Vrienden van het AIRBORNE Museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 90, juni 2003

Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42
Van de redactie
Sinds enige tijd heeft de Vereniging Vrienden een eigen ruimte in het Airborne Museum. Daarin is nu ook de redactie van de Nieuwsbrief gevestigd met een computer, en e-mail- en internetfaciliteiten. De aan-schaf van de apparatuur is gebeurd in samenwerking met de Stichting voor Heemkunde in de gemeente Renkum, een organisatie die zich bezighoudt met het bestuderen van de geschiedenis van de gemeente in de ruimste zin des woords, en het uitdragen van deze kennis. Het kwartaalblad van deze stichting wordt nu ook in deze ruimte geredigeerd.
Het e-mail adres van de Nieuwsbriefredactie is vvamredactie@planet.nl.
25-jarig jubileum
Op 11 mei 1978 opende generaal-majoor R.E. Urquhart het nieuwe Airborne Museum in Huize Hartenstein. Vanaf 1949 was het museum gehuisvest geweest in een deel van Kasteel Doorwerth, als onderdeel van de Stichting voor Heemkunde. In de loop der ja ren groeide de collectie gestaag zodat lang niet alles kon worden tentoongesteld en er steeds meer materiaal in opslag moest. Ook voldeed de presentatie niet meer aan de eisen van de tijd. In 1977 werd besloten het museum naar het voormalige hotel Hartenstein in Oosterbeek te verplaatsen. Hiervoor werd de nieuwe ‘Stichting Airborne Museum’ opgericht. In haar huidige vorm bestond het Airborne Museum ‘Hartenstein’ op 11 mei jl. dus 25 jaar.
In 1978 kwam Berry de Reus in dienst van de Stichting Airborne Museum. Drie vrijwilligers die eveneens in datzelfde jaar begonnen: Ad van Veggel als admini-strateur, Wim de Ruijter voor de verzorging van alle foto’s in het museum en Els Catersels voor kassa en winkel, zijn nu ook nog steeds bij het museum werkzaam.
Berry zorgde de eerste jaren bijna in z’n eentje voor de dagelijkse gang van zaken in het museum. In de loop der tijd werden deze taken zo uitgebreid dat het
noodzakelijk was het werk over meer mensen te verdelen. Tegenwoordig beschikt het museum over een uitgebreide staf. In de afgelopen 25 jaar hebben honderden bezoekers Berry Ieren kennen als een ‘spin in het museum-web’. Vele prominente bezoekers en veteranen heeft hij met raad en daad bijgestaan.
Wim de Ruijter heeft vanaf het begin alle foto’s gemaakt voor de vaste expositie. In de afgelopen 25 jaar heeft hij meer dan 2500 fotografische afdrukken gemaakt, duizend voor de vaste expositie en de rest voor veertien thema-tentoonstellingen. Daarbij zijn nog niet de foto’s geteld voor een groot aantal publikaties. Wim is daarnaast vele jaren bestuurslid geweest van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum.

Tijdens de receptie in het Airborne Museum ter gelegenheid van hun 25-jarig jubileum op 9 mei 2003, worden Berry de Reus en Els Catersels gefeliciteerd door de Renkumse wethouder Chr. van Waveren (links).
(Foto: Robert Voskuil)
Ad van Veggel doet sinds 1978 de financiële admini-stratie van het museum. Aanvankelijk was dit een relatief eenvoudig systeem, maar het is in de loop der jaren uitgegroeid tot een gecompliceerde computerge- assisteerde boekhouding. Ook heeft hij in de periode 1993-1994 de gehele boekhouding voor de renovatie van het museum verzorgd.
De Nieuwsbrief verschijnt vier keer per jaar

Els Catersels is begonnen als vrijwilligster bij de kassa. De kaartverkoop was toen nog eenvoudig. Tegenwoordig is er een geavanceerd kassasysteem met daaraan gekoppeld een uitgebreide winkel. De bediening van de verschillende audiovisuele systemen in het museum wordt ook vanuit de ruimte van de kassa verzorgd, evenals het beantwoorden van de telefoon.
Op 9 mei jl. kregen de jubilarissen een receptie aan-geboden in het Airborne Museum. Daarbij werden ze o.a. toegesproken door de stichtingsbestuursleden Wybo Boersma en Wim Duyts, en door wethouder Van Waveren. Een groot aantal mensen maakte van de gelegenheid gebruik om de jubilarissen te feliciteren met hun 25-jarige dienstverband. Ook het bestuur van de Vrienden was vertegenwoordigd, en overhandigde namens de vereniging alle vier een cadeau.
(Wybo Boersma)
Afscheid van de voorzitter van de Stichting Airborne Museum
Op 1 april jl. is de voorzitter van de Stichting Airborne Museum, de heer drs. J.W.A.M. Verlinden, burgemeester van Renkum, met pensioen gegaan. De statuten van de stichting geven aan dat een vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders van Renkum in het bestuur zitting heeft. Dit was de heer Verlinden, die door het stichtingsbestuur tot voorzitter gekozen werd. Bij het beëindigen van zijn burgemeesterschap, eindigde ook dat voorzitterschap. Bijna 17 jaar was hij het gezicht van het museum. Bij veel officiële plechtigheden vertegenwoordigde hij zowel de gemeente als het museum. Onder andere bij Airborne Herdenkingen, met als hoogtepunt de 50sle in 1994. Als voorzitter was hij gastheer bij bezoeken aan het museum van leden van het Nederlandse en Britse koningshuis, ambassadeurs, militaire attachés en vele anderen, waaronder vooral de veteranen. Bezoeken die onze voorzitter op het lijf geschreven waren. Wat velen vaak niet gemerkt hebben was zijn enorme inzet voor het museum achter de schermen. Bij de fondswerving voor de renovatie 1993/1994 werden door hem deuren geopend die anders gesloten bleven.
We willen vanaf deze plaats de scheidende voorzitter bedanken voor al het werk dat hij in die jaren gedaan heeft, en wensen hem en zijn echtgenote nog vele jaren in goede gezondheid toe. Met ingang van 23 april 2003 is bestuurslid Mr. J.W. van Slooten voorzitter van de Stichting Airborne Museum. De penningmeester, de heer M.D.M. Rutte, is onlangs opgevolgd door de heer P.H. Tirion uit Oosterbeek. (Wybo Boersma)
Opening tentoonstelling
Op donderdagmiddag 24 april jl. werd in het Airborne Museum de tentoonstelling ‘Vuursteun aan de Airbornes’ geopend. Dit gebeurde door Captain P.W. Wilkinson. Peter Wilkinson was tijdens de slag Command Post Officer van 3rd Battery Airlanding
Light Regiment Royal Artillery, en vocht bij de oude kerk in Oosterbeek-Laag.
De expositie geeft een overzicht van de inzet van de Royal Artillery tijdens de Slag om Arnhem. Hierbij wordt de rol van het Airlanding Light Regiment R.A , van de lc en 2e Airlanding Anti-Tank Battery en van de artilleriesteun vanuit de Betuwe door eenheden van 30 Corps belicht. Ook de rol van de anti- tankeenheden die tot de ‘airlanding -bataljons behoorden, wordt zoveel mogelijk uit de doeken gedaan.
Bij het samenstellen van de tentoonstelling is vooral gebruik gemaakt van de verschillende boeken die in de loop der jaren over de artillerie gepubliceerd zijn. Helaas ontbreken nogal wat gegevens over de inzet van vooral de 17- en 6-ponder anti-tankkanonnen. De samenstellers hebben echter geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn. Bij de getoonde foto’s, ruim 80, zijn ook verschillende minder bekende te zien.
Verschillende leden van de Vereniging Vrienden hebben weer materiaal uit hun collectie voor deze expositie uitgeleend aan het museum.
Een buitenbeentje in de expositie is de nieuwe ‘Polsten gun’ die het museum met financiële steun van de Vrienden aangekocht heeft. Helaas was het niet mogelijk hem vóór de opening uit Engeland te krijgen, maar nu is hij opgesteld op de eerste verdieping in de kamer naast de maquette van de Rijnbrug. Twee van deze stukken geschut maakten deel uit van de bewapening van het Reconnaissance Squadron. Of ze ook daadwerkelijk ingezet zijn, is niet zeker. In de volgende nieuwsbrief zal uitgebreid aandacht worden besteed aan dit kanon.
De expositie is tot 4 november a.s. in het museum te zien.
Excursie naar Hamminkeln op 4 oktober a.s.
Op zaterdag 4 oktober a.s. organiseert de Vereniging Vrienden een excursie naar het gebied rond Hamminkeln in Duitsland, waar op 24 maart 1945 de laatste grote luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. In mei 1995 maakten wij voor het eerst een ‘battlefield tour’ naar dit gebied, waar o.a. de 6e Britse Airborne Divisie zware slag leverde. Op veler verzoek herhalen wij deze tocht. In het volgende nummer van de Nieuwsbrief zullen alle gegevens over programma en kosten worden opgenomen.
In Memoriam:
Jhr. ir. Herman Alexander Roëll
Een week voor zijn 77e verjaardag is Lex Roëll in zijn woonplaats Waalre op 22 november 2002 vredig ontslapen.
Door zijn ziekte in de laatste jaren vielen steeds meer functies weg. Hij had het er soms erg moeilijk mee omdat hij nog zo graag allerlei facetten van ‘Arnhem’ verder wilde uitdiepen.
In zijn jeugd woonde hij op de ‘Bornshoeve’ in Schaarsbergen, waar hij na de luchtlandingen van september 1944 geconfronteerd werd met de ver
2

schrikkingen van de oorlog. Samen met zijn broers zorgde hij er onder andere voor dat de in die omgeving omgekomen geallieerde vliegers en ‘air despatchers’ begraven werden. Hij zou van zijn oorlogservaringen nooit meer helemaal loskomen. Na beëindiging van zijn carrière in Italië, verhuisde hij naar Waalre, en kreeg hij de gelegenheid om veel contacten in Arnhem en Oosterbeek te vernieuwen. Via Henk Tiemens in Arnhem leerde ik hem kennen, en gedrieën besteedden we talloze uren aan reconstructies van vliegtuigcrashes, het bepalen van veld- graf-locaties van gesneuvelden enz.. Met passie en een tomeloze energie verrichtte Lex eerst in Noord- Brabant veel ‘veldwerk’ om oplossingen te vinden voor gevallen die tot dan toe onbekend dan wel vaag gebleven waren. Dit resulteerde naderhand in diverse positieve identificaties van vliegers, die in de laatste editie van de Roll of Honour zijn geboekstaafd. Lex maakte een diepgaande studie van de vliegbewegingen van de Royal Air Force tijdens operatie Market Garden, en de rol die bij de bevoorrading uit de lucht was toebedeeld aan mannen van het Royal Army Service Corps (RASC): de z.g. ‘air despatchers’. Hij was tevens nauw betrokken bij de oprichting van het monument voor de daarbij omgekomen militairen, alsmede bij de identificatie van enkele onbekenden van het RASC.
Voor al deze hooggewaardeerde activiteiten kreeg hij een Honorary Membership van de Arnhem 1944 Veterans Club en de Air Despatch Association.
Wij zullen zijn inspirerende persoonlijkheid en vriendschap erg missen.
(Jan Hey)
Nieuwe Roll of Honour
In 1999 gaf onze vereniging de vierde, gewijzigde druk uit van de door Jan Hey samengestelde Roll of Honour van de Slag om Arnhem. Van die erelijst der (geallieerde) gevallenen zijn nog maar enkele exemplaren in de verkoop, dus de echte verzamelaars en liefhebbers moeten snel zijn.
Het bestuur van de Vrienden heeft besloten dat gestart kan worden met de voorbereidingen voor de publicatie van de vijfde druk. Daartoe zijn al weer de nodige aanvullingen en correcties verzameld.
Lezers van dit blad die zinvolle gegevens kunnen aandragen voor de nieuwe uitgave van de Roll, wordt verzocht dit kenbaar te maken. Die reacties kunnen bestaan uit het doorgeven van fouten in de vierde druk of bijvoorbeeld het aandragen van nadere informatie over de locatie en de omstandigheden waaronder iemand is gesneuveld.
Desbetreffende berichten worden met belangstelling tegemoet gezien door Geert Maassen, Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek.
E-mail wamredactie@planet.nl.
Lid van de vereniging schrijft
compagniesgeschiedenis
Op 26 april jl. verscheen het boek ‘B Company arrived’, dat werd geschreven door ons lid David van

Buggenum. David, die in 1963 uit Nederlandse ouders werd geboren in Perth, West Australië, woont sinds 1970 in Arnhem. Zijn ouders, die daar gedurende de oorlogsjaren hadden gewoond, konden uit eigen ervaring vertellen wat zich in en na september 1944 had afgespeeld rondom de Gelderse hoofdstad. Nadat hij zich op 16-jarige leeftijd begon te interesseren voor de lokale geschiedenis gedurende de periode 1940-1945, richtte David zijn aandacht op een relatief kleine groep van ruim 100 Britse parachutisten. Dit waren de manschappen van B Company, 2nd Parachute Battalion, die in september 1944 tijdens de Slag om Arnhem onder andere bij de Rijnbrug hadden gevochten. Via een van hen, Sid Fisher, zou hij in de daaropvolgende jaren vele veteranen van die com-pagnie schrijven, ontmoeten en interviewen.
Daarnaast verkreeg hij informatie van Nederlanders die betrokken waren geweest bij de gebeurtenissen, en verzamelde hij Duitse verhalen die de invalshoek van ‘de vijand’ belichten. Geïnteresseerd in vooral de persoonlijke belevenissen, aangevuld met foto’s, kaarten en documenten, schreef David van Buggenum het boek ‘B Company arrived’.

