Amerikaanse luchtlandingen als de opmars van het grondleger, inclusief de legerkorpsen die zorgden voor de flankdekking, van dag tot dag en soms van uur tot uur in beeld gebracht. De bijschriften zijn zeer gedetailleerd en informatief. Het concept van oorlogsfoto’s en foto’s van de huidige situatie levert een ‘battlefield tour Market-Garden’ op, die zowel thuis, vanuit de stoel, als met de boeken in de hand in het veld gevolgd kan worden. Als we ons beperken tot het gedeelte over ‘Arnhem’ kunnen we constateren dat ook hierin toch weer onbekende foto’s staan, die Karel dankzij intensief speurwerk in archieven, musea, persbureaus en particuliere collecties heeft gevonden. De bekende foto’s van de Britse oorlogsfotografen zijn door Karel (allemaal) in de volgorde opgenomen zoals ze gemaakt zijn. Dit levert soms verrassende vondsten op. Verschillende foto’s blijken op een andere locatie gemaakt te zijn dan algemeen werd aangenomen. Ook de veelal bekende foto’s uit het Duitse Bundesarchiv zijn allemaal afgedrukt in de volgorde zoals de fotografen ze maakten. Verder laat Karel o.a. zien welke operatieplannen de Duitsers in een neergestort Geallieerd zweefvliegtuig buitmaakten, en uit welk toestel ze afkomstig waren. Hoewel de verkenningsfoto’s die de aanwezigheid van Duitse tanks aantoonden, uiteindelijk niet gevonden zijn, geeft de schrijver hierover veel nieuwe gegevens. Het zijn twee delen om in één adem uit te lezen, hoewel dat de nodige nachtrust kost, en daarna regelmatig door te bladeren. Het boek is alleen in het Engels uitgebracht, en wordt geleverd in een stevige cassette. Ondanks de forse prijs is het een boek dat in geen enkele boekenkast van geïnteresseerden in de opera- tie Market Garden mag ontbreken. Hel is te koop in de museumwinkel.
Karel Margry, ‘Operation Market-G arden, Then and Now’. ISBN 1 870067 39 8. Uitgegeven door Battle of Britain International Ltd, Church House, Church Street, Londen, E15 3JA, United Kingdom. Het boek telt 720 pagina’s, en is geïllustreerd met foto’s, kaarten en tabellen. De prijs: € 130. (Wybo Boersma)

Lezing Niall Cherry
Op zondagmiddag 8 september 2002 hadden ca. dertig leden zich verzameld in de zijzaal van restaurant Schoonoord in Oosterbeek om te luisteren naar drie korte lezingen door onze vertegenwoordiger in het Verenigd Koninkrijk, Niall Cherry. Het eerste onderwerp dat voor het voetlicht werd gebracht, was de strijd om de Van Limburg Stirumschool bij de Rijnbrug in Arnhem. Volgens de spreker was de dagenlange verdediging van dit gebouw tegen een grote Duitse overmacht met een zeer beperkt aantal mannen, een daad van grote moed en dapperheid. Zijn volgende verhaal speelde zich eveneens af bij de brug, en handelde over Leo Hall, ‘Bombardier’ bij het lsl Airlanding Light Regiment, Royal Artilllery. In zijn derde bijdrage ging Niall in op de belevenissen van dokter Lipmann Kessel en zijn ontsnapping uit Apeldoorn.
Na deze drie in heldere en duidelijke taal gebrachte verhalen, was er gelegenheid tot het stellen van vragen, die Niall (bijna) allemaal kon beantwoorden. Één vraag moest onbeantwoord blijven: ‘Waarom werd de commandant van het ls’ Airlanding Light Regiment, Royal Artillery (Lieutenant Colonel W.F.K. Thompson), ‘Sherrif’ Thompson genoemd?’ Reacties graag naar de redactie!
Na afloop van de presentaties bleven de meeste toe-hoorders nog lang napraten. Niall heeft toegezegd om in september 2004 opnieuw een aantal onderwerpen te bespreken. We kijken er naar uit!

Op 8 september jl. hield Niall Cherry een lezing in restaurant Schoonoord in Oosterbeek.
(foto: Bcrry de Reus)

‘Luchtalarm op de Veluwe’
Het boek ‘Luchtalarm op de Veluwe’ (door Wol ter Noordman) vertelt de belevenissen van de bemanning van de Amerikaanse bommenwerper 42-52506 (een Liberator) die op 29 april 1944 bij Hierden op de Noord-Veluwe neerstort. Een deel van de bemanningsleden komt in contact met het verzet, en weet onder te duiken. Het zijn voornamelijk hun belevenissen die door Noordman minutieus uitgesponnen worden. Hij maakt hiervoor gebruik van diverse publicaties, vele archieven en verklaringen van ooggetuigen. Enkele vliegers nemen in november 1944 deel aan operatie Pegasus II, waarbij geprobeerd wordt ruim honderd Britse parachutisten en andere geallieerde militairen over de Rijn naar bevrijd Zuid- Nederland te laten ontsnappen. Zoals bekend mislukt deze operatie. Noordman geeft een uitgebreid verslag van Pegasus II en een lijst van deelnemers. De schrijver schetst een goed beeld van het verzet op de Noordelijke Veluwe. Hij laat zien met welk moeilijkheden zowel de helpers als de geallieerde militairen te kampen hadden om uit handen van de Duitsers te blijven. Dat geluk hierbij ook vaak een grote rol speelde, zal niemand verbazen.
In het algemeen geeft het boek een ietwat brokkelig verhaal. De schrijver had de keus of per persoon een beschrijving te geven waarbij herhalingen niet te ver-mijden zijn, of om zoveel mogelijk een chronologische volgorde aan te houden, wat de leesbaarheid niet altijd ten goede komt. Het boek is ruim voorzien van noten, een bronvermelding en een goede fotoverantwoording, die in veel andere boeken nogal eens ontbreken. Voor mensen die niet zo bekend zijn op de Veluwe zou een eenvoudig kaartje misschien wel handig zijn geweest.
Het boek is van harte aan te bevelen. Zowel geïnteres-seerden in de luchtoorlog als in het Verzet en in operatie Market-Garden, vinden in deze publicatie voldoende van hun gading. ‘Luchtalarm op de Veluwe’, door Wolter Noorman, verscheen in 2002 bij Kok in Kampen (ISBN 90 435 0523 4), telt 172 pagina’s, en is geïllustreerd met foto’s. Het boek is via de reguliere boekhandel te bestellen. Het is ook te koop in het Airborne Museum. Prijs € 14,95 (W. Boersma)

Nieuwe foto ontdekt
Een van onze leden, die om hem moverende redenen graag anoniem wil blijven, kwam onlangs met een wel heel bijzondere foto op de proppen. Het betreft een kiekje dat in september 1944 in de regio Arnhem werd gemaakt. Op de afdruk is een Duits rupsvoertuig te zien van een type waarvan wel bekend was dat het bij de Slag om Arnhem was ingezet, maar waarvan tot op heden geen fotografisch bewijs was geleverd. De foto werd gemaakt door Ruud van der Sijde, die destijds woonachtig was op de hoek Utrechtseweg/ Rosandelaan, in een westelijke buitenwijk van de Gelderse hoofdstad. Ruud legde een Jagdpanzer IV op de gevoelige plaat vast, die ter hoogte van zijn huis over de Utrechtseweg in de richting van Oosterbeek reed, op de morgen van maandag 18 september 1944. Onze deskundigen zijn nu bezig om alle gegevens over (de inzet van) deze tankjager en de eenheid waartoe hij behoorde,, en over zijn Britse tegenstanders, op een rijtje te zetten. In een volgende Nieuwsbrief hopen we op dit interessante onderwerp nader en uitgebreid terug te komen.

Een Jagdpanzer IV op de Utrechtseweg in Arnhem, ter hoogte van de Rosandelaan, rijdend in de richting Oosterbeek, 18 september 1944.
(foto R. van der Sijde)

Aanvulling op de Roll of Honour
Ten behoeve van de onlangs in hel gemeentehuis te Oosterbeek gehouden expositie ‘Wings – by air to Arnhem’ werden uiteraard de nodige naspeuringen verricht. Dit gebeurde met name door Philip Reinders, en wel naar de geschiedenis van in september 1944 neergestorte vliegtuigen. Zo bleek in de Roll of Honour (de erelijst van gevallenen) een toestel vermeld te staan waarvan de crashlo- catie niet bekend was. Volgens het standaardwerk van Jan Hey betreft het een Dakota van 512 Squadron, de KG-418, van piloot Flight Lieutenant R.S.F. Matthews. Bij het neerstorten, op 20 september 1944, waren geen dodelijke slachtoffers gevallen, en dat maakte het mede moeilijk, zo niet onmogelijk, de juiste plek te bepalen. In Band 2 van de bekende boekenserie Blik Omhoog, van auteur Cor Janse, staat op blz. 733 een luchtfoto van het gebied de Buunderkamp, nabij de Ginkelse Heide, waarop een genoodlande Dakota is te zien. Het toestel wordt daar nog als een Stirling aangeduid, maar in hel supplement is de fout hersteld, op blz. 1345. Zou dit het toestel van Matthews geweest kunnen zijn?
Via Internet werd contact gekregen met een Canadees, Floyd Willston, die bereid was te helpen met het onderzoek naar het wedervaren van de bemanning van de KG-418, nu 58 jaar geleden. Het bleek dat die destijds na een noodlanding door de Duitsers krijgsgevangen was gemaakt, en de oorlog had overleefd. Een van hen was redelijk snel daarna overleden, namelijk op 17 oktober 1945. Het ging om Warrant Officer Peter B. Tonner (uit Canada), die na terugkeer uit Duitsland was bevorderd tot Flying Officer.
Via Tonners familie, opgespoord door Floyd, kwam de informatie dat Peter op 26-jarige leeftijd was overleden als gevolg van acute tuberculose en hersenvlies-ontsteking, die opgelopen waren tijdens de Duitse krijgsgevangenschap. De conclusie is gerechtvaardigd dat Peter Tonner als een oorlogsslachtoffer van de Slag om Arnhem beschouwd moet worden, en Jan Hey is het daar volledig mee eens. In de volgende druk van de Roll of Honour worden Peters gegevens (evenals die van het toestel en de andere bemanningsleden) opgenomen.
De Dakota kende op woensdag 20 september 1944 tij-dens een bevoorradingsvlucht de volgende bemanning: Flight Lieutenant R.S.F. Matthews (piloot), Flight Sergeant W.C. Thompson (2C piloot), Warrant Officer D.W. Bromige (navigator) en Warrant Officer P.B. Tonner (radio-telegrafist). Er waren ook vier Air Despa tchers aan boord (verantwoordelijk voor het uitwerpen van de voorraden), maar hun namen zijn helaas niet bekend.
Rest nog de vraag: is de Dakota op de foto in Blik Omhoog dezelfde als die van Matthews en Tonner? In een Canadees rapport dat na Peters terugkeer werd opgemaakt, vertelt hij dat zijn toestel zo’n tien mijl van Ede neerkwam. Onderzoek op de plek waar het toestel in Cor Janses boek zijn laatste rustplaats vond, leverde wel een aantal bodemvondsten op, maar geen bewijs dat het de KG-148 betreft.
Wie weet het antwoord?
(Geert Maassen)

Download

Vrienden van het AIRBORNE MUSEUM

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 87, augustus 2002

Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Excursie naar Nijmegen en Driel
Zoals wij reeds in Nieuwsbrief No. 85 aankondigden, organiseert de Vereniging Vrienden op zaterdag 12 oktober a.s. een bus-excursie met als onderwerp: ‘De geallieerde opmars van Nijmegen tot Driel en de strijd van de Poolse Para Brigade’. De tocht zal worden geleid door Marcel Anker, Geert Maassen, Peter Vrolijk en Luuk Buist.

Het programma ziet er als volgt uit:
09.00 uur: Vertrek van de bus vanaf de parkeerplaats bij de Goede Herderkerk in Oosterbeek, op de hoek J.J. Talsmalaan/Utrechtseweg.
09.30 uur: Bezoek aan de begraafplaats ‘Jonkerbos’ bij Groesbeek. Daarna volgen bezoeken aan de posities van het 64e Medium Regiment, Royal Artillery, en de oversteekplaats van het 3e Bataljon van het 504e Regiment van de Amerikaanse 82e Airborne Divisie bij de electriciteitscentrale, beide te Nijmegen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de verovering van de spoorbrug en de verkeersbrug bij die stad, en de opmars van de 43e Wessex Divisie door de Betuwe.
12.00-13.00 uur: LUNCH in Valburg.
13.00 uur: Vervolg van de opmars naar Driel. Bezoek aan het landingsterrein van de Poolse Parachu-tistenbrigade, en uitleg over de gevechten in en rond het dorp Driel.
17.00 uur: Terugkomst in Oosterbeek.
De kosten voor deelname bedragen € 35 per persoon. Hiervoor krijgt u de bustocht, de lunch en de excur- siegids. Dit bedrag kan worden overgemaakt op post- gironummer 4403641 van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, onder vermelding van ‘Nijmegen-Driel’. Het geld moet uiterlijk 28 september a.s. binnen zijn. Inschrijvingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Er zijn maximaal 45 plaatsen beschikbaar. Bij overtekening krijgt u bericht als u NIET mee kunt.
Voor vragen over deze excursie kunt u contact opnemen met Eugène Wijnhoud, telefoon 026 3513100, e-mail e.wijnhoud@ 12move.nl

Dennis Munford overleden
Op 27 februari 2002 overleed op 89-jarige leeftijd Dennis Munford. In september 1944 was majoor D.S. Munford ‘Battery Commander’ van No. 3 Battery, Airlanding Light Battery, Royal Artillery. In de avond van de 17e wist hij de Rijnbrug in Arnhem te bereiken. Van daar uit leidde hij de volgende dagen via de radio het vuur van de kanonnen (houwitsers) van zijn afde-ling, die bij de Oude Kerk in Oosterbeek stonden opgesteld.
Op 31 maart jl. droeg Peter Wilkinson, in september 1944 ‘Command Post Officer’ van No. 3 Battery, een aantal persoonlijke bescheiden van Dennis Munford over aan het Airborne Museum.

37 maart 2002. Peter Wilkinson (links) draagt een aantal persoonlijke bezittingen van de op 27 februari jl. overleden Dennis Munford over aan de directeur van het Airborne Museum, de heer W. Boersma.
(foto Berry de Keus)

Video ‘Theirs is the Glory’
Na enige jaren uitverkocht te zijn geweest, is sinds kort de Britse film ‘Theirs is the Glory’ weer op video verkrijgbaar in het Airborne Museum. De film, die in 1945 voor een belangrijk deel in de ruïnes van Arnhem en Oosterbeek werd opgenomen, is een ‘reconstructie’ van de Slag om Arnhem.
Van deze uitgave, waarvan de doos is voorzien van een zeer fraai omslag, zijn 750 exemplaren vervaardigd, en die worden alleen verkocht in het Airborne Museum in Oosterbeek De video duurt 82 minuten. De prijs bedraagt € 27.

Medaillevitrine
Al spoedig na de opening van het Airborne Museum in Hartenstein op 11 mei 1978 hebben veel veteranen de wens te kennen gegeven dat hun medailles daar geëxposeerd zouden kunnen worden. Deze wens werd door generaal Urquhart ondersteund tijdens de herdenking in 1984 met een oproep aan de oudstrijders om hun onderscheidingen bij legaat te doneren aan het museum. In de loop der jaren heeft ‘Hartenstein’ meer dan zestig medaillesets gekregen. Afgelopen winter zijn door Roland Boekhorst, behoudsmedewerker, en Dick Knoop, vrijwilliger, alle bekende gegevens van deze sets en hun eigenaren in een computerbestand opgeslagen. Bezoekers kunnen in de toekomst deze informatie zelf via de computer opvragen. In de grote zaal staat deze zomer bij de medaillevitrines een proefopstelling, waarin een deel van de gegevens is opgeslagen. Een en ander zal in de toekomende tijd verder uitgewerkt worden. Voor het uitzoeken van de gegevens, de invoer, en het redigeren van de teksten wordt hulp gezocht. Vrijwilligers die aan dit project willen meewerken, kunnen voor meer informatie contact opnemen met W. Boersma, per e-mail w.boersma@wxs.nl of via het Airborne Museum (026 3337710).

Lezingen op 8 september
Op 8 september a.s. zal onze vertegenwoordiger in Groot-Brittannië, Niall Cherry, drie korte lezingen geven in restaurant Schoonoord in Oosterbeek. De onderwerpen die worden behandeld zijn 1) ‘De ver-dediging van de Van Limburg Stirumschool aan de oostzijde van de Rijnbrug in Arnhem’, 2) ‘Leo Hall, artillerist bij de brug’, 3) ‘Dr. Lipmann Kessel en zijn ontsnapping uit Apeldoorn’.
De serie causerieën, die in het Engels zullen worden gegeven, begint om 14.00 uur, en duurt ca. twee uur. Na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Wanneer u van plan bent om aan deze middag deel te nemen, dan wordt u vriendelijk verzocht contact op te nemen met Eugène Wijnhoud, telefoon 026 3513100, e-mail: e.wijnhoud@12move.nl

Vrijwilligers gevraagd
Het Airborne Museum en de Vereniging Vrienden werken bij verschillende activiteiten nauw samen bij de organisatie van de verkoopstands. Voor de bemensing hiervan worden vrijwilligers gevraagd. Het eerstvolgende evenement waaraan wordt deelgenomen is de Airborne Wandeltocht op 7 september aanstaande. Heeft u belangstelling om mee te helpen, dan wordt u vriendelijk verzocht contact op te nemen met W. Boersma in het Airborne Museum (026 3337710) of via e-mail: w.boersma@wxs.nl

Oproep
In de vorige Nieuwsbrief plaatsten wij een foto van de ondervraging van Dave Morris, vóór een villa waarvan de locatie nog niet bekend is. Helaas is bij de drukker de bovenzijde van de afbeelding, waarop het halfronde raam boven de deur zichtbaar is, weggevallen. Omdat het een essentieel element betreft, en de

Linker foto: Dave Morris wordt bij de ingang van een villa door een Duitser ondervraagd.
Rechter foto: De Poolse luitenant-kolonel Martin Roller, die bij Oosterbeek gevangen werd genomen, in gesprek met een aantal Duitse militairen. Is dit voor hetzelfde pand als waar Dave Morris werd gefotografeerd?
(foto’s september 1944; collectie R. Voskuil)

reacties op de oproep nog geen licht hebben geworpen op de locatie, plaatsen we de foto nu opnieuw, samen met een andere afbeelding waarvan we eveneens graag topografische informatie willen hebben. Het zou zelfs mogelijk kunnen zijn dat de beide foto’s bij dezelfde villa zijn gemaakt. Iedereen die kan helpen met het oplossen van dit raadsel, kan contact opnemen met Geert Maassen, Gemeentearchief Renkum, Postbus 9100, 6860 HA Oosterbeek, tel. 026 3348303, e-mail gmaassen@renkum.nl

Website Airborne Museum
Voor de website van het Airborne Museum www.airbornemuseum.com is veel belangstelling. Gemiddeld wordt de site 3500 keer per maand geraadpleegd. Zij wordt regelmatig uitgebreid en onderhouden door de heren B. de Reus en P. Klaassen. Veel zorg wordt besteed aan het actualiseren, waarbij ook foto’s van activiteiten en bezoeken op korte termijn worden geplaatst.
De verkoop van artikelen, met name van boeken, via de website blijkt een groot succes. Uitbreiding van het assortiment wordt voorbereid.

Een andere kijk op de Slag om Arnhem
Enige tijd geleden is van ons lid Peter Berends een boek verschenen dat de Slag om Arnhem van de Duitse kant laat zien. In diverse eerdere publicaties vinden we korte of lange verslagen van Duitse of Nederlandse militairen die aan deze slag hebben deelgenomen. Die vormen de voornaamste bron die de schrijver heeft gebruikt. De gegevens in die rapporten worden in het boek zonder enige kritiek en commentaar als waarheidsgetrouw aangehaald. Overigens is gebruik gemaakt van verslagen die vrij algemeen bekend zijn. Het merendeel is door Duitsers in de oorlog of kort daarna geschreven. Ook de interpretatie van veelal Duitse foto’s wordt als bron gebruikt.
Echt veel nieuwe feiten komen niet aan het licht. Wel wordt de strijd, van de Duitse zijde gezien, duidelijk beschreven. Uit het hele boek blijkt dat ook door onze oosterburen hard gevochten is, iets wat in veel andere publicaties onderbelicht wordt. Met name de beschrijving van de gevechten rond het St. Elisabeths Gasthuis op 18 en 19 september 1944 geeft meer duidelijkheid over een aantal gebeurtenissen.
Helaas treffen we in het boek enkele historische fouten aan die gemakkelijk vermeden hadden kunnen worden, en waarvan er hier een aantal wordt genoemd. De aanduiding van de droppings- en landingszones op de kaarten is niet geheel correct, en ook in de tekst worden die deels fout vermeld: pagina’s 80 en 126. Een Airlanding Anti-tank Battalion, Royal Engineers, heeft nooit bestaan: bladzijde 151. Zo zijn nog meer fouten te vinden die eenvoudig voorkomen hadden kunnen worden. Het veelvuldig gebruik van Duitse termen of vertalingen die een gei manisme zijn, moet een Duitse sfeer scheppen maar doet afbreuk aan de tekst. Wat moeten we ons voorstellen bij een
‘zelfrijdend platform’? Een aantal passages komt meerdere malen in bijna gelijkluidende bewoording terug. Dat Duitsers veelal sneuvelden door Britse sluipschutters, dat de Britten Duitse rodekruissolda- ten beschoten, en dat de Duitse krijgsgevangenen met lepels dekkingsgaten achter Hartenstein moesten graven – zoals de schrijver beweert – wordt nergens met documenten onderbouwd. De Duitse, Britse en Nederlandse rangen worden op een merkwaardige wijze door elkaar gehutseld. ‘Overste’ wordt vertaald als ‘Oberstleutnant’ en ‘luitenant-kolonel’ als ‘Generalleutnant’, en dat doet merkwaardig aan. Het was het boek ten goede gekomen als een militair geschoolde meelezer deze fouten eruit gehaald had. Hopelijk zal bij een eventuele herdruk nog eens kritisch naar de tekst gekeken kunnen worden.
Ondanks deze missers is het een interessant boek, dat na ruim 57 jaar ook de andere, vaak onderbelichte, zijde van de Slag toont. Het is zeker de moeite waard om aan te schaffen en met interesse te lezen.
Peter Berends, ‘Een andere kijk op de slag om Arnhem: De snelle Duitse reactie’, Uitgeverij Aspect (Soesterberg) 2002, (ISBN 90-5911-008-0), telt 382 pagina’s, en is geïllustreerd met foto’s en kaarten. De prijs bedraagt € 26,98.
(W. Boersma)

Burma of Arnhem?
Ons lid Philip Reinders van de ‘Arnhem Battle Research Group’ stuurde ons het onderstaande verhaal over het opmerkelijke resultaat van archiefonderzoek. ‘Speurend in het archief van de gemeente Arnhem kwam ik enige tijd geleden een brief tegen die was gedateerd 21 november 1945. Hij was gericht aan de burgemeester, en werd geschreven door mevrouw E. Robinson uit Birkenhead in het Verenigd Koninkrijk. In de brief vraagt ze om informatie over haar vermiste zoon Richard Lawrence Robinson (legernummer R/81094), ‘Driver’ bij No. 1 Parachute Platoon, 250 Airborne Light Company. Mevrouw Robinson wist dat haar zoon bij Arnhem gedropt was op 17 september 1944, en sinds de 25e was vermist. Ik kon de naam in eerste instantie niet thuisbrengen, en ook in de Roll of Honour kwam hij niet voor. Dat kon twee dingen betekenen: of hij was niet bij Arnhem geweest of hij stond niet geboekt als vermist bij de Slag. Bij raadpleging van de website van de Commonwealth War Graves Commission bleek dat hij vermist was sinds 26 september 1944 en wel in Burma! Zijn naam stond vermeld op het Rangoon Memorial in Myanmar, de huidige naam van Burma. Myanmar ligt in Zuidoost-Azië, dus het was duidelijk dat er ergens een fout was gemaakt.
De gemeente Arnhem had mevrouw Robinson op 10 januari 1946 geantwoord dat haar zoon niet was begraven op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek, maar waarschijnlijk in Groesbeek. Waarom men dit laatste meldde is niet duidelijk. Na overleg met Geert Maassen heb ik de bovenstaande gegevens doorgestuurd naar Jan Hey in Hengelo met de vraag of hij er iets mee kon doen. Ook hij vermoedde dat ergens een vergissing was gemaakt, en hij nam contact op met de Britse autoriteiten. Inmiddels had ik in mijn eigen archief een kopie gevonden van een officieel document van vlak na de Slag om Arnhem, waarop Driver Robinson vermeld stond als vermist tijdens de gevechten.
Op 19 januari 2002 kreeg ik bericht van Jan Hey dat de Britse autoriteiten hadden gemeld dat er een fout was gemaakt, en dat Robinson tijdens de Slag om Arnhem was omgekomen.
Hij zal dan ook in de volgende editie van de Roll of Honour worden opgenomen, met de vermelding ‘No known grave.’

Expositie in het gemeentehuis
Twee leden van de Vereniging Vrienden, Luuk Buist en Philip Reinders, zijn in samenwerking met de gemeentearchivaris Geert Maassen bezig met de voorbereiding van een expositie in het gemeentehuis in Oosterbeek De werktitel van deze tentoonstelling luidt ‘Wings, by air to Arnhem’, en gaat over de glider- en bevoorradingsvluchten en vliegtuigcrashes gedurende de Slag om Arnhem. Over dit onderwerp hebben de samenstellers veel materiaal verzameld, zoals documenten, foto’s, maar ook bodemvondsten. De expositie zal worden gehouden van 5 september tot en met 10 oktober 2002.

De Tafelberg
Het pand Pietersbergseweg 46 te Oosterbeek, beter bekend als Huize de Tafelberg, is de afgelopen weken in het Renkumse regelmatig in het nieuws geweest. Het deel van het hoofdgebouw dat als gemeentelijk monument is aangewezen (het meest noordelijke stuk, met de karakteristieke voorgevel) staat er nog, de rest is inmiddels gesloopt (zie de foto).
In de diverse krantenberichten werd uiteraard regel-matig melding gemaakt van het feit dat Hotel de Tafelberg in september 1944 als noodhospitaal in gebruik was. En dat die rol in de historie van de gemeente Renkum eigenlijk de belangrijkste reden is geweest voor het college van burgemeester en wet-houders om een kenmerkend deel van het pand, mede op voorspraak van de Vrienden, te beschermen en op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. De media herinnerden ons er ook aan dat vele gewonden tijdens de Slag om Arnhem een plek kregen in het gebouw. En dat talrijke hulpvaardige handen, van zowel (eerst) burgers als (later) militairen, toen nuttig en dankbaar werk verrichtten.
Daarbij wordt wel eens vergeten dat niet alleen soldaten er het leven lieten, maar ook Oosterbeekse ingezetenen. Zo stierf op 21 september 1944 Agnese Elisabeth (Bijtje) van der Veen aan haar verwondingen; ze werd slechts 16 jaar. En Cornelia Maria Aleida (Corrie) Roessingh, die meehielp met het verzorgen van gewonde militairen, kwam vier dagen later om het leven (28 jaar oud) bij een granaatinslag.
Tot slot mag ook nog wel vermeld worden dat De Tafelberg niet als Brits noodhospitaal fungeerde, maar, al vóór de slag, door het gemeentebestuur aan
gewezen was als ziekenhuislocatie voor de burgers van Oosterbeek in tijden van nood. In die laatste hoe-danigheid werd het gebouw op de eerste dag van ope-ratie Markot Garden in gebruik genomen door een team onder leiding van huisarts G.H.O. van Maanen. Later (maandagavond) kwam de Britse arts Colonel Graeme Warrack (Royal Army Medical Corps) vragen of hij en zijn mannen ook van het gebouw gebruik mocht maken. En dat werd toegestaan. Aldus kreeg het Oosterbeekse noodziekenhuis geallieerde gasten.
Met dank aan mw. Annie Pelster (geboren Caspers) voor door haar geleverde historische gegevens, gebaseerd op haar eigen ervaringen als hulpverleenster in De Tafelberg.
(Geert Maassen)

5 juni 2002. Slopers zijn bezig met de afbraak van Huize de Tafelberg. Alleen hel voorste deel, dat de status van monument heeft gekregen, zal worden behouden.
(foto Berry de Reus)

Medewerking gevraagd
Van ons lid Arie-Jan van Hees ontvingen wij de volgende oproep.
‘In 2004 hoop ik een boek te publiceren waarin de ‘luchtaspecten’ van de RAF bevoorradings-droppings bij Arnhem zullen worden beschreven. Van de ruim 600 gevlogen ‘sorties’ keerden 91 toestellen niet terug op hun basis in Engeland. In het boek zullen per dag alle sorties per vliegveld en squadron beschreven worden. Tevens zal ruime aandacht besteed worden aan de crashes, voortijdige landingen en voorzorgs- landingen van de betrokken vliegtuigen. Ook zullen aan de orde komen de lotgevallen van de bemanningsleden, zowel het vliegend personeel als de Royal Army Service Corps ‘despatchers’.
Vanuit verschillende ‘Brabantse bronnen’ is de toevloed van informatie groot. Vanuit ‘het Gelderse’ kan ik nog wel wat extra hulp gebruiken.
Iedereen die over relevante informatie beschikt en die wil meewerken aan deze publicatie, kan contact opnemen met Arie-Jan van Hees, Courtpendu 7, 6245 FE Eijsden, telefoon 043 4092279, e-mail: aivhces@worldonline.nl.
Alvast bedankt!’

