Ministory 020 – De motorfiets “Flying Flea” bij de Slag om Arnhem.
MINISTORY XX Bijlage bij Nieuwsbrief No.31
De motorfiets “Flying Flea” bij de Slag om Arnhem.
door: M. Veldhuizen
De Eerste Britse Airborne Divisie was ten tijde van de Slag om Arnhem uitgerust met verschillende typen motorfietsen. Een daarvan was de lichte motorfiets, die bekend stond als de “Flying Flea”, de “vliegende vlo”. De officiële benaming luidde “ROYAL ENFIELD 125cc LWT”. Deze ROYAL ENFIELD motorfiets dankte zijn bijnaam aan het feit dat de machine bij gebruik door parachutisten in een soort ijzeren kooi per parachute werd gedropt.
Al voor de oorlog was de motorfiets door de firma ENFIELD ontworpen als een goed¬koop en zuinig vervoermiddel. De Duitse firma DKW bracht een praktisch identieke machine op de markt, doch of deze firma het ontwerp van ENFIELD kopieerde, is onbekend.
In Engeland werd deze lichte ENFIELD motorfiets bij praktisch elk legeronderdeel en ook bij de luchtmacht gebruikt. Door het geringe gewicht was de machine behoor¬lijk terreinwaardig en zeer geschikt voor gebruik door luchtlandingstroepen.
De ijzeren kooi waarin de motorfietsen konden worden gedropt, bestond uit een stelsel van buizen en werd tevens door de ROYAL ENFIELD fabriek gemaakt. Dit zo¬genaamde “crashproof”-frame bleek in de praktijk echter niet altijd “crashproof”… De “Flying Flea” kon ook naar het landingsgebied worden vervoerd in een glider. Ze kwamen dan meestal onbeschadigd aan en waren zo het snelst in aktie.
Hoeveel ROYAL ENFIELD motorfietsen er in september 1944 naar Arnhem werden over¬gevlogen is niet precies bekend. Gemiddeld had een luchtlandingsbataljon in 1944 de beschikking over 43 lichte motorfietsen; een parachutistenbataljon had er ver-
De “Flying Flea” motorfiets in een buizenframe, klaar om gedropt te worden. Bovenop het frame het parachutepak. Links, boven het achterwiel, een vierkanten houten plankje met twee batterijen en op iedere hoek een lampje. Bij nachtelijke droppingen zorgden deze lampjes ervoor dat de motorfiets in de duisternis gemakkelijker teruggevonden kon worden. (Foto: Imperial War Museum, Londen)
moedelijk wat minder. We kunnen aannemen dat er bij Arnhem een paar honderd ROYAL ENFIELDS hebben dienst gedaan. De meeste werden gebruikt door de “despatchriders” voor het overbrengen van berichten. In beschrijvingen van de Slag om Arnhem wordt slechts een enkele maal het gebruik van deze motorfietsen genoemd. Wel zijn er enkele foto’s van de Slag om Arnhem, waarop dit type motorfiets (gedeeltelijk) staat afgebeeld. Op een foto waarop Duitse krijgsgevangenen op 17 september 1944 worden afgevoerd langs de Parallelweg in Wolfheze, is links, achter de loop van een 6-ponder kanon nog net een klein deel van een ”Flying Flea” zichtbaar.
Een Duitse foto van 19 september toont Britse krijgsgevangenen op de Utrechtseweg bij het Gemeentemuseum in Arnhem. Zij worden begeleid door een Duitser die een “Flying Flea” met de hand voortduwt.
Een aantal buizenframes waarmee in september 1944 Royal Enfield “Flying Flea” motorfietsen werden gedropt. Bij’het opruimen van de landingsterreinen bij Wolfheze, na de bevrijding in 1945, werden deze buizenframes samen met allerlei onderdelen van gliders, containers en ander achtergelaten materiaal opgeslagen langs de Wolfhezerweg. Achter de buizenframes is het lage dijkje van de spoorlijn naar het vliegveld Deelen zichtbaar. De fotograaf, die dit beeld vastlegde, had kennelijk weinig verstand van dit soort materiaal. Hij noteerde bij deze foto: “achtergelaten stoelen van zweefvliegtuigen” (!). (Foto: via R.Voskuil)
Veel oudere bewoners van Oosterbeek en omgeving herinneren zich dat er “Flying Flea” motorfietsen dicht bij de landingszones waren achtergelaten. Ze waren niet beschadigd maar liepen desondanks niet. Wat was er gebeurd ? Voor de vlucht met de gliders werd het ontluchtingsgaatje in de benzinedop afgeplakt om te voorkomen dat er tijdens de vlucht benzine gemorst zou worden, want dan was er brandgevaar. Als de motorfietsen na de landing haastig waren uitgeladen, reden de berijders vaak weg zonder de afplak- tape van de benzinedop te verwijderen. Daardoor kreeg de carburateur al snel geen benzine meer. Dichter bij Arnhem werden ROYAL ENFIELDS gevonden die moeilijkheden hadden met de ontsteking. Een veel voorkomend euvel, dat wel lastig was, maar wel kon worden verholpen.
Ondanks het feit dat deze lichte motorfietsen vóór, tijdens en na de oorlog verkocht en bijna onveranderd gebruikt zijn, is het toch opmerkelijk dat er nog zo weinig zijn In het Airborne Forces Museum in Aldershot is een complete ROYAL ENFIELD in een buizenframe met parachute tentoongesteld. Het Airborne Museum in Oosterbeek heeft er nog geen, maar hoopt eens ook in het bezit te komen van een exemplaar van de “Flying Flea”
Plaats een Reactie
Vraag of reactie?Laat hier uw reactie achter.