Bij de presentatie van ‘B Company arrived’ signeert David van Buggenum een aantal exemplaren van zijn boek. (Foto: Renkum, 26 april 2003; Bob Gerritsen)
‘B Company arrived’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt ook nu weer uit ‘B Company arrived’, het boek over B company, 2nd Parachute Battalion, the Parachute Regiment. Het is in het Engels geschreven door David G. van Buggenum, een Vriend van het Airborne Museum. Wie wilde weten hoe het ging met de tocht naar en de strijd rond de Arnhemse verkeersbrug, kon dat o.a. lezen bij Urquhart, Frost, Hibbert, Mackay, Mckee, Sims, Powell, Kershaw, Peatling, Ryan en Middlebrook, en enkele Nederlandse schrijvers. Echter, B Company, die toch zo’n 13% uitmaakte van de Britten bij de brug, wordt in die publicaties amper genoemd.
3

Dit boek maakt dat helemaal goed en vertelt het alle-maal!
B Company was en route de bataljonsreserve, en had als taak het nemen en houden van de pontonbrug. We volgen het hoofdkwartier en het 4e, 5e en 6e peloton van het vertrek uit Engeland op de 17e september en de aankomst op de droppingszone bij Heelsum, via de ‘Lion-route’ van het 2e bataljon naar de brug. We maken de schermutselingen mee bij station Oosterbeek-Laag, het oponthoud bij de pontonbrug, en gevechten bij het Roermondsplein, in het centrum van Arnhem en rond de brug. We zijn bij het onderduiken, de evacuatie, de hospitalisering en de krijgsgevangenschap van een aantal van hen.
Van Buggenum neemt ons mee via de persoonlijke verhalen van para’s, Duitse tegenstanders en Nederlanders, en weet zo heel goed de strijd met alle emoties te schetsen. We ontmoeten de bekende fotograaf Sem Presser. Door verhalen van alle zijden met elkaar te confronteren, geeft de auteur goed inzicht in het verloop, gezien vanuit vriend en vijand. Het uitstekende uitzoekwerk met interessante analyses en overzichten wekt bewondering.
Van Buggenum heeft een spannende historie geschreven met veel menselijke diepte. Prachtige voorbeelden hiervan zijn het dagboek van luitenant Levien, de verhalen van soldaat Izzard, en de Nederlandse gids Jan-Louis Locht.
Het boek is, zoals we gewend zijn, mooi door R.N. Sigmond Publishing uitgevoerd, met vele illustraties en goed kaartwerk, en leest prettig. Het boek heeft 160 pagina’s, kost € 24,50 en is verkrijgbaar bij het Airborne Museum, de Oosterbeekse boekhandelaren, en het Gelders Archief te Arnhem.
(Okko Luursema)
Monument voor de RAF
Van de ‘Arnhem Battle Research Group’ ontvingen wij de volgende verzoek:
‘In onze tentoonstelling over de Royal Air Force bevoorradingsvluchten tijdens de Slag om Arnhem, die in september van het vorig jaar werd gehouden in het gemeentehuis in Oosterbeek, hebben wij de bezoekers gevraagd om hun mening te geven over een mogelijk monument/gedenkteken voor de bemanningsleden van deze vluchten. Dit omdat een dergelijk monument nog niet bestaat. Van de mensen die het bezoekersregister tekenden, was 99% positief over dit voorstel, en de meesten tekenden daarbij aan dat zo’n gedenkteken er al lang had moeten zijn. Soms krijgen wij vragen van voormalige RAF-beman- ningsleden of hun nabestaanden waar bloemen kunnen worden gelegd ter herinnering aan de inzet van de Britse luchtmacht bij Arnhem. Deze mensen moeten dan worden verwezen naar het Airborne Monument tegenover ‘Hartenstein’ of naar het Air Despatch monument vlakbij de Airborne Begraafplaats. Een speciaal monument voor de RAF ontbreekt, terwijl hun rol toch van zoveel belang is geweest.
Op de plaats in Doorwerth waar nu de Rehoboth
School staat, is tijdens de Slag om Arnhem een Stirling neergestort. In het gebouw hebben we vorig jaar sep-tember twee posters met informatie en foto’s van het betreffende vliegtuig opgehangen. De kinderen kunnen nu lezen wat er is gebeurd op de plaats waar hun school staat. Uit gesprekken met de directeur van de school werd het idee geboren om op deze plaats een gedenkteken neer te zetten, als eerbetoon aan de Royal Air Force. Het schoolbestuur vond het een goed plan, en adviseerde om een eenvoudige stenen pilaar te plaatsen, met ongeveer dezelfde vorm als de zuiltjes die op verschillende locaties in Arnhem en Oosterbeek staan.
Inmiddels hebben we diverse organisaties benaderd, waaronder de Arnhem 1944 Veterans Club, en iedereen is positief over het idee. Het plan wordt nu verder uit-gewerkt. Iedere vorm van steun is welkom. Wilt u meewerken aan dit project, neemt u dan contact op met Philip Reinders, Margrietstraat 4, 6991 XH Rheden.’
Naschrift van de redactie: Het bestuur van de Vereniging Vrienden steunt van harte dit initiatief tot de plaatsing van een gedenkteken voor de RAF, en heeft dit inmiddels aan de heer Reinders laten weten.
“315 Troop Carrier Group”
Ons Amerikaanse lid George F. Cholewczynski, auteur van het boek ‘Poles Apart’, dat in 1990 in Nederland verscheen onder de titel ‘De Polen van Driel’, leidt sinds enige tijd de uitgeverij Walka Books in New Orleans. Bij deze uitgeverij verscheen kort geleden het boek ‘Airborne Troop Carrier Three-One- Five Group’, door William L. Brinson. Deze Amerikaanse ’troepentransportgroep’ werd opgericht in februari 1942, en vertrok in november van dat jaar naar Engeland. Het boek verhaalt over de periode waarin van verschillende Britse bases werd geopereerd, en over de operaties waaraan werd deel genomen, zoals o.a. Sicilië, D-Day, Arnhem en de Rhine Crossing. De Group dropte op 18 september de 4e Parachutistenbrigade, en drie dagen later de Poolse Para Brigade bij Driel.
Naast algemene rapporten staan in deze uitgave veel interessante persoonlijke verslagen. Dit zeer lezens- waardige boek, dat is voorzien van kaarten en (voor het merendeel onbekende) foto’s, werd uitgegeven bij WALKA, P.O. Box 56307, New Orleans LA 70156, USA, walka44@msn.com. Het boek wordt voor de prijs van € 27,50 verkocht in het Airborne Museum.
Vrijwilligers gevraagd
Het Airborne Museum vraagt vrijwilligers die bereid zijn om af en toe de verkoopstand van het museum te bemensen tijdens evenementen, zoals Open Dagen van Defensie, herdenkingen, wandeltochten, etc. Het eerstvolgende evenement waarvoor mensen worden gevraagd, is de Airborne Wandeltocht op 6 september a.s. Bent u bereid en beschikbaar voor die dag of voor andere dagen, neemt u dan even contact op met W. Boersma of B. de Reus in het Airborne Museum (026 3337710).
4

Download

VRIENDEN VAN HET AIRBORNE MUSEUM
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 91, augustus 2003
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Mr. Jan ter Horst overleden
Op 1 augustus jl. overleed in Oosterbeek op 98-jarige leeftijd Mr. Jan ter Horst. De heer Ter Horst, die jarenlang een advocatenpraktijk in Arnhem had, was een bekende persoonlijkheid die veel voor het sociale, culturele en politieke leven in de regio en ook daarbuiten heeft betekend.

Jan ter Horst en generaal Urquhart tijdens de eerste Airborne Herdenking in september 1945.
(foto: collectie R. Voskuil.)

In 1941 kwam de familie Ter Horst in Oosterbeek wonen, en vestigde zich in de voormalige hervormde pastorie, naast de Oude Kerk in het Benedendorp. Toen op 17 september 1944 de Britse luchtlandingen plaatsvonden, was de heer Ter Horst niet in Oosterbeek, en door de felle gevechten in het dorp kon hij zijn huis niet bereiken. Dat was inmiddels in gebruik genomen als ‘Regimental Aid Post’. Grote aantallen gewonden werden er opgevangen en behandeld. Mevrouw Kate ter Horst, die ook nog de zorg had voor haar kinderen, deed in die dagen wat zij kon om voor de gewonden het leed enigszins te verzachten. Na het einde van de slag moest mevrouw Ter Horst met de kinderen het dorp verlaten, en werd Jan ter Horst weer met zijn gezin verenigd.
Direct na de oorlog werd de heer Ter Horst benoemd tot waarnemend burgemeester van de gemeente Renkum, een functie die hij tot in 1946 vervulde. Omdat het gemeentehuis op het landgoed Bato’swijk was verwoest, werd tijdelijk onderdak gevonden in Hotel de Bilderberg.
Op een dag in september 1945 hoorde Jan ter Horst dat generaal Urquhart (een jaar eerder commandant van de geallieerde luchtlandingsdivisie) met een aantal officieren op een informeel bezoek was in Oosterbeek. Zij bezochten op dat moment de nog in aanleg zijnde Airborne Begraafplaats. Jan ter Horst stapte op zijn fiets, en toen hij de auto’s met de Britse officieren de Stationsweg op zag rijden, zette hij zijn rijwiel dwars over de weg om de stoet te stoppen. Generaal Urquhart stapte uit, en er ontspon zich een gesprek, waarin de heer Ter Horst in de eerste plaats duidelijk maakte dat de Britten, ondanks de verloren slag, van harte welkom waren, iets waar de generaal duidelijk aan had getwijfeld.
In de videodocumentaire ‘Blijvend in Herinnering’, die in 1989 door Bal Video Produkties in Oosterbeek werd vervaardigd, vertellen zowel de heer Ter Horst als generaal Urquhart uitgebreid over hun eerste ont-moeting.
Die ontmoeting resulteerde ook in een gezamenlijk plan voor een herdenkingsdienst op de militaire begraafplaats. Daarmee werden ze eigenlijk de grond-leggers van de jaarlijkse Airborne herdenking. De oor-spronkelijke Orde van Dienst, die toen werd vastgesteld, wordt tot op de dag van vandaag nog in vrijwel ongewijzigde vorm gebruikt.
In de na-oorlogse jaren zat de heer Ter Horst lange tijd in de Renkumse gemeenteraad (namens de PvdA) en drukte hij o.a. zijn stempel op de wederopbouw van de dorpen.
Op 21 februari 1992 verloor hij zijn geliefde echtgenote Kate bij een ernstig auto-ongeluk. Jan zelf raakte zwaar gewond, maar herstelde na een lange periode van revalidatie.
Jan ter Horst was een vriendelijke en hartelijke man met een grote belangstelling voor alle vormen van cultuur, maar vooral ook voor zijn medemens. Hij vond het heerlijk om met anderen over allerlei onderwerpen van gedachten te wisselen, het liefst in zijn grote en gezellige studeerkamer met uitzicht op de tuin en de uiterwaarden van de Rijn.
Op 5 augustus werd tijdens een indrukwekkende her-denkingsbijeenkomst in de Oude Kerk in Oosterbeek afscheid van hem genomen.
(Robert Voskuil)

In Memoriam Pater Dijker
Een andere man die een belangrijke stempel heeft gedrukt op de jaarlijkse terugkerende herdenkingsdienst op de Airbome Begraafplaats, pater Reinold Dijker, overleed op 30 juli jl. in Nijmegen op 88-jarige leeftijd.
Tijdens de Slag om Arnhem was pater Dijker in Oosterbeek. Vanaf 19 september 1944 hielp hij onder andere in het grote noodhospitaal dat was gevestigd in Hotel de Tafelberg.
In september 1945 was het pater Dijker die waarne-mend burgemeester Jan ter Horst voorstelde om tijdens de herdenking van de Slag om Arnhem kinderen bloemen te laten leggen op de toen nog zo kale graven op de Airbome Begraafplaats. En zo geschiedde. Kinderen plukten bloemen uit hun tuin, en legden die tijdens de eerste herdenkingsdienst op 25 september op de graven. Dat is, zoals iedereen weet, een traditie geworden, leder jaar leggen kinderen bloemen op de graven, en voor de Britse en Poolse veteranen is dat het ontroerende hoogtepunt van de herdenkingen. Ook dit verhaal is uitgebreid vastgelegd in de hierboven genoemde documentaire ‘Blijvend in Herinnering’

Pater Dijker tijdens de opnamen van de film Theirs is the Glory in Hotel De Tafelberg in augiistns/september 1945. (foto: collectie R. Voskuil)

Toen in augustus 1945 een ploeg van de Britse Rank- filmmaatschappij in Oosterbeek neerstreek om daar opnamen te maken voor de film Theirs is the Glory , werd pater Dijker gevraagd om mee te doen aan deze reconstructie van de Slag om Arnhem. Na enige aarzeling stemde hij toe, en zo zien we in de film een nog jonge pater Dijker die de mis opdraagt in de keuken van Hotel de Tafelberg.
Later vertrok hij naar Indonesië, waar hij meer dan 25 jaar missionaris was. Nadat hij was teruggekeerd in Nederland vestigde hij zich in Nijmegen, en bijna ieder jaar was deze aimabele geestelijke weer present bij de dienst op de Begraafplaats.
Op 2 augustus werd pater Dijker begraven op het kerkhof van de Heilig Landstichting bij Nijmegen. (Robert Voskuil)

Rectificatie
In het ‘In Memoriam’ dat we in het vorige nummer van de Nieuwsbrief plaatsten, stond helaas een storende typfout. De achternaam van de daarin genoemde overledene is Röell, en niet Roëll. Onze excuses hiervoor.

Excursie naar Hamminkeln op 4 oktober a.s.
Zoals wij reeds eerder aankondigden, organiseert onze Vereniging op zaterdag 4 oktober a.s. een excursie naar het gebied rond Hamminkeln in Duitsland, waar op 24 maart 1945 de laatste grote geallieerde luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog plaatsvond.
Het programma voor die dag ziet er als volgt uit: 09.00 uur: Vertrek van de bus van de parkeerplaats bij de Goede Herderkerk in Oosterbeek, op de hoek van de J.J. Talsmalaan en de Utrechtseweg.
10.15 uur: Aankomst in Hamminkeln.
10.30-13.00 uur: Battlefield tour langs een aantal plaat-sen die een belangrijke rol speelden tijdens en na de landingen.
13.00-14.00 uur: LUNCH.
14.00-16.30 uur: Vervolg van de battlefield tour. Hierbij zullen we het voetspoor volgen van de bekende Amerikaanse oorlogsfotograaf Robert Capa, die een indrukwekkende serie foto’s maakte van de landingen van de parachutisten van de 17,h US Airborne Divisie, en de daarop volgende gevechten.
De kosten voor deelname aan deze battlefield tour bedragen 6 25 per persoon. Hiervoor krijgt u de bustocht, de lunch en de excursiegids. Het bedrag kan worden overgemaakt op postgironummer 4403641 van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, onder vermelding van ‘Excursie Hamminkeln’. Dit geld moet uiterlijk 27 september a.s. binnen zijn. Inschrijvingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Er zijn maximaal 48 plaatsen beschikbaar. Bij overtekening krijgt u bericht als u NIET mee kunt.

Themamiddag op 22 november
Op zaterdag 22 november a.s. organiseert onze vereniging een themamiddag in de Concertzaal in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30-14.00 uur: Ontvangst van de leden.
14.00-15.00 uur: Lezing van de heer W. Boersma, directeur van het Airborne Museum, over de radio-verbindingen tijdens de Slag om Arnhem.
15.00-15.45 uur: PAUZE.
15.45-17.00 uur: Vervolg van de lezing door de heer Boersma, en, indien de tijd dit toelaat, de vertoning van een documentaire.

Aanwinst
Jaap Korsloot en Wybo Boersma hebben juli jl. de ‘Airborne Day’ in het Yorkshire Air Museum in Elvington bezocht met een public relations- en ver- koopstand van het Airborne Museum. Van het Air Museum heeft ons museum een aantal bijzondere voorwerpen gekregen. Het meest interessante is een mouwembleem van het ‘General Headquarters Liason Regiment’ (‘Phantom’), een witte P op een zwart veld. Het Airborne Museum had in het verleden al eens een dergelijk, zeer zeldzaam, embleem aangekocht. Beide emblemen zijn nu op het uniform gezet van een soldaat in het diorama van de verbindingsdienst in ‘Hartenstein’.
Phantom was een kleine eenheid die tot taak had mel-dingen over het verloop van de strijd rechtstreeks door te geven aan het hoofdkwartier van veldmaarschalk Montgomery. Tijdens de Slag om Arnhem was hun radioverbinding, samen met die van de Public Relations Unit, de enige die goed contact hield met de buitenwereld. De reden dat de militairen van deze eenheid geen Pegasus-embleem op hun mouw droegen, was dat zij geen deel uitmaakten van de le Britse Airborne Divisie.