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 86, mei 2002

Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Bij zijn afscheid als voorzitter van de Vereniging Vrienden op 6 april jl. ontving Chris van Roekel uit handen van Robert Voskuil een bon voor de aanschaf van het standaardwerk ‘Market Garden, Then and Now’, dat in september a.s. verschijnt. Rechts Chris’ opvolger als voorzitter van de Vrienden: Ben Kolster.
(foto G.J. Koster)

Afscheid Chris van Roekel
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Vrienden op 6 april jl. heeft Chris van Roekel afscheid genomen als voorzitter. Hij is opge-volgd door Ben Kolster Chris heeft 19 jaar zitting gehad in het bestuur, en in die periode heeft hij een ongelooflijke hoeveelheid werk verzet van zeer uiteenlopende aard. Chris kwam in het bestuur op 12 maart 1983, toen Jan Smits voorzitter was. Vanaf het begin was het duidelijk dat hij bruiste van energie en nieuwe ideeën. Een van zijn eerste voorstellen was het toevoegen aan de Nieuwsbrief van een zogenaamde ‘Ministory’, waarin een bepaald op zichzelf staand aspect van de Slag om Arnhem aan de orde kon komen. Zelf schreef hij de eerste. Het was het verhaal over het gebruik van postduiven bij de Slag om Arnhem, en het verscheen bij Nieuwsbrief no. 10, van mei 1983. Vele Ministeries van zijn hand zouden nog volgen . Ook de organisatie van themadagen pakte hij voort-varend aan. Zo hield de vereniging onder zijn leiding de eerste grote themadag op 2 juli 1983. Wandel-, bus- en zelfs boottochten volgden. Later stelde hij voor om ook excursies naar het buitenland te organiseren. Dit resulteerde in de zeer succesvolle reizen naar Normandië, Engeland, en naar Hamminkeln in Duitsland. Als oud-hoofdonderwijzer heeft kennisoverdracht aan kinderen altijd zijn speciale belangstelling gehad. In februari 1984 nam hij het initiatief voor het ‘Scholenproject’, waarbij leerlingen op een bijzondere educatieve manier in het Airborne Museum kennis kunnen nemen van de gebeurtenissen in september 1944. Het bleek een schot in de roos, want de belang-stelling voor dit project was, en is nog steeds, groot. Het moet Chris enorme voldoening hebben gegeven, toen hij op 22 juni van het vorig jaar de 50.000ste deelnemende leerling in het Airborne Museum mocht verwelkomen.
In dit project en bij vele andere gelegenheden kwam zijn organisatietalent goed van pas. Chris kent iedereen en daardoor krijgt hij overal gemakkelijk toegang. Weinig mensen kunnen weerstand bieden aan zijn vriendelijke doortastendheid, want wat hij eenmaal in zijn hoofd heeft, krijg je er niet gemakkelijk uit.
Hij was de eerste die sponsors interesseerde om een bijdrage te leveren aan de kosten van bepaalde projec-ten van de vereniging, zoals het drukken van de instruktiemap bij het Scholenproject of het uitgeven van publikaties. De vereniging heeft daarmee aan-zienlijke bedragen uitgespaard.
Ook aan de verkoop van artikelen heeft hij een zeer werkzaam aandeel gehad. Jarenlang heeft hij samen met Mieke de Langen gezorgd voor de voor raad van het winkeltje van de vereniging. Wanneer de vereniging ergens een verkoopstand had ingericht, dan was hij daar vaak te vinden. Een misschien niet algemeen bekend feit is dat, dankzij zijn inspanningen, een aantal jaren achtereen invalide veteranen die dat zelf niet konden betalen, op kosten van een grote ziektekosten-verzekeringsmaat- schappij, de herdenkingen van de Slag om Arnhem konden bijwonen. Het is kenmerkend voor zijn karakter: hij komt altijd op voor mensen die het niet ruim hebben.
Aan het uitdragen van kennis over ‘september 1944’ heeft hij, naast het Scholenproject, in ruime mate bij-gedragen door middel van het stimuleren van publi-katies en het zelf schrijven daarvan.

AI in 1984 nam hij het initiatief tot het samenstellen van een aantal wandel-, fiets- en autogidsjes door het gebied van de Slag om Arnhem. Hij maakte zich sterk voor de uitgave van de ‘Roll of Honour’, die in 1986 verscheen en die verschillende malen is herdrukt. In 1987 volgde het boekje ‘De Tommies Komen’. Diepgravend onderzoek deed hij voor zijn eigen publikaties ‘Who was who during the Battle of Arnhem’ uit 1992 en ‘Verscheurde Horizon’ uit 1998. Jarenlang was hij dagelijks in het Airborne Museum te vinden. Hij regelde van alles, van de bouw van de sokkel onder de Sherman-tank in 1987 en het verven van de kanonnen tot het planten van bloembollen rond het museum.
Toen in 1993 plannen op tafel kwamen om het Airborne Museum te moderniseren, organiseerde hij met een team mensen de Loterij ‘Facelift’ om een deel van dit project te bekostigen. Het kostte hem een ongelooflijke hoeveelheid tijd en energie, maar de grote opbrengst van deze akte maakte veel goed. In België werd een kleine bulldozer gevonden van het type dat bij de Slag om Arnhem was gebruikt, en Chris rustte hij niet voordat die door de vereniging werd aangekocht. Na een lange restauratieperiode, waar hij zelf ook een werkzaam aandeel in had, staat dit voertuig nu te pronken in een van de diorama’s van het Airborne Museum.
In maart 1999 liet Chris zich overhalen om voorzitter van onze vereniging te worden, en vanaf dat moment kreeg hij het nog drukker. Veel leuke en ook minder leuke zaken moesten worden geregeld, en dat deed hij met verve, want hij staat voor zijn zaak.
Chris moet het nu om gezondheidsredenen wat kalmer aan gaan doen, en daarom is hij uit het bestuur getreden, dit tot ons verdriet. Maar tot onze grote vreugde heeft hij toegezegd om voor de vereniging een aantal werkzaamheden te blijven verrichten. Wij zijn hem daar zeer erkentelijk voor! De vereniging is Chris heel veel dank verschuldigd voor alles wat hij in de afgelopen 19 jaar heeft gedaan.
Chris, DUIZEND MAAL DANK!!
(Het bestuur van de Vereniging Vrienden)

Wandeling op 15 juni
Op zaterdag 15 juni a.s. organiseert de Vereniging Vrienden een wandel-excursie door een deel van de ‘Perimeter’ uit 1944.
De wandeling start om 10.00 uur bij het Airborne Museum. In de ochtend wordt een aantal punten bezocht in het noordelijk deel van de ‘Perimeter’, waaronder de posities van het 7e Bataljon van de King’s Own Scottish Borderers. Vervolgens lopen de deelnemers naar restaurant Schoonoord, waar wordt geluncht.
Na de lunch gaat de excursie verder naar de Annastraat (10,h Battalion), de Dam en de Oude Kerk in het Benedendorp. Daar wordt o.a. een aantal posities van het Light Regiment Royal Artillery bekeken. Vervolgens gaat de tocht verder naar de Pietersberg en vandaar naar de Tafelberg, waar de deelnemers met eigen ogen kunnen zien hoe ver dan de sloopwerkzaamheden zijn gevorderd, die eind april begonnen.
De wandeling eindigt om ca. 17.00 uur bij het Airborne Museum.
Wanneer u wilt deelnemen, wordt u vriendelijk verzocht vóór 10 juni contact op te nemen met Eugène Wijnhoud, Bernhardlaan 41/1, 6824 LE Arnhem, telefoon 026 3513100, email: E.Wijnhoud@12move.nl. De kosten voor deze wandelexcursie bedragen 6 20. Hiervoor ontvangt u de lunch en de excursiegids. Dit bedrag dient vóór 10 juni te zijn overgemaakt op gironummer 4403641, t.n.v. de Vereniging Vrienden Airborne Museum, onder vermelding van ‘wandelexcursie’. Er kunnen maximaal 50 leden aan deze wandeling deelnemen.
(E. Wijnhoud)

‘Market Garden in miniatuur’
Op donderdag 18 april jl. vond in het Airborne Museum de opening plaats van de tentoonstelling ‘Market Garden in miniatuur’, die tot 3 november zal duren.
Op de expositie is een aantal diorama’s op schaal 1: 76 te zien, die werden vervaardigd door Guy S. DeLillio uit Amerika, die al jaren lid is van de Vereniging Vrienden. De diorama’s beelden verschillende acties uit die plaatsvonden tijdens operatie Market Garden, waaronder de bevrijding van Eindhoven, de Baileybrug bij het Brabantse Son, en Heli’s Highway. Van de landingen en de gevechten bij Arnhem en Oosterbeek zijn er o.a. modellen van Hartenstein en van de Oude Kerk, de doortocht van de Britse troepen onder het viaduct in de Benedendorpsweg en de acties van Baskeyfield bij de Acacialaan.
Naast de diorama’s worden in de tentoonstelling voorwerpen getoond die te maken hebben met de in de diorama’s getoonde acties. Enkele van deze voorwerpen zijn recent gevonden bij opgravingen.
De opening werd verricht door de heer M. van Etten, van de Vereniging TWENOT. De leden van deze vereniging zijn modelbouwers van militaire voertuigen en diorama’s.
Tegelijk met deze expositie verscheen in Amerika het boek ‘Arnhem: Defeat and Glory, A Miniaturist’s

Modelbouwer Guy DeLillio en zijn vrouw Nina bij de opening van de tentoonstelling ‘Market Garden in miniatuur’ op 18 april 2002.
(foto: Berry de Reus)

Perspective’. Hierin geeft Guy DeLillio in tien hoofd- stukken een overzicht van Market Garden. Het boek cit pagina s telt, is fraai uitgevoerd met duidelijke kaarten en rijk geïllustreerd met kleurenfoto’s van de diorama’s. Veel nieuwe feiten staan er niet in, maar dat pretendeert de schrijver ook niet. Vandaar dat we aan het eind van elk hoofdstuk een duidelijke verwijzing aantreffen naar de door hem gebruikte bronnen. Hoewel de prijs nog niet precies bekend is, zal deze vermoedelijk rond de € 40 liggen. Het boek is binnenkort te koop in de museumwinkel van ‘Hartenstein’. Arnhem: Defeat and Glory, A Miniaturist’s Perspective , door G.S.W. DeLillio, werd uitgegeven bij Schiffer Publishing Ltd, 4880 Lower Valley Road, Atglen, PA 19310, USA, ISBN 0-7643-1443-2.
(Wybo Boersma)

Nieuws van Niall
Van onze vertegenwoordiger in Groot Brittannië, Niall Cherry, ontvingen wij het volgende bericht: ‘Van verschillende mensen die deelnamen aan het succesvolle ‘Britse Weekend’ in juni 2001, ontvingen wij de vraag wanneer opnieuw een dergelijk evenement wordt georganiseerd.
Wij kunnen hierop antwoorden dat het de bedoeling is een vergelijkbaar weekend te houden in juni of augustus 2003. Het programma zal weer bestaan uit een dag waarop het voormalige gevechtsterrein lopend wordt bekeken, en een dag dat we per auto een aantal punten zullen bezoeken. Opgemerkt moet worden dat het programma zeker niet hetzelfde zal zijn als dat van juni 2001.
Alle leden in Groot Brittannië die belangstelling hebben voor dit weekend in 2003 wordt vriendelijk verzocht zo spoedig mogelijk contact op te nemen met Niall Cherry (e-mail: niall.cherry@baesystems.com. Het maximum aantal deelnemers is gesteld op 25.’

Aanwinsten
Via het gemeentearchief van Renkum kreeg het Airborne Museum afgelopen december van de heer. G.R. Castendijk uit Rotterdam een aantal souvenirs uit de Slag om Arnhem. Het gaat hierbij om een Engels instructieboekje voor vliegtuigherkenning, een boekje met informatie over Duitse uniformen en rang- onderscheidingstekens, een boekje getiteld ‘The new dictionary for nurses’, verschillende Duitse en Britse emblemen en een Engels blikje voor ontstekers. Het merendeel van het materiaal werd tijdens en kort na de gevechten in september 1944 door de heer Castendijk gevonden op het landgoed Ommershof in Oosterbeek. Dit landgoed werd in die jaren door de Rotterdamse familie Castendijk gebruikt als zomerverblijf.

Oproep
In Nieuwsbrief nummer 84 maakten wij melding van het overlijden van Dave Morris. In dit stuk noemden wij een Duitse foto waarop Dave zichtbaar is terwijl hij door een Duitser wordt ondervraagd. Omdat wij graag willen weten waar die foto werd gemaakt, hebben wij hem in deze nieuwsbrief afgedrukt. De vraag is dus: bij welk huis (in Oosterbeek, Arnhem, Velp??) is deze foto gemaakt? Let u vooral op het halfronde raam, vaag zichtbaar boven de voordeur. Andere informatie (wie staan nog meer op de foto, en van welke eenheden zijn zij? Wanneer en door wie werd de fotocamera gehanteerd?) is ook van harte welkom. Wanneer u kunt helpen, neemt u dan contact op met Geert Maassen, Gemeentearchief Renkum, Postbus 9100, 6860 HA Oosterbeek, tel. 026 3348303, email gmaassen@renkum.nl.

De ondervraging van Regimental Quartermaster Sergeant Dave Morris (ll’h Battalion), nadat hij op 24 september 1944 in de Beneden Weverstraat in Oosterbeek krijgsgevangen was gemaakt. Waar is deze (Duitse) foto genomen? (foto: collectie R.Voskuil)
Onderhoud diorama’s
Elk jaar wordt in de wintermaanden aan een van de diorama’s in het museum groot onderhoud gepleegd. Dit jaar was het diorama met de 75 mm Pack Houwitser aan de beurt. Aan deze van oorsprong Amerikaanse artillerie werd door de Britten tijdens de oorlog een aantal veranderingen aangebracht. Zij brachten ondermeer een verstelbare bevestiging aan tussen de onderzijde van de loop en de as van het kanon, en wijzigden de trekhaak. Deze modificaties zitten niet aan ons kanon, want dat stuk is pas in 1993 uit Amerika gekomen en niet door de Britten gebruikt. Met hulp van de heer Van Vugt uit Soest, bekend van de jaarlijkse demonstraties met een 75 mm houwitser, werden deze wijzigingen nu ook op het museum-kanon aangebracht.
Tijdens het onderhoud zijn ook van de verschillende figuren in het diorama de uniformen uitgetrokken. Daarbij zijn twee opmerkelijke vondsten gedaan. Een van de parachutistenhelmen bleek na schoonmaken op de zijkant een embleem te hebben in de kleuren rood-groen. Dit duidt erop dat de helm afkomstig is van een militair die bij het Pioneer Corps ingedeeld is geweest. Er was echter geen eenheid van het Pioneer Corps bij de le Britse Airborne Divisie ingedeeld. Hoe en wanneer deze helm in het bezit van het museum is gekomen, bleek helaas niet meer na te gaan. Verder bleek een van de gasmaskertassen voorzien te zijn van een herkenningsplaatje, terwijl ook in de tas dezelfde naam staat, De gasmaskertas behoorde aan soldaat Frederick William Ment Peacock, nr 4805802, 17 Platoon, C Company, T’ Battalion The Border Regiment. Peacock raakte op 25 september 1944 in Duitse krijgsgevangenschap. In het boek “When Dragons Flew”, over de geschiedenis van het Border bataljon, staat hij op de foto op pagina 99. De tas is al meer dan 30 jaar in het bezit van het museum, maar er was nooit op de naam gelet. Pas nu door behoudsme- dewerker Roland Boekhorst al het materiaal grondig wordt beschreven, blijkt de identiteit van de oorspronkelijke eigenaar.

Schenking
Frank Steer, auteur van het twee jaar geleden verschenen boek ‘Arnhem, The fight to sustain’, heeft een deel van de opbrengst van de verkoop van deze publicatie afgestaan aan het Airborne Museum. In totaal gaat het hierbij om een bedrag van € 1590. Het spreekt vanzelf dat de Stichting Airborne Museum buitengewoon blij is met deze vorstelijke gift.

Tegels in de koffiekamer
In de voormalige opslagkast van de Vereniging Vrienden op de eerste verdieping van het Airborne Museum, waren tegen de muur een aantal oude Delftsblauwe tegels gemetseld. In overleg met de gemeente, eigenaar van Huize ‘Hartenstein’, en met het Tegelmuseum in Otterlo, zijn deze tegels onlangs voorzichtig losgemaakt door Henk van de Brand en Chris van Roekel. Nadat ze waren schoongemaakt, zijn ze aangebracht achter de haard in de koffiekamer van het museum. Dit gebeurde door Bas Sanders van het Tegelzetbedrijf Zegers uit Arnhem. De kosten voor deze werkzaamheden zijn betaald door de Vereniging Vrienden.

Richard Bingley overleden
Op 26 april jl. bereikte ons het bericht dat Richard Bingley, voormalig pelotonscommandant in de S-Compagnie van het 1° Parachutistenbataljon, is overleden. Met het heengaan van Captain Dick verdwijnt een van de kleurrijkste Airbornes uit ons
gezichtsveld. Over zijn belevenissen schreef hij in Ministory IX. Dick kreeg al in oktober 1940 zijn para-chutistenopleiding, en kwam via No. 2 Commando en llth. SAS in het lc Parabataljon. Hij maakte alle acties van deze eenheid mee, waarbij hij in totaal vier keer gewond raakte. Bij Arnhem verloor hij maar liefst 14 soldaten van zijn peloton, een gebeurtenis die hem nooit meer losliet. Nadat hij tijdens de Korea-oorlog nogmaals zeer ernstig gewond raakte, waarbij hij zijn linkeroog verloor, heeft hij zich steeds ingezet voor militaire oorlogsslachtoffers, o.a. in de Stichting BLESMA (British Limbless Ex Service Men Association.). Hij was steeds een gewaardeerde gast van onze leden Jan en Marian Fogtelo uit Wageningen, schonk als een van de eersten zijn indrukwekkende medaillesel aan het museum, en was ons eerste buitenlandse lid voor het leven. Wij herdenken hem in vriendschap en met eerbied. (Claris van Roekel)

Steel Masters No. 11
Van het Franstalige tijdschrift ‘Steel Masters’, dat handelt over tanks en militaire modellen, wordt een z.g ‘Hors-serie’ uitgegeven. Nummer 6 hiervan had als titel ‘Operation Market Garden’ deel 1. Onlangs kwam als nummer 11 in Hors-serie ‘Operation Market Garden’ deel 2 uit.
Plet blad geeft eerst een aantal goede foto’s van Arnhem (met bronvermelding). Daarna wordt uitgelegd hoe de verschillende voertuigen als model te maken zijn. De tekst is in het Frans, alleen bij de foto’s zijn de teksten ook in het Engels. Overigens zitten in de beschrijvingen bij de foto’s nogal wat fouten. Nieuwe foto’s of gezichtspunten moet men niet verwachten. Toch wel een aardig blad voor de liefhebber, en om de prijs hoeft men het niet te laten.
Steel Masters, Hors-serie No. 6 ‘Operation Market Garden’, tome 1, en Horse-serie No. 11 ‘Operation Market Garden’, tome 2, zijn te bestellen bij: Histoire & Collections, 5 Avenue de la Republique, 75541 Paris Cedex 11, France. Tel : 00 31 140 21 18 20, e-mail : vpc@histcoll.com . De prijs per stuk is € 10,52 + porto € 3,98. Betaling kan per creditcard.
(Wybo Boersma)

Vraagbaak over de Slag om Arnhem op het internet
Iedereen die vragen heeft met betrekking tot ‘Operatie Market Garden’ en in het bijzonder over de Slag om Arnhem, kan zijn of haar vragen plaatsen op het ‘Arnhem, The Online Forum’. Mogelijk dat andere geïnteresseerden op gestelde vragen kunnen antwoorden.
Om een zo groot mogelijke groep te bereiken, is Engels zoveel mogelijk de voertaal in het forum, maar vragen in het Nederlands of Duits zijn eveneens welkom. Het forum is op internet te vinden op http://1I6.parsimony.net/forum28518/ of via de webpagina van de Arnhem Battle Research Group http://back.to/arnhem of www.arnhembattle.com.

Download

Van de redactie
De 60e herdenking van de Slag om Arnhem ligt alweer enige tijd achter ons. Het waren gedenkwaardige dagen, waar we in deze Nieuwsbrief op terug willen kijken door middel van onder andere een aantal foto’s, die deze keer alle in kleur zijn gedrukt.
In de afgelopen periode zijn in binnen- en buitenland weer veel nieuwe boeken verschenen over de strijd in Nederland in september 1944. Besprekingen van deze publicaties zullen wij verdelen over een aantal nummers van de Nieuwsbrief.

In Memoriam Z.K.H. Prins Bernhard


De op 1 december j.l. overleden Z.K.H. Prins Bernhard, bezocht op 11 mei 1988 het Airborne Museum, ter gele-genheid van het 10-jarig bestaan in Huize Hartenstein.

Op 1 december 2004 overleed op 93-jarige leeftijd Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden. Zoals bekend was de prins als commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten o.a. nauw betrokken bij de militaire operaties tussen september 1944 en mei 1945, die leidden tot de bevrijding van Nederland. Na de oorlog nam hij verschillende keren deel aan de herdenking van de Slag om Arnhem, zoals in 1947 en in 1969. Hij bezocht het Airborne Museum op 21 juni 1980 en opnieuw op 11 mei 1988, bij het tienjarig bestaan van het museum in Huize Hartenstein.

Na 60 jaar
Ongeveer 35 jaar geleden trof ik bij het opruimen van het vlierinkje van mijn tuinschuur nog verschillende voorwerpen uit de Slag om Arnhem aan, die door mijn schoonvader, wijlen Evert Jan Breman, waren bewaard, nadat de vele gesneuvelden uit zijn tuin naar de Airborne Begraafplaats waren vervoerd. Hierbij bevond zich ook een voorwerp dat mijn aandacht trok omdat het bij de andere uitrustingsstukken uit de toon viel. Het waren twee verweerde panlatten, die met een bruin stukje tele-foondraad aaneen waren gebonden. In eerste instantie was ik geneigd dit onnozele voorwerp op het vuur te gooien, maar het feit dat iemand twee stukjes hout zo zorgvuldig op elkaar had gebonden, intrigeerde me, en opeens begreep ik dat als ik een van de houtjes een kwart slag draaide, ze een kruis vormden. In het heldere daglicht ontcijferde ik een vaag zichtbare, met potlood geschreven naam: Gnr. Baisden.
Deze, op het eerste gezicht, waardeloze stukjes hout kregen opeens de waarde van een crucifix voor mij, en ik besloot ze af te staan aan het Airborne Museum.
Maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt, en in de loop van de volgende jaren ben ik aardig wat van deze kanonnier van het Ist Airlanding Light Regiment Royal Artillery te weten gekomen. Van zijn familie echter wist ik helaas niets.
Tijdens de 60e herdenking werd bij mij aan de deur gebeld. Het bleek een Engels gezelschap te zijn dat bestond uit vier personen, die zich voorstelden als een neef van Gunner Baisden met echtgenote en een kleindochter met zoon. Eindelijk hadden we contact met de familie!
Enige weken later mocht ik de volgende brief ontvangen, die ik vanwege het aandoenlijke karakter niet ga vertalen:

Dear Mr Roekel
I am Michelle-Marie the granddaughter of gunner Alexander Baisden.
Thank you very much for inviting myself and my family into your home and showing us around.
On behalf of my family I wish to express our deepest gra- titude towards Mr. Evert Jan Breeman and his family for their courage all those years ago.
This was my first visit to Holland, and I hope not my last!
Sadly I wish I could have taken my trip years ago and maybe got to meet some of my grandfathers fellow soldiers!
What an honour that would have been?
Thank you once again from
Michelle-Marie.

Zolang, na twee generaties, dergelijke brieven nog in Oosterbeek belanden, kan geen sprake zijn van ophouden met herdenken.
(Chris van Roekel)
Kinderen bewonderen de medailles van een veteraan, tijdens de herdenkings-bijeenkomst in het Gelredome op 16 september 2004.

Wybo Boersma blijft voorlopig directeur
In de vorige Nieuwsbrief stond een artikel over de nieuwe conservator/adjunct-directeur van het Airborne Museum, de heer Frans Smolders. In dat stuk werd gemeld dat de heer Wybo Boersma per 1 oktober van dit jaar zou stoppen als directeur. Gezien een aantal gewijzigde ideeën, is de situatie enigszins gewijzigd. Van de heer André de Vries, voorzitter van de Stichting Airborne Museum, ontvingen wij het volgende stuk over de samenstelling en verantwoordelijkheden van de directie van het Airborne Museum. Hieronder volgt de integrale tekst.
‘Tijdens de laatste bestuursvergadering op 14 oktober jl. heeft het Bestuur van de Stichting Airborne Museum de functiebeschrijvingen van de directie van ons museum besproken en vastgesteld. Zowel voor de interne medewerkers en vrijwilligers als voor de vele externe contacten moet het duidelijk zijn wie in het museum waarvoor verantwoordelijk en aanspreekbaar is.
De taakverdeling binnen de directie geldt voorlopig voor twee jaar en zal herzien worden als de toekomstplannen voor het museum zijn afgerond en een lange termijn beleidsvisie is ontwikkeld. In
hoofdlijnen is de taakverdeling de volgende: Directeur: Wybo Boersma.
De directeur valt rechtstreeks onder het Bestuur van de Stichting Airbome Museum en heeft de algemene leiding over het museum. De directeur is verantwoordelijk voor het PR-beleid en de externe contacten. De directeur vertegenwoordigt het museum bij de vergaderingen van de Vereniging Vrienden van het museum, de gemeenteraad en samenwerkingsprojecten met andere musea. De directeur onderhoudt contacten met touroperators en sluit contracten af.
De directeur is verantwoordelijk voor het vrijwilli- gersbeleid, de aanstelling van vrijwilligers en de aanstelling en opleiding van gidsen.
Adjunct-directeur/conservator: Frans Smolders.
De adjunct-directeur heeft de dagelijkse leiding over het museum, de medewerkers en vrijwilligers en legt hierover verantwoording af aan de directeur. De adjunct-directeur is belast met het opstellen van het toekomstplan voor het museum. De adjunct- directeur is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de collecties, het goed functioneren van medewerkers en vrijwilligers en geeft daartoe aanwijzingen. In samenspraak met de directeur onderhoudt de adjunct-directeur contacten met de media’.

Social Evenings
Begin volgend jaar worden, evenals in 2004, twee ‘Social Evenings’ georganiseerd in het Airborne Museum. De avond van 11 februari a.s. is deels gewijd aan recente aanwinsten van het museum. Ook kan een kijkje worden genomen achter de schermen van het museum.
De tweede ‘Social Evening’ is op maandagavond 14 maart 2005. Op die avond zal Professor H. Sosabowski, achterkleinzoon van generaal- majoor Sosabowski en lector in Brighton, een lezing houden over de le Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade en over de rol van zijn overgrootvader tijdens en na de oorlog. De lezing is in het Engels. Gezien de beperkte ruimte is vooraf reserveren noodzakelijk. Dit bij voorkeur per e-mail info@airbornemuseum.com of anders telefonisch 026-3337710. De datum van 14 maart is onder voorbehoud. Op de website www.airbornemuseum.com zullen eventuele wijzigingen worden bekend gemaakt.
Op beide avonden zijn belangstellenden vanaf 19.30 uur van harte welkom in ‘Hartenstein’.
(W. Boersma)

‘Arnhem Weekend’ 2005
Het Arnhem Weekend’ voor leden van onze vereniging uit het Verenigd Koninkrijk is vastgesteld op 17, 18 en 19 juni 2005. Het programma wordt opgenomen in de volgende Nieuwsbrief.
In verband met logistieke en organisatorische beperkingen, is het maximale aantal deelnemers bepaald op 25. Inmiddels hebben zich 22 mensen opgegeven. Dus als u nog mee wilt, moet u snel met mij contact opnemen.
(Niall Cherry)


Tijdens de receptie bij het Airborne Museum op zater-dag 18 september 2004, spreekt Prins Charles de genodigden toe.

Ondertiteling film gesponsord
Als een van de laatste evenementen van de 60e her-denking van de Slag om Arnhem, werd op zondag-avond 19 september jl. de film ‘Theirs is the Glory’ gedraaid op het gazon bij het Airborne Monument in Oosterbeek. Tijdens de voorbereiding van deze voorstelling bleek dat er geen goede videoband met Nederlandse ondertiteling voorhanden was, waardoor bij vertoning veel van het gesproken woord het Nederlandse publiek zou ontgaan. Ons lid Cees van den Bosch vond dit buitengewoon jammer, en startte een actie om geld bij elkaar te krijgen voor de vervaardiging van een versie met een Nederlandse ondertiteling. Videobedrijf Bal uit Oosterbeek bood aan om het technische werk tegen kostprijs uit te voeren. De Vereniging Vrienden van het Airborne Museum besloot een aanzienlijk bedrag beschikbaar te stellen, en de rest werd betaald door de individuele ‘Vrienden’ Cees van den Bosch, Robert Voskuil, Geert Maassen, Eugène Wijnhoud en Erik van der Meiden. Het vertaalwerk werd gedaan door Robert Voskuil en Joop Bal.
Onmiddellijk na de vertoning kVVAMen er verzoeken binnen of het niet mogelijk was om deze versie van ‘Theirs is the Glory’ op DVD uit te brengen. Op dit moment wordt onderzocht wat hiervoor de moge-lijkheden zijn. Wij houden u op de hoogte!

