VVAM Nieuwsbrief 128_December_2012
Overweldigende belangstelling voor de lezing van Judy Urquhart
Van 12 tot en met 14 oktober 2012 bezocht Judy Urquhart, dochter van Major-General R.E. Urquhart CB, DSO, Oosterbeek. Op vrijdagmiddag 12 oktober bracht zij een bezoek aan het Airborne Museum, waar zij werd rondgeleid door directeur Jan Hovers en door Wybo Boersma van de WAM. Journalisten van o.a. Radio- en TV Gelderland maakten van de gelegenheid gebruik om verslag te doen van haar bezoek. Ook de volgende dagen stond zij in de belangstelling van de Pers en er verscheen o.a. een groot artikel over haar in de krant ‘De Gelderlander’.
Op zaterdagmiddag stond de lezing over haar vader gepland, die was georganiseerd door de WAM. Al vroeg stroomde de Concertzaal in Oosterbeek vol en het was duidelijk dat heel veel mensen waren afgekomen op deze bijzondere bijeenkomst.
In haar lezing ‘The Road to Arnhem’ ging Judy in op de levensloop van haar vader, die werd geboren in 1901 in een Schotse familie, als zoon van een arts.
Op 13 oktober 2012 hield Judy Urquhart in de Concertzaal in Oosterbeek een lezing over het leven van haar vader, Major General R.E. Urquhart CB, DSO.
De eerste Wereldoorlog bepaalde zijn beroepskeuze. Hij verliet school in 1919 en volgde een officiersopleiding op Sandhurst, waarna hij in 1920 werd geplaatst bij de Highland Light Infantry. Dit was het begin van een lange en succesvolle militaire carrière, waarin hij de eerste 20 jaar diende in het Verenigd Koninkrijk, in Malta en in India. In oktober 1940 keerde hij uit India terug naar Engeland, waarna hij in juni 1942 naar Egypte werd gezonden om deel te nemen aan de strijd in de woestijn van Noord-Afrika. Medio 1943 kreeg hij in de rang van Brigadier het bevel over de 231e ‘Malta’ Brigade voor de invasie van Sicilië.
Tijdens de strijd in Sicilië in 1943 onderscheidde Urquhart zich doordat hij situaties goed kon beoordelen en in korte tijd gevechtsacties kon organiseren. Maar hij nam risico’s. Zowel in Noord-Afrika als in Sicilië werd hij, zoals hij later zelf schreef, regelmatig geconfronteerd met onbetrouwbare radioapparatuur. Daarom ging hij, wanneer de radiocommunicatie moeilijk bleek, vaak persoonlijk voorin de linies kijken hoe de strijd verliep. Maar toen hij dit later, tijdens de Slag om Arnhem, weer deed, raakte hij ingesloten door de Duitsers en was hij 36 uur geïsoleerd van zijn troepen. Dat waren 36 kostbare uren. ‘Dit was zijn grootste fout’, aldus Judy.
Voor Urquhart was het een verrassing, toen hij in januari 1944 door Montgomery tot commandant van de le Britse Airborne Divisie werd benoemd. Hij had geen ervaring met het commando voeren over lucht-landingstroepen, maar tijdens de eerste helft van 1944 maakte hij zich tijdens intensieve trainingsoefeningen vertrouwd met deze relatief nieuwe manier van het uitvoeren van militaire operaties.
Hoewel Urquhart na de oorlog in familiekring nauwelijks sprak over de Slag om Arnhem, bleef het, volgens Judy, een belangrijk deel van zijn leven. In 1958 schreef Urquhart zijn eigen boek, dat verscheen onder de titel ‘Arnhem’. De jaren daarna werd hij talloze malen geïnterviewd voor boeken, artikelen en documentaires over de Slag om Arnhem.
Bij zijn overlijden in 1988 erfde Judy zijn gehele per-soonlijke archief. De auteur John Baynes maakte bij het schrijven van zijn boek ‘Urquhart of Arnhem,The Life of Major General R E Urquhart CB, DSO’, dat verscheen in 1992, dankbaar gebruik van dit archief.