Verslag van het ‘Engelse weekend’
Op vrijdagmiddag 20 juni 2003 verzamelden we bij restaurant Schoonoord, en bekeken we de posities van lOth Battalion, the Parachute Regiment. Vervolgens gingen we naar de Airborne Begraafplaats en het Air Despatch monument. Bij de Dreijenseweg werd de opmarsroute van 156 Battalion, the Parachute Regiment, besproken, en de ligging van de Duitse ver-dedigingslinie.
De volgende dag gingen we vanaf Hartenstein naar DZ ‘Y’, en vervolgens naar Wolfheze, waar een bezoek werd gebracht aan het complex van het Psychiatrisch Ziekenhuis, en aan de begraafplaats, waar de slachtoffers van het geallieerde bombardement van 17 september 1944 liggen. De meesten van ons waren daar nog nooit geweest. Na een uitstekende lunch in Hotel West End wandelden we over het terrein van het Nationaal Sportcentrum Papendal naar LZ ‘L’, en werd uitleg gegeven over de landingen en de gevechten bij de Johannahoeve, en de rol van
7th Battalion, the King’s Own Scottish Borderers. De rest van de middag werd aandacht besteed aan de hinderlaag waarin de verkennings-jeeps van het Reconnaissance Squadron terechtkwamen, de tunnel in de spoordijk, Captain Lionel Queripel (The Royal Sussex Regiment; toegevoegd aan lOth Battalion) die postuum een Victoria Cross kreeg, en aan ‘Hackett’s FIollow’ (de grote kuil waarin Brigadier John Hackett en een aanzienlijk aantal mannen van zijn 4th Parachute Brigade een tijd vertoefden).
Zondag 22 juni stapten we bij Hartenstein in leger-voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. De eerste stop was op LZ ‘S’, en bij de plaats waar de Dakota van Flight Lieutenant David Lord was neergekomen. Daarna ging de rit via LZ ‘Z’, DZ ‘X’, en het monument in Heelsum naar de Westerbouwing, waar onze gastheren zorgden voor een picknick lunch. Daarna reden we langs het Drielse Veer naar de Oude Kerk. Na deze stop ging de colonne verder naar de Arnhem, waar we over de Rijnbrug reden, en via de dijk in Driel arriveerden. Na dit laatste excursiepunt reden we terug naar Oosterbeek.

Tijdens het ‘Engelse weekend’ werden de deelnemers op zondag 22 juni 2003 rond gereden in originele voertuigen uil de Tweede Wereldoorlog.
(folo: Eugène Wijnhoud)

Afgezien van het feit dat we al de bovengenoemde plaatsen konden bezoeken, waren we bovendien per-manent vergezeld door onze Nederlandse gastheren, die onze vragen beantwoordden, en ons over de ver-schillende excursiepunten vertelden. We zagen plaatsen voor het eerst of vanuit een andere hoek of een ander perspectief, vooral wanneer gesloten hekken speciaal voor ons werden geopend! We vonden zelfs de resten van oude schuttersputten. De enige teleurstelling, die overigens niets te maken had met de excursie, was het zien van de deplorabele toestand waarin De Tafelberg zich nog steeds bevond.
Het is nauwelijks mogelijk om onze gastheren vol-doende te bedanken voor de tijd en de moeite die zij zich getroostten om zo’n fantastisch weekend te orga-niseren, met informatiepakketten, lunches, een receptie in het Airborne Museum, en met oude legervoertuigen. We ontvingen zelfs een stuk origineel Pools parachutekoord, dat onlangs was gevonden bij Driel. Bij de Nederlandse begeleiders bevonden zich o.a. de voorzitter van de vereniging, Ben Kolster, de vice-voorzitter Eugène Wijnhoud, en de vice-voorzilter van de Stichting Airborne Museum, Aad Groeneweg. Al met al was het een fantastische excursie, goed georganiseerd en uitstekend geleid. Het was een genoegen om er aan deel te nemen. Ik hoop er de volgende keer weer bij te zijn, en ik kan deelname aan ieder lid uit het Verenigd Koninkrijk aanbevelen.
(Richard Graham, Guildford)

Nieuws van Niall
Graag wil ik hierbij alle leden uit het Verenigd Koninkrijk bedanken die een bijdrage leverden aan onze tocht over de slagvelden, afgelopen juni. Ik heb mijzelf zeer goed vermaakt, zelfs als dingen niet altijd volgens plan verliepen. Maar het weer was uitstekend, en het was een leuke groep. Ik heb al weer verschillende suggesties ontvangen voor 2005, en ik begin binnenkort serieus met het voorbereiden van het programma. Ik weet dat het wat vroeg lijkt, maar als iemand vragen heeft over de battlefield tour in 2005, laat hij of zij dan contact met mij opnemen. (Niall Cherry)

‘Arnhem, Operation Market Garden, September 1944’
Op het eerste gezicht lijkt dit boek, dat werd geschreven door Lloyd Clark, wel interessant. Vooral de foto’s, zowel die uit de oorlog als degene die recent zijn genomen, zijn goed.
Dit is echter het enige dat ik van het boek kan aanbevelen. De titel is een beetje vreemd omdat Lloyd Clark de gevechten behandelt in de gehele corridor van Market Garden en niet alleen (zoals de titel lijkt te suggereren) de strijd bij Arnhem en Oosterbeek. Voor de wat serieuzere onderzoeker van de slag bevat het boek geen nieuwe informatie. Wel komen er volgens mij verschillende nogal ongelukkige fouten en tegenspraken in voor. Enkele voorbeelden. Op de ene pagina staat ‘As a result Urquhart decided to take just six infantry battalions on the 17″‘, while his field artillery were to arrive on the 18″’’. Een paar pagina’s verder staat’also arriving on 17September, …two-thirds of his 75mm field artillery’. Clark schrijft ook dat op 24 september een ontmoeting plaatsvond in het St. Elisabeths Gasthuis tussen Colonel Warrack (‘Assistant Director of Medical Services’) en Generaal Bittrich, commandant van het Ile SS Panzer Korps. Dit verschilt met Warracks eigen verslag, dat hij in Apeldoorn schreef direct na de slag, waarin hij verklaart dat deze ontmoeting plaats vond op Bittrichs hoofdkwartier.
Ook op sommige kaarten staan fouten, zoals op die van de Britse perimeter bij de Arnhemse Rijnbrug, waarop de verdedigingsposities bij de Van Limburg Stirum School ontbreken. Verderop in het boek wordt dit gebouw de ‘van Lunburgstirum school’ genoemd. Ik was ook bezorgd om te zien dat Clark verklaart dat 3910 man uit de perimeter werden geëvacueerd gedurende operatie ‘Berlin’. Dit getal is het hoogste dat ik ooit heb gezien. De meeste verslagen noemen ongeveer 2400 man, en het officiële getal is 2398.
Voor iemand die ‘Senior Lecturer’ is bij het ‘Department of War Studies at the Royal Military Academy Sandhurst, where he specialises in the his- tory of airborne warfare’, had ik iets beters verwacht. Het beste dal gezegd kan worden is misschien dat het voor iemand die nog niet veel van de slag weet, een goed overzicht geeft van ‘Market Garden’.
‘Arnhem Operation Market Garden, September 1944’, door Lloyd Clark, kwam uit bij Sutton Publishing Limited, ISBN 0-7509-2835-2. De prijs bedraagt in Groot-Brittannië £ 25, en bij het Airborne Museum in Oosterbeek € 42, (Niall Cherry)

Informatiebord op de Ginkelse Heide
Door de VVV uit Ede is in opdracht van de gemeente (Ede) en met steun van het Airborne Museum een informatiebord geplaatst bij het monument op de Ginkelse Heide, waar op 18 september 1944 de 4e Parachutisten Brigade afsprong.
Dit bord geeft in het Nederlands en in het Engels een korte beschrijving van de gebeurtenissen die op 17 en 18 september 1944 in dit gebied plaatsvonden. Voor meer informatie wordt op het bord verwezen naar het Airborne Museum en de museum website. Vooral in de zomermaanden komen veel toeristen naar het monument en naar de nabij gelegen schaapskooi. Het bord geeft dus een goede gratis reclame voor het Airborne Museum.

Tijdens de excursie op 29 maart jl., die was gewijd aan de posities van het Light Regiment Royal Artillery bij de Oude Kerk in Oosterbeek, was een 75mm kanon opgesteld op een van de oorspronkelijke locaties in de uiterwaarden achter de kerk.
(foto: Bob Gerritsen)

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum
Utrechtseweg 232 6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. permingm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 92, december 2003
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C.vanRoekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

20 September 2003. Na afloop van hun parachutesprong op de Ginkelse Heide praten Britse veteranen niet Nederlandse schoolkinderen.
(foto: Berry de Reus)

Social Evening
Op 13 februari 2004 zal in hel Airborne Museum een ‘Social Evening’ voor leden van onze vereniging worden gehouden. Een aantal van hen zal materiaal uit hun eigen collectie tonen, het magazijn en de restauratieruimte zullen zijn geopend, evenals de bibliotheek en het archief. Natuurlijk is er ruim de gelegenheid om van gedachten te wisselen over allerlei onderwerpen die verband houden met operatie ‘Market Garden’. De avond zal beginnen om 19.30 uur.

Jaarvergadering
De 24e Jaarvergadering, tevens Algemene Leden-vergadering van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum zal worden gehouden op zaterdagochtend 3 april 2004 in de Concertzaal in Oosterbeek. Na afloop daarvan kan worden deelgenomen aan een lunch, en ’s middags is er een excursie. Nadere gegevens hierover vindt u in de volgende nieuwsbrief.

Battlefield tours 2004
Voor 2004 staat een groot aantal ‘battlefield tours’ op het programma.
Allereerst organiseert het Airborne Museum een excursie naar Normandië. Deze is van woensdag 19 tot en met zondag 23 mei 2004. De kosten bedragen € 495 op basis van een gedeelde tweepersoonskamer. Voor een overzicht van het programma en verdere informatie kan men contact opnemen met het museum.
Dan wordt de gehele serie Market Garden tochten nogmaals gehouden. Deze vinden plaats op de volgende data: 12 juni Market Garden ‘1’: Zuid Nederland; 3 juli Market Garden ‘2’: Midden Nederland; 21 augustus Market Garden ‘3’: Betuwe; en 11 september Market Garden ‘4’: Arnhem en Oosterbeek. De kosten bedragen voor leden van de WAM € 30,- per tour, voor anderen € 32,00. Bij een gelijktijdige inschrijving voor drie ’tours’ ontvangt men een gratis Holt’s ‘battlefield’-kaart van het gebied van operatie Market Garden.
Van 7 t / m 10 oktober 2004 wordt een ‘battlefield tour’ georganiseerd naar de Ardennen. Het juiste programma is nog niet geheel bekend, maar zal onder meer inhouden: de gevechten in en rond Bastogne, de opmars van de Kampfgruppe Peiper, en de gevechten van de E Company 506,h Regiment, 101st American Airborne Division (‘Band of Brothers’). Tevens zullen we een drietal musea in deze omgeving bezoeken. Ook wordt geprobeerd een bezoek aan het fort Eben Emael in te lassen. De kosten per persoon bedragen € 395,- alles bij elkaar.
Ook wat betreft deze excursie kan men voor een overzicht van het programma en voor verdere informatie contact opnemen met het Airborne Museum. Zie ook de website www.airbomemuseum.com
(W. Boersma)

Actie voor RAF Monument
In Nieuwsbrief nummer 90 maakten wij melding van het initiatief van ons lid Philip Reinders om een monument op te richten voor de bemanningen van de Royal Air Force. Hoewel zij geen onderdeel uitmaakten van de 1ste Britse Airborne Divisie, speelden de mannen van de RAF een grote rol tijdens de septemberdagen van 1944. Van de 17e tot en met de 25e hebben zij talloze vluchten uitgevoerd om zweefvliegtuigen te slepen en om voorraden te brengen naar de bij Oosterbeek ingesloten troepen. Tijdens deze bevoorradings- vluchten, die vaak onbeschermd en op zeer geringe hoogte gevlogen werden, kwamen 153 manschappen om het leven, en raakte een groot aantal gewond. Ondanks de zware verliezen, vijandelijke jagers en luchtafweer, vlogen ze soms een aantal keren over de droppingszones om er zeker van te zijn dat alle manden en containers werden afgeworpen, niet wetend dat de meeste afwerpterreinen al snel in Duitse handen waren gevallen. In Engeland staan op verschillende (voormalige) vliegvelden monumenten voor deze moedige bemanningen. In Arnhem en Oosterbeek zijn geen gedenktekens waar veteranen of nabestaanden van RAF-bemanningen even stil kunnen staan bij wat zich bijna 60 jaar geleden hier heeft afgespeeld. Hierin zal hopelijk in 2004, zestig jaar na de Slag om Arnhem, verandering komen. Er is, zoals reeds eerder gemeld, een plek gevonden waar het nieuwe monument kan komen. Het is op het terrein van de Rehobothschool aan de Johanniterweg in Doorwerth. Daar stortte op 21 september 1944 de Stirling LJ-928 van het 196e Squadron neer. Alle inzittenden kwamen daarbij om het leven. Na overleg met het schoolhoofd en het schoolbestuur is besloten om het gedenkteken daar te plaatsen. Niet alleen voor de mannen van de LJ-928, maar voor alle RAF-bemanningsleden die tussen 17 en 26 september 1944 de gevaarlijke vluchten naar Oosterbeek gemaakt hebben. De kosten voor het maken van een eenvoudige stenen pilaar met daarop een plaat met tekst bedragen ca. 2000 euro. Hoewel inmiddels al het nodige geld bijeen is gebracht, is nog niet het gehele bedrag binnen. Daarom is een actie gestart, waarbij mensen die positief staan ten opzichte van het oprichten van dit RAF-monument, wordt gevraagd een financiële bijdrage te leveren. Er is daarvoor een speciale bankrekening geopend: Rabobank Rheden, nummer 3161.89.863, t.n.v. P. Reinders, onder vermelding ‘RAF-Monument’.

Nieuw monument aan de Rijn
Op zondagmiddag 21 september jl. werd vlakbij de oever van de Rijn in de uiterwaarden achter de Oude Kerk in Oosterbeek een monument onthuld voor de geallieerde soldaten die in de nacht van 25 op 26 september 1944 over de rivier wisten te ontkomen tijdens operatie ‘Berlin’. Het initiatief hiervoor kwam van de Oosterbeker Rob van der Zon, samen met een aantal vrienden, waaronder ons lid Axe Jon Versluijs. Deze groep financierde ook het gedenkteken, dat door Rob van der Zon werd ontworpen en gemaakt. De onthulling werd gedaan door Sgt. MJ. Potter, een van de mannen die 59 jaar daarvoor over de Rijn had kunnen ontsnappen. Sgt. Potter, Royal Engineers, was de man die in september 1944 in een Horsa glider een kleine bulldozer meenam, die uiteindelijk terecht kwam op de Sonnenberg in Oosterbeek. Na de onthulling, die werd bijgewoond door zestig veteranen en ca. honderd andere belangstellenden, stak een groep van dertig zwemmers de rivier over, een traditie die dateert uit 1998.