‘Nine Days at Arnhem’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt nu ook weer uit ‘Nine Days at Arnhem’, het tweede boek over het 7de bataljon The King’s Own Scottish Borderers van Robert Sigmond, waarin hij de belevenissen van de tien CANLOAN-officieren in het bataljon extra voor het voetlicht brengt. Het boek is, net als de eerste publicatie van Sigmond, in het Engels geschreven.
Het CANLOAN-schema was de naam voor het op vrijwillige basis uitlenen aan het Britse leger van honderden Canadese subalterne officieren in de Tweede Wereldoorlog. Zij bleven in dienst van het Canadese leger, maar kVVAMen onder commando van Britse officieren, en mochten alleen worden ingezet in Europa en het Midden-Oosten. In totaal leende Canada 673 officieren uit. 102 Officieren sneuvelden, 21 overleden aan hun verwondingen, 310 raakten gewond, vijf hebben een onbekend graf, en 27 zijn uit krijgsgevangenschap bevrijd Niet weinigen van hen zijn onderscheiden. Zij werden over het algemeen door hun meerderen geprezen voor hun inzet.
Bij het KOSB-bataljon waren tien van de 90 CAN-LOAN-officieren die bij de Britse luchtlandingstroepen waren geplaatst, ingedeeld. Een van hen, luitenant Erskine Carter, schreef kort na de Slag om Arnhem een dagboek met de titel ‘Nine Days at Arnhem’. Hierop is dit boek voor een deel gebaseerd.
Het boek vertelt eerst kort over enkele CANLOAN- officieren, onder wie de schrijver van ‘Nine Day’s at Arnhem’, Carter. Ook de geschiedenis van de King’s Own Scottish Borderers komt aan de orde. Het 7e (Galloway) bataljon is in 1939 opgericht als zuster- bataljon van het 5e Territoriale Bataljon KOSB. Eind
1943 werd het ingedeeld bij de Britse luchtlan-dingstroepen als zweefvliegtuiginfanterie. Begin
1944 kreeg het de rode baret en het Pegasus- embleem. De lezer volgt de training van de CANLOAN-officieren in Canada, hun zeereis naar Groot- Brittannië, de ontvangst en de training in de aangewezen eenheden, meestal als pelotonscommandant. Opvallend was dat deze officieren dichter bij hun mannen stonden dan de Britse.
Na diverse afgezegde plannen gaat de operatie Market Garden van start met tien CANLOAN-officieren bij het KOSB-bataljon, waarvan één als plaatsvervangend compagniescommandant. In 65 zweefvliegtuigen kiezen 44 officieren en 720 mannen het luchtruim. In het hoofdstuk over Arnhem beschrijft Carter zijn dagelijkse belevenissen in de slag. Zijn verhaal wordt afgewisseld door ervaringen van anderen, waardoor het geheel een levendig beeld geeft van de gebeurtenissen. Het boek beschrijft de taak van het bataljon, het verzekeren van de droppings- en landingsterreinen op 18 en 19 september, de nachtelijke verplaatsingen, de strijd tegen de Duitsers, de landing van de Polen op Johannahoeve, de slaap en de honger. We zien het bataljon terugtrekken naar Oosterbeek, de strijd rond hotel Dreyeroord en in de Oosterbeekse Zuid- Afrikabuurt. Het bataljon wordt steeds kleiner en kleiner door de vele doden en gewonden. Het haalt ondanks de minimale sterkte nog steeds de meest fantastische staaltjes uit, zoals het uitdagen van twee Duitse tanks om ze beter voor de loop van een kanon te krijgen, en charges met de bajonet. Als op maandag 25 mei de situatie hopeloos is geworden, zien we het restant van het bataljon evacueren over de Rijn. Van de KOSB bleven 105 gesneuvelden achter, zo’n 580 waren krijgsgevangen, onder wie acht CANLOAN-officieren, en de rest van het bataljon was gewond, van wie binnen de week vijf overleden. Negen man stierven in Duitse kampen. Tijdens Operatie Pegasus sneuvelde nog een officier. Wij zien de officieren terug in de diverse krijgsgevangenkampen, zoals Braunschweig, Spangenburg en Fallingbostel, en lezen over de dodenmarsen van het terugtrekkende Duitse leger.
Na de terugkeer in Engeland wordt een nieuw bataljon opgebouwd met vele rekruten en onderofficieren. Op 9 mei 1945 vertrekt de eenheid onder een nieuwe commandant naar Noorwegen om dat land te helpen het Duitse bezettingsleger te repatriëren, en oorlogsmisdadigers gevangen te nemen. In de komende maanden worden 400.000 Duitse militairen ontwapend, gescreend en naar huis gezonden. In augustus 1945 is die taak volbracht, en keert het bataljon huiswaarts. Eind november wordt het 7e Bataljon KOSB ontbonden. Het boek besluit met een tiental informatieve bijlagen.
De auteur heeft goed onderzoek gedaan. Dat maakt het boek voor de kenners plezierig leesbaar. De persoonlijke ervaringen geven een levendig beeld van de gebeurtenissen, en laten de lezer als het ware alles meebeleven. Het boek is, zoals we gewend zijn van de uitgever, mooi door R.N. Sigmond Publishing uitgevoerd, met vele illustraties en goed kaartwerk, en leest, zoals gezegd, prettig. Het telt 180 pagina’s, en kost 32,50 euro (ISBN 90-804718-7-9).
(Okko Luursema)

Sorder plaquette onthuld
Op 17 september 2004 werd op de oostmuur van res-taurant de Westerbouwing in Oosterbeek een grote plaquette onthuld voor de 800 officieren en man-schappen van het Ist Battalion The Border Regiment die tussen 17 en 26 september 1944 bij Arnhem vochten. Dit bataljon verdedigde gedurende de slag de westkant van de ‘Perimeter’, van de Sonnenberg tot aan de Westerbouwing. De hoogte waarop de uitspanning is gelegen, werd verdedigd door B Company. Op 21 september 1944 werd dit gebied het toneel van zware gevechten, toen sterke Duitse eenheden met tanks de aanval openden. Deze historische plaats is daarom een goede locatie voor de plaquette, die herinnert aan een bataljon dat zware verliezen leed. 125 Man sneuvelden, en 400 man werden krijgsgevangen werden gemaakt, van wie velen gewond waren.
De onthulling werd bijgewoond door een groot aantal belangstellenden, onder wie een groep veteranen van het Border Regiment.
25-Jarig bestaan en andere belangrijke data
Een jubileumcommissie, bestaande uit een aantal leden van het bestuur van de Vereniging Vrienden, is druk bezig met de organisatie van het 25-jarig jubileum. Details over het programma volgen in de eerste Nieuwsbrief van het nieuwe j aar. Houdt u wel alvast de volgende datum vrij: 21 mei 2005!
Andere activiteiten en data die u reeds kunt noteren, zijn: de Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering op 2 april 2005, de Boekenbeurs op 23 april, en de Normandië-excursie van 25-31 mei aanstaande.

Op 17 september 2004 werd aan de oostmuur van res-taurant De Westerbouwing een grote plaquette onthuldter herinnering aan de acties van het Ist Battalion TheBorder Regiment tijdens de Slag om Arnhem.

Historische onthulling bij herdenking in Brummen
Op zaterdagmiddag 18 september jl. vond voor het Oude Postkantoor in Brummen een indrukwekkende herdenking plaats van het drama dat daar zestig jaar geleden plaatsvond. Op 23 september 1944 opende een Duitse SSer met een Schmeissermitrail- leur het vuur op een passerende vrachtauto met 25 Britse parachutisten, die zes dagen eerder nabij Arnhem waren geland. Een waar bloedbad was het gevolg, met zes doden en vele gewonden. Een oorlogsmisdaad van hoge orde, want hier werd geschoten op weerloze krijgsgevangenen.
Pas tien jaar geleden zijn de details over dit drama bekend geworden – door de opening van Londense archieven – en werd ter plekke een monument opgericht. Dit jaar had de herdenking van de Slag om Arnhem een speciaal karakter omdat het zestig jaar geleden was gebeurd. Dagelijks waren er uitgebreide tv-reportages over Arnhem en Oosterbeek, maar Brummen deed het op zijn eigen wijze. Deels op straat – de wegen waren gedurende twee uur afgezet – deels in het oude gebouw dat nu hotel Het Oude Postkantoor is geworden. Natuurlijk vonden aandoenlijke kransleggingen plaats, maar daarnaast voerden vier mensen het woord, waarbij één spreker unieke details over een verzetspan uit september 1944 onthulde.
De nu 87-jarige oud-verzetsstrijder Gerard Schut vertelde dat het toenmalige hoofd van de Ondergrondse, baron Loet van der Feltz, hem in contact bracht met de bij het postkantoor ontvluchte majoor Tony Bibbert, nu eveneens 87 en bij de herdenking aanwezig. In zijn woning te Eerbeek kVVAMen beide heren luttele dagen na de luchtlanding bijeen, tezamen met ‘Grote Gijs’ (Piet Kruijff), hoofd van de Arnhemse Ondergrondse, en enkelen van diens makkers. Tony Hibbert wees op de wanhopige gevechten die op dat moment nog in Arnhem/ Oosterbeek woedden. Hij kVVAM met een plan Arnhem Tucht’ te geven door een nieuwe luchtlanding te doen uitvoeren, tussen Eerbeek en de Gelderse hoofdstad! In geen van de vele geschiedenisboeken over ‘Arnhem’ is hier ooit melding van gemaakt. Nu kan het plan minstens als voetnoot aan de even roemrijke als droevige historie worden toegevoegd.
Hoe liep het af? Gerard Schut persoonlijk aan het woord in dat Oude Postkantoor: ‘Tot die tijd hadden we een rustig bestaan, zij het dat we regelmatig gecrashte vliegtuigpiloten onderdak verleenden in Coldenhove of waar ook. Toen kVVAM op 17 september 1944 die Britse luchtlanding, met een triomfantelijk telefoontje uit Oosterbeek: We zijn bevrijd! Helaas zou dat van korte duur zijn, maar dat wisten we toen nog niet, wel dat de strijders in Arnhem en Oosterbeek het moeilijk begonnen te krijgen. Een aanval in de rug van de Duitsers zou de strijders in Arnhem lucht kunnen geven. Hoeveel parachutisten we daarvoor in gedachten hadden weet ik niet meer, er werd geen letter op papier gezet. Misschien een bataljon van vijfhonderd man. Onze mannen van de Ondergrondse wisten daar wel geschikte plekken voor, zoals de Imbos en de Rozendaalse Heide. Stafkaarten werden erbij gehaald. Prachtig plan, de Ondergrondse van Brummen en Arnhem zou ondersteuning verlenen. Zelf zag ik er toch niet veel meer in. Na die uitvoerige stafbespreking in mijn huis is er nooit meer iets van vernomen. Logisch, Tony Hibbert kon nog zo’n groot strateeg zijn geweest zijn, maar inmiddels was de strijd in Arnhem en Oosterbeek tot een eind gekomen. Een nieuwe luchtlanding had geen zin meer’.
De hoofdpersoon van de herdenking in Brummen was natuurlijk Tony Hibbert, die in september 1944 met kolonel Frost vier dagen op de brug in Arnhem had gevochten, en die als krijgsgevangene in Brummen van die vrachtwagen sprong. Het spijt hem nog altijd dat door zijn (heel gerechtvaardigde) ontvluchtingspoging zes van zijn kameraden de dood vonden. Hij sprak de verwachting uit dat deze herdenking altijd blijft, en dat over honderd jaai
onze kinderen en kleinkinderen er nog van zullen weten. Hij dankte de moedige en dappere burgers van Brummen die de ontsnapte Britten in september 1944 geheime schuilplaatsen, medische hulp en voedsel verschaften. Vervolgens legde hij als eerste een krans bij de plaquette op de muur van het Oude Postkantoor. Gevolgd door de burgemeester en enkele burgers.
Een ontroerende toespraak was er ook van Henk Peters, die het op 17-jarige leeftijd meemaakte dat een uitgeputte, gewonde Engelse militair op de boerderij van zijn ouders in de Knoevenoorstraat aanklopte met de woorden: ‘I am a British soldier, I am Tony Hibbert’. Hij werd gastvrij ontvangen en gevoed, en bracht vervolgens drie dagen door in het kippenhok. Henk tipte intussen de Ondergrondse van Brummen, waarna de officier voor drie weken een geheime schuilplaats vond bij de familie Tjeenk Willink in de Burgemeester De Wijslaan. In die tijd beraamde de immer actieve Hibbert samen met het verzet van Eerbeek plannen die in oktober 1944 zouden leiden tot de grote ontsnappingsoperatie over de Rijn, Operatie Pegasus I.
(Piet Willemsens)

Locatie foto van Britse patrouille
In Nieuwsbrief No. 94 van juni 2004 deden wij een oproep aan de lezers of iemand wist waar de over-bekende foto van een Britse patrouille van vier man, ‘ergens in een gebouw in Oosterbeek’, was genomen. We gaven toen aan dat de foto was gemaakt door Sergeant Lewis van de Army Film and Photographic Unit. Het betreft opname 7 (en niet 8, zoals abusievelijk vermeld) van film 4. Alle afbeeldingen van die rol werden gemaakt bij Hartenstein. Verschillende leden hebben op onze oproep gereageerd. Een korte samenvatting. De heer J. Visser uit Zelhem schreef dat de man met de baret Staff Sergeant Mark Leaver, G Squadron Glider Pilot Regiment, is. Mark Leaver, die overleed op 31 oktober 2000, vertelde destijds dat de foto werd gemaakt aan de ‘Beekweg’. Bedoeld werd waarschijnlijk de wasserij van Van Hofwegen aan de huidige Zuiderbeekweg. Mevrouw Betty de Roder uit Renkum suggereerde dat. het het pand van smederij Aits aan de Paul Krugerstraat zou kunnen zijn. Ir. F. Oudendal uit Huizen gaf aan dat het betonijzer waarschijnlijk voor een Duits bouwwerk bestemd was, omdat in 1944 dergelijk materiaal al lang niet meer beschikbaar was voor particuliere doeleinden. De heer J.C. Bierdrager uit Eelde wijst erop dat in Stuart Eastwoods boek ‘When Dragons Flew, An Illustrated History of the Ist Battalion The Border Regiment 1939-1945′ bij deze afbeelding staat: ‘The location is unknouin, but may be the stableblock of the Hartenstein Hotel’.
Deze laatste mogelijkheid komt ons inziens het dichtst bij de waarheid, een conclusie die mede is gebaseerd op eigen onderzoek. Onze zoektocht leidde tot het volgende resultaat. Het is bekend dat de Duitsers bezig waren met de bouw van een bunker voor communicatiedoeleinden, oostelijk van het huidige Restaurant Kleyn

Detail uit een RAF luchtfoto van 15 maart 1945
In het midden het koetshuis, nu restaurant Kleyn Hartensteyn. Links daarvan de nu niet meer bestaande kassen, en geheel links de tuinmanswoning. Rechts van het koetshuis ligt de oranjerie, waarvan het dak is verdwenen. Boven in de foto loopt de Utrechtseweg, met nog net zichtbaar een paar grote villa’s en de afslag naar de Steijnweg. De pijl geeft de plaats aan waar Sergeant Lewis stond toen hij de foto van de patrouille maakte. Het hier getoonde detail is niet geheel scherp, en dat komt omdat het sterk is uitvergroot. Op de originele foto bedroeg de afmeting van de afgebeelde uitsnede slechts 18 bij 15 millimeter!
(RAF-FOTO, COLLECTIE ROBERT VOSKUIL)

Hartensteyn, in 1944 het (voormalige) koetshuis van Huize Hartenstein. Helaas is daar op de RAF-lucht- foto’s die op 6 en 12 september 1944 als voorbereiding voor de luchtlandingen werden gemaakt, door de dichte begroeiing niets van te zien.
Aan de oostzijde van het koetshuis stond 60 jaar geleden de ‘oranjerie’ van het landgoed, waar in de winter grote planten in potten werden opgeslagen. Op dit gebouw richtten wij ons onderzoek. Op 15 maart 1945 vloog No. 4 Reconnaissance Squadron RAF een verkenningsmissie boven de Zuid-Veluwe. Dit moet een uitzonderlijk heldere en zonnige dag zijn geweest want het merendeel van de toen genomen series luchtfoto’s zijn haarscherp. De opeenvolgende afdrukken waarop het landgoed Hartenstein voorkomt, werden onder een spiegelstereo- scoop met een zeer sterke vergroting gelegd. Bij de analyse van het oranjerie-gebouw bleken verschillende interessante details zichtbaar, die ons leidden tot de conclusie dat daar de betreffende foto van de patrouille werd genomen. Een sterk uitvergroot detail uit een van de luchtfoto’s is als illustratie bij dit artikel opgenomen.
Op de luchtfoto is te zien dat het gebouw toen geen dak meer had, waardoor je als het ware een ‘plattegrond’ van het bouwwerk ziet. Het is aannemelijk dat het dak een lichte constructie met veel glas had, zoals gebruikelijk was bij gebouwen waarin planten moesten ‘overwinteren’. Deze constructie is waar-schijnlijk tijdens de slag of daarna beschadigd of ingestort. Op de foto van Sergeant Lewis is te zien dat de muur op de achtergrond verspringt, en rechts verder naar achteren staat dan links. Op de luchtfoto van de oranjerie is deze situatie goed te herkennen. Achter de muur linksboven zat een aparte kamer, die door een muur was gescheiden van de grote L-vormige hoofdruimte. Uit het stereobeeld en uit analyse van de schaduwen, kon worden opgemaakt dat in het midden van de zuidmuur van de hoofdruimte waarschijnlijk een brede deur zat, met aan weerszijden grote ramen of deuren. Lewis stond buiten, en richtte zijn camera op de deuropening in het midden, waarachter de patrouille op hem toeloopt. Deze situatie is zonder twijfel in scène gezet. Het betonijzer en de buizen die in de oranjerie lagen opgeslagen, waren vrijwel zeker bedoeld voor de bouw van de eerder genoemde Duitse bunker.
De zwaar beschadigde oranjerie is na de oorlog afgebroken. Heden ten dage wordt die plaats naast Restaurant Kleyn Hartensteyn ingenomen door groenvoorzieningen en parkeerplaatsen.
Helaas hebben we tot nog toe geen afbeelding kunnen vinden van de oranjerie. Mocht u ons daarmee kunnen helpen, dan houden wij ons aanbevolen. Ook informatie over dit gebouw is van harte welkom!
(Robert Voskuil)

De vloer van de Tafelberg
Zoals menigeen heeft kunnen constateren, is van het van vroeger zo statige Huize De Tafelberg in Oosterbeek weinig meer over. Slechts de voorgevel en een klein deel van de westgevel staan er nog. De Tafelberg was tijdens de Slag om Arnhem een hospitaal, en ging diverse malen over van Britse in Duitse handen en weer terug. Er hebben zich hier hartverscheurende taferelen voorgedaan, en er is door het Britse medische personeel en de Nederlandse artsen en vrijwilligers hard gestreden voor menig mensenleven. Met verschillende anderen heeft ook de Vereniging Vrienden getracht het pand te behouden, maar dit bleek – mede gezien de bouwkundige staat – niet haalbaar. Gesprekken en onder- handelingen tussen de gemeente Renkum en de projectontwikkelaar, waarbij de vereniging betrokken was, hebben geleid tot behoud van de voorgevel, delen van de vloer alsook van de markante en herkenbare trap en lambrisering.
Volgens de overlevering bevatte de vloer in de hal van De Tafelberg op bepaalde plekken bloedvlekken van Britse soldaten, die als vage, lichtbruine plekken zichtbaar waren. Als vertegenwoordiger van de Vrienden heb ik op 1 september 2004 twee vloerdelen aangewezen, die door een medewerker van de projectontwikkelaar met behulp van een betonzaag zijn vrijgemaakt. Een van deze vloerdelen is aan het Airborne Museum ter hand gesteld. Het andere deel zal na voltooiing van het appartementengebouw in de hal worden tentoongesteld. Wij gaan er vanuit dat ook de trap en delen van de lambrisering teruggeplaatst zullen worden in de ‘vernieuwde’ Tafelberg. Deze objecten komen prominent voor in de in 1945 gemaakte film ‘Theirs is the Glory’.
(Ivar Goedings)

Commando Knottenbelt overleden
Op 19 augustus jl. overleed in Den Haag op 83-jarige leeftijd Maarten Jan Knottenbelt. In september 1944 was Luitenant Knottenbelt een van de tien Nederlandse commando’s die deelnamen aan de Slag om Arnhem. Hij had o.a. tot taak de inzet van de in en rond Arnhem aanwezige verzetsgroepen te coördineren. In de middag van 17 september bevond hij zich bij de Britse eenheid die op de hoek Wolfhezerweg/Utrechtseweg de Feldkommandant van Arnhem, Generalmajor Kussin, uitschakelde. Tijdens de strijd nam hij op eigen initiatief het bevel op zich over een detachement van ongeveer 25 Britse militairen die bij een sleutelpositie in Oosterbeek een huizengroep verdedigden. Nadat op 21 september 1944 de Polen bij Driel waren geland, stak hij de Rijn over om contact met hen op te nemen. Later bracht hij enige malen Poolse militairen over de Rijn naar Britse stellingen bij Oosterbeek. Op 22 september werd hij gewond, maar hij
weigerde zich te laten opnemen in een van de nood-hospitalen. In de nacht van 25 op 26 september 1944 wist hij zwemmend over de Rijn te komen. In Nijmegen kon hij uiteindelijk worden behandeld aan zijn verwondingen.

Monument voor de RAF
Maandag 13 september 2004 is in Doorwerth een nieuw monument geplaatst dat de herinnering levend moet houden aan de rol die de Royal Air Force heeft gespeeld tijdens de Slag om Arnhem. In die periode verloren 229 bemanningsleden en air despatchers het leven.
Het monument heeft de vorm van een pilaar met plaquette, en staat bij de Rehoboth School aan de Bentincklaan, Op die plaats crashte op 21 september 1944 een Britse Stirling van het 196e Squadron RAF tijdens een bevoorradingsvlucht naar de bij Oosterbeek ingesloten Britten. Alle bemanningsleden en de air despatchers kVVAMen daarbij om. Het idee voor dit gedenkteken kVVAM van Philip Reinders. Dankzij giften van particulieren en de medewerking van het schoolbestuur kon het door hem worden gerealiseerd.

Het nieuwe monument voor de Royal Air Force aan de Bentincklaan in Doorwerth, dat op 13 september 2004 werd opgericht ter herinnering aan de operaties van de RAF tijdens de Slag om Arnhem.

De pers en de Slag
Begin september jongstleden voelde ik me genoodzaakt om het onderstaande stuk tekst te componeren, en het naar De Gelderlander te sturen. Op de 13e van die maand werd er onder de titel ‘Fabeltjeskrant’ in de krant aandacht aan besteed. ‘De Airborne herdenkingsperiode nadert, en de fantasten en leugenaars kruipen weer uit hun holen om onzin te verkondigen over de Slag om Arnhem. Helaas trapt ook de krant erin, en doet uitbundig verslag van ervaringen van zogenaamde veteranen en historische onderzoekers. Zo werden we afgelopen maandag (6 september 2004) vergast op een artikel in De Gelderlander over een Belgische oude baas die zich stellig meende te herinneren dat hij op 17 september 1944 aan een parachute bij Wolfheze was geland. En niet alleen dat: hij werd vergezeld van nota bene 60 landgenoten. Zij allen maakten deel uit van de SAS (Special Air Service), een soort com- mando-eenheid van de Britse landmacht. 59 Belgen kVVAMen bij de strijd om het leven. Zei de Vlaming (volgens de krant). Goede genade, wat een onzin! Een kletsverhaal van de eerste orde, en de journalist pent het goedgelovig neer. Dhr. Daenens verstandelijke vermogens moeten in 60 jaar tijd ernstig zijn aangetast, en/of hij is een simpele leugenaar. De man heeft niet deelgenomen aan de Slag om Arnhem, en dat geldt ook voor zijn 60 zogenaamde strijdmakkers. Het is niet de eerste keer dat De Gelderlander bij de neus wordt genomen. In de krant van woensdag 21 juli 2004 wordt over de Polen van Driel klaarblijkelijk informatie overgenomen uit het beroerde werkje Arnhem 1944, Slag van de TEGENslag’ van Bert Kerkhoffs. Ik lees onder andere over ‘de in bloed gesmoorde landing van Poolse para’s bij Driel’. Een bloedbad? Welnee! Van de 1000 Polen sneuvelden er op die 21e september vijf. En er waren 36 gewonden, van wie de meesten zich blesseerden door ongelukjes bij het neerkomen. Kerkhoffs schrijft over mannen van de Ist Polish Independent Parachute Brigade Group die beschoten werden door Engelsen: ‘omdat wij, Polen, andere uniformen en baretten droegen.’ Allemachtig, wat een geleuter! De Poolse uniformen waren dezelfde als de Britse, en in gevechtssituaties hadden de Oost-Europeanen uiteraard niet hun grijze baretten op, maar parachutistenhelmen. En die laatste zagen er precies hetzelfde uit als die van de soldaten van de Ist British Airborne Division! Voorlopig wacht ik met angst en beven de komende publicaties af. Nog niet zo lang geleden doken indianen op die een belangrijke bijdrage hadden geleverd aan de gevechtshandelingen in onze regio. Noren hebben we ook al eens gehad, en elk moment verwacht ik eskimo’s en kabouters te zien verschijnen!” Als reactie op de bewuste krantenartikelen ontving ik adhesiebetuigingen van andere Vrienden die ook serieus met de geschiedschrijving van de Slag om
Arnhem bezig zijn. En de Belg moest publiekelijk toegeven dat hijzelf destijds niet in Oosterbeek was geweest, en dat hij het verhaal over zijn 60 collega’s van horen zeggen had. Maar, er waren ook anderen. De Gelderlander 13 september 2004: “Vrijwilligster Pauline Otten van het Arnhems Oorlogsmuseum (niet te verwarren met het Airborne Museum in Oosterbeek) in Schaarsbergen beweert dat Amerikaanse indianen bij de Slag zijn ingezet als onderdeel van de Eerste Britse Airborne Divisie. “Indianen werden ingezet als code-talkers. Hun indiaans was niet te decoderen door de Duitsers”, meent Otten, Op Moscowa, de Arnhemse begraafplaats, zouden volgens haar zelfs vijf Mohawk-indianen liggen. Waar? Dat kan ze niet zeggen. Bij Moscowa is het dé grap van de dag. “We zijn ze nog nooit tegengekomen.” Op Moscowa liggen geallieerde soldaten, maar het merendeel is gesneuveld voor of na de ‘slag van de tegenslag’.” Enkele lezers van de krant deelden mij schriftelijk mee dat ik me toch echt vergis, zowel wat de indianen als de Polen betreft. Uiteraard ben ik de eerste om toe te geven dat ook ik fouten maak, dus ik zal ze vragen welke bronnen zij ter beschikking hebben om het tegendeel aan te tonen van wat ik beweer. Mochten er Vrienden zijn die me uit de droom kunnen helpen, en bijvoorbeeld wat kunnen vertellen over de inzet van Belgische SAS-mensen of Noorse soldaten tijdens de Slag om Arnhem, dan houd ik me van harte aanbevolen!
(Geert Maassen)


Op 17 september 2004 onthulde generaal-majoor A. Deane-Drummond een bank op de Airbome Begraaf-plaats. De tekst op de gedenkplaat die in de muur van de bank is geplaatst luidt: ‘In lasting gratitude to the people of this neighbourhood for their loving care of the graves of our comrades tuho lie here and in other cemeteries nearby and to the children tuho honour them ivith their/louters. British and Polish Veterans of 1944, September 2004’.

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: VVAMredactie@planet.nl Penningmeester/Iedenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Jaarvergadering
De 25ste Algemene Ledenvergadering, tevens Jaar-vergadering, van de Vereniging Vrienden van hetAirborne Museum zal worden gehouden op zater-dag 2 april 2005 in de Concertzaal, Rozensteeg 3 teOosterbeek, aanvang 14.00 uur.
De agenda ziet er als volgt uit:
1. Opening
2. Notulen Algemene Ledenvergadering van 3 april 2004
3. Algemeen Verslag 2004
4. Financieel Verslag 2004
5. Begroting 2005
6. Verslag Kascommissie
7. Wijziging Statuten
8. Bestuursverkiezing
9. Benoeming reservelid Kascommissie
10. Rondvraag
11, Sluiting
Ad 3 en 4: Het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag krijgt u bij binnenkomst, en het Verslag van de Kascommissie ligt een half uur voor de aanvang van de vergadering ter inzage bij de ingang van dezaal. U kunt het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag ook aanvragen bij de Penningmeester dooreen aan uzelf gerichte envelop met een postzegel van 70 Eurocent in een andere envelop te doen, endie op te sturen naar de heer F. Miedema, Woudstra-laan 24, 6862 XE Oosterbeek.
Ad. 7. Aan de beurt van aftreden is Frits Miedema.
Hij stelt zich herkiesbaar.
Volgens artikel 8 van de Statuten kunnen leden tegenkandidaten stellen. Een voordracht hier toedient uiterlijk tien dagen voor de vergadering schriftelijk bij de secretaris van de VVAM (p/a AirborneMuseum, Oosterbeek) te worden ingediend, ondertekend door minstens tien leden, en vergezeld vaneen bereidverklaring van de kandidaat, die lid moet zijn van de vereniging, en meerderjarig is.
Na afloop van de Jaarvergadering wordt een aantal films gedraaid over de bevrijding van Nederland, die zestig jaar geleden plaatsvond.

Het jubileum en andere evenementen in 2005
Bij deze nieuwsbrief is een folder gevoegd met daar-in de belangrijkste ‘Airborne’ evenementen in 2005.
Over het programma van het 25-jarige jubileum van
onze vereniging op 21 mei a.s. ontvangt u binnenkort nader bericht.

‘Web-redacteur’ gezocht
Het bestuur wil graag in contact komen met iemand die zich wil bezighouden met het ontwikkelen en bijhouden van een website voor de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Het gaat hierbij speciaal om de inhoudelijke kant. De website moet samen met de Nieuwsbrief, het ‘visitekaartje’ van de Vereniging worden. Het is de bedoeling dat op termijn steeds meer aan tijd gebonden ‘nieuws’ wordt geplaatst op de website. De huidige nieuwsbrief kan dan meer worden gebruikt voor artikelen met ‘documentaire’ waarde.
Indien u belangstelling heeft om redacteur van de website van de VVAM te worden, neemt u dan contact op met de secretaris van het bestuur van de VVAM, Ivar Goedings, e-mail: goedings@van-lotringen.nl.


13 februari 2005. De Dreyenseweg ten noorden van Oosterbeek ziet er sinds eind vorig jaar de gehele laanbeplanting werd gekapt, erg kaal uit. Inmiddels zijn wel jonge boompjes geplant. Links het monument voor de 156
Battalion, The Parachute Regiment.

Statuten
Zoals u wellicht in de media heeft kunnen volgen, heeft de VVAM bemoeienis gehad met de recente ontwikkeling van de Dreyenseweg. Eind vorig jaar werden alle bomen langs deze prachtige laan, die over gebied van de gemeenten Arnhem en Renkum van de Amsterdamseweg naar Station Oosterbeek-Hoog loopt, gekapt. Die bomen hadden een bijzondere betekenis in verband met de Slag om Arnhem. Op en bij de Dreyenseweg is in september 1944 hard gevochten, en menig strijder is in het zicht van deze laan en zelfs onder deze bomen gesneuveld. Veel van de bomen zaten vol kogels en granaatscherven. Voor alle duidelijkheid wil ik opmerken dat de WAM vanzelfsprekend geen bezwaar heeft gehad tegen de aanleg van het nieuwe fietspad ten oosten van de weg. De kap van de bomen stond los van de aanleg van het fietspad, en ook was de WAM van mening dat echt onveilige bomen best gekapt hadden mogen worden. Uit de rapportage van een door de gemeente Arnhem zelf ingeschakelde deskundige bleek dat het overgrote deel van de bomen niet onveilig was.
De VVAM heeft op enig moment moeten constateren dat desondanks een aanlegvergunning is verstrekt door de gemeente Arnhem. Hierin was opgenomen dat de bomen langs de Dreyenseweg mochten worden gekapt. De WAM, alsook een aantal leden, heeft tegen deze vergunning bezwaar gemaakt. Toen medio oktober 2004 bleek dat de gemeente Arnhem, ondanks een uitdrukkelijk verzoek daartoe en ondanks de lopende procedure, niet bereid was de aanstaande kap op te schorten, heeft de WAM om een zogenaamde ‘voorlopige voorziening’ verzocht bij de Rechtbank Arnhem. Op deze wijze wilden wij bewerkstelligen dat de gemeente de kap moest uitstellen in afwachting van de uitspraak in de bezwaarprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat – ondanks de relatie tussen de laan- bomen en de Slag om Arnhem – wij als WAM niet als belanghebbende aangemerkt konden worden, en heeft ons verzoek afgewezen. Daarbij is uitvoerig gekeken naar onze statuten, waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat ons belang met name is gelegen in het verlenen van steun en bijstand aan het Airborne Museum, Het opkomen voor belangen die daarbuiten liggen – ook al zijn deze gerelateerd aan de Slag om Arnhem – is dan niet goed mogelijk. Het bestuur van de WAM heeft dan ook besloten om bij de aanstaande Algemene Ledenvergadering aan de leden een statutenwijziging voor te houden. Deze aanpassing moet een handvat bieden voor het geval wij als WAM op willen komen voor belangen die direct samenhangen met ‘de Slag om Arnhem’. Te denken valt bijvoorbeeld aan de aankomende ontwikkelingen met betrekking tot Park Hartenstein.
Het voorstel van het bestuur is om in de statuten op te nemen dat de WAM zich (mede) ten doel stelt: ‘het behartigen van de belangen en rechten -in de meest ruime zin- die samenhangen c.q. verband houden met de Slag om Arnhem. Indien dit noodzakelijk is geschiedt dit door middel van juridische procedures’.
Een afschrift van de conceptstatuten ligt ter inzage bij de balie van het Airborne Museum.
(Ivar Goedings, secretaris)

‘Arnhem Weekend’ 2005
Het ‘Arnhem Weekend’ voor leden van de WAM uit het Verenigd Koninkrijk is vastgesteld op 17,18 en 19 juni 2005. Het voorlopige programma ziet er als volgt uit.
Vrijdag 17 juni is er een wandeling in Oosterbeek, waarbij het verhaal zal worden verteld bij een aantal foto’s die tijdens of na de Slag om Arnhem zijn gemaakt. Ook zal het monument voor ‘Operation Berlin’ in de uiterwaarden achter de Oude Kerk
worden bezocht, ’s Avonds is er een bijeenkomst in het Airborne Museum, waar Britse en Nederlandse leden elkaar kunnen ontmoeten.
Zaterdag 18 juni zal geheel in het teken staan van de lst Parachute Brigade, met de nadruk op de acties in het gebied dat zich uitstrekt tussen het viaduct bij station Oosterbeek-Laag en de brug in Arnhem. David van Buggenum zal uitleg geven over B Company, 2nd Parachute Battalion. Tevens zal een bezoek worden gebracht aan het hoogste deel van het gebied ‘Den Brink’. Andere onderwerpen waaraan aandacht zal worden besteed, zijn de lotgevallen van de gebroeders Gronert, die beiden sneuvelden bij station Oosterbeek-Laag, de mannen van het South Staffordshire bataljon in het westelijke deel van Arnhem, de patrouille van Captain Killick in de Weerdjesstraat (waarbij voor het eerst zal worden verteld over de door hem gedragen wapens), en de acties van het lst en het 3rd Parachute Battalion. We eindigen die dag bij de brug in Arnhem, waarbij o.a. een paar plaatsen zullen worden bezocht waar tijdens de gevechten Duitse foto’s zijn gemaakt.
Zondag 19 juni gaan we eerst naar het gebied rond Nijmegen, waar we bezoeken brengen aan Groesbeek, Landingszone ‘N’ en de militaire begraafplaats Jonkerbos. Daama gaat de tocht naar het gebied tussen Nijmegen en Arnhem, waar we o.a. kijken op de plaats waar de ‘Valburg Conferentie’ werd gehouden. Daarnaast verdiepen we ons in de acties van de Guards en de 43e Wessex Divisie. In Driel bezoeken we de landingszone van de Poolse Parachutistenbrigade. Alle deelnemers wordt aangeraden tevoren David Buggenums boek ‘B Company Arrived’ te lezen. Wie dit nog niet heeft, kan het bij mij bestellen. Ik heb nog maar enkele exemplaren, en ook in Nederland is de voorraad bijna uitgeput. Haast u dus, voordat dit excellente werk is uitverkocht. Tot juni 2005! (Niall Cherry)

Een terugblik op september 2004. Tijdens de herdenkings-dienst op de Airborne Begraafplaats te Oosterbeek (op de19e) was er één veteraan die niet met zijn baret op liep,maar met een traditionele Britse bolhoed. Hij was ons lidMajor (retd.) Douglas Goddard, mede-auteur van het boek112th (Wessex) Field Regiment RA, TA., 1938-1946’.Eenheden van dit regiment gaven vanaf 23 september1944 artilleriesteun aan de Britse troepen in Oosterbeek.Tijdens de herdenking werd de majoor in ruste vergezelddoor zijn dochter Tina.