Maar pas na het overlijden van haar moeder in 2006, toen het ouderlijk huis moest worden leeggemaakt, ging Judy zich zelf intensief verdiepen haar vaders archief. Ook bezocht zij mensen, die haar vader hadden gekend en waarmee hij had samengewerkt en reisde ze naar gebieden waar hij had gevochten.
Judy sprak tijdens haar lezing met veel genegenheid over haar vader. De bijzondere foto’s uit het familiearchief die zij toonde, gaven nog een extra dimensie aan haar verhaal.
Na afloop van de lezing kwamen veel mensen met haar praten en ook moest ze verschillende exemplaren van haar vaders boek signeren.
De volgende dag, zondag 14 oktober, hadden Wybo Boersma en Robert Voskuil op haar verzoek een battlefield tour georganiseerd. Daarbij werden vooral plaatsen bezocht waar zij tijdens eerdere officiële bezoeken, door gebrek aan tijd, nooit was geweest. Voor haar was één van de hoogtepunten van de tour een bezoek aan het terrein, oostelijk van boerderij ‘De Boschhoeve’, waar op 17 september 1944 de Horsa gliders van het Divisie Hoofdkwartier waren neer-gekomen. Dit kon worden geïllustreerd met behulp van grote luchtfoto’s, die op die dag waren gemaakt. Voor het eerst stond Judy op de plaats waar 68 jaar daarvoor haar vader was geland en waar voor hem de Slag om Arnhem echt was begonnen. Dat maakte veel indruk op haar.
Een bezoek aan de Airborne Begraafplaats in Ooster- beek op maandagochtend 15 oktober vormde het slot van een aantal drukke en emotionele dagen voor Judy Urquhart. De Vereniging Vrienden is haar erg dankbaar dat zij speciaal naar Nederland wilde komen om haar bijzondere lezing voor ons te houden.
Herbegrafenis van soldaat van het Wiltshire Regiment
Bijna op de dag af 68 jaar nadat hij was gesneuveld, vond op 3 oktober 2012 op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek de herbegrafenis plaats van de stoffelijke resten van soldaat Lewis Curtis van het 5th Battalion, The Wiltshire Regiment. Dit gebeurde met militaire eer en in aanwezigheid van nabestaanden, een delegatie van het Britse Ministry ofDefence, een erewacht bestaande uit militairen van het 5th Battalion, The Rijles (de opvolgers van het Wiltshire Regiment), leden van de Regimental Association en belangstellenden. Bij de groep was ook de 87-jarige veteraan Robert Purver, die zelf ook in het gebied van de Schuytgraaf had gevochten, in dezelfde compagnie als Curtis.
Lewis Curtis sneuvelde op 2 oktober 1944 in de Betuwe, tussen Eist en de Rijn, in de nasleep van de Arnhem operatie. Zijn eenheid maakte deel uit van de 43e Wessex Divisie, die tevergeefs had gepoogd de 1ste Airborne Divisie bij Oosterbeek te ontzetten. Zij kwamen, zoals we nu weten, helaas te laat, hoewel het 5th Battalion nog wel de belangrijke taak had om in de nacht van de terugtrekking van de 1ste Airborne Divisie een afleidingsmanoeuvre uit te voeren aan de Rijn, ter hoogte van Zetten. Zowel het 4e als het 5e bataljon van het Wiltshire Regiment speelden een belangrijke rol in het dicht houden van de oostelijke flank van de corridor door de Betuwe, zodat de toegang tot Driel vanuit Nijmegen gewaarborgd was.
Soldaat Letuis Curtis van het 5th Battalion, The Wiltshire Regiment, die op 2 oktober 1944 sneuvelde in het gebied van de SchuytgraaJ, oostelijk van Driel. Zijn stoffelijke resten werden pas in 2003 gevonden. Op 3 oktober 2012 werd hij met militaire eer herbegraven op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek.