21 September 2003. Na de onthulling bekijken maker Rob van der Zon en veteraan Mr. M.J. Potter het nieuwe monument voor operatie ‘Berlin’ in de uiterwaarden langs de Rijn bij Oosterbeek (foto: Axe Jon Versluijs)

Medaillesets geschonken
In de afgelopen periode ontving het Airborne Museum de medaillesets die hebben toebehoord aan de volgende personen:
Captain, the Reverend, R.F. Bowers, in 1944 aalmoezenier/legerpredikant van het 10‘h Parachute Battalion, Trooper R. McSkimmings van het Reconnaissance Squadron, die sneuvelde op 19 september 1944, Lance Corpora! Harold E. Back van het 2nd Parachute Battalion, en Private E.V.B. Mordecai, Royal Army Ordnance Corps.
(Roland Boekhorst)

Nieuws van Niall
Niall Cherry, onze vertegenwoordiger in Groot- Brittannië stuurde ons wat aanvullende gegevens over een van de foto’s die een Duitse oorlogsfotograaf (Jacobsen, red.) op 20 september 1944 maakte op de Utrechtseweg in Oosterbeek. Op deze foto, die we hierbij afdrukken, staat Gunner Eric Milner van C Troop, 1S1 Airlanding Anti-Tank Battery, Royal Artillery, (rechts), terwijl hij wordt gefouilleerd door een Duitse soldaat in de tuin van het huis van de familie Berghege, tegenover de Annastraat. (Dit huis werd tijdens de strijd zwaar beschadigd, maar werd na de oorlog hersteld. Later werd het afgebroken en vervangen door het gebouw van de ABN/AMRO bank). Eric Milner vertelde onlangs aan Niall dat de foto werd genomen juist toen de Duitse soldaat een pakje kauwgum uit Erics zak had gehaald. Even dacht Eric tot zijn schrik dat de soldaat de kauwgum in zijn

20 september 1944. Voor het huis van de familie Berghege aan de Utrechtseweg, tegenover de Annastraat in Oosterbeek, fouilleren Duitse soldaten Britse gewonden. Rechts, met zijn arm in een draagverband, Eric Milner.(foto: Bundesarchiv, Koblenz)

mond wilde steken, maar dat deed hij gelukkig niet. Hij gaf het pakje terug, niet wetend dat in de kauwgum een ontsnappingszaagje was verborgen! C Troop ls’ AT Bty, die onder bevel stond van Lieutenant Ted Shaw (later vele jaren de vertegenwoordiger van de WAM in Groot-Brittanniël), had de voorgaande dagen in Arnhem artilleriesteun gegeven aan het 3rd Parachute Battalion. Eric was op 19 september gewond geraakt gedurende de terugtocht van Arnhem naar Oosterbeek. Hij kwam in het noodhospitaal in Hotel Schoonoord terecht, maar daar waren ze zo druk dat hij werd doorgestuurd naar een van de verbandposten van de 133e Parachute Field Ambulance in de huizen oostelijk van Hotel Vreewijk, die inmiddels in Duitse handen waren. Eric wilde het huis van Berghege binnen via de achterdeur, waar hij in eerste instantie werd tegengehouden door een korporaal van het Royal Army Medical Corps. Die vroeg op barse toon of hij wilde dat iedereen in huis door de Duitsers zou worden doodgeschoten, omdat hij de verbandplaats in wilde terwijl hij nog steeds zijn geweer bij zich had! Voor het huis stonden twee Duitse soldaten en een aantal Britse gewonden. Erics arm werd verbonden, en kort daarop werd de betreffende foto gemaakt. De volgende dag wist hij te ontsnappen, en voegde hij zich weer bij zijn geschutsbemanning. Op 24 september 1944 werd hij echter definitief krijgsgevangen gemaakt.

Fred Bolle, de BID en de Veerweg
Per 1 oktober jl. trad vervroegd uit militaire dienst de Adjudant onderofficier instructeur Fred Bolle. Jarenlang was hij werkzaam bij de Bergings- en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BID); laatstelijk in de functie van commandant, als opvolger van kapitein H.J.R. Jongen.
Vele malen was hij betrokken bij het opgraven en identificeren van stoffelijke resten van militairen die in de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen.
In april jl. was hij weer eens in Oosterbeek actief. Bij graafwerkzaamheden in een tuin aan de Veerweg (in de directe omgeving van de Westerbouwing) waren de resten van een Britse militair gevonden. Tevens werden 30 mortiergranaten en twee handgranaten van Engelse makelij aangetroffen, die door de EOD KL (Explosieven Opruimings Dienst, Koninklijke Landmacht) bij Kasteel Doorwerth tot ontploffing werden gebracht.
Het skelet van de soldaat is nagenoeg compleet geborgen door adjudant Bolle en zijn medewerker sergeant-majoor Geert Jonker. In de schedel zit een vier centimeter groot gat, dat vermoedelijk is veroorzaakt door een granaatscherf. Opmerkelijke vondsten die gedaan zijn, betreffen twee Airborne helmen (1942, ‘first pattern’), één paar ‘ankle boots’ (enkelstukken), een driehoekige halsdoek (gesneden uit een stuk parachutestof), resten van een lederen portefeuille (waarin o.a. een bidprentje), een takje gedroogde heide, een klein crucifix, en onleesbare papierfragmenten.
Het onderzoek door de BID, waarbij de gevonden gebitselementen van grote betekenis waren, leidde ertoe dat de dienst spoedig een positieve identificatie kon doen. De bevindingen zijn opgestuurd naar de verantwoordelijke autoriteiten (zoals de Britse ambassade en het Ministry of Defence in het Verenigd Koninkrijk), en zij zouden vervolgens, nadat een en ander was geverifieerd, officieel de identiteit van de militair vaststellen.
Er was goede en gegronde hoop dat de betrokken Airborne soldaat vóór de herdenkingen van de Slag om Arnhem in september jl. een definitieve rustplaats zou krijgen temidden van zijn kameraden op de Arnhem (Oosterbeek) War Cemetery. Traditiegetrouw malen de Britse molens echter tergend langzaam in dit soort zaken. En dat betekent dat op het moment van schrijven (5 december 2003) helaas nog steeds niet bekend is gemaakt wie de gevonden militair is. Laat staan dat zijn stoffelijke resten ter aarde zijn besteld op het militaire kerkhof in Oosterbeek. Ze liggen triest genoeg al acht maanden bij de BID in Bussum.

‘By Land, Sea and Air’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt ook nu weer uit ‘By Land, Sea and Air’, het boek over het 2nd Battalion, The South Staffordshire Regiment. Het is in het Engels geschreven door Alexander Junier en Bart Smulders met ondersteuning van Jaap Korsloot, alle drie Vrienden van het Airborne Museum. Het South Staffordshire bataljon was een van de negen Britse gevechtsbataljons in de slag, en verdient een eigen plek in de geschiedenis, niet in het minst door het winnen van twee Victoria kruizen. Dit boek met een zeer toepasselijke titel, vertelt het allemaal.
In 1783 wordt het 80th Regiment of Foot, ‘Staffordshire volunteers’ opgericht. In 1881 krijgt het de naam ‘2nd Battalion The South Staffordshire Regiment (80th Foot)’. In 1941 wordt het infanteriebataljon, met inmiddels een roemruchte geschiedenis, als luchtlandingseenheid ingedeeld bij de nieuw gevormde Ist British Airborne Division. Het wordt zwaar getraind voor zijn airborne taak, het landen per glider achter vijandelijke linies. We volgen het bataljon in 1943 naar Noord-Afrika, waar het wordt voorbereid op de invasie in Sicilië. Een groot deel van het bataljon landt echter vóór de kust op zee, waarbij veel Staffords door verdrinking om het leven komen. Wij zijn getuige van de gevechten om de Ponte Grandebrug en Siracuse. Vijf dager, later keren 288 van de 816 man terug naar Tunesië. Het bataljon was nu over land, zee en door de lucht in de strijd gegaan. We zien vervolgens het bataljon in Italië, waar het o.a. in Foggia en Brindisi wordt ingezet om steden en dorpen in te nemen tijdens de strijd daar.
Op 17 september 1944 landt een groot deel van het bataljon bij Wolfheze. De belangrijkste taak is het vrijhouden van het landingsterrein S voor de tweede lift op de 18c, en de kruising ten noorden van Wolfheze. In plaats daarvan moet het zich naar Arnhem spoeden om de daar al vechtende le, 2e en 3e Parachutistenbataljons te versterken. De rest van het bataljon landt bij gebrek aan voldoende sleep- toestellen eerst de volgende dag. Ook dit deel gaat snel naar Arnhem. Het bataljon neemt op 19 september het voortouw bij de poging over de Utrechtse weg door te stoten naar het centrum, waar het le Parabataljon al is stuk gelopen. Na felle gevechten trekt het terug op Oosterbeek-Laag. Daar wordt het ingezet om de oostzijde van de voet van de perimeter te verdedigen. We zijn bij de gevechten, waarbij de Duitsers tot de evacuatie in de nacht van 25 september proberen de Britse divisie van de Rijn af te snijden, en daar bijna in slagen. Daar winnen majoor R.H. Cain en sergeant J.D. Baskeyfield hun Victoria kruizen. Het dichtst bij de Rijn liggend, trekken de Staffords het laatst terug, waardoor een groot deel niet slaagt te evacueren, en gevangen wordt genomen. Slechts 25% van het bataljon komt over de rivier.
In enkele bijlagen volgen we de geschiedenis van het 12e peloton dat bij Tilburg is geland, en van de Staffords na Arnhem in krijgsgevangenschap in Polen en Duitsland. In het voorjaar van 1945 maakt het bataljon bij Oslo in Noorwegen deel uit van hét bevrijdingsleger.
De auteurs hebben veel en goed onderzoek gedaan. Dat wekt bewondering. De persoonlijke verhalen van de mannen maken de geschiedenis heel levendig en daarom boeiend. Zo blijf je dicht bij de gebeurtenissen, en kan de lezer zich goed inleven in de strijd.
Het boek, dat op 22 november jl. werd gepresenteerd, is, zoals we gewend zijn, mooi door R.N. Sigmond Publishing uitgevoerd met vele illustraties en goed kaartwerk, en leest prettig. ‘By Land, Sea and Air,. An Illustrated History of the 2nd Battalion The South Staffordshire Regiment 1940 – 1945. From Official Records and Personal Accounts of Members of the Battalion’ verscheen in de Engelse taal, telt 224 pagina’s, en kost € 27,50. Het is verkrijgbaar bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’ in Oosterbeek, het Gelders Archief te Arnhem, en de (lokale) boekhandel (ISBN 90-804718-6-0).
(Okko Luursema)

CD-Rom van lezing over de verbindingen
Op zaterdag 22 november jl. hield Wybo Boersma in de Concertzaal in Oosterbeek een boeiende lezing over de verbindingssystemen, zoals die door de le Britse Airborne Divisie tijdens de Slag om Arnhem werden gebruikt. Daarbij kwamen alle gebruikte middelen, zoals de verschillende radiozendont- vangers, ra da rap para tuur, veld-telefoons en zelfs postduiven, ter sprake. Wybo hield zijn verhaal aan de hand van een met de computer gemaakte ‘Power Point’ presentatie, met daarin schema’s, tekeningen, kaarten en foto’s.
Kopieën van de CD-Rom waarop de complete presentatie staat, zijn te koop in het Airborne Museum voor € 5,- of kunnen worden besteld bij W. Boersma. Wanneer de CD-Rom moet, worden verzonden, kost deze € 7,50.

Postzegels gevraagd
‘leder nadeel heeft zijn voordeel’, om met Johan Cruijff te spreken. Nadat ik als voorzitter van de Vereniging Vrienden was afgetreden, kreeg ik meer tijd voor het oppakken van een naar de achtergrond verdwenen hobby. Ik ben namelijk sinds jaar en dag bezig met het samenstellen van een postzegel- verzameling die de opkomst en de ondergang van het Nationaal Socialisme weerspiegelt. Dit zijn dus voornamelijk Duitse zegels uit de periode 1932-1945, maar ook zegels uit andere gebieden die betrokken waren bij de Tweede Wereldoorlog.
Omdat geen albums over dit thema te krijgen zijn, heb ik enige maanden besteed aan het maken van een boekwerk waarin, uitgaande van postzegels, deze periode wordt beschreven. Moderne scan- en printtechnieken en natuurlijk de verworven vrije tijd, stelden mij in staat dit te verwezenlijken.
Mijn vraag en verzoek aan u is eens te willen nagaan of u misschien nog aanvullingen voor mijn verzameling bezit, die u eventueel beschikbaar wilt stellen. Mogelijk kan ik u dan mettertijd verrassen met een kleine tentoonstelling over dit onderwerp. U kunt mij bereiken op mijn adres: Benedendorpsweg 119, 6882 WE Oosterbeek, telefoon 026 3333261 of via chris.van.roekel@12move.nl.
Bij voorbaat vriendelijk dank, Chris van Roekel.

Download


Van de redactie
Zoals u ziet heeft de Nieuwsbrief een geheel nieuw uiterlijk gekregen. In de uitnodigingsbrief voor de Jaarvergadering, die u begin maart van ons kreeg, hadden wij dit al aangekondigd. De nieuwe vormgeving is ontworpen door Michel Hildebrand uit Wageningen, die de afgelopen jaren o.a. de omslagen en layout van verschillende boeken over de Slag om Arnhem, zoals bijvoorbeeld ‘B Company Arrived’ en ‘By Land, Sea and Air’, heeft verzorgd. Ook ontwierp hij voor het Airborne Museum affiches voor tentoonstellingen en omslagen voor verpakkings- dozen voor video’s en DVD’s.
De voorbereidingen voor de ‘facelift’ van de Nieuwsbrief en het moderniseren van het produc-tieproces hebben helaas meer tijd gekost dan was voorzien, mede als gevolg van een aantal technische problemen en het feit dat geheel onverwachts onze ‘huisdrukkerij’ in Oosterbeek falliet ging. Vandaar de wat late verschijning van het eerste vernieuwde nummer.
Vooral in dit 60e herdenkingsjaar van de Slag om Arnhem zullen veel gedenkwaardige gebeurtenissen plaats vinden. Door middel van onze Nieuwsbrief hopen wij u daarover regelmatig te berichten.
Naar aanleiding van reacties van leden, hebben we tevens besloten om de Nieuwsbrief voortaan ongevouwen in A4 enveloppen te versturen.

Nieuw bestuurslid
Op de 24e Jaarvergadering, tevens Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, die op zaterdag 4 april jl. in de Concertzaal in Oosterbeek werd gehouden, is tot nieuw bestuurslid gekozen de heer Ivar R.M. Goedings uit Oosterbeek. De heer Goedings, die in Oosterbeek werd geboren, is 35 jaar oud en werkt als advocaat in Ede. Hij houdt zich al jaren bezig met militaire geschiedenis. Vooral de Slag om Arnhem heeft al van jongs af aan zijn speciale belangstelling en hij heeft een uitgebreide bibliotheek over dit onderwerp. Daarnaast gaat zijn inte-resse o.a. uit naar de strijd aan het Westelijk Front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daarvoor bezoekt hij regelmatig de voormalige slagvelden bij leper en bij de Somme.