De bijzondere Stengun bajonet die onlangs werd gevonden op de Ginkelse Heide op de plaats waar op 17 en 18 september 1944 de C Company van het 7th Battalion, The King’s Own Scottish Borderers ingegraven zat.

Zeldzame Stengun bajonet opgegraven
Philip Reinders van de ‘Arnhem Battle Research Group’, die regelmatig met een metaaldetector de voormalige slagvelden rond Arnhem afzoekt, heeft kortgeleden bij de Ginkelse Heide een zeer bijzondere Stengun bajonet gevonden. Het betreft hier het type dat officieel bekend staat als ‘Bayonet Machine Carbine Mark I’, en dat alleen past op de Stengun Mark II met de open, metalen kolf.
De Britse luchtlandingstroepen waren in 1944 hoofdzakelijk uitgerust met de modernere Sten Mark V, die was voorzien van een houten kolf en twee houten handgrepen. Maar kennelijk was een enkeling nog in het bezit van een oude Mark II. De bajonet werd gevonden bij de Ginkelse Heide op de plaats waar op 17 en 18 september 1944 de C Company van het 7th Battalion, The King’s Own Scottish Borderers haar posities had.
Er zijn tijdens de oorlog weliswaar grote aantallen van dit type bajonet gefabriceerd, maar het merendeel is niet uitgedeeld, en later vernietigd. Daarom zijn ze zeer zeldzaam, en worden ze zelfs nagemaakt. Het Airborne Museum beschikt over een origineel exemplaar

‘Green On!’
Afgelopen september werd in de bibliotheek van Oosterbeek het in het Engels geschreven boek ‘Green On!’van Arie-Jan van Hees gepresenteerd. Zoals de ondertitel ‘A detailed survey of the British parachute re-supply sorties during operation “Market Garden” 18-25 September 1944’ al aangeeft, is het een gedetailleerd overzicht van de bevoorra- dingsvluchten tijdens de Slag om Arnhem. De titel, die ook gebruikt werd voor de expositie in het Airborne Museum in 2000, is ontleend aan het bevel dat gegeven werd om de voorraden te droppen, wanneer het groene licht in het vliegtuig aanging.
De inhoud gaat echter verder dan alleen de bevoorrading. Ook de ‘Air Support’ wordt uitgebreid behandeld. Evenals zijn vorige boek “TYigs and Gliders to Arnhem” kenmerkt deze publicatie zich door een enorme veelheid aan gegevens, aangevuld met een groot aantal persoonlijke verslagen. De geschiedenis wordt van dag tot dag beschreven, waarbij per dag de vluchten vanaf elk vliegveld aan bod komen, te beginnen met de ‘Air Support’. Het geheel wordt afgesloten met hoofdstukken met persoonlijke geschiedenissen, de ontsnappingen, de krijgsgevan-
genen, een evaluatie en enkele uitgebreide registers. Deze gekozen indeling maakt het boek niet tot een gemakkelijk leesbaar geheel, maar wel tot een goed naslagwerk. Dit is dan ook duidelijk de opzet van de schrijver. We vinden enkele duplicaten. De geschiedenis van de US Air Support Teams en de Radar eenheid kwamen ook in “Tugs and Gliders to Arnhem” uitgebreid aan bod.
We moeten bewondering hebben voor de veelheid aan gegevens en foto’s die de auteur boven water gekregen heeft. Een los bijgevoegde index maakt het eenvoudig informatie op te zoeken. De uitvoering is uitstekend. De gekozen letter is wel klein, maar goed leesbaar. De afdrukken van de illustraties zijn goed, met een enkele misser, zoals bijvoorbeeld de foto van het grasveld vóór Hartenstein op pagina 310. De bronvermelding van de afbeeldingen is ten opzichte van het vorige boek verbeterd. ‘Green On!’ is een aanrader, die in geen enkele bibliotheek over ‘Market Garden’ mag ontbreken.
Het boek is rechtstreeks te bestellen bij A.J. van Hees, Courtpendu 7, 6245 PE Eijsden voor € 50, inclusief verzendkosten (€ 55 voor het Verenigd Koninkrijk). Voor een meerprijs is het ook te koop in het Airborne Museum en de plaatselijke boekhandel in Oosterbeek. ‘Green On!’, door Arie-Jan van Hees, is uitgegeven in eigen beheer (ISBN 90-806808-2-6), telt 379 pagina’s, en is geïllustreerd met foto’s en kaarten.
(Wybo Boersma)

Het Dertiende Peloton
Het in september 2004 verschenen boek met boven-staande titel kwam op een heel bijzondere manier tot stand. De auteur, de journalist Haks Walburgh Schmidt, werkte in 1998 mee aan het opzetten van de tentoonstelling in het Airborne Museum over de Britse en Poolse militairen die na de Slag om Arnhem in Duitse krijgsgevangenschap geraakten. Hij schreef daarvoor ook een speciale museum- krant, getiteld ‘Bevrijders achter Prikkeldraad’. Bij de voorbereiding hiervoor las hij het verslag van veteraan Bill Williams, in 1944 sergeant bij het Glider Pilot Regiment. Deze was op 18 september 1944 met zijn Horsa zweefvliegtuig nummer 166 geland ten westen van Wolfheze. Het adres van Bill was bekend, en Haks nam contact met hem op om meer details over zijn lotgevallen te weten te komen. Bovendien wilde hij weten welke eenheid Bill in zijn toestel had vervoerd. De voormalige zweefvliegtuig- piloot kon daar echter weinig over vertellen. Haks besloot daarom zelf een onderzoek te starten om na te gaan wat met de mannen uit Horsa 166 was gebeurd. Uit archiefonderzoek bleek dat het moest gaan om het dertiende peloton van het Border Regiment, in totaal 25 man. Via brieven, telefoongesprekken, oproepen in lokale kranten en vooral via internet, probeerde hij de betreffende mannen op te sporen.
Uiteindelijk duurde deze speurtocht in totaal vier jaar. Het resultaat is samengevat in een fascinerend boek, dat bestaat uit vier gedeelten. Achtereenvolgens worden beschreven: de lotgevallen van Bill Williams, de speurtocht van de auteur naar de passagiers van Horsa 166, de acties van het dertiende peloton tijdens de Slag om Arnhem, en de lotgevallen van de militairen na september 1944. Wat het boek zo bijzonder maakt, is dat het menselijke aspect en de persoonlijke belevenissen centraal staan. Niet voor niets luidt de ondertitel ‘Levensverhalen rond zweefvliegtuig Horsa 166’. Van harte aanbevolen!
‘Het Dertiende Peloton’, door Haks Walburgh Schmidt (ISBN 90-5911-340-3), telt 266 pagina’s, en is geïllustreerd met kaarten en veel foto’s. Het werd uitgegeven door ASPEKT in Soesterberg. Prijs € 24,95.

Scholier in oorlogstijd
Er bestaan veel publicaties van mensen die na de TWeede Wereldoorlog de herinneringen aan hun jeugd tijdens de periode 1940-1945 hebben opgeschreven. Maar er zijn maar heel weinig Nederlandse jongeren van wie de tijdens de oorlogstijd bijgehouden dagboeken zijn gepubliceerd. Afgelopen september kwam een dergelijk dagboek na 60 jaar eindelijk voor het grotere lezerspubliek beschikbaar. Het is het verhaal van de Arnhemse scholier Felix Valk, die van begin augustus 1943 tot en met eind april 1945 de door hem meegemaakte gebeurtenissen in twee schoolschriften vastlegde. Nadat Felix Valk in 1999 was overleden, werden deze schriften door zijn zuster Else ontdekt in zijn nalatenschap. De dagboeken kwamen in handen van emeritus hoogleraar ontwikkelingspsychologie Dolf Kohnstamm, die er zo gefascineerd door raakte dat hij in overleg met de familie besloot ze te bewerken en uit te geven. Felix Valk, die werd geboren in 1929, woonde met zijn familie in de Bovenbrugstraat 7 in Arnhem. In die stad bezocht hij het Stedelijk Gymnasium. Uit het dagboek blijkt dat hij de oorlog aanvankelijk ziet als een avontuur, zoals ongetwijfeld veel jongens van zijn leeftijd. Hij noteert wat voor vliegtuigen er over komen, verzamelt uitgeworpen pamfletten, en gaat met vrienden op zoek naar resten van neergestorte vliegtuigen. Maar in de loop van het dagboek wordt de toon serieuzer.
Wanneer op zondag 17 september 1944 de Geallieerde luchtlandingen bij Arnhem beginnen, logeert hij bij de familie Röell in Schaarsbergen. In de periode van de Slag om Arnhem maakt hij, nieuwsgierig en ondernemend, de nodige avonturen mee, die hij nauwkeurig beschrijft. Vooral het uitwerpen van voorraden door Britse toestellen in de buurt van Warnsborn heeft zijn belangstelling. Op 6 oktober 1944 verlaat hij Schaarsbergen om met zijn gezin te evacueren naar de Noord-Veluwe. Ook over die periode en over de uiteindelijke bevrijding
door de Canadezen in april 1945 noteert hij allerlei gebeurtenissen, met veel oog voor details.
Het boek, dat zeer vlot leest, is voor volwassenen erg interessant, maar ook voor jongeren is het aan te bevelen.
‘Scholier in Oorlogstijd 1943-1945, Arnhem-Veluwe’, door Felix Valk, verscheen bij Uitgeverij Kontrast in Oosterbeek. De uitgave (ISBN 9075665679) telt 96 bladzijden, en is geïllustreerd met veel foto’s en tekeningen uit het oorspronkelijke dagboek. De prijs bedraagt € 13,95.

Samenwerking Airborne Museum en Gelderland 1940-1945
De directie van het Airborne Museum en de initia-tiefnemers van de website Gelderland 1940-1945 (http://www.gelderlandl940-1945.nl/nl/) hebben recentelijk besloten de handen ineen te slaan: het museum zal deelnemen aan het project. De website is het resultaat van een samenwerkingsverband van de Gelderland Bibliotheek, onderdeel van de Bibliotheek Arnhem, en het Gelders Archief, beide gevestigd te Arnhem. Deze site heeft als doel geïnteresseerden in de Tweede Wereldoorlog wegwijs te maken in de inhoud van de archieven en collecties die de aangesloten instanties beheren.
In het kader van het overleg tussen archief, bibliotheek en museum is in eerste instantie een overzicht vervaardigd van de in Hartenstein aanwezige bestanden (bibliotheek, documentatie, kranten, foto’s, films, geluidsbanden, etc.), en dat wordt opgenomen in een collectieplan dat binnenkort wordt afgerond. Met behulp daarvan zal worden uitgewerkt hoe de samenwerking ten behoeve van deze website gestalte zal krijgen. De documentaire verzamelingen van het museum hebben voornamelijk betrekking op de gevechtshan-delingen in september 1944, in het kader van operatie Market Garden. De nadruk van het materiaal ligt op het gebied rond Arnhem, Driel, Ede en Oosterbeek. Naar verwachting zal binnen afzienbare tijd de eerste collectie via internet toegankelijk zijn. Wie nu reeds kennis wil nemen van de genoemde verzamelingen dient tevoren een afspraak te maken. Voor de goede orde: het bovenstaande heeft betrekking op de z.g. documentaire verzamelingen. De vaste museumcollectie (uniformen, wapens, diorama’s, etc.) is gewoon in Hartenstein te bekijken tijdens de openingsuren.
Informatie over het museum is op hun eigen website (www.airbornemuseum.nl) te vinden.
(Geert Maassen)

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Van het bestuur
Zoals u elders in deze nieuwsbrief kunt lezen, heeft het Airborne Museum grootse plannen voor de toekomst. In de toekomende jaren zal het museum worden uitgebreid en zal de expositie ingrijpend worden gemoderniseerd.
Ook de Vereniging Vrienden is bezig met zich te bezinnen op de toekomst. De afgelopen vijfentwintig jaar is erg veel tot stand gebracht en georganiseerd. Maar zoals onze voorzitter Ben Kolster in zijn brief van maart 2005 aan de Nederlandse leden al duidelijk maakte: wanneer we dit in de toekomst willen blijven doen, is daarvoor veel hulp nodig. Een vereniging kan alleen goed draaien wanneer er naast het bestuur voldoende vrijwilligers zijn die mee willen helpen met het organiseren van evenementen, het geven van lezingen, het uitgeven van nieuwsbrieven en publicaties, etc. Zo kunnen we samen met het Airborne Museum de kennis over operatie Market Garden ook in de toekomst blijven uitdragen. De afgelopen jaren heeft internet een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De hoeveelheid informatie, ook over onderwerpen die gerelateerd zijn aan operatie Market Garden, neemt met de dag toe. Ook wij zullen op termijn veel meer gebruik maken van dit medium. Op dit moment worden daarvoor de plannen uitgewerkt.
Om er achter te komen wat bij onze leden leeft ten aanzien van onze vereniging, hebben alle leden in Nederland, naast de bovengenoemde brief van onze voorzitter, onlangs een enquête formulier ontvangen. Vergeet u dat vooral niet in te vullen en op te sturen. Alvast bedankt!

Opening expositie ‘Operatie Amherst’
Zestig jaar geleden vond de bevrijding van het midden en het noorden van Nederland plaats. Dit gebeurde hoofdzakelijk door Canadese en Britse eenheden, maar minder bekend is dat ook Franse militairen daaraan hebben deelgenomen. In de nacht van 7 op 8 april 1945 werden twee regimenten van in totaal 702 Franse parachutisten in Drenthe en het zuidoosten van Friesland gedropt. Ze waren verdeeld over 47 groepen. Hun opdracht was om belangrijke bruggen veilig te stellen voor de geallieerde opmars, en verwarring te stichten onder de Duitse verdedigers. Daarnaast moesten ze de vliegvelden Steenwijk, Eelde en Leeuwarden veroveren, het plaatselijke verzet helpen, en inlichtingen verzamelen. De codenaam voor deze operatie was Amherst’. Slechts een deel van de doelen werd bereikt. Bij de gevechten kwamen in totaal 33 Fransen om het leven.
Op 8 april jl. werd in het Airborne Museum een expositie geopend over deze laatste luchtlandingsoperatie in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De opening gebeurde in aanwezigheid van een aantal Franse veteranen, die in april 1945 aan operatie Amherst hadden deelgenomen. De expositie duurt tot 30 oktober van dit jaar.
Over deze luchtlandingsoperatie verscheen eerder in Nederland het boek ‘Operatie Amherst’, door Roger Flamand. Het werd vanuit het Frans vertaald door J.H. Jansen, en verscheen bij uitgeverij Boom in Amsterdam (ISBN 90 5352 770 2). De uitgave telt 255 pagina’s, en is geïllustreerd met een groot aantal foto’s. Het boek is verkrijgbaar in het Airborne Museum. Prijs € 24,90.

Airborne Museum ’Hartenstein’, 8 april 2005. Nadat hij de officiële opening van de tentoonstelling over operatie Amherst heeft verricht, ontvangt de heer Hipet-Thomé van directeur Wybo Boersma een herinneringsbord, In april 1945 nam de heer lïipet-Thomé als eerste luitenant deel aan de luchtlandingen in Noord-Nederland.

Airborne Museum gaat uitbreiden
Op 1 juli 2004 werd Frans Smolders benoemd tot nieuwe adjunct-directeur/conservator van het Airborne Museum. Zijn belangrijkste opdracht was het maken van een plan voor het moderniseren en uit-breiden van het museum. Een van de uitgangspunten is dat het aantal bezoekers dat de Tweede Wereldoorlog zelf heeft meegemaakt gestaag afneemt, en dat het museum dus andere doelgroepen moet trekken. Een ander probleem is dat het museum te klein is om nieuwe initiatieven te kunnen ontplooien ten aanzien van een modernere expositie. Met o.a. deze uitgangspunten als leidraad, is Frans de afgelopen tijd voortvarend aan het werk gegaan, en op 11 april jl. kon hij de eerste versie van zijn plannen presenteren.
Het belangrijkste onderdeel vormt de huisvesting. Huize Hartenstein was oorspronkelijk een woonhuis, later werd het een verzorgingshuis, en nog later een hotel. Omdat het de status van rijksmonument heeft, moet er met grote zorg worden omgegaan met eventuele verbouwingen. Om het museum toch te kunnen vergroten en moderniseren, is gekozen voor het plan dat enige jaren geleden al door onze vorige voorzitter Chris van Roekel werd voorgesteld, namelijk de bouw van een ondergrondse uitbreiding aan de zuidkant van Hartenstein. Er wordt hierbij gedacht aan een ruimte van ca, 800 vierkante meter. Naast tentoonstellingsruimten moet hierin een filmzaal komen. De nieuwe ingang wordt gesitueerd aan de oostzijde. Aan de westzijde moet een buitenlift komen. Het ontwerp voor de uitbreiding is gemaakt door de Oosterbeekse architect Wim Visser. Met nadruk werd er bij de presentatie op gewezen dat het hier gaat om een voorlopig ontwerp, dat door alle betrokkenen nog uitgebreid zal worden bestudeerd. In de volgende nummers van de Nieuwsbrief zullen we ingaan op een aantal details van het plan.

Lezing over Generaal Sosabowski
Op vrijdag 18 maart jl. hield Dr. Michael Hal Sosabowski, de achterkleinzoon van Generaal- Majoor Stanislaw Sosabowski, en lector aan de uni- versiteit van Brighton, een lezing over zijn beroemde overgrootvader. Dit evenement was georganiseerd door het Airborne Museum, in samenwerking met de Vereniging Vrienden en de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Bijna 150 belangstellenden waren die avond naar de Concertzaal in Oosterbeek gekomen. Met behulp van een groot aantal foto’s gaf Michael Sosabowski een overzicht van de geschiedenis van de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. Hij vertelde over de oprichting van de brigade in Engeland, de militaire oefeningen, de planning voor Operatie Market Garden, de inzet bij Arnhem, en de lotgeval- en van de Poolse Brigade daarna.
Ook gaf hij zijn persoonlijke commentaar op het leven van de generaal, zowel tijdens de oorlog als daarna. Daarbij werd uiteraard ook ingegaan op de controverse tussen generaal Sosabowski en een aantal Geallieerde commandanten.
Het werd een geanimeerde avond, waarbij na afloop van de lezing ruim de gelegenheid werd geboden om vragen te stellen.
Om deze Poolse avond een extra dimensie te geven, hadden medewerkers van het Airborne Museum in de zaal waar de lezing werd gehouden, materiaal tentoongesteld dat de afgelopen tijd op de Poolse landingsterreinen bij Driel is opgegraven.
18 maart 2005. Dr. Michael Hal Sosabowski houdt in de Concertzaal in Oosterbeek een lezing over zijn overgrootvader, generaal Stanislaw Sosabowski. FOTO: BERRY DE REUS

Wybo Boersma benoemd tot Lid van Verdienste’
Tijdens de afgelopen Algemene Ledenvergadering op 2 april, werd Wybo Boersma benoemd tot ‘Lid van Verdienste’ van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Wybo is al een groot aantal jaren als vertegenwoordiger van de Stichting Airborne Museum aanwezig bij de bestuursvergaderingen van de Vereniging Vrienden, en als zodanig fungeert hij als contactpersoon tussen de beide besturen. Desgevraagd adviseert hij het bestuur van de WAM regelmatig over zaken die zowel het museum als de vereniging aangaan.
“Universiteiten eren bij lustra mensen die veel voor de wetenschap hebben betekend, met een eredoctoraat, de Vereniging Vrienden doet dat bij dit 25-jari- ge bestaan met het verlenen van dit ‘Lidmaatschap van Verdienste”’, aldus voorzitter Ben Kolster. Naast een oorkonde ontving Wybo Boersma als waardering voor zijn vele werk een aantal boekenbonnen.

Private Arthur Foster begraven
In Nieuwsbrieven nummer 92 van december 2003 en nummer 94 van juni 2004 schreef ik stukjes over de stoffelijke resten van Private Arthur Foster van het Border Regiment, die twee jaar geleden gevonden waren in de tuin van een huis aan de Veerweg te Oosterbeek. Het laatstgenoemde bericht bevatte de constatering dat de identiteit van de bewuste persoon was vrijgegeven, maar dat zijn familieleden in het Verenigd Koninkrijk blijkbaar niet konden worden gelokaliseerd. Mede daarom was hij ruim een jaar na de vondst nog niet herbegraven op het Airborne Kerkhof.
Zeer kort nadien kon ons Britse lid Mike Gallagher uit Heaton al melden dat hij met de hulp van een lokale krant een familielid van Arthur Foster had gevonden. De soldaat werd namelijk geboren in Bolton, en de Bolton Evening News plaatste een relevant artikel in de uitgave van 31 augustus 2004. De desbetreffende familie-informatie werd meteen doorgegeven aan het Britse Ministry of Defence. Wat dat er daarna mee gedaan heeft, is mij onbekend, maar ogenschijnlijk gebeurde niets. Er was nog een heel klein beetje hoop dat Arthur in september jl. tijdens de Airborne herdenkingsperiode zou kunnen worden be-graven bij zijn kameraden. Dat zulks niet lukte gezien de weinige beschikbare tijd is begrijpelijk. Toen we al weer meer dan zes maanden verder waren, was het echter nog steeds ijzingwekkend stil wat dit onderwerp betreft. Het was toch werkelijk niet te geloven wat voor een verbijsterende traagheid de Britse overheid aan de dag legde! In zekere zin moetje daar waarlijk respect voor opbrengen. Het lukte ze eerst in een jaar niet te doen wat Mike Gallagher binnen een dag voor elkaar kreeg. En toen ze alle benodigde gegevens hadden, leken ze weer achter hun bureau in slaap gevallen te zijn. Het is hartverwarmend om te zien hoe de Britse autoriteiten met hun oorlogsdoden omgaan!
Wat dat betreft was het overigens ook verhelderend en ontnuchterend om te lezen wat de Britse ambassadeur in Nederland volgens De Gelderlander van 9 september 2004 liet optekenen. De heer Colin Budd meldde vanuit zijn residentie te Den Haag dat de Britse overheid helemaal niet zit te wachten op vondsten van stoffelijke resten van militairen. “Wij geven er de voorkeur aan de mensen te laten rusten”, zei hij. Hij bedoelde dus: “Gewoon laten liggen waar ze liggen, en dat dat tot gevolg heeft dat de nabestaanden nooit zullen weten waar hun vader of broer ter aarde werd besteld, nemen wij voor lief.” Ik noem die houding ten opzichte van de gesneuvel-den en hun familie schandalig.
Maar goed, eindelijk kwam dan het verlossende bericht dat Arthur Foster begraven zou worden temidden van zijn kameraden op de Arnhem (Oosterbeek) War Cemetery. Op 23 maart jl. was het zover. Met militaire eer en een bijpassende Britse ceremonie, en in het bijzijn van oude kameraden en familieleden, kreeg de soldaat van het Border Regiment zijn laatste rustplaats.
Bovenal was het verheugend te constateren dat zijn grafsteen al klaar stond om geplaatst te worden. Dat is in het verleden wel eens anders geweest; meestal moesten we daar maanden op wachten. Het lijkt erop dat de Commonwealth War Graves Commission zijn beleid ter zake in positieve zin heeft gewijzigd. Er is dan tenminste één betrokken Britse organisatie die efficiënt kan werken, en daar mogen we blij mee zijn!
Inmiddels is het ook al weer tien maanden geleden dat van een ander graf op de militaire begraafplaats in Oosterbeek, dat van een onbekende soldaat,
bekend werd wie er ligt. Nijver speurwerk van de Bergings- en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht bracht onder leiding van Smi Geert Jonker de ware identiteit van de betrokkene aan het licht. Het betreft Lance Sergeant Edward Hartley, net als Foster van het Ist (Airborne) Battalion The Border Regiment. Zijn naam kan van de lijst van vermiste soldaten worden geschrapt.
Tot op heden heeft het Britse Ministry of Defence nog niet het groene licht gegeven om de tekst op Edwards graf te wijzigen. Ik ben benieuwd hoe lang dat dan weer gaat duren!
(Geert Maassen)

23 maart 2005 Soldaat Arthur Foster wordt met militaireeer begraven op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek.
FOTO: BERRY DE REUS

‘No Surrender at Arnhem’
In februari 1989 schreef Amhem-veteraan Robert Peatling in Nieuwsbrief no. 33 (Ministory XXII) een kort verslag over zijn belevenissen tijdens en na de Slag om Arnhem. Dit verhaal was gebaseerd op een dagboek dat hij in die periode had bijgehouden. Afgelopen september verscheen het complete, uitgewerkte verhaal in boekvorm onder de titel ‘No Surrender at Arnhem’.
Soldaat Peatling behoorde tot de HQ Company, 2nd Parachute Battalion. Met deze eenheid arriveert hij zondagavond 17 september 1944 bij de Arnhemse verkeersbrug. Hij krijgt de opdracht om met majoor Wallis (plaatsvervangend commandant van het bataljon), naar boten te gaan zoeken, waarmee de Britten naar de zuidoever van de Rijn zouden kunnen oversteken. Tijdens deze tocht raakt hij in de duisternis zijn metgezel kwijt. Op de terugweg naar de brug komt hij een sectie van de Militaire Politie tegen, die Duitse krijgsgevangenen begeleiden naar het politiebureau in de Boven-Beekstraat. Zij vragen hem mee te gaan, en aangekomen op het bureau, krijgt hij het bevel bij de sectie van de Militaire Politie te blijven. Dan vallen de Duitsers aan, en na een hevig vuurgevecht geven de Britten zich over. Robert Peatling besluit zich niet over te geven, en vlucht naar de zolder van het politiebureau om daar te wachten tot het Tweede Britse Leger Arnhem zal bereiken. Op die zolder weet hij zich zes weken schuil te houden. De burgerbevolking wordt na de Slag om Arnhem gedwongen de stad te verlaten, en in lege huizen en gebouwen in de omgeving van de Boven-Beekstraat zoekt Peatling iedere dag naar water en voedsel om in leven te blijven.
Op 31 oktober wordt hij ontdekt door Nederlanders, die de Arnhemse Ondergrondse inlichten. Hij wordt opgehaald door de bekende Arnhemse verzetsstrijder Johannes Penseel, die hem verbergt in zijn huis aan het Velperplein. Van daaruit opereert de verzetsgroep van Penseel, waarvan de leden zich in de lege stad bewegen in gestolen politieuniformen.
Eind december 1944 wordt het voor Peatling te gevaarlijk in Arnhem. Via een aantal onderduikadressen op de Veluwe komt hij terecht in Achterveld, waar hij ook weer de nodige avonturen beleeft. Op 16 april 1945 komt een eind aan zijn omzwervingen, wanneer hij wordt bevrijd door Canadese troepen.
Peatling beschrijft deze bizarre periode in zijn leven op een boeiende wijze, waarbij hij getuigt van zijn grote bewondering voor het Nederlandse verzet.
No Surrender at Arnhem’ (ISBN 0-9522992-1-6) werd uitgegeven in eigen beheer. Het boek telt 144 pagina’s, is geïllustreerd met foto’s en kaarten, en kost € 22,50. Het is verkrijgbaar in het Airborne Museum en bij de boekhandelaren in Oosterbeek. Het kan ook worden besteld door de overmaking van € 25,- op RABO rekening 3040.43.842 t.n.v. het ‘Peatling Fund’ te Geldermalsen. Het wordt u dan toegezonden.
In het Verenigd Koninkrijk kan het boek worden besteld bij de auteur, 36 Park Lane, Wimborne, BH21 1LD, telefoon 01202 889645. De prijs bedraagt daar £ 16.95, inclusief verzendkosten.