Hierbij leden de Wiltshires zware verliezen. De stoffelijke resten van Lewis Curtis werden in 2003 gevonden in het gebied waar wordt gebouwd aan de nieuwe Arnhemse wijk de Schuitgraaf, die is gelegen zuidelijk van de Rijn en oostelijk van het dorp Driel. Zijn veldgraf lag bij de voormalige boerderij De Laar. Dit deel van de Betuwe werd in december 1944 door de Duitsers onder water gezet. Daardoor werden bijna alle aanduidingen van veldgraven weggespoeld, zodat na de Bevrijding in 1945 veel stoffelijke overschotten van gesneuvelde militairen niet werden ontdekt.
Toen in 2003 het gebied werd onderzocht op achterge-laten explosieven, werd het veldgraf ontdekt en werden de stoffelijk resten geborgen door de Bergings-en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BIDKL). Na een langdurig onderzoek door de BIDKL, met aan het hoofd de adjudant Geert Jonker, kon het stoffelijk overschot uiteindelijk worden geïdentificeerd.
De dag voor de herbegrafenis nam Geert Jonker een groep, met daarbij de nabestaanden van Lewis Curtis, mee naar het gebied van de Schuytgraaf, om daar een korte battlefield tour te leiden en ze de locatie van Curtis’ voormalige veldgraf te wijzen. Zowel bij de plaats van het veldgraf, als bij het monument voor het Wiltshire Regiment in de Schuytgraaf werden bloemen gelegd. Aansluitend bezocht de groep het Airborne Museum in Oosterbeek.
Battlefield tour van de WAM trok veel deelnemers
Het is al enige jaren de gewoonte dat de Vereniging Vrienden op de zaterdag vóór de september herdenking een battlefield tour organiseert over het voormalige slagveld bij Arnhem. Deze tour, getiteld ‘Sporen van de Slag om Arnhem’, is speciaal opgezet voor leden en niet leden, die niet zo bekend zijn in de omgeving van Arnhem en Oosterbeek. Er komen zoveel mogelijk facetten van de Slag om Arnhem aan bod. Dit jaar was de tour op zaterdag 15 september. Hoewel er altijd voldoende belangstelling is, was het aantal deelnemers deze keer wel bijzonder hoog, namelijk bijna 100! Daardoor hadden we twee bus- sen nodig en vier gidsen. Opvallend was dat ruim 60% van de deelnemers geen lid van de Vereniging was. Zij kwamen uit het hele land van Noord-Groningen tot Limburg en zelfs een aantal uit België. Deze grote belangstelling was waarschijnlijk mede te danken aan de actie ‘Gelegerd in Gelderland’, die het afgelopen jaar veel publiciteit kreeg. De Vereniging heeft aan deze actie meegedaan met drie battlefield tours (de Grebbelinie, het 11e Bataljon en Sporen van de Slag Arnhem) en was zowel bij de opening in Bronbeek (Arnhem) als bij de sluiting (op de Ginkelse heide) met een gezamenlijke stand met de International Guild of Battlefield Guides aanwezig. Door deze evenementen heeft de WAM weer meer bekendheid gekregen, hetgeen zich hopelijk vertaald in nieuwe leden. Met dank aan de gidsen Gerard Gijsbertsen, Jaap Korsloot en Eugène Wijnhoud. (Wybo Boersma)
Stoffelijk overschot van militair gevonden op de Ginkelse Heide
Op 16 september 2012 heeft een 55-jarige inwoner van Ede op de Ginkelse Heide de stoffelijke resten gevonden van een Britse militair. Hij was met zijn metaaldetector aan het zoeken op een plek, op ca. 500 meter van de schaapskooi. Toen de detector aangaf dat er metaal in de grond zat, begon hij te graven. Op ongeveer 75 cm diepte vond hij een Britse veldfles en wat gespen. Vervolgens stuitte hij op menselijke botten en een schedel. Daarbij lagen wat persoonlijke attributen en een Mills-handgranaat. Direct werden de overheidsinstanties, waaronder de politie, gebeld. Hoewel de Edenaar in overtreding was, door met een metaaldetector te zoeken in een gebied waar dat officieel verboden is, heeft de politie, omdat de vondst zo belangrijk is, afgezien van een proces verbaal. Wel kreeg de man een berisping. Het veldgraf werd vervolgens weer toegedekt met aarde.