‘We Will Remember Them, 1944-2004’
Op 21 april jl. werd in het Airborne Museum de ten-toonstelling ‘We Will Remember Them, 1944-2004’ geopend door Drs. J.C. van Waveren, Wethouder voor Ruimte en Monumenten van de gemeente Renkum. Op deze expositie wordt een beeld gegeven van allerlei aspecten van de herdenkingen van de Slag om Arnhem, zoals die in de afgelopen zestig jaar plaats vonden. Aandacht wordt besteed aan de jaarlijkse ‘Pilgrimages’, de dienst op de Airborne Begraafplaats, de oprichting van monumenten, het uitgeven van speciale souvenirs, gedenkpenningen, gedenkborden en herdenkingsenveloppen, de Airborne Wandeltocht, en nog vele andere onderwerpen. Het gr ootste deel van de foto’s en voorwerpen op de expositie is afkomstig uit de collectie van het museum, maar een aantal zaken is geleend uit particuliere verzamelingen. De expositie loopt tot 1 november van dit jaar.

Na de opening van de tentoonstelling ‘We Will Remember Them’ bekijken burgemeester Bruinooge van Renkum en mevrouw Van Slooten, echtgenote van de voorzitter van de Stichting Airborne Museum, Mr. J. van Slooten, de vitrine met gedenkpenningen.

‘Theirs is the Glory’ nu ook op DVD
Sinds kort is de film ‘Theirs is the Glory’ ook op DVD verkrijgbaar. Een groot deel van de opnamen voor deze film werd in augustus en september 1945 gemaakt in de ruïnes van Arnhem en Oosterbeek. Er werden geen acteurs gebruikt, maar Britse militairen die het jaar ervoor zelf deel hadden genomen aan de Slag om Arnhem. De première vond plaats op 17 september 1946. Enige jaren geleden werd de film op video gezet. De nu uitgebrachte DVD is uitsluitend verkrijgbaar in het Airborne Museum. De prijs bedraagt € 32,50.

Nieuws van Niall
Kortgeleden nam een aantal Britse leden van de Vereniging Vrienden contact met mij op naar aanleiding van een object dat op de internet veiling-site Ebay te koop werd aangeboden. Het bleek te gaan om een battledress-jasje dat zou hebben toebehoord aan Colonel Graeme Warrack, in september 1944 ‘Divisional Chief Doctor of the British Ist Airborne Division’.
Het uniformstuk moest volgens de aanbieders minimaal 700 Pond (ca. 1000 Euro) opbrengen. In de advertentie werd het jasje met alle distictieven, waaronder een parachutistenwing, tot in detail beschreven, inclusief de initialen ‘GW’ op een klein label, dat aan een binnenzak was bevestigd. Bij de ‘medal ribbons’ werd o.a vermeld de MBE en het Military Cross. Een korte samenvatting over zijn belevenissen besloot de tekst. Nadat ik bovenstaande advertentie had gelezen, begonnen bij mij de bellen te rinkelen. Ik nam contact op met de conservator van het Army Medical Services Museum, Captain Peter Starling, die overigens ook lid is van de Vereniging Vrienden. Samen kwamen we tot de conclusie dat Warrack nooit een Military Cross heeft gewonnen, geen MBE had en nooit een parachutistenopleiding had gevolgd. Ik schreef de aanbieders dat ik de originaliteit van het uniformjasje in twijfel trok, maar zij hielden vol dat het echt was. Toch haalden ze het van de Ebay site om het vervolgens op hun eigen website te koop aan te bieden met een minimale prijs van 1000 Pond (ca. 1400 Euro)!
Zelf zou ik uiteraard nooit op een dergelijk object hebben geboden, maar de les die we hier uit moeten trekken is: laten geïnteresseerden op hun hoede zijn! Klaarblijkelijk zijn er mensen die ‘Arnhem’ objecten zelf fabriceren en daar veel geld mee hopen te verdienen!
(Niall Cherry)

Social Evening druk bezocht
Vrijdagavond 13 februari jl. hield de Vereniging Vrienden weer een ‘Social Evening’ in het Airborne Museum. Deze keer waren ook niet-leden welkom, om kennis te kunnen maken met een van de activiteiten van de vereniging. Ook voor hen was de toegang tot het museum gratis, evenals de koffie. Aad Groeneweg en Robert Sigmond hadden de bibliotheek en het archief opengesteld en waren de gehele avond beschikbaar om vragen te beantwoorden. Hiervan hebben ruim 65 mensen gebruik gemaakt. Roland Boekhorst had in de ruimte voor tijdelijke exposities een groot aantal voorwerpen tentoongesteld, die in de afgelopen tijd zijn opgegraven op het bouwterrein ‘De Schuytgraaf.

Social Evening, 13 Februari 2004. Ouders wijzen hun kinderen op de maquette in het Airborne Museum de plaatsen aan, die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de Slag om Armhem. In het midden onze voorzitter Ben Kolster.
FOTO: BERRY DE REUS

Dit gebied, dat ligt tussen het dorp Driel en de spoorlijn Arnhem- Nijmegen, was op 21 september 1944 het droppings- terrein voor de Poolse Parachutistenbrigade. In de daarop volgende maanden is er door zowel eenheden van de Amerikaanse 101ste Airborne Divisie als door verschillende Britse legeronderdelen gevochten. Bij het bouwrijp maken van dit terrein is veel oorlogsmateriaal gevonden. Roland gaf aan de hand van voorbeelden uitleg over de manier waarop het materiaal wordt schoongemaakt, geconserveerd en geregistreerd.
Hans van der Velden had uit zijn collectie een groot aantal noodrantsoenen in verschillende verpakkingen tentoongesteld en Ron van Slobbe toonde materiaal over de Arnhemse Rijnbrug en omgeving. Een leuke bijkomstigheid op die avond was dat een van de bezoekers met een grote, in goede staat verkerende Duitse militaire kijker binnen kwam en die cadeau gaf aan het museum!
De avond als geheel was zeer geslaagd. Maar we hopen dat er de volgende keer meer leden van de vereniging delen uit hun collectie of resultaten van hun onderzoek kunnen tonen. Er zijn ongetwijfeld meer dan twee leden die materiaal of documenten hebben, die ook voor anderen interessant zijn. Voor de volgende ‘Social Evening’ kan men zich nu alvast, vrijblijvend, opgeven bij Eugène Wijnhoud. (W. Boersma)

Een Duitse marinefoto
Een aantal jaren geleden werd een tot dan toe onbekende serie foto’s van de Slag om Arnhem ontdekt in het Bundesarchiv te Koblenz. Een fotograaf van de Kriegsmarine bleek zijn camera met name in de omgeving van de Dreyenseweg en Amsterdamseweg te Oosterbeek/Arnhem gehanteerd te hebben. Rond 20 september 1944 schoot hij twee rolletjes vol. Het betreft opnamen van o.a. Duitse militairen en voertuigen, geallieerde vliegtuigen (Stirlings, Spitfires en Dakota’s), een personenauto, en bevoorradingscon- tainers. Het zijn voornamelijk actiefoto’s, maar er zijn ook geposeerde scènes bij. Een aantal afdrukken laat een Duits pantservoertuig zien. Het behoorde tot de SS-Panzer-Aufklarungs- Abteilung 9, de verkenningsafdeling van de 9. SS- Panzer-Division Hohenstaufen’. Van die eenheid werden 10 Schützenpanzerwagen (SPW) en andere gepantserde voertuigen in de omgeving van Oosterbeek ingezet. Daar vochten ze onder commando van de Kampfgruppe Spindler. De hierbij afgedrukte foto toont een Sd.Kfz. 250/3 ‘neu’ (nieuw) op de Dreyenseweg, op woensdag de 20e. De machinegeweerschutter vuurt met zijn MG42 in de richting van het noordelijke deel van Oosterbeek. Dit Sonderkraftfahrzeug is een uitstekend voorbeeld van de conditie waarin de meeste voertuigen van de divisie verkeerden. Vuil en vies waren ze, niet zozeer van de modder en het stof, maar meer door olie- en vetvlekken. Met krassen, en ‘uitgewoonde’ rups- en gewone banden, en soms zwaar beschadigd.
Deze SPW rijdt bijvoorbeeld nog rond hoewel een van de achterste buitenwielen ontbreekt. De voorste spatlappen zijn er ook niet meer, en het meest vreemde is het feit dat het achterste deel van de rechter voorraadkast is verdwenen. Het lijkt er bijna op dat het er is afgezaagd, want de breuklijn is zo mooi en gaaf dat het bijna niet opvalt dat iets ontbreekt.
Het geschilderde nummer (7203) is waarschijnlijk zwart met een witte rand. Het is duidelijk in grote haast aangebracht, want het is niet netjes afgewerkt. Het camouflagepatroon bestaat uit een donkergele ondergrond met roodbruine en groene vlekken. De schutkleur wordt verder versterkt door de vele vet- en olievlekken.
Ondanks de matige conditie van het voertuig was het een formidabele tegenstander van de licht bewapende parachutisten.
De hierboven beschreven foto is in een aantal recent verschenen boeken te vinden, maar de betrokken auteurs wisten tot voor kort niet wie de maker was. Via een privé-collectie uit Zweden zijn we er nu achter hoe die vork in de steel zit. Dankzij het Arkiv Mirko Bayerl weten we dat achter op een originele afdruk van de foto staat: “Panzergrenadiere nach vorn! Panzergrenadiere greifen im Panzerschützenwagen in einer schwierigen Situation gegen britische Fallschirmspringer ein. PK/M L 5214 Wb PK-Aufnahme: Kriegsberichter Höppner”.
Ofte wel: “Pantsergrenadiers naar voren! In een moeilijke situatie komen pantsergrenadiers in een pantserwagen in actie tegen Britse parachutisten.”
Op 31 oktober 1944 werd de bewuste foto door het Duitse Propaganda-Ministerium vrijgegeven voor publicatie. De afkorting PK/M verwijst naar het feit dat de fotograaf behoorde bij een Propaganda- Kompanie van de Marine.
Duidelijk is nu dus dat ene Höppner de bewuste gevechtsacties op de gevoelige plaat heeft vastgelegd. Helaas weten we verder niets van de man. Wel is bekend dat hij meer foto’s van de Slag om Arnhem heeft gemaakt dan degene op de twee Bundesarchiv-rolletjes. Zie onder andere het boek “Operation ‘Market-Garden’ Then and Now” van Karei Margry (2002), waarin drie stuks met zijn naam erbij zijn afgebeeld.
Het Koblenz-archiefnummer van deze foto luidt 2KBK771/30. De betekenis van het eerste deel daarvan is II Kriegsberichter Kompanie (Kriegsmarine).
Wat die II betekent, is niet bekend. Wellicht duidt het op de tweede compagnie. Tot zover het verhaal van een foto. De gegevens in dit stukje werden verzameld en op een rijtje gezet door Geert Maassen, met


FOTO: BUNDESARCHIV, KOBLENZ

Het Duitse pantservoertuig dat Kriegsmarine-fotograaf Höppner op 20 september 1944 fotografeerde op de Dreyenseweq
in Oosterbeek. Op de achtergrond twee Britse bevoorradingsparachutes.

dank aan Marcel Zwarts, Bob Gerritsen, Karei Margry en Hans Timmerman. Wie aanvullingen en/of correcties wil doorgeven, wordt van harte uitgenodigd contact op te nemen met de samensteller: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek (wamredactie@planet.nl)

Schenking van het Chaplains Museum in Andove
In november 2000 verscheen het boek ‘The Torn Horizon, The Airbome Chaplains at Arnhem’, dat werd geschreven door Chris van Roekel. Er is toen uiteraard ook een exemplaar aangeboden aan het museum van de Chaplains in Andover, Engeland. Gelijktijdig heeft Chris aan dat museum gevraagd of zij uniform- en uitrustingsstukken, gedragen door de geestelijken in de Tweede Wereldoorlog, voor ons museum hadden. Een reeds lang gekoesterde wens is namelijk in het diorama van de gewondenpost een figuur op te stellen die Reverend A.H.W. Harlow uitbeeldt. Harlow was ingedeeld bij het divisie- hoofdkwartier en heeft tijdens de Slag om Arnhem dokter Randall geholpen met de verzorging van gewonden in de kelder van Hartenstein.
Het Chaplains museum heeft toen wel het een en ander toegezegd, maar het was destijds niet opengesteld en alle materiaal was ingepakt. Begin december 2003 ontving Chris echter uit Andover een pakket voor het Airbome Museum, met daarin onder andere de specifieke kledingstukken en emblemen van een Chaplain en voorwerpen die nodig zijn voor een eredienst te velde, zoals een zilveren beker en zakflacon voor de miswijn en een doosje voor het vervoer van de hostie. Alle materiaal is gemerkt met de bekende Engelse pijl en het jaartal 1944. We vinden die zelfs op het houten hostie doosje terug. Het is een genereuze gift van het Chaplains museum, waar het Airbome Museum zeer erkentelijk voor is. In de loop van het volgende jaar zal in het diorama van de gewondenpost een figuur van een legerpredikant worden opgesteld.

Duits vliegtuigwrak geborgen
In de periode van 4 tot 8 april jl. heeft de duik- en demontageploeg van de Koninklijke Marine, bestaande uit acht man, de resten geborgen van een eenmotorig Duits jachtvliegtuig van het type Focke Wulf 190, dat vermoedelijk eind september/begin oktober 1944 ten westen van de spoorbrug in Oosterbeek in de Rijn is gestort. Bij de extreem lage
waterstand tijdens de warme zomer van 2003, waren delen van het vliegtuig tevoorschijn gekomen. Omdat het wrak in een recreatiegebied lag en men niet wist wat voor explosieven er nog bij lagen, en het toestel mogelijk nog een bom aan boord had, werd besloten tot berging.
Tijdens de werkzaamheden werd geen bom gevonden, hoewel er tot een diepte van zes meter is gezocht. Wel kwamen wat menselijke resten tevoorschijn en ongeveer 25 kilo munitie. Bij de gevonden restanten van het vliegtuig zaten ook onderdelen uit de cockpit, zoals een zuurstofmasker en wat instrumenten. Bovendien werd de propeller opgegraven. Helaas is het aan de hand van de gevonden botfrag- menten niet mogelijk om de piloot te identificeren. Deze zal dan ook als ‘onbekend’ worden begraven op de Duitse oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn. De munitie is door het Explosieven Opruimings Commando op een afgelegen plek tot ontploffing gebracht. De gevonden onderdelen van het vliegtuig zijn overgebracht naar het Museum Vliegbasis Deelen.
Ons lid Han Kardol heeft mogelijk het bewuste toestel zien neerstorten. De familie Kardol was tussen het einde van de Slag om Arnhem op 26 september 1944 en 4 oktober, toen Duitsers hen dwongen om te evacueren, nog thuis op de Paasberg in Oosterbeek. Han, die toen negen jaar oud was, herinnert zich dat hij een van die dagen rond het middaguur een vliegtuig met een rooksliert achter zich zag neerstorten in de Rijn, iets ten westen van de spoorbrug.

Actie
Elf Nederlandse musea en instellingen, waaronder het Airbome Museum, zijn vorig jaar via het internet een actie begonnen om het weggooien van materiaal uit en over de TXveede Wereldoorlog tegen te gaan. Ze willen er voor zorgen dat voorwerpen, foto’s en documenten die bij particulieren of instanties liggen, niet per ongeluk of expres bij het afval terecht komen. Soms lijkt dit materiaal onbelangrijk, maar dat is het niet, aldus de musea. Nog regelmatig worden bijzondere vondsten gedaan op zolders en in kelders en het komt regelmatig voor dat unieke zaken op het laatste moment letterlijk uit de afvalcontainer kunnen worden gered. De actie heet ‘Niet weggooien!’. Andere instellingen die aan deze actie deelnemen zijn o.a. het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD), het Joods Historisch Museum en Museum Bronbeek.