Oproep uit Down Ampney
Down Ampney is een klein dorpje in het Engelse graafschap Gloucestershire. Het telt 230 huizen en een prachtig oud kerkje, dat dateert uit 1263. Naast het dorpje werd in 1943 een vliegveld aangelegd voor No. 46 Group RAF Transport Command. Vanaf 17 tot en met 23 september 1944 werd vanaf dit vliegveld door Dakota squadrons een groot aantal vluchten naar Arnhem uitgevoerd. Op 17 en 18 september trokken ze Horsa gliders, en de dagen daarop ging het om bevoorradingsvluchten.
Vanaf Down Ampney vertrok ook Flight Lieutenant David Lord op 19 september naar Arnhem voor zijn uiteindelijk zo dramatisch geëindigde bevoorradingsvlucht. In april 1946 werd het vliegveld buiten gebruik gesteld, en in de daarop volgende jaren werd het grootste deel van de start- en landingsbanen opgebroken.
Heden ten dage herinneren in het kerkje verschillende afbeeldingen en voorwerpen aan de oorlogsjaren, maar het meest indrukwekkende gedenkteken is ongetwijfeld het prachtige glas-in-loodraam met de afbeelding van het wapen van 271 Squadron en de Dakota van David Lord. Helaas is de afgelopen tijd gebleken dat het dak van de kerk, dat 140 jaar geleden voor het laatst grondig werd gerestaureerd, in een zeer slechte staat is, waardoor zich ernstige lekkages voordoen. Uit bouwkundig onderzoek is gebleken dat het huidige dak niet meer kan worden hersteld, maar geheel zal moeten worden vervangen. De kleine dorpsgemeenschap van Down Ampney kan het benodigde bedrag voor de restauratie (£ 120.000) nooit alleen bij elkaar krijgen. Daarom is een actie gestart om dit prachtige kerkje te redden. Wanneer u een bijdrage wilt geven voor het restauratiefonds, neemt u dan contact op met Mrs. Sheila Burgess 44 Riverway, South Cerney, Cirencester, Gloucestershire GL7 6HZ, United Kingdom, telefoon 01285 860796, e-mail sheila@smburgess.fsnet.co.uk.

20 augustus 2004. Drie vrijwilligers: Henk van de Brand, Cees Wichhart en Oost Rodermond, poseren bij de door hen opgeknapte Sherman tank naast het Airborne Museum.

Opknapbeurt voor de Sherman tank en 17-ponder kanonnen
Wanneer je er langs loopt, valt het onmiddellijk op: de Sherman tank en de Britse 17-ponder anti-tank- kanonnen bij het Airborne Museum zitten weer goed in de verf. Dit is te danken aan drie vrijwilligers van onze vereniging: Cees Wichhart, Oost Rodermond en Henk van de Brand, die vorig jaar augustus dagenlang bezig zijn geweest met het aanbrengen van een nieuwe verflaag op deze museumstukken. Op de tank zijn de emblemen en de registratienummers opnieuw aangebracht. Deze Sherman behoorde tot de Lord Strathcona’s Horse, die deelnam aan de bevrijding van de Veluwe in april 1945. In Ministory XIX (de bijlage van Nieuwsbrief nummer 30) wordt de geschiedenis hiervan beschreven. De anti-tankkanonnen zijn voorzien van een Pegasus-embleem.

Duitse veldgraven in Oosterbeek
In Ministory No, 84, ‘Duitse veldgraven in Oosterbeek’ (bijlage bij Nieuwsbrief No. 96), zijn in het deel over Oberleutnant ArturWossowsky twee storende fouten geslopen. Op bladzijde 6 in de linkerkolom (17e regel van onder) is ‘Wossowky’ te lezen, in de rechterkolom (4e regel van onder) ‘Wossoswky’. In beide gevallen moet dit natuurlijk Wossowsky zijn.
Ook in de Engelse versie heeft de redactie onvolko-menheden niet weten te voorkomen. Op bladzijde 6 in de rechterkolom staat op de tweede regel van onderen ‘Wossoswky’, en op regel 2 van boven van de linkerkolom op pagina 7 treffen we dezelfde naam aan. Ook hier moet dit Wossowsky zijn. Excuses voor de verwarring!
(Hans Timmerman, Geert Maassen)

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232,6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: vvamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Van het bestuur
Na meer dan tien jaar heeft Geert Maassen, met ingang van dit nummer, besloten om terug te treden als redactielid van de nieuwsbrief. Drukke werkzaamheden hebben hem tot deze keuze gebracht. Geert begon in 1993 in de redactie van de nieuwsbrief, om precies te zijn bij nummer 49. De volgende jaren verschenen er van zijn hand met grote regelmaat artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Daarnaast redigeerde hij met grote nauwgezetheid de aangeleverde ministeries en voorzag die van kritisch commentaar. Zijn encyclopedische kennis van de historie van onze gemeente was daarbij van onschatbare waarde.
Leden en bestuur van de Vereniging Vrienden danken Geert voor alles wat hij voor de vereniging heeft gedaan. Gelukkig heeft hij aangeven dat hij, indien er een beroep op hem wordt gedaan, nog steeds voor redactioneel werk beschikbaar is. Tevens zal Geert zijn werkzaamheden in de publicatie-com- missie voortzetten.

25-jarig jubileum
De viering van het 25-jarig bestaan van de Vereniging Vrienden trok op zaterdag 21 mei enkele honderden leden en andere belangstellenden naar het Airborne Museum. Rond het museum was een aantal stands ingericht, waarin leden van de WAM en vertegenwoordigers van andere organisaties museumstukken tentoonstelden en demonstraties gaven. Er waren stands met radio apparatuur, medische artikelen, modelbouw, boeken, etc. Er was een grote tent waarin allerlei wapens waren tentoongesteld, er was een brencarrier, een 25-ponder kanon en een houwitser. Alle museumstukken konden niet alleen van dichtbij worden bekeken, maar mochten ook worden aangeraakt, hetgeen normaliter in een museum niet mag. Alle vragen werden op deskundige wijze beantwoord. Het weer was uitstekend, waardoor veel mensen langdurig op het terrein bleven, genietend van door restaurant Schoonoord verzorgde hapjes en drankjes.
Aan het eind van de middag kwam een aantal leden bijeen in de grote zaal van het museum voor het meer ‘officiële’ deel van die dag. In een gloedvolle speech ging onze voorzitter Ben Kolster in op de nauwe band tussen de vereniging en het Airborne Museum. Om de steun van de WAM aan het museum te benadrukken, overhandigde hij een che- que aan de heer Groeneweg, die hiervoor namens de Stichting Airborne Museum bedankte.
Mede dankzij de inzet van een groot aantal vrijwilligers, kan de WAM terugzien op een uitstekend verlopen jubileum!
(Erik van der Meiden)

Tijdens de viering van het 25-jarig jubileum van de WAM op 21 mei j.l. zitten drie leden van de vereniging
iaat te praten op een van de 17-ponder kanonnen naast het Airborne Museum.

Wybo Boersma neemt afscheid als directeur
Per 17 september 2005 legt Wybo Boersma zijn functie neer als directeur van het Airborne Museum. Hij wordt per 1 oktober 2005 opgevolgd door Frans Smolders, die sinds juni 2004 de functie van adjunct-directeur/conservator vervulde.
Wybo is vanaf 1972 vrijwilliger en vanaf 1974 bestuurslid van de stichting Airborne Museum. Nadat hij in 1991 vervroegd ontslag had genomen uit de Koninklijke Landmacht, was hij als vrijwilliger dagelijks werkzaam in het museum. Ook was hij de stuwende kracht achter de grote renovatie in 1993/1994. Na die renovatie heeft hij de directie van het Airborne Museum gevoerd. De heer Boersma blijft als lid van het Stichtingsbestuur verbonden aan het museum.
Op 23 september a.s. is er in het Airborne Museum een receptie waarin afscheid kan worden genomen van Wybo als directeur. Deze bijeenkomst begint om ca. 17.00 uur.

Mutaties in het stichtingsbestuur
Op korte termijn verlaten drie leden het bestuur van de Stichting Airborne Museum.
De heer André de Vries legt om persoonlijke reden zijn functie als voorzitter neer. De heer de Vries vervulde deze taak sinds 2004. Onder zijn leiding zijn de innovatieplannen van het museum tot stand gekomen. Zijn functie wordt tijdelijk waargenomen door vice-voorzitter Jook van Slooten.
De bestuursleden Aad Groeneweg en Gerrit Pijpers stellen hun functie ter beschikking zodra in hun opvolging is voorzien. Aad Groenweg is vanaf 1975 lid van het Stichtingsbestuur. Hij blijft als adviseur aan het museum verbonden. Zijn functie als vice- voorzitter is met ingang van juli 2005 door de heer Van Slooten overgenomen.
Gerrit Pijpers is vanaf 1995 aan het bestuur verbonden. Zijn huidige werkzaamheden bij de Koninklijke Luchtmacht geven hem te weinig tijd voor een bestuursfunctie bij het Airborne Museum.
Het bestuur van de Stichting is de aftredende func-tionarissen veel dank verschuldigd voor de vele werkzaamheden die zij de afgelopen jaren voor het museum hebben gedaan.
Door de Stichting Airborne Museum zullen nieuwe bestuursleden aangezocht worden, om op korte termijn in de ontstane vacatures te voorzien.

Lezing over bevoorradingsvluchten
Op zaterdag 3 december a.s. zal ons lid Arie-Jan van Hees een lezing houden over de bevoorradingsvluchten die Britse Stirling -en Dakota squadrons tussen 17 en 26 september 1944 uitvoerden naar het gevechtsgebied bij Arnhem. Daarbij zal ook uitgebreid worden ingegaan op de organisatie van ‘air- despatch’ operaties. In 2004 publiceerde Arie-Jan over dit onderwerp het boek ‘Green On, The Story of the Arnhem re-supply’. Op de middag van de lezing kunnen gesigneerde exemplaren van dit boek worden gekocht.
De lezing, die zal worden geillustreerd met een groot aantal afbeeldingen, vindt plaats in de Concertzaal aan de Rozensteeg in Oosterbeek. Aanvangstijd 14.00 uur. De zaal is open om 13.30 uur.

Vragenlijst
In maart j.1. hebben alle Nederlandse leden van de Vereniging Vrienden een vragenlijst ontvangen. De uitkomst van deze enquête willen we gaan gebruiken bij het uitwerken van een toekomstvisie voor de vereniging.
Van de 1035 verzonden vragenformulieren hebben we er inmiddels 213 ingevuld retour ontvangen. Hiervoor onze hartelijke dank!
Mocht u de enquête nog niet hebben ingevuld, maar dat alsnog willen doen, dan kunt u die de toekomende tijd nog gewoon insturen. Het adres hiervoor luidt: Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, p.a. St.Bernulphusstraat 8, 6861 GS, Oosterbeek. De gege-vens uit de ingezonden vragenlijsten worden deze winter verwerkt.
(Erik van der Meiden)

Foto gelokaliseerd

De foto waarvan we vorig jaar nog niet wisten dat hij was gemaakt bij de Beethovenlaan in Arnhem. Datum: 17 september 1944.

In Nieuwsbrief nummer 95 van september 2004 plaatsten wij een foto van een open terrein met daarachter een aantal huizen. Links zijn rookwolken zichtbaar. Op het moment van plaatsing wisten we alleen dat dit beeld vermoedelijk in Arnhem was vastgelegd door Dr. R.S. Tjaden-Modderman op 17 september 1944. Onze vraag was toen: waar stond de fotograaf toen hij die afbeelding maakte en wat veroorzaakte de rook?
Kort na de publicatie vonden we in het boek ‘De illegale camera 1940-1945, Nederlandse fotografie tijdens de Duitse bezetting’, door Veronica Hekking en Flip Bool (Naarden, 1995) de naam van de heer Tjaden-Modderman. De samenstellers van het boek waren in de gelegenheid geweest om zijn originele album, dat zich in particulier bezit bevond, voor onderzoeksdoeleinden te lenen. Bij de betreffende afbeelding bleek het volgende bijschrift te staan: ‘de luchtlandingen bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem. Dit was een kleine bomaanval op huizen aan de Beethovenlaan in Arnhem…(opname enkele seconden na de eerste bom)’. Deze tekst ontbrak bij de afdruk in het Gelders Archief, omdat men daar alleen beschikte over reproducties, zonder onderschriften.
De locatie Beethovenlaan in de wijk Alteveer in Arnhem-Noord werd bevestigd door vijf leden van de vereniging de heren J. de Vries, K.H. Kwabek, J. Back en H. Timmerman uit Arnhem en de heer D. Kolenbrander uit Velp. Alle vijf waren zij tot de conclusie gekomen dat de fotograaf zijn opname in noordwestelijke richting had gemaakt vanaf de Lisztstraat. Links zien we langs de Mahlerstraat de sparren op het steil aflopende talud naar het toenmalige Gemeenteziekenhuis, nu Ziekenhuis Rijnstate. De bomen staan er nu nog. Het meest rechtse huis aan de Beethovenlaan heeft als huisnummers 27 en 29. Het open terrein op de voorgrond is inmiddels volgebouwd met flatwoningen, zodat een vergelijkbare opname nu niet meer kan worden gemaakt.
De heer Kolenbrander gaf nog wat nadere informatie over de rookwolken. Volgens hem waren die veroorzaakt door een aanval met een jachtvliegtuig, waarschijnlijk van het type Typhoon. Hij bevond zich op dat moment op de hoek van de Bachlaan en de Cattepoelseweg en volgens zijn herinnering vond de aanval plaats rond het middaguur. Hij wees ons er op dat in het boek ‘De Zwarte Herfst’ van C.A. Dekkers en L.P.J. Vroemen (Weesp, 1984) op pagina 25 in het daar afgedrukte politierapport op 17 september 1944 de volgende mededeling staat: ‘12.30 uur: wordt telefonisch gemeld een bominslag in de Bachlaan, 3 a 4 huizen getroffen, vermoedelijk gewonden’. Of dit genoemde incident inderdaad de oorzaak is van de op de foto zichtbare rookwolken, hebben wij niet na kunnen gaan. We houden ons aanbevolen voor nadere informatie.
De redactie wil hierbij graag de mensen bedanken die de moeite hebben genomen om op onze oproep te reageren.
(Robert Voskuil)

Brits Weekend 2005
Opnieuw had ik het voorrecht om deel te kunnen nemen aan het weekend dat speciaal was georganiseerd voor leden van de WAM uit het Verenigd Koninkrijk. Helaas was ik te laat voor de wandeling op vrijdagmiddag 17 juni, maar later hoorde ik dat die excursie op de bekende professionele manier was geleid door Niall Cherry. De groep bezocht een aantal belangrijke punten in en bij Oosterbeek en eindigde bij het relatief nieuwe monument voor Operatie Berlin, dat slechts bij weinigen van ons bekend was.
Zaterdagochtend 18 juni was warm en zonnig en dit jaar werd het een dag die geheel was gewijd aan de Ist Parachute Brigade. We bekeken verschillende locaties en hoorden een groot aantal nieuwe verhalen. Interessant vond ik het verhaal van een van de deelnemers die vertelde over het pistool dat door een lid van het 3rd Parachute Battalion was gepikt uit de auto van Kussin. Het grootste deel van de dag werd besteed aan de acties van B Company, 2nd Parachute Battalion. Uitleg werd gegeven door de zeer deskundige David van Buggenum. Een van de hoogtepunten was een bezoek aan station Oosterbeek-Laag, dat nu niet meer als zodanig in gebruik is. Terwijl David een ver- slag gaf over de gebeurtenissen op 17 september 1944, kwam de huidige eigenaar naar buiten met een groene Britse legerza- klantaren uit de oorlog, die hij onlangs in zijn tuin had opge- graven!
Ook C Company, 2nd Parachute Battalion werd niet vergeten en Marcel Anker gaf een overzicht van de acties van deze eenheid in het gebied oostelijk van het St. Elisabeth Gasthuis in Arnhem. Later volgden we de route van B Company vanaf de
plaats waar in 1944 de schipbrug lag, tot aan de ver- keersbrug, waarbij we ook een aantal locaties in de Weerdjesstraat bekeken, waar Sem Presser zijn later beroemd geworden foto’s maakte. Al met al een fan-tastische dag, waarvoor Niall en Eugène een brochure hadden samengesteld met kaarten en foto’s, zodat we ons optimaal konden oriënteren.
De battlefieldtour op zondag 19 juni voerde ons naar onbekendere streken, buiten de regio Arnhem. We doorkruisten een aantal Amerikaanse droppings- en landingzones bij Groesbeek en bezochten het terrein waar de gliders van Browning’s Ist Allied Airborne Army HQ waren neergekomen. Vervolgens ging de tocht via het ‘Memorial to the Missing’ op de Canadese begraafplaats bij Groesbeek naar Nijmegen, waar de acties van de Guards Armoured Division onder de loep werden genomen. We liepen over de grote verkeersbrug, waarna de voertuigen ons weer oppikten om ons naar de oever van de Waal te brengen voor een zeer welkome lunch. Daarna reden we door het gebied van de Betuwe dat in 1944 ‘The Island’ werd genoemd en bekeken een aantal plaatsen waar de Poolse Para Brigade en de 43e Wessex Divisie slag hadden geleverd. Aangekomen bij de oevers van de Rijn gaf Niall ons de keuze om per veerpont de rivier over te steken of om te rijden via een van de bruggen. De hele groep koos voor de overtocht per veerpont, hetgeen slechts zestig cent per persoon kostte! Vanaf de boot hadden we een prachtig overzicht over de Rijn. Opnieuw een zeer interessante dag. Met dank aan Niall en Eugène voor de brochure en de administratie, aan Robert, Bob, Erik, Monique en Anne Joke, die uitleg gaven op de verschillende locaties en die het vervoer en de lunches regelden. Mijn excuses indien ik per ongeluk een naam ben vergeten!
Er wordt al gesproken over een volgend weekend in 2007 en ik wil dat evenement nu al uit de grond van mijn hart aanbevelen aan ieder lid uit het Verenigd Koninkrijk! Iedereen die oorspronkelijk van plan was geweest om dit jaar mee te gaan en dat niet heeft gedaan, heeft een fantastische reis gemist! (Lawrence Le Carré)
Luchtfoto van 6 september 1944 waarop in het midden het gebied zichtbaar is dat Dr. R.S. Tjaden-Modderman op 17 september 1944 fotografeerde. 1 De Lisztstraat, waar de fotograaf stond met zijn camera, 2. de Beethovenlaan met huizen aan de noordzijde, 3. de Mahlerstraat met het talud naar het toenmalige Gemeentezieken- huis, met daarop een strook donker gekleurde sparren. Tussen de drie genoemde straten ligt een driehoekig open terrein, dat op de foto van de heer Tjaden- Modderman zichtbaar is op de voorgrond. Na de oorlog tuerd dat stuk grond vol- gebouwd.

Resten van schuilhut onderzocht
In de bossen van het gebied bij de Kleine Kweek, ten noorden van de Dreijenseweg, hebben tijdens de Slag om Arnhem negen man van het lOth Parachute Battalion zich in een hut schuil gehouden. Ze zijn daar hoogstwaarschijnlijk terechtgekomen, toen zij na de gevechten van 19 september 1944 bij pompstation La Cabine geen kans meer zagen zich weer bij de hoofdmacht aan de zuidzijde van de Amsterdamse weg te voegen. Informatie hierover is te vinden in de boeken ‘Zwevend naar de Dood’ (hoofdstuk 14), De Zwarte Herfst (hoofdstuk 46) en ‘Blik Omhoog’, deel 3, bladzijde 898
Tijdens een ontmoeting met de toezichthouder Zuid-Veluwe van het Gelders Landschap, de heer Ben Oosting, vertelde hij dat de resten van deze schuilplaats nog zichtbaar zijn in het terrein. Hij bood aan om mij die plaats te laten zien, hetgeen een week later geschiedde. Daar aangekomen bleek dat in het bos op twee dicht bij elkaar gelegen plekken duidelijk restanten van een schuilplaats zichtbaar waren. Nadat de nodige takken waren verwijderd, kon het zoeken beginnen. Op de plek van de voormalige schuilplaats lag naast een stukje web- bing en wat patronen een gevaarlijke fosforgranaat. Een meter of dertig daarachter lagen ruim duizend stuks Britse .303 geweerpatronen. Verder vonden we in de omgeving nog drie 20mm hulzen, afkomstig uit boordwapens van geallieerde jagers. De munitie werd op een veilige plek herbegraven. Later werd deze door de EOD afgevoerd. Het is interessant dat ruim 61 jaar na de Slag om Arnhem nog steeds zaken in het veld zichtbaar zijn, die een rol hebben gespeeld in die strijd.
(Philip Reinders)

Britse geweerpatronen en een fosforgranaat, die onlangs werden gevonden in een voormalige schuilplaats van militairen van het lOth Parachute Battalion in de bossen van de Kleine Kuteek, noordelijk van de Amsterdam- seweg, ter hoogte van restaurant ‘De Leeren Doedel’

‘De vergeten executie’.
In het boek “Arnhem 44/45” (1981) van het voormalige hoofd van het Arnhemse Gemeentearchief, de heer P.R.A.van Iddekinge, komt op pagina 34 een passage voor over het doodschieten van drie burgers bij Park Sonsbeek. Dit zou gebeurd zijn op woensdag 20 of donderdag 21 september 1944. Een vierde burger was ontkomen. Verder gaf Van Iddekinge geen nadere bijzonderheden.
Jos Diender, verbonden aan het bezoekerscentrum Sonsbeek, heeft deze onbekende geschiedenis, waaraan door sommige “Arnhem kenners” zelfs getwijfeld werd, onlangs nauwkeurig onderzocht. Het resultaat van zijn naspeuringen is vastgelegd in een brochure die uitgegeven is door het Bezoekerscentrum Sonsbeek. Het is bewonderenswaardig hoe Diender de geschiedenis van deze fusillade, waarbij twee burgers omkwamen en twee ontsnapten, dankzij intensief speurwerk boven water heeft gekregen. Het boekje, dat is voorzien van foto’s, brengt deze dramatische gebeurtenis bij Park Sonsbeek na meer dan 60 jaar voor het voetlicht. Gelukkig zijn er nog steeds enthousiaste mensen die zich de tijd en inspanning gunnen ook deze aspecten van de Slag om Arnhem te onderzoeken en vast te leggen. Het boekje is ook voor de ‘Arnhem-kenners’ een ‘must’ om te bezitten. Voor de prijs hoeft niemand het te laten.
‘Arnhem, 20 september 1944, De Vergeten Executie’ door Jos Diender is een uitgave van het Bezoekers-centrum Sonsbeek, Arnhem. De brochure telt 17 pagina’s en kost € 1. Te verkrijgen bij het bezoekerscentrum Park Sonsbeek, Arnhem.
(Wybo Boersma)

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232,6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10 Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil.
Redactieadres: Utrechteseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers. Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk. Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

        
FOTO: BERRY DE REUS

Terugblik op de 61ste herdenking van de Slag om Arnhem. Drie veteranen bij de herdenkingsbijeenkomst in de ‘Berenkuil’ in Arnhem op 16 september 2005. Rechts Jim Flavell, die tijdens de slag bij de Arnhemse Rijnbrug vocht.

De Honderdste Nieuwsbrief van ‘De Vrienden’
Bij het verschijnen van deze 100-ste Nieuwsbrief van de Vereniging Vrienden van het Airborne Mu¬seum is het goed te constateren, welke belangrijke plaats ons vier keer per jaar verschijnende tijd¬schriftje bij de leden inneemt. Ik zou bijna willen zeggen dat ons krantje het feitelijke hart van de ver¬eniging is geworden. Sinds het eerste nummer, toen nog een simpel A4tje, in november 1980 verscheen is het uitgegroeid tot het militair historische tijd¬schriftje dat het thans is, compleet met de inmid¬dels beroemde ministory. Toen nog alleen in het Nederlands, verscheen het al snel ook in een Engelse editie voor onze leden in het Verenigd Koninkrijk en de inmiddels 15 andere landen waar de vereniging haar leden telt.
In het eerste nummer van De Nieuwsbrief schreef Robert Voskuil dat het doel van het krantje was; ‘u, de leden, op de hoogte te houden van het wel en wee van onze Vereniging en natuurlijk ook van het Airborne Museum’. Wel dat is de afgelopen 25 jaar meer dan uitvoerig gebeurd! Maar de vraag blijft of in een tijd waarin nieuws en nieuwsverspreiding sneller gaan dan ooit, we op deze wijze verder moe¬ten gaan. Het bestuur is van mening dat de nieuws¬voorziening naar de leden van de vereniging anders, actueler en vooral sneller kan. Op dit moment wordt nagedacht over andere vormen, waarbij uiteraard
het internet een belangrijke plaats zal gaan krijgen. Maar de De Nieuwsbrief zal blijven bestaan, zeker waar het de militair historische kant van de Slag om Arnhem en alles wat daarmee te maken heeft be¬treft. Vooral het initiatief van Chris van Roekel die indertijd meer historische verdieping in De Nieuws¬brief wilde, is een monument op zich geworden. Ik bedoel daarmee de Ministory. Begonnen in Nieuws¬brief nummer 10 van mei 1983, met een eerste achtergrondverhaal van de hand van Van Roekel zelf over de Engelse postduiven tijdens de Slag, is de ministory uitgegroeid tot een bijna wetenschappe¬lijk historisch artikel, compleet met voetnoten. Chris kan tevreden zijn want zijn idee om meer interactie met de leden te krijgen gaat nog steeds door. Het zijn nog altijd leden die veel tijd en moei¬te steken in het schrijven van deze uitstekend gedo-cumenteerde ministory’s.
Nu de honderdste editie van De Nieuwsbrief voor ons ligt, rest mij alleen nog een woord van dank uit te spreken, aan allen die met teksten en fotos, of als vrijwilliger bij de productie en verspreiding de afge¬lopen kwart eeuw hebben bijgedragen aan het suc¬ces en de continuïteit van ons blad. Waarbij ik in het bijzonder Robert Voskuil en Geert Maassen wil be¬danken voor hun inzet en creativiteit. Onze dank gaat natuurlijk ook uit naar Peter Clark die de Nieuwsbrief altijd geheel belangeloos lin het Engels vertaald. Een ding staat wel vast het Airborne nieuws gaat verder en De Nieuwsbrief blijft daar over berichten! (Ben Kolster)

Van de redactie
In deze 100ste uitgave van de Nieuwsbrief kijken we uiteraard terug op de 61£te herdenking van de Slag om Arnhem. Het nummer is iets anders van karak¬ter dan u gewend bent. Het telt meer pagina’s dan gewoonlijk en is het geheel in kleur, maar er zit geen losse ministory bij. In plaats daarvan hebben we deze keer gekozen voor de plaatsing van twee extra lange artikelen in de Nieuwsbrief zelf.
Afscheid Wybo Boersma
Op 23 september heeft Wybo Boersma afscheid genomen als directeur van het Airborne Museum. Ter gelegenheid hiervan werd voor hem op die datum een speciale studiemiddag georganiseerd in het Koetshuis van Huize ‘De Pietersberg’ in Ooster¬beek. Vier directeuren van militaire musea uit Nederland, België, Engeland en Duitsland gaven hier hun visie over het opzetten van een moderne expositie in relatie tot de (veranderende) wensen van het publiek.
Na afloop was er een receptie in het Airborne Museum, waar een groot aantal vrienden en beken¬den de scheidende directeur persoonlijk kwamen bedanken voor alles wat hij sinds 1972 voor het museum heeft gedaan.
Wybo blijft overigens wel bestuurslid van de Stichting Airborne Museum.

FOTO: BERRY DE REUS
Tijdens het symposium dat ter gelegenheid van het afscheid van Wybo Boersma werd georganiseerd in De Pietersberg in Oosterbeek, dankt waarnemend voorzitter Mr. ). van Slooten Wybo voor al het vele werk dat hij sinds 1972 voor het Airborne Museum heeft gedaan.

Wijzigingen in het Stichtingsbestuur
De waarnemend voorzitter van de Stichting Air¬borne Museum, Mr. J van Slooten uit Oosterbeek, is met ingang van 1 oktober teruggetreden uit het bestuur. De heer Van Slooten gaf aan dat hij tot de slotsom was gekomen dat hij het Museum het beste kon dienen door zijn plaats in het bestuur af te staan aan een nieuwe kracht. Zoals hij dat zelf uit¬drukte: ‘voor de sprong naar toekomst heeft het Museum jongere benen nodig dan de mijne’.
De functie van waarnemend voorzitter is tijdelijk overgenomen door de heer W.J.M. Duyts, secretaris van de Stichting Airborne Museum.
Een van de openstaande vacatures in het stichtings-bestuur is inmiddels opgevuld door de heer R.P. Kaarsemaker, accountant, uit Schaarsbergen.

Jaarvergadering 2006
De Jaarvergadering, tevens Algemene Ledenverga¬dering van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, zal plaats vinden op zaterdag 8 april 2006. Details over de plaats en het programma volgen in het eerstvolgende nummer van de Nieuwsbrief.

Nieuws van Niall

Naar aanleiding van het speciale weekend dat afge-lopen juni werd georganiseerd voor leden uit het Verenigd Koninkrijk, ontvingen we van Niall Cherry het volgende bericht:
‘Graag wil ik alle organisatoren en de leden die deel-namen aan het speciale weekend bedanken en de hoop uitspreken dat iedereen zich heeft geamuseerd. Na mijn terugkeer in het Verenigd Koninkrijk ontving ik een e-mail van een van de deelnemers, die het geheel een tevredenheids-cijfer 11 gaf op een schaal van 1 tot 10!! Het weer was uitstekend en vrijwel alles verliep volgens plan, Het enige kleine probleem werd gevormd door enkele wegen die waren afgesloten toen we op zondag naar het ge¬bied bij Groesbeek reden.
Ik vond het een fantastische tour en ook deze keer heb ik weer een hoop geleerd. Ik hoop dat we in 2007 opnieuw een dergelijk weekend kunnen orga¬niseren. Ik heb daarvoor al acht boekingen binnen! Ik zou graag iedereen willen bedanken die zondag¬avond aanzat aan de ‘Captains Table’ in Schoon¬oord. Het was een mooi einde van een gedenk¬waardig weekend. De vertegenwoordiger uit het Verenigd Koninkrijk verbaasde zelfs een aantal leden door zijn portefeuille tevoorschijn te halen om iedereen een drankje aan te bieden!
Leden die geïnteresseerd zijn in het weekend van 2007, kunnen contact met mij opnemen’.
(Niall Cherry)

As van Ted Shaw bijgezet
Op 21 juli jl. overleed op 86-jarige leeftijd in zijn woonplaats Newton Abbot Amhem-veteraan Edward Emest (Ted) Shaw. In september 1944 was Luitenant Shaw commandant van C Troop lst Airlanding Anti Tank Battery, Royal Artillery. Voor zijn dapperheid tij¬dens de Slag om Arnhem kreeg hij later het Military Cross.
Na de oorlog keerde hij regelmatig terug naar Oosterbeek, waar hij meestal logeerde bij de familie Fennema aan de Benedendorpsweg. Jarenlang was Ted de vertegenwoordiger van de WAM in het Verenigd Koninkrijk en contactpersoon tussen de veteranen in Engeland en herdenkingsorganisaties in Nederland. Maar nog bekender werd hij doordat hij vele jaren aan het einde van de officiële krans- legging tijdens de herdenkingsdient op de Airborne Begraafplaats samen met twee scholieren bloemen legde aan de voet van het ‘Cross of Sacrifice’.
Op 16 september jl. werd zijn as bijgezet op de Air¬borne Begraafplaats in aanwezigheid van een groot aantal belangstellenden. The Reverend R.A.W. Boyce leidde de plechtigheid. Het kistje met zijn as werd begraven in een van de looppaden, pal achter de steen bij het graf van Sergeant TB. Rae van het 7th Battalion The King’s Own Scottish Borderers. Ook namens de Vereniging Vrienden werd een krans gelegd.