Op maandag 17 september arriveerden de mensen van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL). Zij begonnen het stoffelijk overschot voorzichtig uit te graven. Daarbij kwamen onder meer delen van zijn onderbenen met de schoenen naar boven, evenals vrijwel het gehele gebit. Ook werd een fosforgranaat en een morfinespuit gevonden. De BIDKL gaat er van uit dat de militair behoorde bij de 4e Parachutisten Brigade, die op 18 september afsprong boven de Ginkelse Heide. Wanneer het proces van identificatie tot resultaat heeft geleid, zullen we dat vermelden in de Nieuwsbrief.
De ‘2012 Arnhem Battlefield Tour’ was groot succes
Sinds 15 maart 2007 bestaat in het Verenigd Koninkrijk de Afghanistan Trust, ook wel Afghan Trust genoemd. Deze is in het leven geroepen om hulp te bieden aan militairen van het Parachute Regiment, die tijdens hun inzet in Afghanistan zijn gewond. Ook families van daar gewonde of gesneuvelde militairen kunnen een beroep doen op deze organisatie. De Afghan Trust kan bijvoorbeeld helpen bij revali- datieprogramma’s voor gewonde militairen en bij (aangepaste) huisvesting. Ook kan de organisatie bijdragen aan de reiskosten van familie, die bijvoorbeeld hun gewonde zoon willen bezoeken of die een herdenkingsbijeenkomst voor een gesneuveld familielid willen bijwonen. Het Britse Parachute Regiment betreurt op dit moment 24 in Afghanistan gesneuvelde militairen. Daarnaast zijn er ongeveer 150 militairen, die zodanig gewond zijn geraakt dat zij het leger moesten verlaten. De Afghan Trust helpt hen bij het vinden van ander werk en het opbouwen van een nieuw leven in de burgermaatschappij.
Tijdens de Battlefield Tour voor de Afghanistan Trust geeft Colonel John Waddy op 20 september 2012 uitleg over de gevechten bij de Rijnbrug in Arnhem. V.l.n.r. Jos Hekking (van de Koninklijke Luchtmacht), Gerard Gijsbertsen (WAM), Bob Kershaui en John Waddy.
Vergelijkbare programma’s bestaan in Amerika en in Nederland en ook hiervoor is veel geld nodig.
Een van de manieren om fondsen bijeen brengt is het organiseren van Battlefield Tours voor mensen, die daarvoor een aanzienlijk bedrag over hebben, of die worden gesponsord door bijvoorbeeld grote bedrijven. Dit jaar was het mogelijk om deel te nemen aan ‘The 2012 Arnhem Battlefield Tour’. Deze meerdaagse, door de Afghan Trust georganiseerde tour, stond onder leiding van Col (retd) John Waddy en Col (retd) Robert Kershaw. Voor de voorbereiding had Colonel Waddy o.a. de assis-tentie van de WAM-bestuursleden Gerard Gijsbertsen en Robert Voskuil ingeroepen om de route met veel zorg uit te stippelen en te verkennen. Dit was extra belangrijk omdat de totale kolonne uit 15 grote voertuigen bestond. Deze kolonne moest op 20 en 21 september 2012 via allerlei grote, maar ook kleine wegen door het voormalige gevechtsterrein bij Arnhem, in de Betuwe en in Nijmegen kunnen manoeuvreren.