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airbome Museum Oosterbeek (WAM) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en aan de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Nieuwe adjunct-directeur en voorzitter
Per 15 juni jl. is de heer Frans Smolders in dienst getreden van de Stichting Airborne Museum in de functie van adjunct-directeur/conservator. Een deel van zijn taak zal bestaan uit het maken van een beleidsplan voor de toekomst van het museum. Dit plan zal dan via het bestuur aan de gemeente worden aangeboden. Verder bestaan zijn werkzaamheden uit fondsenwerving, de presentatie van de collectie, en de organisatie binnen het museum. Daarnaast zal een herverdeling van taken plaatsvinden binnen de vaste staf. Frans Smolders was tot voor kort werkzaam als kunsthistoricus en conser-vator van het Apeldoorns Museum, en heeft ook ruime werkervaring in andere musea.
Tot voorzitter van het bestuur van de Stichting Airborne Museum is benoemd de heer A.P. de Vries uit Ellecom. De heer De Vries is in verschillende functies werkzaam geweest bij de politie, laatstelijk als plaatsvervangend korpschef van de politieregio Gelderland-Midden. Hij volgt in de stichtingsfunctie de heer J.W. van Slooten uit Oosterbeek op, die deze taak tijdelijk vervulde sedert het vertrek van de heer J.W. Vertinden. De heer Van Slooten blijft deel uitmaken van het bestuur.

Stoffelijke resten Veerweg
In het nummer van onze Nieuwsbrief van december 2003 berichtten wij over de vondst van stoffelijke resten van een geallieerde soldaat in een tuin aan de Veerweg in Oosterbeek. In april vorig jaar kwam een team van de Bergings en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BID) naar de zuidwestelijke Veluwezoom, en adjudant Fred Bolle en sergeant-majoor Geert Jonker brachten daar een bijna compleet skelet van een Britse militair boven de grond. Het onderzoek dat vervolgens door de BID werd uitgevoerd, leidde spoedig tot een positieve identificatie. Het rapport werd naar de verantwoordelijke instanties in het Verenigd Koninkrijk gestuurd, en vervolgens bleef het stil. Inmiddels heeft de BID de naam van de betrokkene vrijgegeven. Het gaat om soldaat Arthur Poster, van het lle Peloton van de B Compagnie van Ist (Airborne) Battalion, The Border Regiment. Op 27-jarige leeftijd kwam hij op 21 september 1944 om
het leven. We mogen aannemen dat het gebeurde in de omgeving waar zijn veldgraf werd aangetroffen. Een vier centimeter groot gat in zijn schedel doet veronderstellen dat een granaatscherf hem van het leven heeft beroofd.
Vorig jaar rond deze tijd was er gegronde reden om ervan uit te gaan dat de militair in september 2003 een laatste rustplaats zou krijgen temidden van zijn kameraden op het daarvoor aangewezen oorlogs- kerkhof: het Arnhem (Oosterbeek) War Cemetery. Helaas bleek dat niet het geval te zijn. Zoals gewoonlijk maalden de molens van de Britse overheid tergend langzaam.
Zelfs is het zo dat ook nu, een jaar later, het niet zeker is dat Arthur Fosters herbegrafenis zal plaatsvinden tijdens de a.s. Airborne herdenkingsperiode! Blijkbaar is het nog steeds niet gelukt nabestaanden te traceren, hetgeen wellicht niet verwonderlijk is als je je realiseert dat een westers land als het Verenigd Koninkrijk anno 2004 niet over zoiets als een bevolkingsregister beschikt! Het blijft dus een uitermate trieste en zeer betreu- renswaardige zaak dat de stoffelijke resten van een militair die voor de bevrijding van ons land is gevallen, onder de hoede zijn van de BID in Bussum, in plaats van begraven te worden op het Airborne Kerkhof in Oosterbeek.
(Geert Maassen)

Soldaat Arthur Foster, B Compagnie, Border Regiment, die op 21 september 1944 sneuvelde in de tuin van een huis aan de Veerweg in Oosterbeek. Zijn stoffelijke resten werden in het voorjaar van 2003 gevonden bij graafwerkzaamheden.

Nieuws van Niall
In 1975 kocht ik als schooljongen mijn eerste boek over de Slag om Arnhem. Dit was ‘Remember Arnhem’ door John Fairley. Sindsdien heb ik een groot aantal publicaties verzameld over Operatie Market Garden en over de Britse luchtlandingstroepen. In sommige van deze boeken wordt beweerd dat alle leden van het Royal Army Medical Corps (RAMC) behoorden tot de groep ‘gewetensbezwaarden’, en dat zij altijd ongewapend waren. Deze bewering heeft mij altijd geïrriteerd omdat dit onjuist is. Op een van de beroemde ‘Arnhem-foto’s’ is duidelijk het bewijs te zien. De afbeelding die ik bedoel is Imperial War Museum foto nummer BU 1105, van Corporal Midge Mills, RAMC, geknield bij het veldgraf van Trooper Edmond van het lst Airborne Reconnaissance Squadron, achter het huis Duitsekampweg 9 in Wolfheze. Op deze foto is duidelijk te zien dat Cpl. Mills een revolver of pistool in een tas aan zijn koppelriem draagt.
In de afgelopen jaren heb ik met een groot aantal veteranen van het RAMC gesproken, en, een enkele uitzondering daargelaten, niemand kon zich herinneren dat een van hun kameraden gewetensbezwaarde was.
Één geval was bij mij bekend. Dit betrof soldaat E. Hewitt, RAMC, die sneuvelde gedurende de strijd in Noord-Afrika. Hij was gewetensbezwaarde, en als hospitaalsoldaat toegevoegd aan het lst Parachute Battalion.
Ik was daarom verrast toen ik begin dit jaar een brief ontving van de zoon van een ex-lid van de 181 Airlanding Field Ambulance, die kort tevoren een exemplaar van mijn boek ‘Red Berets and Red Crosses’ had verkregen. Zijn vader, soldaat Cecil Charles Huil, RAMC, had als 28-jarige aan de luchtlandingsoperatie bij Arnhem deelgenomen. In een bij de brief gevoegd artikel uit de ‘Wood Green Observer’ van 14 oktober 1944, gewijd aan de vijf mannen uit Wood Green die bij Arnhem waren, wordt soldaat Huil expliciet aangeduid als gewetensbezwaarde.
Dit is volgens mijn informatie het eerste duidelijke bewijs dat een gewetensbezwaarde aan de Slag om Arnhem heeft deelgenomen. Wanneer er mensen zijn die iets weten over andere gewetensbezwaarden bij Arnhem, dan zou ik graag wat van hen horen.
Volgens een vriend van mij hadden alle gewetens-bezwaarden een legernummer dat begon met ‘95’. Dat gaf aan dat zij behoorden tot het NCC, het Non Combatant Corps. Het legernummer van soldaat

18 september 1944, Wol/heze. Corporal Mills uan het RAMC knielt bij het veldgraf van Trooper Edmond. Duidelijk is te zien dat Mills aan zijn koppelriem een tas met pistool of revolver draagt.
(FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUM, LONDEN)

Het was echter 7687687, een ‘normaal’ RAMC-num- mer. Dat zou betekenen dat de theorie van mijn vriend niet klopt.
Nogmaals, wanneer er iemand is die hierover meer weet, dan zou ik dat graag horen. Mijn adres: Niall Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR41BD, United Kingdom, e-mail: niall.cherry@baesystems.com (Niall Cherry)

Ede in Wapenrok
Onder de titel ‘Ede in Wapenrok’ verscheen op 27 mei jl. een boek over twee eeuwen militaire geschiedenis in de gemeente Ede. Het werd geschreven door ons lid Evert van de Weerd uit Ede, in samenwerking met de Barneveldse archivaris Gerjan Crebolder. Beide heren hebben reeds verschillende boeken over militaire historie op hun naam staan.
Het onderwerp van deze nieuwe studie is het garnizoen Ede, maar ook de ruime omgeving. Dit gebied is vanouds een belangrijk militair centrum geweest, en ook in de TWeede Wereldoorlog is er veel gebeurd. De geïnteresseerden in de jaren 1940-1945 vinden in het deel over Bezetting en Bevrijding een schat aan informatie, uiteenlopend van de opbouw van de Duitse vliegbasis Deelen en het vliegveld De Harskamp, tot een gedetailleerde beschrijving van de bevrijdingsoperaties in dit deel van de Veluwe in april 1945.
Hoofdstuk 6 is gewijd aan de Slag om Arnhem, voor zover deze zich voltrok op het grondgebied van de gemeente Ede. De auteurs geven een systematische en gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen zoals die zich op de grond en in de lucht afspeelden. Daarbij komen verschillende aspecten naar voren die eerder niet of nauwelijks aandacht kregen. Uit de veelheid van onderwerpen zullen we er enkele noemen. Zo wordt ingegaan op het feit dat Ede op zondagochtend 17 september 1944 niet twee, maar drie keer is gebombardeerd, en worden de organisatie en de acties van de Duitse ’Westgruppe’ op de Ginkel geanalyseerd. Van alle zes Dakota’s, met mannen van de 4e Parachutisten Brigade, die op 18 september 1944 crashten, is het verhaal beschreven. Dat geldt ook voor de lotgevallen van de ca. 130 man die op dezelfde dag ver van de Ginkel werden gedropt. Verder komen o.a. aan bod de rol van het Edese Verzet, en de Operaties Pegasus I en II. Het boek is prachtig uitgevoerd, telt niet minder dan 492 blad-zijden, en ca. 450 foto’s, kaarten en diagrammen. Dat de prijs slechts 19.50 euro bedraagt, is mede mogelijk gemaakt door een aantal sponsors. ’Ede in Wapenrok’, ISBN 90-701506-3-8, werd uitgegeven door de Koninklijke BDU Uitgeverij in Barneveld, en is verkrijgbaar in het Airborne Museum Hartenstein

September 1944, een Britse patrouille ergens in Oosterbeek. Waar precies werd deze foto genomen?
(FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUM, LONDEN)

Schuttersputten hersteld
Op zaterdag 1 mei jl. heeft een groep vrijwilligers op het terrein van het Sportcentrum Papendal, even ten noorden van de spoorlijn Utrecht-Arnhem, een aantal schuttersputten uitgegraven waarin Brigadier Hackett op 19 september 1944 om ca. 11.00 uur zijn hoofdkwartier van de 4e Parachutisten Brigade vestigde. Nadat die dag de Britse opmars over het terrein van de Johannahoeve ter hoogte van de Dreyenseweg was vastgelopen, en de gliders met de artillerie van de Poolse Para Brigade waren gearriveerd, werd besloten de daar opererende eenheden naar het westen terug te trekken, en via de spoorwegovergang in Wolfheze en de tunnel in de spoordijk oostelijk daarvan, naar het gebied van de Bilderberg ten zuiden van de spoorlijn te verplaatsen. Het hoofdkwartier van de 4e Brigade verliet de betreffende schuttersputten in de late namiddag van 19 september 1944.
Het uitgraven van de putten tot hun oorspronkelijke diepte werd georganiseerd door Philip Reinders, die daarover overleg had gehad met Willem Wichhart en Frieda Geest van het Sportcentrum Papendal. De gaten zijn vervolgens omheind, zodat mensen of dieren er niet per ongeluk in kunnen vallen.

Locatie foto gezocht
Het is waarschijnlijk een van de meest gepubliceerde foto’s van de Slag om Arnhem. Een patrouille van vier Britse soldaten loopt door een ruïne van een gebouw ergens in Oosterbeek. Sergeant Mike Lewis, een van de drie cameramannen van de Army Film and Photographic Unit (AFPU) legde deze scène vast tussen 23 en 25 september 1944. Uit de ‘Dope Sheet’ waarop Lewis zijn opnamen noteerde, blijkt dat het gaat om foto 8 van film 4. Alle zeven andere afbeeldingen op deze rol werden door hem genomen bij Hotel Hartenstein, en het ligt voor de hand dat ook foto 8 in die omgeving is gemaakt. De vraag is echter waar precies?
De opname is vrijwel zeker geen echte actiefoto. De scène is geposeerd, want de patrouille loopt op de fotograaf toe. Op de grond ligt een grote hoeveelheid betonijzer en een stapel metalen pijpen. De ruimte waarin de mannen zich bevinden, heeft waarschijnlijk geen dak (meer), want het lijkt erop alsof alles zich in daglicht afspeelt.
Ons is niet bekend dat iemand in de afgelopen 59 jaar een goed antwoord heeft kunnen geven op de vraag waar deze situatie fotografisch werd vastgelegd. Daarom doen wij een beroep op onze leden om dit raadsel op te lossen. Vooral Oosterbekers die in september 1944 in het dorp woonden, herinneren zich misschien waar in de buurt van Hartenstein dit soort bouwmaterialen lag opgeslagen. De redactie wacht met spanning uw reacties af!