10 september 2005. De as van Ted Shaw wordt bijgezet op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek.

Nieuwe opzet ‘Social Evenings
De afgelopen jaren was het traditie dat er in febru¬ari en maart door de WAM een ‘Social Evening’ werd georganiseerd in het Airborne Museum. Meestal toonden enkele leden een deel van hun collectie en kon er onder deskundige leiding een kijkje worden genomen in het archief en de restauratieruimte van het museum.
Op initiatief van de nieuwe directeur van het muse¬um, de heer Frans Smolders, wordt het aantal Social Evenings uitgebreid en krijgen zij een wat andere opzet.
Het is de bedoeling dat er in 2006 meerdere avond- bijeenkomsten zullen worden georganiseerd, die zullen plaats vinden in de bovenzaal van Restaurant Klein Hartensteyn in Oosterbeek.
Voor iedere Social Evening zal een gastspreker wor¬den uitgenodigd, van binnen de vereniging of van daarbuiten. De spreker kan dan vertellen over een bepaald onderwerp dat verband houdt met Operatie Market Garden. Dat kan zijn het resultaat van een onderzoek, een bespreking van een publicatie, waar hij mee bezig is of die hij heeft gelezen, een bijzon¬dere bodemvondst, etc, etc. Het is niet de bedoeling dat zo’n avond geheel gevuld wordt met een diep¬gaande voordracht, daar zijn de themamiddagen voor. Het geheel moet een ‘laagdrempelig’ karakter hebben, waardoor in principe iedereen het zou moe¬ten ‘aandurven’ om iets te vertellen. Daarna kan er onder het genot van een drankje worden gediscus¬sieerd, gegevens uitgewisseld en nagepraat.
Het is de bedoeling dat in de toekomst de onder¬werpen die op de Social Evenings zullen worden behandeld op de website van het Airborne Museum worden aangekondigd.
Chris van Roekel, onze vorige voorzitter bijt de spits af. Op 25 januari 2006 zal hij een verhaal houden getiteld ‘Niemand heeft het copyright van het verle¬den’. Hierin zal hij een kritische beschouwing geven over de literatuur over de TWeede Wereldoorlog en de mate waarin deze een gidsfunctie kan vervullen bij de vernieuwing van het Airborne Museum.
Mocht u geïnteresseerd zijn om op een van de toe-komstige avonden iets te vertellen, neemt u dan contact op met onze secretaris, de heer Ivar Goedings, p/a Airborne museum of via de e-mail: goedings@van-lotringen.nl.

Een lang gekoesterde wens vervuld
Eén van de voorwerpen waar het Airborne Museum jaren naar heeft gezocht, is een Eureka baken. Door de 21e Independent Parachute Company werden in september 1944 Eureka-radiobakens gebruikt om de droppings- en landingsterreinen aan te geven. Deze bakens gaven een signaal af naar de vliegtuigen die het signaal op hun ontvangsttoestellen, de Rebecca, ontvingen. Het signaal werd zichtbaar gemaakt op een beeldscherm, een ‘Indicating Unit Type 6E’. Hierdoor was de piloot in staat de juiste locatie van het droppings- en landingsterreinen terreinen te vinden. Het was ook mogelijk om korte berichten te zenden en te ontvangen. Tijdens de Slag om Arnhem waren de ‘Pathfinders’ waarschijnlijk uit¬gerust met 48 Eureka bakens, waarvan er twee verloren zouden zijn gegaan. Het Airborne Forces Museum in Aldershot bezit een incomplete Eureka. Verder is er in Nederland nog één te vinden van het type dat bij Arnhem gebruikt is en die bestaat uit de zend-ontvanger en de voedingseenheid. Het Air¬borne Museum had er geen.
Tijdens mijn afscheid kreeg ik tot mijn grote verras¬sing van de heer Van Riet uit Arnhem een Eureka Mk II Transmitter-Reciever TR 3174 cadeau. Als bezitter van een compleet toestel wist hij van onze wens.
De Eureka is door mij afgestaan aan het Airborne Museum, zodat we nu naast de Amerikaanse Eureka, de ‘AN/PPN 1′ ook de Britse uitvoering bezit¬ten. We missen nog wel enkele onderdelen, maar die zullen ongetwijfeld in de toekomende jaren wel ergens gevonden worden.
(Wybo Boersma)
De Eureka Mk II Transmitter-Reciever TR 3174, die het Airborne Museum onlangs in bezit kreeg.

‘General Service Medal’ voor Don Jacobs
Don Jacobs is bij velen bekend als de man, die sinds 1990 belast is met het beheer van het foto-archief van het Airborne Museum. Minder bekend is dat hij daarvoor al een lange staat van dienst had opge¬bouwd op andere plaatsen in deze wereld. Don dien¬de in het Britse leger bij de REME (Royal Electrical and Mechanical Engineers). Van 1954 tot 1956 was hij gestationeerd in de Suez Kanaal Zone in Egypte. Een halve eeuw na die dienstperiode ontving Don Jacobs onlangs de ‘General Service Medal’ met de ‘Kanaal Zone’ gesp.
Don verliet de REME in 1960. Vervolgens werkte hij voor een Amerikaanse oliemaatschappij o.a. in Libië en Borneo, was hij rij-instructeur in Londen en ver¬kocht hij verzekeringen en boeken. Daarna vertrok hij naar Noorwegen, waar hij werkte als berggids en medewerker van een jeugdherberg. In 1965 ging hij terug naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij in Dover een jeugdherberg leidde en vervolgens werd hij assistent-manager bij een Ford garage.
In 1966 verhuisde hij naar Nederland waar hij ver-schillende functies bekleedde bij ICI (Imperial Chemical Industries) op Rozenburg bij Rotterdam. Hij ging met pensioen in 1990 en werkt zoals gezegd sinds die tijd part-time als vrijwilliger bij het Airborne Museum.

‘Mary of Arnhem’
Tijdens de afscheidsreceptie op 22 september bood Wybo Boersma als scheidende directeur het Airborne Museum een afscheidscadeau aan. Dat bestond uit een ‘Ausweis no. 2163’, gedateerd October-December 1944 op naam van Helen Sensburg. Deze Britse dame was met een Duitser getrouwd. Zij werkte als typiste bij de ‘Reichs- Rundfunk Gesellschaft’, waar ze deel uitmaakte van de ‘Landergruppe England’. In 1944 werd zij redac¬trice van de ‘Kampfsender Arnheim’.
Na de invasie gaf de Duitse minister van propa¬ganda, Joseph Goebbels bevel om de uitzendingen die waren gericht op de geallieerde strijdkrachten te activeren. Dit gebeurde in Italië, Frankrijk (Calais) en België (Brussel). Nadat die zenders niet meer kon¬den worden gebruikt, werd Hilversum belangrijk. Eén van die zenders was de Engelstalige zender Radio Arnhem.
Helen Sensburg werd daar redactrice. Haar collega en vervangster was Gerda Eschenberg, ook typiste bij de RRG. Naast beide dames was er nog een derde, waarvan de naam niet bekend is. Verder waren er diverse Duitse en Nederlandse medewerkers.
Op 10 oktober 1944 was de zender voor het eerst in de lucht. Niet vanuit Arnhem maar via Lopik. De zender was een groot succes. Met name door het uitzenden van veel populaire liedjes en brieven van krijgsgevangen.
Helen werd bekend als ‘Mary of Arnhem’. In ver-schillende boeken die handelen over de geallieerde eenheden die in 1944-45 in Nederland vochten, wordt de zender aangehaald.
Op woensdag 23 maart 1945 was de laatste uitzen¬ding. Na de oorlog werd naarstig gezocht naar ‘Mary of Arnhem’. We kennen bijvoorbeeld een foto uit 1945 van Engelse militairen in Arnhem, die een eta¬lagepop aangekleed hebben met als onderschrift ‘Mary of Arnhem’. Uiteindelijk werd zij gearresteerd door een Canadese en een Nederlandse officier (Wenkenbach) en opgesloten. Er bleken echter geen officiële stukken van haar te zijn. Toen deze opge¬haald werden, bleek zij inmiddels om onduidelijke redenen weer te zijn vrijgelaten.
In 1948 publiceerde haar collega Gerda Eschenberg een artikel in het blad ‘Hörzu’ met als de titel ‘Ich war Mary von Arnheim’ wat dus niet waar was. Van de werkelijke ‘Mary of Arnhem’ ontbreekt elk spoor. Via contacten bij verzamelaars van militaria is het Wybo gelukt dit Ausweis op te sporen en het maakt nu deel uit van de collectie van het Airborne Museum.

Herbegrafenis van Britse militairen
In een drietal recente nieuwsbrieven heeft mijn zeer gewaardeerde naamgenoot Geert Maassen geschre¬ven over de zijns inziens zeer trage, bureaucratische en weinig sympathieke wijze waarop het Britse Ministry of Defence omgaat met de afwikkeling van
de vondsten van stoffelijke resten van Britse mili¬tairen in de omgeving van Arnhem. Deze kritiek is begrijpelijk en komt ontegenzeglijk voort uit een diepgeworteld gevoel van ‘ereschuld’ aan de gealli¬eerden die tijdens de gevechten hun leven hebben gegeven. Dit siert hem, en ik heb daar veel waarde¬ring voor.
Toch heb ik de overtuiging dat de – goed bedoelde – uitspraken van Geert enige nuancering behoeven.
Er is naar mijn idee een gekleurd beeld ontstaan dat geen recht doet aan de inspanningen van de afde¬ling die verantwoordelijk is voor deze afwikkeling, namelijk MoD-JCCC in Innsurorth. Vandaar deze aan¬vulling.
Het beleid van de Britse overheid
Het Ministry of Defence prefereert grafrust, zelfs in een anoniem veldgraf.
Dit betekent dat zij geen actief opsporingsbeleid heeft (datzelfde geldt overigens voor de Neder¬landse overheid). Wordt echter zo’n veldgraf bij toe¬val aangetroffen (bouwwerkzaamheden, metaaldetectie), dan zullen zij alles in het werk stellen om de resten te identificeren, de nabestaanden te traceren en het slachtoffer op gepaste wijze te herbegraven. In Nederland wordt hiertoe intensief samengewerkt met de Gravendienst van de Koninklijke Landmacht. Hetzelfde geldt voor vliegtuigwrakken waarin zich nog stoffelijke resten bevinden. In principe wil men deze wrakken met rust laten, aangezien men de grafrust van de inzittenden respecteert (een vlieg¬tuigwrak heeft dan immers ook de status van ‘veld¬graf). Vormt een vliegtuigwrak echter een gevaar voor de veiligheid of openbare orde (zoals mogelijk aanwezige instabiele explosieven), of ligt het in de weg bij bouwwerkzaamheden, dan heeft de Britse overheid geen bezwaar tegen berging. Aangetroffen stoffelijke resten van de bemanning worden geza¬menlijk in één kist begraven. Dit om de verbonden¬heid van de aircrew te symboliseren. De Neder¬landse overheid respecteert het beleid van het Ministry of Defence en conformeert zich hieraan.
Het ‘Joint Casualty & Compassionate Centre’
Het afwikkelen van de vondst van stoffelijke resten is een langdurig proces dat zorgvuldig moet worden uitgevoerd en waarin rekening dient te worden gehouden met vele sentimenten. Bijvoorbeeld de impact op de nabestaanden en veteranen, sociaalju- ridische aangelegenheden, betrokkenheid van het betreffende regiment, etc. Het traceren van 60 jaar oude medical records voor bewijsvoering, of het opsporen van nabestaanden kan veel tijd in beslag nemen. Tot afgelopen voorjaar hadden zowel Army, Airforce als Navy een eigen Casualty & Compas¬sionate Cell. Op 11 april 2005 is in Innsworth- Gloucestei het Joint Casualty & Compassionate Centre geopend. Hierin zijn de individuele ‘Cells’ opgegaan. Deze reoiganisatie heeft circa twee jaar geduurd, hetgeen begrijpelijkerwijs bij een aantal onderzoe¬ken tot enige vertraging heeft geleid.
JCCC staat onder leiding van Wing Commander (retired) Hugh Gray-Wallis en heeft als taak om zorg

te dragen voor de behandeling van alle militaire slachtoffers van het Verenigd Koninkrijk, of zijn nu in 1944 in Oosterbeek zijn gesneuveld, of in 2005 in Irak. De samenwerking tussen JCCC en Graven¬dienst mag tot nu toe zeer succesvol worden genoemd en biedt zeer veel perspectief voor de toe¬komst. De JCCC sectie Historie & Deceased Estates, welke verantwoordelijk is voor slachtoffers van het Gemenebest uit de tweede wereldoorlog, gaat zeer grondig te werk en mag uitzonderlijk ‘open’ en benaderbaar genoemd worden. De recente, vrucht¬bare ontwikkelingen tonen aan dat alle verzoeken om informatie of documentatie zeer voortvarend en per omgaande worden opgepakt. Het verhaal dat de ronde doet dat het Ministry of Defence geen kopieën van documenten ter beschikking van de Gravendienst zou willen stellen, berust dan ook op een misverstand. Ook in 2006 zal op de begraaf¬plaats in Oosterbeek weer door zorg van JCCC een Britse Airborne de militaire eer worden betoond die hem toekomt; L/Sgt Edward Hartley van MMG Pin, S-Coy 1 Border. JCCC slaagde er reeds in diens doch¬ter te traceren. Hartley werd al in 1984 aan het Kerkpad gevonden, maar in 1989 als onbekende Royal Engineer begraven, aangezien er een RE cap- badge in het graf was gevonden. In 2004 kon de Gravendienst hem alsnog m.b.v. zijn tandartskaart identificeren.
Ergo
Geduld is een schone zaak. Het uitblijven van be¬richten betekent niet dat er daadwerkelijk niets gebeurt. Identificatieonderzoeken nemen veel tijd in beslag, evenals het zoeken naar nabestaanden en het organiseren van een herbegrafenis. Soms spelen er complexe belangen, die niet op het eerste oog zichtbaar zijn.
Zo kan een stamregiment dat verantwoordelijk is voor de ceremonie, zijn uitgezonden naar een oor¬logsgebied en wordt er gewacht op terugkeer. Het heeft dus absoluut niets te maken met laksheid, onwil, of een te lage prioriteitsstelling. Alle betrok¬ken organisaties doen hun uiterste best, daar kunt u op vertrouwen. Neemt u voor informatie rustig con¬tact op met de Gravendienst of de Britse Ambas¬sade. Voor zover zij kunnen (en mogen) zullen zij u van harte van dienst zijn. Laat u niet verleiden tot inmenging in het proces door bijvoorbeeld zelfstan¬dig op zoek te gaan, en contact te leggen met nabe¬staanden. U loopt het risico om onbedoeld meer schade te veroorzaken dan dat u ‘goed doet’. Laat dit precaire werk over aan de medewerkers van JCCC, die daarvoor zijn getraind. Geef ze daartoe de kans. (Geert Jonker, SMI Gravendienst KL [a.t.p.]).

Plaquette voor Dreyeroord
Zoals gebruikelijk na de jaarlijkse herdenking op de Airborne Begraafplaats, vond er ook dit jaar een reü¬nie plaats van veteranen van het 7th (Galloway) Battalion the King’s Own Scotish Borderers (Air¬borne). Deze reünie wordt al jaren gehouden in het Oosterbeekse Hotel Dreyeroord aan de Graaf van Rechterenweg. De familie van der Straaten, sinds

Op 18 September 2005 vond de onthulling plaats van een plaquette ter herinnering aan de gevechten die tussen 19 en 22 september 1944 rond Hotel Dreyeroord werden gevoerd door de mannen van het 7th Galloway Battalion The King’s Own Scottish Borderers.
Op de foto in het midden de eigenaar van Hotel Dreyeroord, de heer A. van der Straaten, met achter hem de plaquette. De heer van der Straaten en zijn zoon Jan Willem, de bedrijfsleider, geven al jaren belangeloos hun medewerking aan de jaarlijkse reunie van het 7th KOSB. Rechts Henk Duinhoven.
vele jaren eigenaar van het hotel, ontvangt de vete¬ranen met open armen, de koffie staat klaar en na de gebruikelijke toespraak van Henk Duinhoven volgen er soep en broodjes.
De ‘Borderers’ noemen het hotel het ‘White House’ om de simpele reden dat het voor hen in 1944 onmogelijk was de naam Dreyeroord goed uit te spreken… en dat is nog steeds zo.
Dit jaar werd er na een welkomstwoord een fraaie plaquette onthuld naast de voordeur van het hotel, ter herinnering aan de felle strijd die de Borderers tussen 19 en 22 september 1944 leverden in en rond het gebouw. Tijdens die gevechten werden meer dan dertig van hen gedood en tijdelijk in de tuin begra¬ven. De tekst is van de helaas dit jaar overleden Majoor Michael Forman, destijds commandant van B Compagnie. De plaquette, een initiatief van Robert Sigmond, werd gemaakt door Shuggie Hoskins uit Schotland.
‘The Royal Air Force at Arnhem. Glider and re-supply missions in September 1944’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt uit ‘The Royal Air Force at Arnhem. Glider and re-supply missions in September 1944′, het boek over de rol van de RAF bij de glider- en bevoorradingsvluchten naar Arnhem. Het is in het Engels geschreven door Luuk Buist, Philip Reinders en Geert Maassen, alle drie ‘vrienden van het Airborne Museum’.
Het was een enorm logistiek probleem om in drie dagen de le Britse Airborne Divisie met de le Poolse Parachutisten Brigade, samen zo’n 12.000 man en hun transport, artillerie, verbindingsmiddelen en munitie, voeding en medisch materiaal voor de eer-

Tijdens de presentatie van het nieuwe boek ‘The Royal Airforce at Arnhem’ op 16 september 2005, overhandigt een van de auteurs, Philip Reinders, het eerste exemplaar aan Mrs. Anne Long uit Canada. Zij is de zuster van Warrant Offreer P.B Tonner, die gewond raakte bij de crash van Dakota KG 418 bij de Buunderkamp, ten roes¬ten van Wol/heze. Hij overleed in 1945 in een krijgsge¬vangenkamp in Duitsland.
ste paar dagen, naar Arnhem te transporteren. In totaal vlogen 1.260 transportvliegtuigen en 663 gli- ders om de troepen met hun materiaal naar Nijmegen, het hoofdkwartier van het le Airborne Corps, en Arnhem te brengen. Ze vermeden wan¬neer dat mogelijk was de Duitse luchtafweer en vlo¬gen zoveel mogelijk over bevrijd gebied. Ze werden onderweg door vele squadrons gevechtsvliegtuigen beschermd.
Op 17 september vertrokken eerst de vliegtuigen met ‘Pathfinders’ om de droppings- en landingsvel- den aan te geven en daarna de toestellen die de gli- ders trokken. Persoonlijke verhalen van beman¬ningsleden nemen ons mee aan boord tijdens de vlucht naar Arnhem. We zien van de acht dagen waarop is gevlogen, de weersomstandigheden, de Flak, de verwondingen na beschietingen, de soms kreupele terugtocht of het neerstorten van een kist. Duidelijke tabellen geven van de genoemde squa¬drons de vliegbasis, de eerste piloot, het vliegtuig met nummer, de vertrek- en de terugkomsttijd aan. Alle niet gelukte glider- en bevoorradingsvluchten en crashes worden kort bij de beschrijving van het betreffende vliegtuig toegelicht. Op 22 september werd niet gevlogen, de laatste vluchten vonden op 25 september plaats.
Dagelijks is er een korte schets van de situatie op de grond, het weer, of de noordelijke of zuidelijke route werd gevlogen en het aantal gevechtssquadrons, waardoor een goed beeld ontstaat van de situatie te land en in de lucht. Na de beschrijving van de glider-
en bevoorradingsvluchten vertelt het boek over de Duitse luchtafweer, de Flak, bij Arnhem.
Ook hier geven de persoonlijke verhalen van Duitse luchtafweersoldaten een levend beeld van hun ver-nietigend werk. In een volgend hoofdstuk beschrijft Philip Reinders 58 jaar na de slag een zestal plaat¬sen waar vliegtuigen zijn neergestort en wat hij er aantreft. In het hoofdstuk ‘de vliegtuigen en hun squadrons’ worden alle 16 squadrons met vliegba¬sis, commandant, embleem, nummer en aantal missies beschreven. Een tabel laat zien welke een¬heid welke navigatiemiddelen op de grond gebruik¬te om de inkomende vliegtuigen te begeleiden.
‘Containers, manden en parachutes’ beschrijft deze en de rollerbaan waarmee de manden werden afge¬worpen. Een lijst met gedropte voorraden comple¬teert dit hoofdstuk. Een lijst met vliegtuigen, hun noodlandingen en crashes per vliegtuig met. de namen van de bemanning en hun lot en een ‘Roll of Honour’ gaan vooraf aan het laatste hoofdstuk, waarin de toegekende onderscheidingen voor Arnhem worden genoemd.
De auteurs hebben bewonderenswaardig goed en veel onderzoek gedaan. De persoonlijke verhalen brengen je dichtbij de gebeurtenissen. Dat maakt het boek boeiend en laatje inleven in de grote pres¬taties van de RAF-bemanningen. Het boek leest prettig Het telt 200 pagina’s en is met veel goede illustraties uitgegeven door de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum.
Vergeleken met de boeken met deels een vergelijk¬baar onderwerp ‘Tugs and Gliders to Arnhem’ en ‘Green On’, beide van Arie-Jan van Hees, is dit boek toegankelijker, waar beide genoemde boeken meer als naslagwerk veel dieper op het onderwerp ingaan. De verkoopprijs is € 37,50.
(Okko Luursema)

‘All Men are Brothers’
Dat is de titel van een onlangs verschenen ‘Roll of Honour’ voor de 93 bij Arnhem omgekomen para-chutisten van de Eerste Poolse Parachutisten Brigade en drie omgekomen piloten. Deze werd samenge¬steld door de Arnhemmer Andries Hoekstra, die daarmee een bijdrage wil leveren aan het eerherstel van de brigade en haar commandant, Generaal- Majoor Stanislaw Sosabowski.
Voor het veroveren van de brug bij Arnhem was de Britse le Airborne Divisie in september 1944 ver¬sterkt met de le Poolse Onafhankelijke Parachu¬tisten Brigade onder bevel van generaal-majoor S. Sosabowski. De brigade zou met 1500 man op 19 september 1944 landen ten zuiden van de Rijnbrug bij Arnhem. Door slechte weersomstandigheden werd slechts een deel van de brigade gedropt. Echter niet bij de Rijnbrug maar bij Driel. Het eerder met zweefvliegtuigen ingevlogen materiaal ging bij de landing op ‘Johannahoeve’ bijna geheel verloren. De Polen hadden nauwelijks middelen om de Rijn over te steken. Ongeveer 350 manschappen bereikten de noordelijke Rijnoever. De rest van de brigade vocht bij Driel en hield zo de weg open waarlang de 2000 Britten na de verloren slag op 25 september de eigen linies konden bereiken. De Britse legerleiding stelde later, ten onrechte, de Polen voor een groot deel ver-antwoordelijk voor het mislukken van de Slag om Arnhem.
Het in september verschenen boek is tweetalig uit-gevoerd in het Pools en in het Engels. Het begint met een hoofdstuk over de geschiedenis van de brigade en haar commandant, Generaal Stanislaw Sosabowski. Dan volgt de eigenlijke ‘Roll of Honour’. Op de linkerpagina zijn van iedere omgekomen militair de persoonlijke gegevens en een portretfoto opgenomen en op de rechterpagina staat een grote kleurenfoto van het graf. De titel van het boek is ontleend aan een dramatisch moment tijdens de Slag om Arnhem, waarbij een Poolse soldaat over¬lijdt in de armen van een Rode Kruissoldaat. Zijn laatste woorden waren ‘Why all this misery, all men are brothers’.
Het boek werd op vrijdagmiddag 16 september ten doop gehouden op een open plek in het bos, vlak naast restaurant De Westerbouwing, vanwaar men een prachtig overzicht heeft op het voormalige gevechtsterrein bij Driel. In aanwezigheid van een aantal Poolse veteranen en van de Poolse ambassa¬deur in Nederland, werd het eerste exemplaar aan¬geboden aan de kleinzoon van Generaal Sosabowski, Michael Sosabowski. All Men are Brothers’ kan wor¬den besteld via de website www.maketgarden.com en bij een aantal boekhandels in de regio. De prijs bedraagt € 22,50.

De samensteller van het boek ‘All Men are Brothers’,Andries Hoekstra (midden), overhandigt de eerste exemplaren aan veteranen van de eerste Onafhankelijke Poolse Parachutisten Brigade en aan de ambassadeur van Polen. Hij wordt daarbij geassisteerd door Frans Ammerlaan (links).

Vaandel Poolse parachutisten over-gedragen aan het Airborne Museum
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog keerde het merendeel van de Poolse parachutisten, die hadden deelgenomen aan de Slag om Arnhem, niet terug naar Polen maar bleef in Engeland. Op 25 februari 1948 richtten zij in Engeland de Polish Airborne Forces Association’ op metWalny Zjazd als de eerst president. Pas na het einde van de Koude Oorlog konden ook parachutisten die in Polen woonden lid worden.
Op 14 september 1959 kreeg de Vereniging in Driel een vaandel aangeboden. Het geld hiervoor was bijeengebracht door inwoners van de plaatsen waar de Polen gevochten hadden. Met het verstrijken van de jaren is het aantal leden zozeer geslonken dat de Vereniging dit jaar besloot zichzelf op te heffen en hun vaandel in het Airborne Museum ‘Hartenstein’ onder te brengen, De overdracht geschiedde op zon¬dagmiddag 18 september op het bordes van het museum door de huidige president Majoor (Retd) T.J.Herman en de General Secretary Mevrouw Luitenant (Retd) I Hrynkiewicz in aanwezigheid van de Poolse veteranen, die dat weekend de 61e her¬denking bijwoonden. Namens de Stichting Airborne Museum nam Wybo Boersma het vaandel in ont¬vangst. Het zal permanent in het museum worden tentoongesteld als een herinnering aan de inzet van de le Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade in september 1944.

18 September 2005. Op het bordes ucm het Airborne Museum ontvangt Wybo Boersma uit handen van Majoor Tj.Herman (retd.) en General Secretary Mevrouw Luitenant (Retd.) I Hrynkietvicz het vaandel van de Polish Airborne Forces Association. Het vaandel zal permanent in het museum worden tentoongesteld ter herinnering aan de rol van de lst Polish Parachute Brigade bij de Slag om Arnhem.

Het Luger pistool van Captain Killick
Een van de beroemde foto’s die fotograaf Sem Presser op 18 september 1944 maakte van een Britse patrou¬ille in de Weerdjesstraat in Amhem, staat Captain John Killick, die, duidelijk zichbaar, een Duits Luger pistool draagt. Niall Cherry schreef hem in 2003 een brief, waarin hij Killick o.a. vroeg hoe hij in het bezit was gekomen van dit Duitse wapen.
Sir John Killick schreef terug: ‘Ik bezat zeker geen Luger voordat ik naar Amhem vertrok. Toen ik na de landing op 17 september op weg was naar Arnhem, kwam ik langs een verlaten Duits hoofdkwartier, dat was gevestigd in Hotel de Tafelberg in Oosterbeek. Pas veel later kwam ik er achter dat dit het hoofd¬kwartier was van Leger Groep BI Model en zijn man¬nen waren kennelijk in grote haast vertrokken, omdat hun maaltijd nog op de tafel stond. Nadat ik snel had rondgekeken voelde ik mij nogal eenzaam en daarom ging ik weer op weg op mijn Duitse motorfiets, die ik ergens had ingepikt, en sloot mij weer aan bij het hoofdkwartier van lst Parachute Brigade. Nadat ik toestemming had gekregen, ging ik met een van mijn mannen terug naar het Duitse hoofdkwartier, om dat aan een nader onderzoek te onderwerpen. Indien we meer tijd hadden gehad om grondig te speuren, dan zou de plaats zeker een goudmijn aan informatie hebben opgeleverd! We namen een aantal Lugers mee en ik verving mijn .38 Smith and Wesson door één daarvan. De Smith and Wesson legde ik op de motorfiets, die ik uiteindelijk moest achterlaten, vlak voordat ik de Rijnbrug in Arnhem bereikte en daarna nooit meer terug heb teruggezien’.

Mini-stories op CD-Rom
Er is nog steeds regelmatig vraag naar oude mini- stories. Helaas zijn lang niet alle afleveringen meer leverbaar. Om toch in de vraag te voorzien, heeft onze vorige voorzitter Chris van Roekel alle ministeries t/m nummer 88 gescanned en op CD- Rom gezet. Deze CD-Rom, die zowel de Nederlandse als de Engelse edities bevat, kan worden besteld door overmaking van € 20,- op postgironummer 4403641 ten name van de WAM in Oosterbeek, onder vermelding van CD-Rom Ministeries’. Hij wordt u dan toegestuurd.

‘Ede in Wapenrok’ herdrukt
In mei 2004 verscheen het boek ‘Ede in Wapenrok’, dat werd geschreven door ons lid Evert van de Weerd in samenwerking met Gerjan Crebolder. Deze studie handelt over twee eeuwen militaire geschie¬denis in de gemeente Ede, waarbij ook de Slag om Arnhem ruim aan bod komt. In Nieuwsbrief no. 94 maakten wij melding van deze publicatie.
Het boek was snel uitverkocht, maar kortgeleden verscheen er een gewijzigde en aangevulde her¬druk. Daarbij is een DVD toegevoegd met de titel ‘De Bevrijding van de Veluwe 1945’, met onder meer beelden van de luchtlandingen in 1944, de bevrij¬ding van Arnhem, Ede-De Klomp, Lunteren, Barneveld, Nunspeet, Harderwijk en Apeldoorn en de Duitse capitulatie in Wageningen. Ook zijn er amateurbeelden opgenomen van het bevrijdingsde- file uit 1985. Deze 40 minuten durende DVD is ook los verkrijgbaar en kost € 5,50. Bestellingen via de boekhandel of rechtstreeks via www.bduboeken.nl.

