MINISTORY VIII
DE GESCHIEDENIS VAN DE 17-PONDER KANONNEN IN HET PARK HARTENSTEIN. I.
Ze staan er bijna net zo lang als ons Museum in Huize “Hartenstein” is gehuisvest. Sinds 1945 zijn ze verschillende keren verplaatst: van hun laatste stelling naar de plaats waar nu het Oosterbeekse Airborne Monument is, toen naar Kasteel Doorwerth en sinds enige jaren bij ons Airborne Museum.
Als “grote” kleine man van 12 jaar “speelde” ik en met mij mijn generatie-genoten “kanonnetje”en ik vraag mij af hoeveel kinderhanden vergeefs getracht hebben beweging te krijgen in de zware, verroeste onderdelen van deze stoere 17-ponders. Hoeveel over-moedige jongetjes zullen, net als ik destijds, met een lange buis en een zware hamer getracht hebben de grote kardoeshuls uit de loop van één van deze kanonnen te slaan ? En hoeveel van deze jongetjes, nu volwassenen, hebben tijdens dit (vergeefse) werk gedacht: “Ik zou wel eens willen weten wat er met je gebeurd is ‘groot kanon’. Je hebt het, gezien je lidtekens, niet altijd even gemakkelijk gehad”.
Kanonnen kunnen maar in beperkte mate verslag geven over de gebeurtenissen en het aantal mensen dat dit wèl kan wordt steeds kleiner. Voor mij is het steeds een uit-daging geweest de geschiedenis te achterhalen van deze zwijgende getuigen van een verwoede strijd tegen een overmachtige vijand.
Enige algemene gegevens.
Het 17-ponder anti-tankkanon was het beste anti-tank wapen dat de le Airborne Divisie had. Helaas waren het gewicht en de omvang van dit geschut zo groot dat ze slechts in de Hamilcar glider konden worden vervoerd. Bovendien was er een speciale vrachtauto, de Morris 3OCWT, nodig voor de tractie en het vervoer van bemanning en munitie.
De bemanning bestond uit een sergeant(wachtmeester)-stukscommandant, een korporaal, 5 kanonniers en een chauffeur/kanonnier, In totaal zijn er voor de le Britse Airborne Divisie 16 vanuit Engeland overgevlogen. Hiervan zijn er 11 in actie geweest tijdens de gevechten. Twee zijn bij de le lift onherstelbaar beschadigd op het landingsterrein; één is in de Noordzee verdwenen en twee zijn bij crashlandingen in West Nederland in Duitse handen gevallen.
De beschikbare hoeveelheid munitie per vuurmond bedroeg slechts een honderdtal pant- serdoorborende granaten, waarbij inbegrepen de 24- (!) granaten die bij de supply- droppings in Britse handen vielen.
De lengte van de granaat is ongeveer 25 cm; de lengte van de kardoeshuls bedraagt 60 cm. Het kaliber is 3 inch of 76 mm. Men schoot onder een kleine elevatie, d.w.z. een lage baan van het projectiel, waarvan de aanvangssnelheid ongeveer 1000 meter per seconde bedroeg. (Verdere technische gegevens volgen in de volgende ministory over 17-ponders).
Het 17-ponder anti-tankkanon bij de Oude Kerk in Oosterbeek, voorjaar 1945 • Sergeant-gliderpilot Hubert Harry Rathband.(foto van zijn krijgsgevangenen- kaart).
Het 17-ponder kanon links (westelijk) van de museumingang
Dit stuk werd in 1945 aangetroffen naast de Oude Kerk aan de Benedendorpsweg in Ooster¬beek, en wel aan de straatkant, De Morris-truck stond voor het huis van de familie Ter Horst naast de kerk en was zwaar beschadigd door mortiervuur. Slechts twee namen van militairen die bij deze 17-ponder zijn geweest hebben we kunnen achterhalen: de bat¬te rij commandant, luitenant Casey en de gliderpilot Sergeant H.H.Rathband uit Oxford, onze belangrijkste inlichtingenbron. Dus niemand van de organieke stuksbemanning is bekend. Sergeant Rathband was de piloot die op zondag 17 september de enorme Hamilcar glider behouden aan de grond zette westelijk van de psychiatrische inrichting in Wolfheze. Hij en zijn tweede piloot bleven, zoals vaker gebeurde, bij het kanon en namen als extra bemanning deel aan de acties. Zijn verslaggeving is bijzonder gedetailleerd. “De eerste opdracht van luitenant Casey welke ons in Wolfheze werd verstrekt luidde dat we op moesten rukken naar Arnhem en de strijd moesten aanbinden met een vaartuig dat voorzien was van luchtdoelgeschut”.( Dit is waarschijnlijk de Duitse luchtdoel- artillerie welke bij de steenfabriek tegenover Onderlangs stond opgesteld, v.R. ).
“In het voetspoor van Frost passeerden we met de 17-ponder Oosterbeek Laag en bereikten in de avond van 17 september de Utrechtseweg in de buurt van het Rijnhotel. Op maandag 18 september moesten we weer terug richting Oosterbeek en werd stelling gekozen op het kruispunt Benedendorpsweg-Veerweg. Van hieruit bestreken we de Westerbouwing en de Oude Oosterbeekse Weg. Vervolgens trokken we met het kanon weer in oostelijke richting en namen we stelling bij de gasfabriek. Dit bleek een ongunstige positie en daarom verplaatsten we ons opnieuw, ditmaal naar onze laatste stelling in de boomgaard ten zuiden van de Oude Kerk.Vanuit deze positie vochten we duels uit met Duitse pantser¬voertuigen en namen we de vijand die zich trachtte te verschansen in de trein, die zich op de noordelijke oprit van de spoorbrug bevond, onder vuur. Bij de eerste vijan¬delijke treffer verloren we ongeveer de helft Van de bemanning en toen de truck met reserve-munitie door mortiervuur werd getroffen, werd onze positie in de ogen van Luitenant Casey hopeloos en gaf hij bevel het kanon onklaar te maken en te verlaten. Dit alles vond plaats tijdens de dropping van de Poolse Brigade, dus op 21 september. Met hulp van een Sergeant-Majoor, waarschijnlijk van de South Staffords, werd het stuk weer klaar gemaakt voor actie, waarbij het tussen twee bomen werd vastgebonden. We namen het op tegen een Duits pantservoertuig dat om de hoek (bij Garage Klaassen, v.R.) zichtbaar werd en juist toen wij met een treffer deze aanval tot staan brachten, weiden wij zelf voor de tweede keer geraakt”.
Bij deze treffer moet het terugloopmechanisme van het kanon zijn vastgelopen, zodat het niet meer “in batterij kon lopen”, Daardoor bleef de huls muurvast in de kamer achter, en daar zit hij nog tot op de dag van vandaag. (Tip voor eventuele hulzen- verzamelaar: de niet meer aanwezige druk in de terugloopcylinder, waarmee de huls eruit geworpen had moeten worden, bedroeg ca. 42 atmosfeer !).
Sergeant Rathband, zijn 2e piloot en een lid van de stuksbemanning sloten zich aan bij de Lonsdalegroep en hielpen bij de verdediging van de Perimeter tot het eind van de slag. Op 26 september werden ze in een van de huizen oostelijk van de kerk krijgs-gevangen gemaakt. c.van Roekel
(Met dank aan oud-adjudant J.Ritmeester voor zijn technische adviezen.)
Achtereenvolgende posities van het 17-ponder kanon in Oosterbeek