‘De Plek, Oosterbeek, september 1944’ Het onlangs uitgekomen boekje ‘De Plek, Oosterbeek, september 1944’ is de eerste in een serie waarin schrijvers markante plaatsen onder de loep nemen. In dit eerste deel vertelt de journalist Frans van Deijl over een plek die een rol speelde bij de Slag om Arnhem. Bij het lezen vragen we ons af wat de auteur met het maken van dit boekje voor ogen heeft gestaan. Wilde hij een fictieve plek beschrijven? Dan kon hij ook ten aanzien van de geschiedkundige bijzonderheden zijn fantasie laten gaan. Hij schrijft echter over een bestaande plek, maar neemt het met de historie niet zo nauw. Hoewel het geruime tijd duurt voor zelfs de insider door heeft welke plaats hij bedoelt (ook het bijgevoegde kaartje geeft geen uitsluitsel), blijkt het de laagte in het terrein ten noordwesten van Harten- stein te zijn, die de Britten ‘the Hollow’ noemen. Na de terugtrekking vanaf de Johannahoeve verzamelde Brigadier Hackett er een klein deel van zijn 4e Parachutisten Brigade, en daar vandaan brak hij later door naar het hoofdkwartier bij Hartenstein.
We zullen maar niet alle historische onjuistheden in het boek aangeven, maar slechts twee pagina’s noemen. Pagina 5: Er streden geen Amerikaanse en Canadese troepen in Oosterbeek en omgeving; de le Britse Luchtlandingsdivisie bestond niet uit twintigduizend man; er waren geen tweeduizend vliegtuigen met zweeftoestellen op weg naar Arnhem; de divisie had geen 330 kanonnen; na de landingen volgde niet de operatie Market Garden, ze was er deel van; twee parachutistenbataljons, de le en 3e> werden niet uiteengeslagen op weg naar de brug. Pagina 6: Na het bereiken van de Rijnbrug vormden de overige parachutisten geen bruggenhoofd in Oosterbeek om Frost en zijn eenheid later af te lossen; het verhaal en de locatie van de Duitse eenheden bij Arnhem is onjuist; Frost zwom niet met tweeduizend man over de Rijn. Zo zijn er nog 62 andere pagina’s, maar gelukkig is het boekje niet te dik. Niet kopen dus, tenzij u een avond wilt puzzelen.
‘De Plek’, door Frans van Deijl, werd in 2003 uitgegeven door Kempen Uitgevers, Zaltbommel. ISBN 90 6657 092 x, 64 pagina’s. Het boekje wordt niet in het Airborne Museum verkocht, maar is wel verkrijgbaar bij de boekhandel.
(W. Boersma)

‘Oorlog in Oosterbeek’
Eind vorig jaar verscheen voor de jeugd een alleraardigst boekje over de Slag om Arnhem. Uit de tekst blijkt dat de schrijver, Jan van Reenen, zich ter plaatse goed heeft georiënteerd. Verschillende scènes die hij in zijn verhaal verwerkt heeft, zijn voor insiders herkenbaar. Zoals de moeder die een foto van haar zoontje maakt terwijl hij op de loop van een kanon zit, of kinderen die chocolade krijgen. Het verhaal, hoewel natuurlijk fantasie, doet echt aan.
Een Oosterbeekse jongen, Frans, beleeft in september 1944 de luchtlandingen en de daaropvolgende gevechten. In eerste instantie is het één groot avontuur, totdat een gewonde Britse soldaat bij zijn ouders in de kelder onderdak vindt. Dan is de oorlog angstig dichtbij. Zeker als later ook nog een Duitse gewonde wordt binnengebracht. Uiteindelijk wordt de Engelsman gered, en ziet Frans hem jaren later bij een herdenking terug.
Het verhaal heeft misschien weinig diepgang, maar is eenvoudig geschreven, en zeker geschikt voor kinderen van groep 8. Een van de weinige moderne kinderboeken over de Slag om Arnhem dat zijn weg naar de jeugdige lezertjes wel zal vinden.
‘Oorlog in Oosterbeek’, door Jan van Reenen, verscheen in 2003 bij uitgeverij Den Hertog BV, Houten. ISBN 90 331 1736 3, 94 pagina’s, geïllustreerd.
(W. Boersma)

Oproep
Van ons lid Hans Molier uit Roosendaal ontvingen wij het verzoek tot plaatsing van de volgende oproep: ‘Op 16 mei jl. heeft de STIWOT (Stichting Informatie Wereldoorlog Twee), een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor informatieverstrekking over de Tweede Wereldoorlog, door het opzetten en onderhouden van (hoofdzakelijk Nederlandstalige) websites op het internet, een nieuwe site gelanceerd, namelijk www.ww2awards.com. Deze site, die in de Nederlandse èn in de Engelse taal verschijnt, is gevuld met een grote hoeveelheid informatie over tijdens de Tweede Wereldoorlog uitgereikte onderscheidingen en de ontvangers daarvan. Al meer dan een jaar is een team bezig met de ontwikkeling van deze internet-site. Er is al erg veel materiaal over het betreffende onderwerp bijeengebracht, maar er wordt nog steeds naar aanvullende gegevens gezocht. Daarvoor doen wij een beroep op u. Mocht u in het bezit zijn van foto’s of informatie over onderscheidingen, en wilt u die voor de site beschikbaar stellen, neemt u dan contact met ons op. Misschien heeft u zelf, of een familielid, tijdens de Tweede Wereldoorlog een onderscheiding ontvangen. Wij horen dan graag uw verhaal, en foto’s en aanvullende informatie zijn daarbij ook van harte welkom. U kunt deze gegevens via de website aan ons mailen. Mocht u niet over een internetverbinding beschikken, dan kunt u contact opnemen met Hans Molier, Susannadonk 123, 4707 WT Roosendaal, telefoon 0165-554531.’

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: vvamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Van de redactie
Deze nieuwsbrief, die eind augustus werd samengesteld, ontvangt u rond de 60e herdenking van de Slag om Arnhem. Aan die belangrijke gebeurtenis zullen we volop aandacht besteden in een uitgebreid nummer dat in november verschijnt. Bij deze nieuwsbrief hebben wij ter gelegenheid van de herdenking een extra lange Ministory gevoegd.

Nieuwe conservator/adjunct-directeur.
In de vorige nieuwsbrief kondigden wij hem reeds aan: sinds 1 juli heeft het Airborne Museum ‘Hartenstein’ een nieuwe conservator/adjunct- directeur. Het is de 49-jarige Frans Smolders uit Nijmegen. Hij werd gekozen uit ca. 90 sollicitanten die hadden gereageerd op de advertentie voor deze vacature. Voorlopig is hij aangesteld voor twee jaar en hij wordt betaald uit een subsidie die de gemeente Renkum hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Wybo Boersma, die de afgelopen jaren het museum als directeur leidde en die, geheel onbetaald, ontzettend veel werk heeft verzet, stopt per 1 oktober met deze functie.

27 juli 2004. Frans Smolders, de nieuwe adjunct directeur/conservator van het Airborne Museum.
Frans Smolders heeft veel ervaring op het gebied van de inrichting van musea. Na zijn studie Kunsthistorie deed hij zijn kennis op in onder meer het Utrechtse Universiteitsmuseum en meer recent bij de samenvoeging van verschillende museale diensten in Apeldoorn.
Zijn belangrijkste taak in de toekomende twee jaar zal zijn het ontwikkelen van een beleidsplan voor de toekomst van het museum. Hoofdaandachtspunten zijn o.a. de modernisering van de totale expositie en een mogelijke uitbreiding van het museum.
Smolders is zeer onder de indruk van de prachtige en indrukwekkende collectie van het Airborne Museum en van alle kennis die er is samengebracht. Hij zou echter graag wat meer de aandacht willen vestigen op de menselijke verhalen die horen bij het getoonde materiaal. Nu ligt de nadruk op de militaire ooeratie, die in min of meer chronologische volgorde wordt behandeld. Er zou meer aandacht kunnen worden besteed aan de persoonlijke lotgevallen van de militairen, maar ook van de burgers, wiens wereld plotseling veranderde in een slagveld. Het gebrek aan ruimte in het museum vormt een belemmering voor de ontwikkeling van een moderne expositie. Huize Hartenstein is een monument, waaraan weinig kan worden veranderd. Daarom denkt Smolders aan een ondergrondse uitbreiding, met als voorbeeld het plan dat de Vereniging Vrienden enige jaren geleden heeft laten ontwerpen. Daardoor zal het ook mogelijk worden grote wissel-tentoonstellingen te organiseren.
Ook zou Smolders graag de ‘villa’ Hartenstein zelf weer meer tot haar recht willen laten komen. Nu zijn bijvoorbeeld alle ramen dichtgetimmerd met schotten, waardoor je als bezoeker bent afgesloten van de omgeving.
De aandacht van vooral de jongere museumbezoekers loopt snel terug bij een statische presentatie, en daarom zal er in de toekomst in het museum nog meer gebruik gemaakt gaan worden van moderne audiovisuele middelen en computer technieken. Ook zou een kleine filmzaal kunnen worden ingericht. De bibliotheek en het archief vormen volgens Frans Smolders een integraal deel van de museumcollectie. Dit materiaal kan beter worden ontsloten, geca-talogiseerd en gedigitaliseerd om een optimaal gebruik mogelijk te maken. Samenwerking en uitwisseling van gegevens met andere musea en archieven zal ook meer aandacht krijgen.
De financiële basis van het museum zal moeten worden verbreed en daarom zal worden geprobeerd om sponsors aan te trekken.
Frans Smolders hoopt samen met de twee andere vaste medewerkers Berry de Reus (logistiek manager) en Roland Boekhorst (behoudsmedewerker) en met de enthousiaste groep van twintig vrijwilligers het museum nog interessanter en leerzamer te maken dan het nu al is. De Vereniging Vrienden is uiteraard graag bereid daaraan mee te werken!

Themamiddag op 20 november
Op zaterdag 20 november a.s. organiseert onze ver-eniging wederom een themamiddag in de Concertzaal in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30-14.00 uur: Ontvangst van de leden
14.00-15.00 uur: Lezing van Alex Junier over het ‘2nd Battalion The South Stafford- shire Regiment’. Over dit bataljon schreef Alex, samen met Bart Smulders het boek ‘By Land Sea and Air’, dat in 2003 verscheen.
15.00-15.45 uur: PAUZE
15.45-16.30 uur: Vervolg van de lezing door Alex Junier.
Ca. 17.00 uur: Einde themamiddag.
Veteraan schenkt motormaaier
Op 13 juli j.1. vond op de Airborne Begraafplaats een zeer bijzondere gebeurtenis plaats. De 80-jarige Amhem-vetraan Frank Moore droeg een speciale, door hem zelf ontworpen, motormaaier over aan de staf van de Commonwealth War Graves Commission. In september 1944 was luitenant Frank Moore Troop Leader van F-Troop, 3rd Airlanding Light Regiment Royal Artillery. Tijdens de Slag om Arnhem stonden de 75mm Pack houwitsers van F Troop opgesteld in het weiland recht achter de Oude Kerk in het Benedendorp in Oosterbeek. Het Troop-hoofdkwar-


FOTO: GORDON ALLAN

13 juli 2004. Arnhem-veteraan Frank Moore geeft op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek een demonstratie van de door hem ontworpen motormaaier.

tier was gevestigd in de zuidvleugel van deze kerk. Een van de diorama’s in de kelder van het Airborne Museum toont F-Troop in actie.
Frank Moore ontsnapte in die periode verschillende keren aan de dood. Zo leidde hij op een bepaald moment vanuit de spits van de kerktoren het vuur van de houwitsers van het Light Regiment op posities van de Duitsers. Boven in die spits zat aan de oostzijde een klein luik, en vandaar uit had hij een goed overzicht over de omgeving. De Duitsers kregen dat echter in de gaten en een Duitse tank vuurde een salvo af, die de spits raakte vlak onder de plaats waar Moore en zijn verbindingsman zaten. Gelukkig wisten ze toch heelhuids naar beneden te komen. De tweede keer was in de avond van 25 sep-tember, toen Moore, staande bij de kerk, de lokaties van Duitse posities besprak met een Forward Observation Post officier van de 43e Wessex Divisie, kapitein Thomas ‘Zeke’ Rosé, die samen met een collega en enkele anderen de Rijn had weten over te steken. De Duitsers openden het vuur met een mitrailleur, waarbij ze Frank Moore rakelings misten, maar kapitein Rosé raakten. Die overleed de volgende dag. (zie hiervoor: Ministory 46 uit mei 1995: ‘Herinneringen van een veteraan van 30 Corps’, door majoor b/d Douglas G. Goddard, Royal Artillery, en het boek ‘Arnhem, The Airborne Battle’ door Martin Middlebrook, 1994/2004).
Zoals Frank Moore later schreef: ‘Naarmate de slag voortduurde, veranderde de positie van F-Troop steeds meer in een kraterlandschap. De banden van de houwitsers werden vernield door granaat- en mortiervuur, waardoor ze moeilijk waren te verplaatsen en te richten. De geschutsbemanningen moesten zichzelf diep ingraven in schuttersputten, die zij bedekten met lege munitiekisten en aarde, om zich enigszins te beschermen tegen granaat- en mortierinslagen. Maar iedere keer wanneer het bevel werd gegeven ‘Take Post’ (beman posities), kwamen alle artilleristen zonder aarzelen uit zijn schuttersputten om de vrijwel totaal onbeschermde kanonnen in het open veld te bedienen. Dit dwong grote bewondering af van de infanterie eenheden die in de buurt zaten ingegraven. Majoor Cain, die voor zijn rol tijdens de Slag om Arnhem het Victoria Cross kreeg, schreef later een brief waarin hij de standvastigheid en de moed van de geschutsbemanningen een voorbeeld noemde voor alle anderen, die de posities bij de Oude Kerk met hen deelden.
Frank Moore was een van de gelukkigen die aan het eind van de strijd over de Rijn kon terugtrekken. Hij werd gedemobiliseerd in 1948 en had vervolgens een lange en succesvolle carrière in de productie van landbouwmachines. Na zijn pensionering ging hij zich bezig houden met het ontwerpen van zeer geavanceerde motormaaiers voor grote gazons. Deze machines, die zijn voorzien van allerlei nieuwe technische snufjes, worden nu door zijn eigen bedrijf ‘Moore Mowers Limited’ in Beaminster (Dorset) vervaardigd. Frank Moore besloot onlangs om een speciaal ontworpen maaimachine te schenken aan de Commonwealth War Graves Commission voor gebruik op de Airbome Begraafplaats in Oosterbeek en op de andere begraafplaatsen in de regio, ‘ter herinnering aan alle oude vrienden en collega’s die daar zijn begraven’.

Engels Weekend 2005
Het is de bedoeling dat in juni 2005 in Oosterbeek het derde ‘Engelse Weekend’ zal worden georganiseerd voor onze leden uit het Verenigd Koninkrijk. Leden die daarvoor een plaats willen reserveren kunnen contact opnemen met Niall Cherry en ook voor nadere informatie kunt u bij hem terecht. Het programma zal ongeveer vergelijkbaar zijn met de twee vorige keren. Waarschijnlijk is er op zaterdag een wandeling langs een aantal historische locaties, waarna op zondag een wat langere tocht met (historische?) voertuigen zal worden gemaakt.
(Niall Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR4 1BD, United Kingdom,
e-mail: niall.cherry@baesystems.com)

 

FOTO: R.S. TJADEN-MODDERMAN

Foto van een onbekende lokatie in Arnhem, gemaakt op 17 september 1944. Waar is dit?

Wie weet het?
In de Tweede Wereldoorlog Fotocollectie van het Gelders Archief (opgebouwd door het toenmalige Gemeentearchief Arnhem) berusten onder andere afdrukken uit een bijzonder album. Het werd in de periode 1940-1945 aangelegd door Dr. R.S. Tjaden- Modderman, en bevat vele foto’s die door hem in de Gelderse hoofdstad werden gemaakt.
Een van die kiekjes hebben we hierbij afgedrukt. Helaas weten we alleen de datum: 17 september 1944. Wie kan vertellen wat er precies op te zien is? Zijn de rookwolken het gevolg van het geallieerde bombardement dat voorafging aan de luchtlandingen? Waar stond de fotograaf toen hij op het knopje drukte? Uw antwoorden graag naar de redactie! Overigens kwamen op de vorige Wie weet het?-vraag een gewaardeerd aantal reacties binnen. Daarop komen we in de volgende Nieuwsbrief terug.

Airborne Monument hersteld
Eerder dit jaar luidden leden van de Vereniging Vrienden en van de Monumenten Commissie de noodklok over de slechte toestand waarin het Airborne Monument tegenover het museum verkeerde. De aanwezigen bij de Jaarvergadering van de Vrienden zullen zich ongetwijfeld de levendige discussie over dit onderwerp herinneren. Deze actie heeft kennelijk resultaat gehad, want medewerkers van de gemeente zijn in juli j.1. druk bezig geweest met herstelwerkzaamheden. Delen van het metselwerk zijn vernieuwd, evenals veel gebroken of afgebrokkelde bakstenen. De originele gele, zachte baksteen, waaruit het gedenkteken in 1945 is opgetrokken, is erg gevoelig voor beschadiging en weersinvloeden. Men is er gelukkig in geslaagd om voor de restauratie bakstenen te vinden die vrijwel dezelfde kleur hebben als die van vlak na de oorlog, maar die wel veel sterker zijn. Eigenlijk zijn ook de beeldhouwwerken van Jacob Maris, die in het monument zijn verwerkt, toe aan grondige restauratie, maar dat moet te zijner tijd gebeuren door deskundigen.