Military Library Research Service Ltd
Graag willen wij u attent maken op een bijzondere uitgeverij met bovengenoemde naam, die sinds anderhalf jaar bestaat. De Military Library Research Service (MLRS) is gespecialiseerd in het uitgeven van origineel bronnenmateriaal over verschillende mili¬taire onderwerpen, waaronder de IV/eede Wereld¬oorlog. Het gaat hierbij om rapporten, die oorspron¬kelijk in een kleine oplage werden vervaardigd en die in de meeste gevallen berusten in officiële Britse, Canadese en Amerikaanse archieven. Zo heeft MLRS een overeenkomst met o.a. de National Archives in Londen (het vroegere Public Record Office) en met de Canadian National Archives om bepaalde documen¬ten uit hun collectie te fotokopiëren, te vermenig¬vuldigen en uit te geven. Een van de directeuren van MLRS is de militair historicus David Westwood, die van 1962 tot 1966 diende in het Parachute Regiment
en mede daardoor veel belangstelling heeft voor de geschiedenis van de Airborne Forces.
Een belangrijk project waar men op dit moment mee bezig is, is het uitgeven van een serie ‘Cabinet Papers’. Dit zijn officiële rapporten, in dit geval over militaire operaties, die kort na de oorlog door staf¬officieren werden samengesteld uit de ‘War Diaries’ van de eenheden die hadden deelgenomen. Deze rapporten moesten dienen als basis voor de nog uit te geven ‘Official Histories’ Het interessante van deze Cabinet Papers is, dat het gaat om documen¬ten, waarin de gebeurtenissen zo feitelijk mogelijk zijn weergegeven. Ze geven een zo compleet moge- lijk beeld en zijn nog niet zijn ‘bijgekleurd’ door latere politieke meningen.
Een van de recent verschenen delen uit deze serie is ‘Operation MARKET GARDEN and the Battle of Arnhem’ (CAB 44/252 & CAB 44/254). Dit rapport is onderverdeeld in drie delen hoofdstukken, getiteld ‘HQ 21 Army Group’, ‘21 Army Group Operations 29 Aug. to 30 Sep. 44, excluding operation ‘MARKET GARDEN’ and Second Army operations 27 to 30 Sep. 44’ en ‘Operation ‘MARKET GARDEN’ and Second Army operations Tl to 30 Sep. 44′. Alle mogelijke aspecten van de planning en de uitviering van de verschillende operaties worden uitgebreid beschre¬ven. Het voert te ver om in detail in te gaan op de inhoud, maar er kan gerust gesteld worden dat het hier gaat om een bijna onuitputtelijke bron van informatie. Achterin zitten verkleinde kaarten in kleur en luchtfoto’s, waarop allerlei informatie is ingetekend.
Dit 322 pagina’s tellende rapport mag niet ontbre¬ken in de bibliotheek van iedere serieuze geïnteres¬seerde in operatie ‘Market Garden’! Prijs: £ 49,-.
MLRS heeft een website waarop alle inmiddels uit-gegeven rapporten staan: www.mlrsbooks.co.uk. Wekelijks worden er op deze site nieuwe titels toe-gevoegd. Via deze website kunnen ook alle uitgaven worden besteld. Het is een goed initiatief van een paar enthousiaste mensen om bronnenmateriaal uit archieven voor iedereen toegankelijk te maken en de (amateur)historici zullen er ongetwijfeld veel nut van hebben. Van harte aanbevolen!
(Robert Voskuil)

Boekje ‘Airborne Battle Wheels’
Dit jaar bestaat de stichting ‘Airborne Battle Wheels Oosterbeek’ (ABWO) tien jaar. Ter gelegenheid van dit feit verscheen in september een jubileumboekje, waarin door middel van een groot aantal foto’s een overzicht wordt gegeven van de re-enactment acti¬viteiten van de ABWO in de afgelopen jaren.
De ABWO bestaat hoofdzakelijk uit Nederlandse, Britse en Poolse leden, die zijn uitgerust met origi¬nele voertuigen, uniformen, uitrustingsstukken en (onklare) wapens, zoals die in 1944 werden gebruikt door de Britse luchtlandingstroepen. Ieder jaar tij¬dens de herdenkingen van de Slag om Arnhem wordt er een groot legerkamp opgebouwd. Dit jaar gebeurde dat op het terrein van de J.P. Heije Stichting in Oosterbeek. De ABWO organiseert tij¬dens die herdenkingsdagen o.a. de ‘Race to the Bridge’, reconstrueert een opstelling van een ‘Troop’ 75mm Pack Houwitsers en rijdt veteranen rond in de oude legervoertuigen.
Van al deze activiteiten staan foto’s in het boek en hoewel het in de eerste plaats is bestemd voor de leden, is dit fotoboek ook interessant voor anderen, die belangstelling hebben voor re-enactment. Het geeft een uitstekend beeld van de sfeer in de club en van de uitgebreide collectie voertuigen en materiaal waarover men kan beschikken.
De teksten in ‘Airborne Battle Wheels Oosterbeek, lOth anniversary’ zijn in het Nederlands en in het Engels, maar de onderschriften alleen in het Engels. Het is een keurig verzorgde publicatie, die werd samengesteld door Ramon Berlauwt en werd uitge¬geven bij R.N. Sigmond Publishing in Renkum. Deze uitgave is verkrijgbaar in het Airborne Museum en bij de Oosterbeekse boekhandels. De prijs bedraagt € 13,50.

Herdenkings-enveloppe 2005
Op 17 september 2005 heeft het Airborne Museum haar jaarlijkse herdenkings-enveloppe uitgegeven. Deze uitgave is de tiende in de serie herdenkings- enveloppen met als onderwerp: ‘Monumenten van de Slag om Arnhem’.
De enveloppe toont het monument voor de burgers van Gelderland ter herinnering aan hun steun aan de le Britse en Poolse militairen van de le Britse Airborne divisie tijdens de Slag om Arnhem in sep¬tember 1944. Dit monument, dat staat in Park Hartenstein in Oosterbeek, is in september 1994 tij¬dens de 50e herdenking van de Slag om Arnhem ont¬hult door generaal Sir John Hackett. Generaal Hackett was in 1944 commandant van de 4e Para¬chutistenbrigade.
De oplage van deze enveloppe is 250 genummerde exemplaren. Ze zijn op 17 september 2005 afge-stempeld op het postkantoor in Oosterbeek.
Het eerste exemplaar werd aangeboden aan de ‘Leader of the Pilgrimage’ 2005, Colonel John Waddy. De herdenkingsenveloppe is voor € 3,50 te koop in het Airborne museum in Oosterbeek. Na overmaking van € 4,50 op giro 4184300 t.n.v. Airborne Museum, Oosterbeek onder vermelding van “Enveloppe 2005” wordt deze toegestuurd.
Met de uitgave van deze enveloppe wordt de serie “Monumenten van de Slag om Arnhem” afgesloten. Om de serie compleet te maken zijn enveloppen van de voorgaande jaren nog in beperkte mate ver¬krijgbaar in het museum.
Zie ook de website: tuiviv.airbornemuseum.com.

‘Batenburg van den rampspoed gered!’
Guur waait een natte en koude najaarswind over het Zuid-Engelse landschap. Het is nog vroeg in de morgen van donderdag 21 september 1944, de 5e dag van de ‘Slag om Arnhem’, als het personeel van het Engelse vliegveld Fairford in Gloucestershire, de thuisbasis van 190 en 620 Squadron Transport Command, RAF aan het werk gaat. De eerste voor¬bereidingen worden getroffen om de transportvlieg¬tuigen in gereedheid te brengen die inzetbaar moe¬ten zijn om voorraden te bezorgen voor de Britse militairen van de ‘lst British Airborne Division’ nabij Hotel Hartenstein in Oosterbeek, ongeveer 8 kilo¬meter verwijderd van Arnhem.
Vanuit verschillende Engelse vliegvelden zullen die dag in totaal 117 Britse transportvliegtuigen voor deze bevoorradingsmissie worden ingezet, waaron¬der 21 Short Stirling transportvliegtuigen van de

FOTO: COLLECTIE J. ARTS/BHIC-D. SCHOLTEN
ln juni 1946 woeden wrakstukken van de Stirling LJ833 uit de Maas gehaald en op de oever opgestapeld.

Het monument op de dijk in Batenburg, dat herinnert aan de omgekomen bemanning uan Stirling LJ833, die daar op 21 september 1944 werd neergeschoten. Het gedenkteken bestaat uit een deel van het landingsgestel, dat zestig jaar na de crash als toegangspoort voor een varkensweide werd teruggevonden in Dieden, niet ver van Batenburg.

vliegbasis Fairford. Géén plezierreisje, dat weten de vliegeniers van de R.A.F. maar al te goed. De beman-ningen weten dat de collega’s in de voorgaande mis¬sies het zwaar te verduren hebben gehad met grote personele verliezen. De Britse grondtroepen bij Oosterbeek zijn al een paar dagen verwikkeld in een zware strijd en ze zijn door de Duitsers in het nauw gedreven. Er is gebrek aan zware wapens, munitie, voedsel en andere benodigdheden en de R.A.F. bemanningen weten dat de grondtroepen afhanke¬lijk zijn van hun aanvoer door de lucht. Nadat de toestellen voorzien zijn van de nodige brandstof en munitie, worden de te droppen voorraden met uiter¬ste precisie ingeladen. Terwijl de toestellen aan een laatste controle onderworpen worden, is men in het hoofdkwartier druk bezig om de vliegeniers de laat¬ste gegevens te verstrekken die nodig zijn voor een succesvolle vlucht. De weersvoorspellingen zijn die dag niet bepaald gunstig te noemen. In de middag verwacht men opklaringen en men besluit de mis¬sie rond het middaguur van start te laten gaan.
Gezien het grote aantal vliegtuigen dat aan deze mis¬sie meedoet, heeft men besloten om in vier golven te gaan vliegen. Vijftien van de 21 Fairford toestellen stijgen op als 3e golf, tussen 12:10 en 12:20 uur Engel¬se tijd. In Nederland is het dan een uur later. Eén toe¬stel, dat meevliegt op deze missie, is de Short Stirling, rompcode LJ833, van Flight Lieutenant Anderson en zijn bemanning. Wanneer de vliegtui¬gen rond het middaguur hun startpermissie krijgen, kiezen de toestellen van Fairford het luchtruim. Het toestel van Flight Lieutenant Anderson vliegt naar het afgesproken verzamelpunt, op zoek naar de rest van de formatie. Even later vliegen de toestellen gezamenlijk naar de droppingzones bij Oosterbeek.
Gedurende de vlucht verloopt alles rustig en is er géén oponthoud in de vorm van luchtafweer of vij¬andelijke vliegtuigen. Tot ieders verbazing komen tijdens de vlucht boven Nederland de beloofde beschermende Amerikaanse jagers niet opdagen, wel duiken even later een groot aantal Duitse jagers op en bij het naderen van de dropzones komen de transporttoestellen in een netwerk van luchtafweer terecht. De toestellen krijgen het dan ook zwaar te verduren waardoor het droppen van de voorraden wordt bemoeilijkt. Nadat de goederen zijn afgewor¬pen wil men direct de gevaarlijke dropzone verlaten en wordt meteen de retourvlucht naar het veilige zuiden ingezet. Plotseling wordt het toestel van Flight Lieutenant Anderson aan alle kanten aange¬vallen door luchtafweer en snel naderende Duitse jagers. Het toestel krijgt direct een voltreffer te ver¬duren. Eén motor wordt getroffen en raakt buiten werking en even later vliegt een vleugel in brand. In het toestel breekt enige paniek uit en de bemanning van de LJ833 heeft de handen vol om het in nood zijnde toestel in de lucht te houden. Men krijgt de venijnige vijandige Duitse jagers niet van zich afge¬schud. De brand aan de vleugel krijgt men niet onder controle en de situatie is verder hopeloos. Het bevel -‘bail out – wordt gegeven om het snel hoogte verliezende toestel direct per parachute te verlaten. Het vliegtuig vliegt op zo’n 500 voet hoogte als de bemanning nog moet springen. Wanneer de Stirling, zwaar gehavend over de Waal is gekomen, verlaten in allerijl twee bemanningsleden met hun parachu¬te het toestel. Ondertussen blijven de Duitse jagers het toestel hardnekkig achtervolgen om uiteindelijk de genadeslag te kunnen geven. Flight Lieutenant Anderson neemt het besluit de moeilijk bestuurba¬re en brandende Stirling aan de grond te zetten en gaat op zoek naar een geschikte locatie. Tot grote schrik, als uit het niets, herrijst recht voor hen het stadje Batenburg. De burgers van Batenburg vrezen het ergste als ze het jankende en brandende vlieg¬tuig recht op zich af zien komen. Bij neerstorting tussen hun dicht opeen staande huizen is de ramp niet te overzien, want Batenburg staat vol boerderij¬en met rieten daken. Als door een wonder weet Flight Lieutenant Anderson zijn Stirling rakelings langs Batenburg te krijgen om even later met een daverende klap op het water van de Maas het toestel tot stilstand te brengen. Bij de aanraking met het water breekt het toestel direct in stukken en zinkt het vrij snel. Drie bemanningsleden weten met de hulp van toesnellende burgers van Batenburg hun leven te redden. Voor de andere bemanningsleden komt de redding helaas te laat; het water van de Maas is te koud en de stroming te gevaarlijk. Drie ontzielde lichamen spoelen een paar dagen later tus¬sen Batenburg en Appeltern aan. Ook de twee be¬manningsleden die het toestel eerder per parachute hebben verlaten, hebben het niet gered. Eén R.A.F. vliegenier wordt opgegeven als zijnde vermist. Medio juni 1946 wordt het wrak van de LJ833 geborgen uit de Maas en tijdens deze berging wordt het lichaam aangetroffen van de navigator, Flying Officer Adamson. Van de 21 vliegtuigen die op 21 september 1944 vanuit Fairford zijn vertrokken, zijn 9 toestel-len bij deze bevoorradingsmissie verloren gegaan Zestig jaar na dato wordt bij toeval in Dieden, een dorpje, gelegen in Brabant tegenover Batenburg, een gedeelte van een vliegtuig gevonden verwerkt in een toegangspoort naar een varkensweide. Histo-risch onderzoek door J. Arts -amateur historicus bij de Heemkundekring Megen, Haren en Macharen- geeft al snel te kennen dat het hier een onderdeel van het landingsgestel betreft van de “Short Stirling LJ833” van Batenburg. Samen met de stichting ‘Het Batenburgs Erfgoed’ en de eigenaar van de toe¬gangspoort weet J. Arts uiteindelijk een passende eindbestemming te vinden voor het vliegtuigonder-deel. Een monument! Ja, een passend monument moest er komen ter ere van de gesneuvelde militai-ren die Batenburg van de rampspoed hebben gered Op 21 september 2004, zestig jaar na de tragische gebeurtenis werd aan de Ringdijk bij Batenburg een monument in de directe nabijheid van de toenmalige crashlocatie onthuld. Door alle drukte rondom de 60e herdenking van de Slag om Amhem kreeg het monu¬ment niet de volledige aandacht die het verdient. Daarom werden op woensdag 21 september 2005 als¬nog de gesneuvelde militairen van de Short Stirling LJ833 van Batenburg herdacht. Deze keer werd het een bijzondere herdenking. Naast afgevaardigden van de Britse -en Nederlandse luchtmacht, werd aan het geheel extra en uitzonderlijk gewicht gegeven met een “fly-past” van een Brits historisch vliegtuig. Na de kranslegging bij het monument vloog een Dakota van de ‘Battle of Britain Memorial Flight’ bij het monument een aantal malen laag over om daarmee op gepaste wijze eerbetoon te geven aan de jonge, gesneuvelde militairen.
De gesneuvelde militairen van 190 squadron:
Flight Lieutenant A. Anderson (RAF)
Flying Officer A. Adamson (RAF)
Flight Sergeant W. Tolley (RAF)
Flight Sergeant A. Bellamy (RAF)
Flight Sergeant G.F. Conry Candler (RAF)
en
Driver A. Abbott (Air Despatcher) (RASC)
hebben eenenzestig jaar geleden op Nederland¬se bodem hun jonge levens gegeven voor de ons aller zo dierbare vrijheid.
(Jac. Arts, Groote Woordstraat 5, 5368AH Haren tel. 0412-462592, e-mail: s.arts@planet.nl)

Verzetsmonument voor Arnhem
Zestig jaar na het einde van de TWeede Wereldoorlog heeft de stad Amhem nu een monument ter herin¬nering aan het georganiseerd burgerverzet tegen de Duitse bezetter in de periode 1940-1945, Het gedenk¬teken is aangebracht op de achtergevel van het gebouw Musis Sacrum en het werd op 17 september jl. onthuld door de burgemeester van de stad, mevrouw Pauline Krikke. Het initiatief voor het oprichten van het monument kwam van de Amhem- veteraan Bob Peatling, die na de Slag om Arnhem gedurende de winter van 1944/1945 werd geholpen door het Verzet om uit de handen van de Duitsers te blijven. Het gedenkteken bestaat uit een grote foto

17 september 2005. Na afloop van de onthulling uan het monument uoor het Arnhems Verzet op de achtergevel van het gebouw Musis Sacrum, wordt de Amhem-vete- raan Bob Peatling door een televisieploeg geïnterviewd.
van een wilde wolkenlucht, die in zeefdruktechniek is afgebeeld op 128 aluminiumplaten van een meter bij een meter, met de tekst ‘De meeste mensen zwij¬gen, een enkeling stelt een daad’, (zie ook het artikel van Bob Peatling)
Het Verzet hielp 186 man terug over de Rijn!
In het Verenigd Koninkrijk is weinig bekend over het werk van de Verzetsbeweging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het organiseren van de ontsnappingsoperatie Pegasus I in oktober 1944 kostte een maand en resulteerde in een succesvolle ontsnapping over de Rijn van 138 officieren en man¬schappen, die na de Slag om Amhem in het gebied waren achter gebleven.
Het verhaal hierover is uitstekend beschreven door Majoor Digby Tatham Warter, commandant van A Company, 2nd Parachute Battalion. Het is getiteld ‘Dutch Courage and Pegasus’ en is in zijn geheel overgenomen in mijn boek ‘Without Tradition 2 Para 1941- 45’. Hierin wordt alle eer gegeven aan de Verzetsbeweging voor het organiseren van dit plan en voor het verkennen van de route gedurende de nachtelijke ‘spertijd’. Daarnaast waren er nog 48 andere mensen op de vlucht. Zij werden bijeenge¬bracht door mensen van het Verzet die hen bege-leidden op hun 50 km lange reis naar Sliedrecht, waar ze via het door rivieren doorsneden moerasge¬bied ‘De Biesbosch’ het bevrijdde gebied konden bereiken. Dit gebeurde in februari en maart 1945 tij¬dens twee tot vier uur durende tochten per kano gedurende ijskoude nachten. Sommige mensen van het Verzet maakten dit soort tochten iedere nacht. Zij waren echte helden!
Ik ben dit verhaal nooit tegengekomen in het Engels, maar iedereen die hieraan heeft deelgenomen, wordt, met de datum en het uur waarop ze aan de overkant arriveerden, genoemd in een Nederlandse publicatie uit 1998, getiteld ‘Gevangen op de Veluwe’, door W. Noordman.
Mijn eigen belangstelling gaat vooral uit naar de Arnhemse afdeling van het Verzet, omdat ik van 31 oktober tot en met 31 december 1944 bij hen door-bracht in het centrum van de stad. Nadat ik over hen had geschreven in mijn in 2004 verschenen boek ‘No Surrender at Arnhem’, nam ik kontakt op met de hoofdredacteur van de krant ‘De Gelder¬lander’ met de vraag: waarom is er in deze stad, waar zoveel monumenten zijn, geen gedenkteken voor de mensen die onder zulke gevaarlijke om¬standigheden zoveel risico’s voor ons namen?
Mijn ideeën werden serieus genomen. De Gelder¬lander maakte zijn lezers attent op het idee, er kwa¬men voorstellen en er werd geld ingezameld. Op 17 september van dit jaar werd het monument onthuld op de zuidmuur van Musis Sacrum in Arnhem.
Het Verzet was op de meeste plaatsen goed georga-niseerd. Voor mij vonden ze goede onderduikadres¬sen bij boeren, voor wie niets te veel was om mij te helpen. Op de laatste boerderij waar ik verbleef, had ik het geluk dat er acht kinderen verbleven, die mij oom Karei of oom Kees noemden! Ik zag hoe deze mensen werkten en zorgden. Ze vervalsten identi¬teitspapieren voor mensen die deze nodig hadden. Voor mij maakten ze een ‘Ausweis’ met foto, die zijn dienst bewees toen ik Arnhem wilde verlaten en ik werd aangehouden bij een controlepost. Ze vonden onderduikadressen en regelden voedsel voor wie dat nodig had. Toen een Joodse familie door de Duitsers werd ontdekt, werd hun dochtertje liefde¬vol in een gezin opgenomen. Iedere dag werd er naar de BBC geluisterd. Het nieuws werd uitgetypt, vermenigvuldigd en rondgebracht naar mensen op het platte land. Alles werd gedaan om de vijand tegen te werken. Op de verjaardag van koningin Wilhelmina in 1943 klom een man in een hoge fabrieksschoorsteen en schilderde ‘Lang Leve de Koningin’ van boven naar beneden. Het volgende jaar werd er een spandoek bevestigd aan de Arnhemse Rijnbrug met dezelfde tekst. De bezetter ergerde zich ongetwijfeld aan dit soort acties, maar de boodschap was duidelijk.
Het Ondergrondse Verzet betaalde een hoge prijs. Nadat ik eind december 1944 Arnhem had verlaten, werden vijf mannen uit mijn omgeving opgepakt door de ‘Sicherheitsdienst’. Slechts twee daarvan keerden in mei 1945 levend uit het kamp terug.
Wanneer u de volgende keer in Arnhem bent, be¬zoekt u dan vooral het monument voor het Verzet!
(Bob Peatling)

Bevoorradingsmand geschonken
Het Airborne Museum kreeg onlangs een Britse bevoorradingsmand. Het gaat hierbij om de zgn. buitenmand, die over een binnenmand werd heen- geschoven. Deze mand kwam op 21 september 1944 neer bij het huis Jacobaweg 9 in Oosterbeek en draagt aan de buitenkant de letter ‘T’. Volgens een ooggetuige hing hij aan een blauwe parachute. De inhoud bestond uit twee kisten met 6-ponder anti- tank munitie.
Na de oorlog is de mand jarenlang in gebruik geweest als wieg. Helaas zijn daar in dit geval geen foto’s van bewaard gebleven. Mocht u toevallig in het bezit zijn van foto’s waarop een dergelijke drop- pingsmand staat, die in gebruik is als wieg of reis¬mand, neemt u dan even contact op met het Airborne Museum. Daar wil men graag een kopie van zo’n foto in de collectie opnemen.

De bevoorradingsmand met daarop de letter T die tijdens de Slag om Arnhem voor het droppen van munitie werd gebruikt en die na de oorlog diende als wieg.
(Roland Boekhorst, behoudsmedewerker)

Rectificatie
Op pagina 3 van Ministory 87 (Nieuwsbrief no. 99) staat in het onderschrift de naam Miep Mekkink- Verdoorn, Mevrouw E. Staf uit Leidschendam liet ons via de auteur van de ministory weten dat dit moet zijn Miep Verdoorn-Van de Brink.

COLOFON

De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10 Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil.
Redactieadres: Utrechteseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download nieuwsbrief

Vrienden van het AIRBORNE Museum
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 85, februari 2002
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Jaarvergadering
Het bestuur nodigt u uit tot het bijwonen van de 22ste Algemene Ledenvergadering, tevens Jaarvergadering van de Vereniging Vrienden van hel Airborne Museum op zaterdag 6 april 2002. De bijeenkomst zal worden gehouden in Zalencentrum Lebret, Lebretweg 51 Oosterbeek (tel. 026-3333168), aanvang 10.30 uur.
De agenda ziet er als volgt uit:
1. Opening.
2. Overdracht voorzitterschap
3. Notulen Algemene Ledenvergadering van 7 april 2001
4. Algemeen verslag 2001
5. Financieel verslag 2001
6. Begroting 2002
7. Verslag Kascommissie
8. Benoeming reservelid Kascommissie
9. Rondvraag
10. Sluiting.

Het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag krijgt u bij binnenkomst, en het Verslag van de Kascommissie ligt een half uur voor de aanvang van de vergadering ter inzage bij de ingang van de zaal. U kunt het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag ook aanvragen bij de Penningmeester door een aan uzelf gerichte envelop met postzegel van 78 Euro-cent in een andere envelop te doen en die op te sturen naar de heer F. Miedema, Woudstralaan 24, 6862 XE Oosterbeek.
Tijdens deze jaarvergadering zal Chris van Roekel als bestuurslid en voorzitter aftreden. Zijn functie zal worden overgenomen door Ben Kolster. Er is besloten dit jaar geen nieuw lid toe te laten treden tot het bestuur.
Na afloop van de Jaarvergadering is er een gezamen-lijke lunch en een bezoek aan het Museum Vliegbasis Deelen. De kosten hiervoor bedragen € 10,-. Dit bedrag dient voor 1 april te zijn overgemaakt op girorekening 4403641 t.n.v. Penningmeester WAM te Oosterbeek, onder vermelding van ‘6 april’. Degenen die zich hiervoor hebben opgegeven, ontvangen bij binnenkomst in de zaal een voucher voor de lunch. U wordt vriendelijk verzocht zelf uw vervoer naar het Museum Vliegbasis Deelen te regelen. Leden die geen
vervoer hebben, kunnen dit opgeven bij E. Wijnhoud, tel. 026 3513100.

Evenementen-agenda 2002
In het jaar 2002 worden de volgende evenementen georganiseerd:
Vrijdag 22 maart: Bijeenkomst van leden van de WAM in het Airborne Museum, met als doel o.a. het uitwisselen van (historische) gegevens en nieuwtjes. Kortom, het sociale contact staat voorop, en daarmee kan om 19 30 uur worden begonnen.
Zaterdag 6 april: Jaarvergadering en middag-excursie.
Zaterdag 13 en zondag 14 april: Museumweekend en Perimeter-wandeling.
Zaterdag 20 april: Excursie Market Garden 2, in samenwerking met de Documentatiegroep ’40 – ’45. Zaterdag 25 mei: Boekenbeurs.
29 mei t/m 2 juni: Excursie Normandië, georganiseerd door het Airborne Museum.
Zaterdag 15 juni: Wandeling langs deel van de Perimeter, georganiseerd door de WAM.
25 augustus: Airborne Fietstour.
Zaterdag 7 september: 54e Airborne Wandeltocht. Zondag 8 september: Lezing Niall Cherry (nadere informatie volgt).
Vrijdag 20, zaterdag 21 en zondag 22 september: Herdenking van de Slag om Arnhem.
Zaterdag 12 oktober: Bus-excursie door het deel van de Betuwe dat tijdens de Slag om Arnhem een belangrijke rol heeft gespeeld, georganiseerd door de WAM.
Zaterdag 26 oktober: Pegasus Wandeltocht, Lunteren- Renkum.
Zaterdag 2 november: Lezing Marcel Zwarts over de Duitse voertuigen bij de Slag om Arnhem.

Expositie
Op 19 april zal in hel Airborne Museum de expositie ‘Market Garden in miniatuur’ worden geopend. Ons lid Guy DeLillio uit de Verenigde Staten heeft in de loop der jaren een groot aantal diorama’s gemaakt, op
De Nieuwsbrief verschijnt vier keer per jaar schaal 1 : 76, die betrekkingen hebben op operatie Market Garden. Tijdens een voorbereidend bezoek van DeLillio aan Oosterbeek in juni 2001 zijn er hiervan veertien geselecteerd, die in de maand januari naar het museum zijn opgestuurd.
Theo Diepenbroek, vrijwilliger in het museum, zal deze diorama’s, die in onderdelen verzonden zijn, weer samenvoegen en zonodig aanvullen. Cuy heeft hiervoor een hoeveelheid losse onderdelen meegestuurd zoals bomen, soldaatjes, etc. In de expositieruimte van het museum zullen deze diorama’s op een originele manier opgesteld worden. Daarbij zullen voorwerpen tentoongesteld worden die betrekking hebben op de locaties die door de diorama’s worden uitgebeeld.
Foto’s van DeLillio’s werk zijn eerder gepubliceerd in het november nummer van het Engelse tijdschrift Military Modeling. Een aantal jaren geleden waren foto’s van zijn modellen in het Imperia! War Museum in Londen te zien. De expositie is mede mogelijk door sponsoring van de MBNA bank in Amerika, die een deel van de hoge transportkosten voor haar rekening heeft genomen. Guy DeLillio hoopt gelijktijdig een fotoboek van zijn modellen uit te geven, hoewel de exacte datum van verschijnen nog niet vaststaat. De expositie is te zien van 19 april tol en met 3 november 2002.