Aan de tour nam ook een aantal Britse, Amerikaanse en Nederlandse oorlogsveteranen deel en de chauffeurs van de auto’s waren allen Afghanistan-veteranen uit die drie landen. Op zaterdag 22 september waren de deelnemers aanwezig bij de paradropping op de Ginkelse Heide en op zondag 23 september nam de groep deel aan de herdenking op de Airborne Begraafplaats.
Vereniging Vrienden sponsort Dakota vlucht voor twee Arnhem-veteranen
Op 21 september 2012, hebben drie veteranen, waarvan twee van de Slag om Arnhem, Harold Padfïeld en Tom Carpenter, een vlucht gemaakt met een Dakota boven Arnhem en omgeving. Tijdens de vlucht, die werd uitge-voerd voor de Parachute Group Holland (PGH), sprong een aantal parachutisten uit het toestel boven de in sep-tember 1944 gebruikte landingsterreinen bij Wolfheze. De kosten van het meevliegen van de Britse veteranen werden gesponsord door de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum. Siebe Postma van de PGH schreef ons na afloop: ‘Als ik Harold Padfïeld citeer, vond hij het in één woord “Marvellous”. De veteranen waren soms zichtbaar geroerd, en erg dankbaar dat ze deze vlucht konden meemaken. De sprong, die tijdens de vlucht plaats vond boven Wolfheze, is succesvol verlopen, alle springers bereikten de dropzone veilig.’ Op YouTube staan een paar filmpjes van de vlucht. U kunt ze vinden door Parachute Group Holland in te typen.
Johan Snoek overleden
Wij kregen het bericht dat op 31 augustus 2012 Johan Snoek is overleden. Hoewel zijn naam niet direct voor iedereen bekend zal klinken, zal hij door anderen altijd in verband worden gebracht met Brigadier Shan Hackett, de commandant van de 4e Parachutisten Brigade. Zoals velen weten, werd Brigadier Hackett zwaar gewond gedurende de gevechten in de Perimeter in Oosterbeek. Hij werd naar het St Elisabeth’s Gasthuis in Arnhem gebracht, waar hij werd geopereerd door dokter Lipmann Kessel van de 16th Parachute Field Ambulance. Deze operatie redde ongetwijfeld zijn leven. Ongeveer een week later werd Hackett ‘ontvoerd’ door het Arnhemse Verzet en met een auto naar Ede gebracht. Hij verborg zich daarop het adres Torenstraat 5, het huis van de drie zusters De Nooij. Op 1 oktober kwam daar nog een vierde zuster bij, mevrouw Rie Snoek-de Nooij uit Renkum met haar zoon Johan en haar dochter Marie. Hackett was nog steeds erg ziek en moest in bed blijven. Pas na een paar dagen mocht Johan hem bezoeken. Hackett beschreef hem later als ‘a tall fair young man with a long face’. Op dat moment was Johan 24 jaar oud. Het zou nog een paar maanden duren voordat Hackett sterk genoeg was om serieus na te denken over een ontsnapping naar geallieerd gebied. Het eerste idee was om bij Renkum de rivier over te ste-ken, maar dit plan werd verlaten. Johan stelde voor om te proberen via Sliedrecht te ontsnappen. Hackett ging hiermee akkoord en Johan vertelde later: ‘Toen we eind januari begonnen aan onze gevaarlijke fietstocht naar Sliedrecht, had Hackett gezegd dat ik de leiding had. Ik had echter nooit in dat soort termen gedacht. We doen het toch samen, lachte ik. Ik had niet het idee dat ik boven hem stond, maar aan de andere kant wilde ik niet dat hij boven mij stond. Gedurende de reis accepteerde hij altijd mijn voorstellen en was zeer positief.’ Waarom was dit gebied uitgekozen? Johan was geboren in Gorkum. Hij had daar nog familie en hij had kontakten in het lokale Verzet. In februari 1945 hielp Johan mee om Brigadier Hackett met behulp van een kano dwars door de Biesbosch naar geallieerd gebied te brengen.