Hel ‘Mae West’ reddingsvest dat tijdens de bevoorradings- vluchten boven Oosterbeek werd gedragen door Flight Engineer T. Haig.
(foto: Roland Boekhorst)

Het verhaal van een ‘Mae West’ reddingsvest
In september 1997 ontving het Airborne Museum een ‘Mae West’ reddingsvest van Mr. T. Haig, die hij tijdens de Slag om Arnhem als Flight Engineer van 620 Squadron RAF had gedragen. Op 17 september 1944 vertrok een aantal vliegtuigen van dat squadron vanaf de basis Fairford naar Arnhem. Een daarvan was toestel EF 303 met de vol-gende bemanning: pilot H.M. McLeod, navigator R. Newton, air bomber H. Bate, flight engineer T. Haig, radio operator C.C. King, air gunner J.R. Thomas en twee leden van het Royal Army Service Corps.
Twee dagen later vloog dezelfde bemanning met een ander toestel, de LJ 830, naar Arnhem om daar voor-raden te droppen. Samen met 35 andere vliegtuigen vertrokken zij om 13.30 uur, en kwamen om 18.10 uur terug op hun basis. De volgende missie vond plaats op 21 september. De LJ 830 vertrok om 18.10 uur voor een bevoorradings- vlucht naar de regio Arnhem, maar keerde daarvan niet terug.
Ter hoogte van Oosterbeek werd het vliegtuig aange-vallen door Duitse Focke Wulf jachtvliegtuigen, en werd het geraakt door luchtafweer. De achterste geschutskoepel werd getroffen, en boordschutter J.R. Thomas werd eruit geslingerd. Zijn lichaam kwam neer in een gebied westelijk van de Van Borsselenweg en noordelijk van de Van der Molenallee. Daar heeft hij ook zijn veldgraf gekregen. Later is hij herbegraven op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek (Plot 21.C.15). De Stirling kwam neer in de buurt van Renkum. Daarbij kwamen de twee militairen van het Royal Army Service Corps om. Waarschijnlijk waren dit S.L. Churchyard en J.F. Johnston.
De rest van de bemanning kwam er wel levend uit. McLeod and Bate werden gevangengenomen. Newton, King en Haig wisten zich schuil te houden in de bossen tussen Renkum en Wageningen. Ze zijn daar de volgende dag gevonden door een verzetsman, die hen geholpen heeft om met Operatie Pegasus I over de rivier te ontsnappen. (Roland Boekhorst, behoudsmedewerker)

Foto Stirling geïdentificeerd
Dat zelfs 57 jaar na de Slag om Arnhem nog foto’s die daarop betrekking hebben, kunnen worden geïdentificeerd, blijkt uit het volgende.
Een van onze (bestuurs-)leden, Cees van den Bosch, houdt zich (en anderen) al jaren bezig met een historisch onderzoek naar een gecrashte Stirling bommenwerper in het bosgebied Planken Wambuis bij Ede (zie Ministory No. 57). Ook is hij geïnteresseerd in het functioneren van de z.g. Air Despatchers van het Royal Army Service Corps, die tijdens de Slag verantwoordelijk waren voor het afwerpen van voorraden vanuit de lucht.
Naarstig was Cees al die tijd op zoek naar een grond- foto van het neergestorte toestel. Een luchtfoto was hem bekend (zie de genoemde Ministory), maar daarop zijn uiteraard geen details zichtbaar/
Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling “‘Green On’, Air Despatchers, de vergeten helden van Arnhem” zag hij twee jaar geleden in het Airborne Museum een foto van het wrak van een Stirling. De begeleidende tekst verwees naar de LJ 883, het toestel dat onderwerp was van Cees’ onderzoek. Echter, het getoonde vliegtuig lag ‘gewoon’ op de buik op de grond, terwijl de gezochte bommenwerper bij de buik-/crashlanding over de kop was geslagen. Althans, dat was de lezing van een van de twee overlevende bemanningsleden van destijds, Flight Sergeant George Wood, staartschutter.
Cees vestigde de aandacht op het verkeerde onderschrift, en het werd gewijzigd. De veranderde tekst riep ook weer vraagtekens op bij de onderzoeker, met name waar het de namen van omgekomen Air Despatchers betrof.
In de eerste plaats was er de vraag: welke Stirling is dan wèl te zien op de foto in het Airborne Museum? De oorspronkelijke locatie-aanduiding verwees nadrukkelijk naar Planken Wambuis, en in de omgeving daarvan kwam maar één toestel in aanmerking: de LJ 883.
Geert Maassen, archivaris van de gemeente Renkum, bleek in het bezit te zijn van een serie foto’s, gemaakt op 18 april 1945 door een Britse legerfotograaf, die een route volgde vanuit Arnhem richting Ede. Een daarvan toont een Stirling-wrak, gefotografeerd vanuit een iets andere positie, maar zeer duidelijk hetzelfde vliegtuig als in het museum te zien is. Ook is, net als overigens op de andere foto, heel goed een veldgraf zichtbaar, van wellicht een van de bemanningsleden. De volgende foto van deze serie is van een tijdelijke militaire begraafplaats op een terrein noordelijk van de rijksweg richting Ede, ten westen van het restaurant Planken Wambuis. Het is bekend dat hier o.a. de omgekomen bemanningsleden (op één na) van het bovengenoemde vliegtuig een eerste rustplaats hadden gekregen. De foto die vooraf gaat aan die van de Stirling, is gemaakt een eindje ten oosten van de eerder genoemde Edese horecagelegenheid.
Omdat in de serie dus een duidelijke lijn zit, konden we aannemen dat het vliegtuigwrak in (de omgeving van) het bosgebied Planken Wambuis is gefotografeerd. Een nauwkeurige bestudering van de eerder genoemde luchtfoto èn de daarop volgende uit de reeks, onder andere met behulp van een stereoscoop, leerde dat een grote slagschaduw van de staart zichtbaar was. Dat zou dus niet kunnen als het toestel ondersteboven lag! Mede ook gezien de lichtinval kwamen Cees en de redactieleden Geert Maassen en Robert Voskuil tot de slotsom dat het wrak op de twee grond- foto’s (toch) de LJ 883 moet zijn. En dat het dus niet anders kan dan dat George Wood zicht vergiste, hetgeen niet verwonderlijk is gezien de chaotische en gevaarlijke situatie waarin hij kort na de crash verkeerde. Dat verklaart dan meteen ook dat ene veldgraf, want zoals hierboven vermeld werd de bemanning op één na op het tijdelijke kerkhof ter aarde besteld.
Het slot van dit verhaal is dus dat het vliegtuig op de twee oorlogsfoto’s (één in het Airborne Museum en één in het Gemeentearchief Renkum) de Stirling met het serienummer LJ 883 (oproepcode V8K) is. Het toestel, van het 570e Squadron van de Royal Air Force, was destijds gestationeerd op de vliegbasis Harwell in Berkshire, en was met piloot Flying Officer William Kirkham een van de 13 van dezelfde eenheid die voorbestemd waren om op zaterdagmiddag 23 sep-tember 1944 een bevoorradingsmissie naar Arnhem te vliegen. De afloop is bekend: de bommenwerper werd aangeschoten door Flak, en stortte neer. Zes bemanningsleden kwamen daarbij om, en werden uit-eindelijk begraven op het Airborne Kerkhof te Oosterbeek. (Zie Ministory no. 57)

Het wrak van de Stirling LI 883 in hel gebied Planken Wambuis, waarschijnlijk gefotografeerd in oktober 1944. Rechts vooraan het veldgraf van Flying Officer (Air Bomber) Ernesl C. Brown.
(foto: collectie Airborne Museum)

‘Arnhem in de Jaren Dertig’
Het Gemeentearchief Arnhem heeft onlangs een cd- rom uitgebracht met 71 foto’s uit de jaren dertig van de 20l‘ eeuw. Deze afbeeldingen maken deel uit van een collectie van 136 glasnegatieven met Arnhemse straatbeelden, die werden gemaakt tussen 1930 en 1940, en die recent door het archief werden verworven. De oorspronkelijke opdrachtgever was Uitgeverij Spaarnestad BV, uitgeefster van geïllustreerde tijd-schriften.
De foto’s tonen de Gelderse hoofdstad zoals die er uit-zag vlak voor de Tweede Wereldoorlog, een periode waarin de Slag om Arnhem en de daarop volgende oorlogshandelingen het stadsbeeld ingrijpend zouden aantasten. De fraaie, haarscherpe foto’s zijn gerang-schikt per onderwerp. Vooral de afbeeldingen van het Rijnhotel, Onderlangs, de Oude haven en de Rijnbrug geven een goed beeld van de bebouwing zoals de Britse Airborne troepen die aan troffen toen zij op 17 september 1944 de stad binnentrokken.
De cd-rom is verkrijgbaar bij het Gemeentearchief Arnhem, Westervoortsedijk 2, 6827 AS Arnhem (tele-foon 026 3773650) en in het Airborne Museum. Prijs: € 10.

Oproep
Hoe was de berichtgeving in 1944 over de strijd bij Arnhem en wie waren de verslaggevers? Met dit onderwerp houd ik mij momenteel bezig. Van Britse zijde werd de berichtgeving verzorgd door een ‘Public Relations Team’, bestaande uit fotografen, filmers en verslaggevers van de BBC en de schrijvende pers. Van Duitse zijde waren fotografen, filmers en journalisten ingedeeld bij de zogenaamde ‘Propaganda Kompanien’. In het bijzonder over deze laatstgenoemde eenheden is heel weinig bekend. Alles hierover kan waardevol zijn voor mijn onderzoek. Hebt u informatie over dit onderwerp en wilt u mij hiermee helpen, dan kunt u contact opnemen met: Bob Gerritsen, Kennedystraat 4A, 6921 CW Duiven, telefoon 0316-263743, e-mail: Bob.Gerritsen@icu.nl.

‘Arnhem’ door A.D. Harvey
Sinds oktober 2001 verschijnt bij de Britse uitgeverij Cassell & Co in Londen de serie ‘Cassell’s Fields of Battle’ onder redactie van Richard Holmes. Holmes, die reeds verschillende boeken op zijn naam heeft staan, is in Nederland vooral bekend geworden door de BBC TV-serie “War Walks”, waarvan een van de laatste ‘Arnhem’ als onderwerp had.
In een poging om nog iets origineels te vinden, heeft de auteur van het deel ‘Arnhem’, A.D. Harvey, er voor gekozen de Slag om Arnhem te beschrijver vanuit het gezichtspunt van de commandanten. Zoals was te verwachten, levert dit geen nieuwe gezichtspunten op. Hij stelt dat de slag voornamelijk werd verloren door de slechte leiding bij de Britten, en door een combinatie van factoren, waarbij het gebrek aan voldoende geallieerde strijdkrachten gedurende de eerste dagen de belangrijkste was. De snelle Duitse reactie op de landingen maakte het voor de Britten onmogelijk om de eenheid van Frost bij de Rijnbrug te versterken.Voor de meeste Nederlanders zijn dit geen nieuwe gezichtspunten, maar misschien voor sommige Britten wel.
De eerste twee hoofdstukken, waarin Harvey het concept en de planning bespreekt, zijn het beste deel van het boek. In de overige hoofdstukken, over het verloop van de slag, komen we nogal wat foutjes tegen. Af en toe zelfs merkwaardige uitspraken. Enkele voorbeelden: op pagina 50 wordt gezegd dat er volgens generaal Urquhart te weinig plattegronden van Arnhem waren. Volgens Harvey waren er alleen maar plattegronden die door de burgers aan de Britten werden gegeven. Dit is onjuist, want zowel het archief van het Airborne Museum als verschillende verzamelaars bezitten plattegronden van Arnhem die de Britse troepen bij zich hadden, en die door de militaire autoriteiten in 1944 in Engeland waren uitgegeven. Op pagina 51 geeft de auteur aan dat de Amerikaanse Air Support Teams onvoldoende geoefend waren. Zijn bron voor deze veronderstelling is vermoedelijk het boek ‘Een brug te ver’. Het museumarchief beschikt echter over een brief van een van de leden van dit team, die aangeeft dat zij wel degelijk goed opgeleid waren op het type radiotoestel dat in Arnhem werd gebruikt.
De Duitsers zouden drie burgers bij Ede doodgeschoten hebben naar aanleiding van door de Geallieerden uitgeworpen pamfletten. Er zijn op 16 september 1944 weliswaar drie burgers in Ede in de bosjes tegenover de Simon Stevinkazerne gefusilleerd, maar niet naar aanleiding van uitgeworpen pamfletten. Volgens Flarvey moest de verkenningseenheid van de Britten langs de Amsterdamseweg optrekken naar Arnhem (pagina 57). Dit is onjuist, ze namen de weg ten noorden langs de spoorlijn Ede-Arnhem. Op de kaart op pagina 60/61 staat landingszone ‘Z’ voor de T’ Airlanding Brigade, en landden de Polen op 18 sep-tember op landingszone ‘L’. Dit is onjuist Veldmaarschalk Model had niet zijn hoofdkwartier in Hotel Hartenstein, zoals op pagina 64 vermeld staat, maar in Hotel De Tafelberg. Óm de sterkte van de eenheid van Krafft op “ruim 300” man te stellen (pagina 68), is wel erg overdreven. Het le Parachutistenbataljon onder Dobie volgde niet de route van de ver-kenningseenheid (pagina 68) maar de Amsterdamse-weg. Het kaartje op pagina 74 laat daarentegen zien dat het lc Parachutistenbataljon langs de spoorlijn oprukt. Op pagina 75 komen we weer het onjuiste verhaal tegen van de betonnen bunker op de Arnhemse Rijnbrug, die nu zelfs door 6-ponder anti- tankgranaten vernield wordt! Dit is slechts een kleine keuze uit een groot aantal missers. Jammer, want het boek leest vlot. Met een beetje meer moeite was het een betere publikatie over Arnhem geworden. Als u het koopt, lees het dan wel met de nodige reserve. Overigens probeert het museum het boek toch in de verkoop te krijgen.
A.D. Harvey, ‘Arnhem’, Cassell & Co, Wellington House, 125 Strand, Londen 2001,
ISBN 0-304-35699-9, 217 pagina’s, geïllustreerd, prijs £ 14,99. De prijs in euro’s is nog niet bekend.
(Wybo Boersma)

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 83, augustus 2001
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

‘Engels weekend’ werd groot succes
Dankzij het initiatief van Niall Cherry, de vertegen-woordiger van de Vereniging Vrienden in het Verenigd Koninkrijk, reisden vierentwintig Britse leden eind juni naar Oosterbeek om daar deel te nemen aan een unieke driedaagse battlefieldtour.
De groep verzamelde zich op vrijdagmorgen 22 juni in het Airborne Museum, waar zij werden verwelkomd door een aantal Nederlandse leden, waarna een rondleiding volgde met een bezoek aan de nieuwe archief-ruimte op de bovenste verdieping. Na de lunch begon de eerste wandeling in regen- en stormachtig weer. In twee groepen vertrokken we in noordelijke richting om daar achtereenvolgens de Stationsweg, de Airborne Begraafplaats, Hotel Dreyeroord, de Dreyenseweg en ‘Hackett’s Hollow’ aan de Valkenburglaan te bekijken.
’s Avonds was er een ontvangst in het museum, en kon een bezoek worden gebracht aan de opslagplaats en aan de ruimte waar voorwerpen worden gerestaureerd en geconserveerd.
Op zaterdag 23 juni werd gewandeld onder veel betere weersomstandigheden. Beginnend bij het museum werd gelopen langs de posities van het Border Regiment, vanaf de Hoofd laan tot aan de Westerbouwing, waar een uitstekende en welkome lunch werd gebruikt.
Hierna bezochten we het Drielse Veer, en wandelden we via het Kerkpad naar de Oude Kerk, waarbij we ook langs het huis van Kate ter Horst kwamen. Na een korte rustpauze liepen we terug naar Hartenstein, langs de plaats waar de wasserij van Van Hofwegen heeft gestaan, en langs de Tafelberg, dat waarschijnlijk zal worden afgebroken, maar waarvan hopelijk het voorste deel blijft bestaan.
Zondag 24 juni verzamelden we op de parkeerplaats bij het museum, waar we werden verdeeld over een aantal originele oorlogsjeeps en andere militaire voertuigen. Vervolgens vertrokken voor een tocht naar de landingsterreinen, waarbij we gebruik konden maken
van wegen die niet geschikt zijn voor gewone auto’s. Daarna volgden we de route van de jeeps van het Reconnaissance Squadron in hun poging om Arnhem te bereiken. We bezochten de plaats waar deze eenheid in een Duitse hinderlaag terechtkwam, en nadat we met de jeeps door de tunnel onder de spoordijk waren gereden, keerden we terug naar Wolfheze. Jn het middagprogramma waren opgenomen bezoeken aan het landingsterrein van de Poolse gliders op de Johannahoeve, de Acacialaan, de spoorbrug, het St. Elisabeths Gasthuis, het huis op de Zwarteweg waar Generaal Urquhart zich verborgen heeft gehouden, de Rijnbrug en Driel.
Graag wil ik namens de groep onze Nederlandse gas-theren: Eugène Wijnhoud, Jaap Korsloot, Robert Sigmond, Erik van der Meiden, Martijn Cornelissen en Martin Peters hartelijk danken voor de tijd die ze hebben besteed om onze kennis te vergroten over de strijd bij Arnhem in september 1944.
Ik denk dat ik namens alle deelnemers spreek wanneer ik zeg dat het weekend een groot succes was. Wanneer in de toekomst opnieuw een dergelijk evenement wordt georganiseerd, zal ik tot de eersten behoren die zich hiervoor inschrijft.
(Paul Hanson, Coventry, Verenigd Koninkrijk)

Deelnemers aan het ‘Engelse Weekend’ van 22 tot 24 juni 2001, poseren voor het Airborne Museum.
(foto 23 juni 2001: Berry de Reus)
De Nieuwsbrief verschijnt vier keer per jaar

‘Engels weekend’ 2003
Graag wil ik iedereen, zowel de Nederlandse organi-satoren als de deelnemers, bedanken voor hun deel-name aan het ‘Engelse weekend’. Een volgende battle- fieldtour, met een geheel ander programma, zal worden voorbereid voor 2003. Iedereen die hiervoor belangstelling heeft en daarover ideeën of suggesties heeft, kan contact met mij opnemen.
(Niall Cherry)

Excursie in het gebied van Nijmegen
Op zaterdag 6 oktober a.s. organiseert onze vereniging een busexcursie door het gebied rond Nijmegen. Het was 57 jaar geleden het middelste gedeelte van de ‘Corridor’, en het operatiegebied van de 82e Amerikaanse Airborne Divisie. De excursie zal worden geleid door Jacques Haegens. Marcel Anker zal uitleg geven op het laatste punt.
Het programma ziet er in grote lijnen als volgt uit: 09.00 uur: Vertrek van de bus vanaf het parkeerterrein bij de Goede Herderkerk in Oosterbeek, oostelijk van het Airborne Museum, naar Grave, waar we met de eigenlijke excursie beginnen. Via de Maasbrug gaan we naar de landingszones bij Overasselt, om daarna een bezoek te brengen aan de (voormalige) sluisbrug bij Heumen, en aan de plaats waar de tijdelijke begraafplaats van de 82e Amerikaanse Airborne Divisie lag. Daarna gaan we een aantal plaatsen bekijken op de landingszones in de omgeving van Groesbeek, zoals de DZ van het 508e Regiment en het gebied ‘De Bruuk’, waar luitenant-generaal Frederick A.M. Browning landde met zijn hoofdkwartier (Ist Airborne Corps). In het bos achter hotel de Wolfsberg bezoeken we de plaats waar brigade-generaal James M. Gavin (commandant van de 82l‘) zijn hoofdkwartier had.
Ca. 13.00 – 14.00 uur: LUNCH in de ‘Oude Molen’ in Groesbeek.
14.00 uur: Vertrek in de richting van Nijmegen. Bezoek aan de Canadese begraafplaats. Via Sionshof rijden we langs het schoolgebouw aan de Heyendaalseweg, waarin een deel van de op 26 september 1944 uit Oosterbeek teruggekeerde Airbornes werd opgevangen. Vervolgens rijden we via het Keizer Karelplein, de Oranjesingel en het Valkhof naar de Waalkade, waar we een goed overzicht hebben op de Waalbrug. Via de Hezelpoort en het Waterkwartier gaan we naar het kantoor van de NUON bij de centrale. Vanaf het dak hebben we een prachtig uitzicht over de plaats waar op 20 september 1944 majoor Julian Cook met het 3e Bataljon van het 504e Regiment onder zwaar Duits vuur de Waal overstak.
De kosten voor deelname bedragen ƒ 65,- per persoon. Hiervoor krijgt u de bustocht, de lunch en de excur- siegids. Dit bedrag kan worden overgemaakt op post- gironummer 4403641 van de Vereniging Vrienden, onder vermelding van ‘Corridor Excursie’. Het geld moet uiterlijk 27 september a.s. binnen zijn. Inschrijvingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Er zijn maximaal 47 plaatsen beschikbaar. Bij overtekening krijgt u bericht als u niet mee kunt.

Lezing The Border Regiment
Op zondagmiddag 7 oktober a.s. zal de conservator van ‘The Border Regiment and King’s Own Royal Border Regiment Museum’ in Carlisle Castle, Mr. Stuart Eastwood, een lezing houden in restaurant Schoonoord (Pietersbergseweg 4) in Oosterbeek. De lezing begint om 14.00 uur. De heer Eastwood is een van de auteurs van het boek ‘When Dragons Flew, an illustrated history of the lsl Battalion The Border Regiment 1939-1945’, dat in 1994 verscheen. In zijn voordracht, die uiteraard in het Engels wordt gegeven, wil hij een aantal aspekten van de geschiedenis van dit bataljon de revue laten passeren, waaronder de akties op Sicilië in juli 1943. De toegang is gratis, maar in verband met de beperkte ruimte (ca. 60 plaatsen) wordt iedereen die er bij wil zijn vriendelijk verzocht zich vóór 27 september a.s. op te geven bij Eugène Wijnhoud, Bernardlaan 41-1, 6824 LE Arnhem, telefoon 026 3513100, e-mail E.Wijnhoud@12move.nl.

Themamiddag op 3 november a.s.
Op zaterdag 3 november a.s. organiseert onze vereniging een themamiddag in Zalencentrum ‘Lebret’ aan de Lebretweg in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30 – 14.00 uur: Ontvangst van de leden.
14.00 – 15.00 uur: Lezing met dia’s over de 9th (Airborne) Field Company Royal Engineers door Patrick Pronk. Patrick is de auteur van het dit voorjaar verschenen boek ‘Airborne Engineers, The Shiny 9th, an illustrated history of the 9th (Airborne) Field Company Royal Engineers 1939-1945’
15.00 – 15.45 uur: PAUZE
15.45 – 16.30 uur: Vertoning van een film over de Slag om Arnhem.
Ca. 17.00 uur: Einde themamiddag.

Op 22 juni jl. bezocht de 50.000e leerling het Airborne Museum in het kader van het Scholenproject. Hij kreeg van Vriendenvoorzitter Chris van Roekel een aantal cadeaus als aandenken aan deze dag. (foto Berry de Reus)

50.000e leerling
Viijdag 22 juni jl. was een bijzondere dag voor het Airborne Museum. Toen mocht de 50.000e leerling worden verwelkomd die ‘Hartenstein’ bezocht in het kader van het ‘Scholenproject’. Dit werd 17 jaar geleden ontwikkeld door Chris van Roekel namens de Vereniging Vrienden om schoolkinderen op een educatief verantwoorde manier te laten kennismaken met de Slag om Arnhem. Het is zo gemaakt dat onderwijzers het in hun eigen pedagogische situatie kunnen inpassen, en zo de leerlingen op een goede manier kunnen voorbereiden op een bezoek aan het museum. Sinds enige tijd staat het project geheel op internet, en kan men het daarvan afhalen.
De 50.000e leerling was Patrick Meijer van de basis-school de Arendhorst uit Ermelo. Hij kreeg, samen met een aantal klasgenoten een VIP-ontvangst, waarbij onze voorzitter Chris van Roekel als gastheer optrad.

Jachthoorn van Frost is terug
Het vorige nummer van de Nieuwsbrief was al naar de drukker toen het bericht binnenkwam dat de jachthoorn van John Frost, die in augustus 1998 uit het Airborne Museum werd gestolen, was teruggebracht. John Dutton Frost, die werd geboren in 1912, volgde een militaire opleiding in Wellington en Sandhurst. Hij werd ingedeeld bij The Cameronians (The Scottish Rifles), en diende in Engeland en Palestina. In juni 1938 werd hij geplaatst bij de Iraq Levies, een eenheid bestaande uit Assyriërs, Koerden en Arabische nomaden. Deze eenheid moest RAF vliegvelden en installaties bewaken, en eventueel de toevoerlijnen naar Jordanië open houden. Hun basis was het RAF vliegveld in Habbaniyah in het huidige Irak. Frost kreeg in de rang van kapitein het bevel over Landing Ground No. 5.
De Britse officieren hadden op de basis een jachtclub met de naam ‘The Royal Exodus Hunt’. Nadat Frost twee jaar dienst had gedaan in het Midden-Oosten, liep in 1940 zijn detachering af, en in december van dat jaar werd hij overgeplaatst naar Engeland. Tijdens de afscheidsparty kreeg Frost van de leden van de jachtclub een koperen jachthoorn met een zilveren mondstuk. In de hoorn staat de volgende inscriptie: ‘Capt. J.D. Frost, with best wishes from the members of the Royal Exodus Hunt’. In zijn boek ‘A Drop Too Many’ beschreef hij de jachthoorn als: ‘Een van de beste cadeaus die ik ooit gekregen heb’.
Na zijn terugkeer in Engeland volgde een korte plaatsing bij zijn oude regiment The Cameronians (The Scottish Rifles), waarna hij zich vrijwillig meldde bij het nieuw opgerichte Parachute Regiment. Op 27 februari 1942 leidde hij de aanval op een Duits radar- station bij Bruneval aan de noordkust van Frankrijk. Als commandant van het 2e Parachutisten Bataljon nam hij vervolgens deel aan de strijd in Noord-Afrika. Bij de landing bij Oudna in Tunesië op 29 december 1942 gebruikte John Frost de jachthoorn om zijn troepen te laten weten waar hij was: ‘Having landed, I made for a small mound at the edge of the dropping- zone and sounded a note or two on my hunting-horn (the one which I had been given when I left Habbaniyah) to let people know where I was.’
Op 17 september 1944 landde Frost met zijn bataljon bij Wolfheze. Ook hier gebruikte hij zijn jachthoorn om zijn troepen te verzamelen. Tijdens de gevechten bij de Rijnbrug raakte Frost gewond, en werd hij door de Duitsers gevangengenomen. Hierbij raakte hij zijn jachthoorn kwijt. In juli 1945 hield de heer E.R. Oosterwijk als lid van de Nijmeegse Luchtbeschermingsdienst toezicht op de opruimwerkzaamheden bij de Rijnbrug in Arnhem. Tijdens het laden van puin op een vrachtauto zag hij tussen de stenen iets glinsteren in de zon. Toen hij het opraapte, zag hij dat het een gedeukte jachthoorn was. Oosterwijk nam het voorwerp mee, maakte het schoon en deukte het een beetje uit. Op de hoorn zag hij een inscriptie waaruit bleek dat deze had toebehoord aan Captain J.D. Frost. Jarenlang bewaarde hij de hoorn thuis, maar in september 1997 nam hij contact op met het Airborne Museum. Hij besloot het bijzondere voorwerp te schenken aan het museum, waar het werd tentoongesteld in de vitrine met recente aanwinsten. In de nacht van 13 op 14 augustus 1998 werd de conservator gewekt door het alarm. Het bleek dat in het museum was ingebroken. Daarbij was de jachthoorn gestolen. Ondanks uitgebreide naspeuringen bleef het voorwerp meer dan tweeëneenhalf jaar spoorloos. Op een zeker moment kwam een inwoner van Arnhem de hoorn op het spoor. Dankzij zijn bemiddeling kwam het kostbare kleinood uiteindelijk eind mei jl. weer terug in het Airborne Museum.
(Wybo Boersma)

Frosts jachthoorn met inscriptie, die onlangs werd terug-gevonden.
(foto: Berry de Reus)

‘Old soldiers never die’
Van 7 september tot en met 4 november 2001 wordt in het Airborne Museum een expositie gehouden van portretfoto’s van Britse veteranen, onder de titel ‘Old soldiers never die’. De foto’s zijn genomen door Pim Limbeek uit Veenendaal. Een aantal jaren geleden raakte Pim tijdens de herdenkingen van de Slag om Arnhem onder de indruk van de karakteristieke gezichten van de veteranen. Vooral tijdens de jaarlijkse dropping op de Ginkelse Heide bij Ede kreeg hij de gelegenheid om hen op de gevoelige plaat vast te leggen.
Dit resulteerde in de loop der jaren in een indrukwek-kend archief van portretfoto’s. Om veteranen en andere belangstellenden in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van zijn werk zocht Limbeek naar een gelegenheid om zijn foto’s in september te exposeren. Het Airborne Museum geeft hem nu deze mogelijkheid. Ruim dertig foto’s worden geëxposeerd. Niet alle namen zijn bij de fotograaf bekend. Vandaar dat de bezoeker die iemand op een foto herkent, een naamkaartje kan invullen.

‘German Armored Units at Arnhem’
Aan de immer groeiende reeks boeken over de Slag om Arnhem is onlangs een nieuwe titel toegevoegd: ‘German Armored Units at Arnhem, September 1944′, samengesteld door ons lid Marcel Zwarts. Marcel is een expert op het gebied van Duitse gepantserde voertuigen, en in de afgelopen jaren heeft hij een uitgebreide collectie foto’s en gegevens over dit onderwerp bijeengebracht. De meeste afbeeldingen die hij heeft verzameld waarop voertuigen staan die deelnamen aan de Slag om Arnhem, in totaal 166 stuks, zijn in dit fotoboek afgebeeld. Veel daarvan zijn nooit eerder gepubliceerd. De afbeeldingen van de voertuigen zijn in de eerste plaats gerangschikt per eenheid en verder volgens tijdstip en plaats. Het betreft opnamen uit zowel 1944 als 1945.
De onderschriften, waarin veel technisch details van de afgebeelde voertuigen worden genoemd, getuigen van Marcels encyclopedische kennis van het onderwerp. Naast de foto’s zijn in het boek zestien prachtige tekeningen in kleur opgenomen van Duitse pant-servoertuigen zoals die bij Arnhem hebben geopereerd. Een buitengewoon informatieve uitgave! Het boek telt 72 pagina’s, en werd in de serie ‘Armor at War’ uitgegeven door Concord Publications Company in Hong Kong, ISBN 962-361-691-0. Het is verkrijgbaar in het Airborne Museum, en kost ƒ 37,50 (Robert Voskuil)

‘Battlefields of the Second World War’
Battlefield-tourisme is geen nieuw verschijnsel. Reeds kort na de Eerste Wereldoorlog bezochten duizenden mensen de slagvelden in België en het noorden van Frankrijk. In Engeland waren het vooral Major en Mrs. Holt die in de jaren zeventig begonnen met een commerciële aanpak van tochten naar slagvelden over de gehele wereld. Vele touroperators hebben hen nagevolgd.
De BBC heeft op deze trend ingehaakt met een serie uitzendingen over slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. Deze werd gevolgd door een reeks over de Tweede Wereldoorlog. Richard Holmes, professor in ‘Military and Security Studies’ aan de Cranfield University en aan het Royal Military College of Science, presenteert de uitzendingen. Dit najaar wordt aandacht besteed aan de gevechten bij El Alamein, Monte Cassino, en Operatie Market Garden, en aan de bombardementen van de Royal Air Force op Duitsland. Het begeleidende boek bij deze uitzendingen, dat eveneens werd geschreven door Richard Holmes, is onlangs verschenen onder de titel ‘Battlefields of the Second World War’. We zullen ons beperken tot het hoofdstuk over operatie Market Garden. Dit beslaat 40 pagina’s van de 224. Echt nieuwe feiten komen er niet in voor, maar dat is ook nauwelijks mogelijk. Wel gaat Holmes dieper in op de controverse tussen de verschillende geallieerde opperbevelhebbers. Ook de keuze van deze comman-danten wordt ter discussie gesteld. Hierbij wordt veldmaarschalk Montgomery niet gespaard. De radioverbindingen, de grond-luchtverbindingen, Brownings hoofd kwartier, de onverwachte sterkte van de Duitse troepen, en generaal Sosabowski staan ter discussie. Ook het negeren van de gegevens van het Nederlandse verzet, en de problemen door de smalle opmarsweg voor het grondleger komen aan bod. Ruime aandacht wordt besteed aan het succesvolle Amerikaanse optreden in het zuiden.
Een samenvatting is nauwelijks te geven, want er wordt veel in weinig woorden behandeld, en dat is ook het sterke punt van dit hoofdstuk. Ondanks de beperkte ruimte geeft Holmes een uitstekende analyse van de operatie. De beschrijving van de eigenlijke battlefieldtour over het slagveld beperkt zich in het algemeen tot een aantal bruggen, vanaf de Joe Mansbrug over het Maas-Scheldekanaal tot aan de brug in Arnhem, en tot bezoeken aan het Airborne Museum, de landingszones en de Airborne Begraafplaats.
Het boek is niet opgezet als een echte battlefield-gids, daarvoor is John Waddys uitgave, ‘A Tour of the Arnhem Battlefield’ veel geschikter.
De publicatie is helder geschreven. Helaas is in de tekst een enkele storende fout geslopen. Zo is het niet juist dat het Nederlandse verzet het mogelijk gemaakt heeft dat de haven van Antwerpen onbeschadigd in geallieerde handen kwam. Die eer komt toe aan de verzetsbeweging van onze zuiderburen.
‘Battlefields of the Second World War’ door Richard Holmes, telt 224 pagina’s, is geïllustreerd met foto’s en kaarten, en werd uitgegeven door BBC Worldwide Limited, Woodlands, 80 Woodland Lane, London W12 OTT, (ISBN 0 563 53782 5). De prijs bedraagt £ 17,99.
(Wybo Boersma)

Pegasus Wandeltocht
De 18e Pegasus Wandeltocht vindt dit jaar plaats op 27 oktober. Deze tocht volgt voor een groot deel de route die in de nacht van 22 op 23 oktober 1944 werd afgelegd tijdens operatie Pegasus 1. Daarbij werd een groot aantal geallieerde militairen met behulp van het Nederlandse verzet over de Rijn gezet, en overgebracht naar bevrijd gebied.
Voor informatie en inschrijving kunt u bellen naar het VVV: 0318 614444.

Download