Na de oorlog werd Johan voorgedragen voor een van de ‘Verzetsmedailles’, zoals de King George Medal for Courage in the cause of Freedom, maar dit is blijkbaar niet doorgezet. De tekst van de voordracht is echter in de archieven bewaard gebleven en een deel daaruit luidt: ‘De heer Snoek was actief bij het helpen van militairen die na de operatie bij Arnhem wilden ontsnappen. Hij bracht een zwaar gewonde hoge officier naar het huis van zijn tante in Ede. Daar kreeg deze officier onderdak tot 30 januari 1945. Er werden verschillende pogingen ondernomen om deze officier in veiligheid te brengen, maar door zijn zwakke conditie en door de problemen om de Rijn over te komen, mislukte dit. Uiteindelijk besloot de heer Snoek ongeveer 60 kilometer te fietsen om kon takt op te nemen met een oude vriend. Via hem lukte het om een ontsnappingsroute met een boot naar de geallieerde linies te vinden. De heer Snoek keerde terug naar Ede en nam de officier en twee anderen met behulp van fietsen mee naar zijn kontaktpersoon in Sliedrecht. Vandaar werden ze met succes overgebracht naar bevrijd gebied. De heer Snoek gaf vervolgens de gegevens over deze route door aan de lokale ontsnap- pingsgroep, waardoor vervolgens ongeveer 50 personen op deze manier konden worden overgebracht naar de geallieerde linies. Daarnaast vervoerde en verborg de heer Snoek twee geheim-agenten, die actief betrokken waren bij het laten ontsnappen van personen. De heer Snoek heeft zich al die tijd loyaal en moedig opgesteld.’ (Niall Cherry)
Informatiecentrum ‘Slag om Arnhem’ bestaat vijf jaar
Op vrijdagmiddag 13 september werd het eerste lustrum gevierd van het ‘Informatiecentrum Slag om Arnhem’. Dit informatiecentrum, dat is gevestigd naast de John Frostbrug in Arnhem, is onderdeel van het Airborne Museum in Oosterbeek. Vijf jaar geleden werd het geopend om met name de eigen Arnhemse bevolking, maar ook geïnteresseerde toeristen voor te lichten over wat er zich in september 1944 op deze plek had afgespeeld. De hevige strijd tussen de Britse lucht-landingstroepen en de Duitsers om de verkeersbrug in Arnhem spreekt bij veel mensen nog altijd tot de verbeelding en de belangstelling blijft dan ook groot.
In 2007, het jaar van de opening, werd verwacht dat er tussen de 2.500 en 5.000 bezoekers per jaar. Voor 2012 staat de teller echter al op ruim 11.000 bezoekers, waarvan ruim twee-derde afkomstig is uit het buiten-land. In totaal werden erin de eerste vijfjaar van het bestaan al bijna 75.000 mensen uit binnen- en bui-tenland door de vrijwillige medewerkers ontvangen. En dit aantal groeit nog steeds gestaag! Reden voor een feestelijke bijeenkomst voor de medewerkers en andere betrokkenen!
COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, Oosterbeek en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de activiteiten van de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Redactie; drs. Robert P.G.A. Voskuil, Wybo Boersma en Joop Bal.
Coördinatie verzending, archivering & distributie losse num-mers Nieuwsbrief: Wybo Boersma, Ede.
Vormgeving Nieuwsbrief; Hildebrand DTP, Wageningen.
Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.
E-mail adres WAM: info®vriendenAirbornemuseum.nl.
Telefoon: (0318) 63 96 33.
Postadres: WAM, t.a.v. Ivar Goedings, Postbus 8047, 6710 AA, Ede.
Penningmeester en Coördinator Airborne News Flash;
Vincent Luyten.
Website van de WAM; www.vriendenAirbornemuseum.nl
Plaats een Reactie
Vraag of reactie?Laat hier uw reactie achter.