Vliegtuigbom
Tijdens graafwerkzaamheden onder het spoorviaduct de Zypse Poort in Arnhem werd op 28 mei j.l. een vijfhonderd pond zware Britse vliegtuigbom gevonden. Onmiddellijk werd het werk gestaakt, de wijde omgeving afgezet en het treinverkeer stilgelegd. Bij nader onderzoek door het gewaarschuwde Explosieven Opruimings Commando (EOC) bleek dat de ontsteking er al af was, waardoor de bom als ongevaarlijk kon worden bestempeld. Het projectiel kon daardoor snel in een vrachtwagen naar het vernietigingsterrein bij de Schuytgraaf in Arnhem-Zuid worden gebracht. Dat de bom nu pas aan de oppervlakte kwam, terwijl er al ruim twee jaar aan de Zypse Poort werd gewerkt, is verklaarbaar. Pas eind mei werd namelijk de asfaltlaag verwijderd waaronder de bom zich bevond. Hij lag nog geen meter onder het oppervlak. Waarschijnlijk is dit een van de geallieerde bommen die op zondag 17 september 1944 werd afgeworpen tijdens de bombardementen die werden uitgevoerd voordat de geallieerde luchtlandingen zouden plaats vinden. Het belangrijkste doel in die omgeving was de Willemskazerne, die door de Duitsers werd gebruikt. De kazerne, die bij deze aanval geheel werd verwoest, stond op de plaats van het huidige Gele Rijdersplein. Het is onduidelijk waarom het ontstekingsmechanisme ontbrak Misschien heeft men die in Engeland vergeten te monteren. Het gelukkige gevolg is wel dat de bom daardoor niet is ontploft en daarmee de Zypse Poort deze aanval heeft overleeft en nog bijna zestig jaar heeft kunnen bestaan! Inmiddels is de oude poort vervangen door een nieuwe. In een van de volgende nummers hopen we op dit bombardement terug te komen.

Foto’s gevraagd
Volgend jaar, in juni 2005, bestaat de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum 25 jaar. Deze mijlpaal willen wij uiteraard niet ongemerkt voorbij laten gaan. In een volgend nummer van de nieuwsbrief zullen wij u daarover berichten. Een van de initiatieven die voor dit jubileum naar voren is gebracht, is het maken van een kleine tentoonstelling en/of bescheiden fotobrochure over 25 jaar Vereniging Vrienden. Daarvoor zoeken wij foto’s van excursies, vergaderingen, themadagen, etc. Wanneer u in het bezit bent van dergelijk beeldmateriaal en dat ter beschikking wilt stellen, laat u dat dan even weten door middel van een kort briefje of e- mail aan het bestuur (zie Colofon). Er wordt dan t.z.t. contact met u opgenomen. Alvast veel dank voor uw medewerking!

Nieuws van Niall
Van onze vertegenwoordiger in Groot Brittannië, Niall Cherry, ontvingen wij het volgende bericht: Afgelopen februari overleed Sir John Killick. De ‘kenners’ van de Slag om Arnhem weten ongetwijfeld dat hij in september 1944 commandant was van het 89th Parachute Field Security Section. Op 18 september 1944 werd kapitein J.E. Killick, toen hij op patrouille was in de Weerdjesstraat in Arnhem op de gevoelige plaat vastgelegd door de Joodse fotograaf Sem Presser. Het is mijns inziens een van de beste foto’s van de Slag om Arnhem. Hij staat o.a afgebeeld op pagina 87 van het boek van David van Buggenum, ‘B Company Arrived’, dat in 2003 verscheen. Op de foto is te zien dat Killick op zijn rechterbeen een holster met wapen draagt. Dit was een Duits Luger pistool. Vorig jaar vertelde hij mij hoe hij hier aan was
gekomen en dit verhaal wil ik graag vertellen in een van de volgende nummers van de Nieuwsbrief ‘.

‘Oosterbeek For ever England’
Op zaterdag 31 juli werd in het Airborne Museum het boekje ‘Oosterbeek For ever England’ gepresenteerd. Het is het resultaat van een studie die auteur Jan Crum, (1940) heeft gedaan naar de grafteksten op de stenen op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek. De teksten verraden vaak iets over de persoonlijke achtergrond van de gesneuvelden. De nabestaanden mochten aangeven welke woorden zij op de steen wilde hebben. Sommigen kozen voor zeer persoonlijke, ontroerende teksten, anderen voor meer algemene woorden. Jan Crum heeft in zijn boekje de teksten in verschillende categorieën verdeeld, zoals verdriet, herinnering, opoffering en bewondering. Van alle opgenomen teksten heeft hij de achtergrond proberen na te gaan. Het boekje is een hommage aan alle militairen die tijdens de Slag om Arnhem hun leven gaven.
Het eerste exemplaar werd aangeboden aan oudstrijder Norman Rawlings, die speciaal voor deze gelegenheid uit Groot Britannië was overgekomen. ‘Oosterbeek. For ever England’, door Jan G. Crum, (ISBN 90-75665-65-2) verscheen bij Uitgeverij Kontrast in Oosterbeek Het boek is tweetalig, Nederlands en Engels, en telt 96 pagina’s. Het is geïllustreerd met foto’s. De prijs bedraagt 15 Euro.

Bodemvondsten op Papendal
Evenals op andere plekken in deze regio vind je ook op het terrein van het sportcentrum Papendal, ten noorden van Oosterbeek, nog schuttersputten uit de Slag om Arnhem. Philip Reinders heeft het afgelopen jaar een groot aantal van deze putten onderzocht en daarbij het nodige materiaal uit de grond gehaald. Dit werd in augustus en september tentoongesteld in de hal van het hotel- en congrescentrum van Papendal.
Een van de meeste opmerkelijke vondsten was een Frans geweer uit de Eerste (!) Wereldoorlog. Waarschijnlijk hebben de Duitsers het wapen, dat uit ca.1917 dateert, in 1940 in Frankrijk buitgemaakt. Dit soort wapens werd later in de oorlog vaak uitgedeeld aan de troepen van mindere kwaliteit in het Duitse leger, toen er een gebrek kwam aan eigen bewapening. Een ander merkwaardig object, dat uit een van de schuttersputten kwam, was een potje waarin kaviaar had gezeten!

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232,6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/Iedenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

CONTENT
2. A new Curator for the Airborne Museum – Marieke Helsen
5. Autumn Meeting SFAM on 15 November 2014 – Eric PaaP, The photo by Sem Presser – Robert Voskuil
7.-8. Battle of Arnhem 70 years – Jan Hovers
9. Photos of Arnhem in 1945 donated – Robert Voskuil
9.-10. Battlefield Tour to Zeeuws-Vlaanderen and Walcheren from Friday 3 October 2014 – Wybo Boersma
10. Book review: ‘The deployment of ‘Jedburgh’ teams in Netherlands’ – Wybo Boersma
11.-14. Ministory 120 Memories of our experiences on the Klingelbeekseweg in Arnhem – Anton van Mens
15.Program of the Society of Friends of the Airborne Museum, 2014.

A NEW CURATOR FOR THE AIRBORNE MUSEUM

On 1 May 2014, the new Airborne Museum Curator began working. After a tense selection process with more than 100 qualified candidates, the choice was made of Marieke Helsen. Who is she? Born in Huissen, Marieke grew up with stories from days gone by about the Battle of Arnhem ‘A Bridge Too Far· and the ’the Island’ (the Betuwe area, 1944/1945). But only when she came across the visual material from the War, did she really appreciate the actual reality of the stories from her Father [1929-1995].
“At home we owned three wooden boxes bearing an inscription. These were the so-called ·evacuation boxes·, with which, my Father’s family, after the evacu­ ation, returned home. ·we had nothing!”, he recalled. Another story from her Father, concerned an afternoon when her Father and his brothers were bored! “They decided to change the layout of their bedroom. That night, a piece of shrapnel came through the window exactly where a bed previously stood …” After the evacuation, the family fortunately received accommodation in Gramsbergen. Later, they received linen goods, clothing and the three boxes, in which to carry their new possessions on the return journey to Huissen. “One of these boxes now stands in my lounge.”
Study and work Marieke studied at the Catholic University at Nijmegen in the Cultural Anthropology department. An anthropologist studies the culture of others: customs, standards and values, stories and objec-
tives. This culture can geographically be far away or be found in another time frame or age. At the Amsterdam University, she specialised in Museology. She finished her studies with the question of how an exhibition can affect the creation of visitor’s mental images. In asso­ ciation with this work, she also worked in the Nijme­ gen Cultural Anthropology Museum. Her knowledge of this subject appeared to also fit well in the archaeo­ logical work area. For some years Marieke worked as archaeologist in Nijmegen and Arnhem and excavated Iron Age farms, native Roman settlements and burial grounds. She has retained powerful memories of the excavations in the Schuytgraaf [the area east of Oriel village] where the work was dangerous. “Often we found live ammunition from WW2. The Explosive Clea­ rance Service [Dutch Army unit] often came to blow up the bombs and grenades. One day, the metal detector bleeped continuously. We decided with three of us to excavate further and emptied a ditch that was full of metal: ammunition, crates, helmets weapons etc….” In the Arnhem Council area, she set up a depot and worked on the results of the excavation. Together with eight volunteers, the items found were cleaned, regis­ tered, recorded and conserved.
Thereafter, for 10 years, Marieke worked in the Archaeology Dept in the ‘Het Valkhof Museum in Nijmegen. Here she was responsible for the Archae­ ological collection and the ‘Provincial Depot of Buried Treasures· of the Gelderland province. She wrote the Public Automated Information System Plan of the ‘Het Valkhof Museum and various registration protocols for ‘Adlib’, the museum registration system. She designed and realised the digitisation system for the museum collections with the eventual object of making the objects available in a digital system to the wider public. The result of this, amongst other items, is to be seen on the web­ site CollectieGelderland. nl. There also appears a number of items from the Airborne Museum collection. She combined her role at the ‘Het Valkhof Museum with a function in the education system. “I obtained my first class teaching qualification and taught with much pleasure, Social Studies and Research in the secon­ dary education area.” After those ten years, she had the chance to become a full time instructor immedi­ ately, at the HBO [Higher Professional Education] “An amazingly enjoyable role but that, sadly, ended due to cost reductions”

As Curator, Head of department and deputy director at the Marines Museum in Rotterdam, Marieke went, as a civilian, to work in the Military Defence world. During her time at the Marines Museum, she was often found at the Ministry of Defence in The Hague, writing policy plans; working with the ‘ National Agency for Inheritan­ ce Inspection·; organised exhibitions and worked in the bunkers in the Hague, where part of the collection was stored. “I lived for a month in the barracks, asked mi­ litary personnel to take films during their Afghanistan mission and even acquired a pirate ship from Somalia for the collection” It was an exciting and educational time for Marieke, but her heart lay in the region of her family history.
Airborne Museum ‘Hartenstein’ Since May, Marieke Helsen is the new Curator of the Airborne Museum “Hartenstein”. She faces a number of challenges. A major job for Marieke is the digital opening up of the Museum collection. Also the research and widening of the collection is part of this. The objective is with a systematic and formal approach, to clear the backlog and enter it all into the system registration. The digiti­ sation of the collection will be designed in such a way that it will have maximum connections with the actual national and international policies of the museum in­ heritance sector. The collection will thus be accessible to a broad public, for researchers and colleagues.
To digitise the current collection, it will require much time and manpower. Volunteers and various collabo­ rations are thus very important, for example, with the Gelderland Archive, the Gelderland Museums, the

Marieke Helsen, the new Curator ofthe Airborne Museum
{Photo: Airborne Museum collection}

NIOD [the Dutch National Institute for Wartime Docu­ mentation) and the Museums and Memorial Centres 40-45. On various websites, the collection will become available, such as on digitalecollectienederland.nl, oor­ logsbronnen.nl, Europeane.nl and CollectieGelderland.nl.
The Airborne Museum hopes eventually to present an attractive catalogue about the most important items in the collection and their underlying connections.
One important addition to the existing collection will be the cultural inheritance from the collection of perso­ nal stories about the Battle of Arnhem, the ‘Airborne Memories·. These have as a target the ‘keeping alive’ of the history, and the identification, inventory, docu­ mentation and making available of this ·oral history·.
This all forms part of the tasks of the new Curator.
Also Marieke will look after a number of new inter­ museum exhibitions. There will be a working con­ nection and co-operation achieved with the Museum Kasteel Wijchen and Museum Arnhem, where objects from the Airborne Museum collection will shortly be exhibited. And then, Marieke will organise events such as the Weekend of the Wartime book’ and sometimes a lecture, such as about the collection of personal oral historical stories at the ‘Youth University’ on 7 Decem­ ber 2014. In her own words ·1 have a fantastic job!’

[Marieke Helsen, Conservator)

AUTUMN MEETING SFAM ON 15 NOVEMBER 2014

On Thursday 24 April 2014, amid great interest, the exhibition ‘From House and Home – Airborne memories· was opened in the Air­ borne Museum. This exhibition, as well as the many interviews that took place in the previous years, means for many older citizens, the renewal of their experiences during the Battle with all the resulting hardships. At that time, many, still children, hid in the cellars under their houses. Thereaf­ ter, they had to flee the continuing storm or, after the battle, were forcibly evacuated from the then developed front line North of the Rhine.
The initiative for these interviews and the exhibition has been received with great enthusiasm by these participants. From this it appears that not only the veterans who are received each year with regard and respect, but also those who as citizens in the wartime violence, deserve recognition for the events at that time which, through their contributions, are now brought to light.

Every year, the SFAM organises in November, an Au­tumn lecture. This year, it will take place on Saturday afternoon, 15 November at 14.00hr in the Concert Hall in Oosterbeek. This time it will not be a lecture to which we are accustomed. The 70th commemoration will then have passed us by, the veterans will have formed a renewed centre point and their fallen com­ rades will have been remembered. It is then perhaps appropriate to bring the theme of the exhibition in the Museum closer to home. The veterans shall sadly in the future have left us forever, but the children of the battle will stay with us for some time to come. There­ fore, the Autumn meeting this year will take the form of the theme of the Museum exhibition. The title of the afternoon will be ·our own story·.
The programme for the afternoon is broadly as follows:-

“The Autumn meeting this year will take
the form of the theme of the Museum exhibition.”

• Director Jan Hovers will inform us of the experiences that have been seen thus far with the exhibition

• One interviewer will share with us, the experiences with various interviews he had in making Airborne Memories.

• Robert Voskuil will give a presentation on the scope and size
of the plundering which took place in Arnhem and surroundings.

• A number of our members and guests will talk about their own personal experiences. For this, we are thinking of people originally from Arnhem/Oosterbeek, the Betuwe and Nijmegen.

• Finally there will be a group[s] interview with members and
non-members from the Society, about their experiences in that period. In this way, it will be a meeting by us and for us. Our own stories! I am looking forward to it and hope to meet you that afternoon.
[Eric Paap]

THE PHOTO BY SEM PRESSER

For the exhibition ‘Van Huis en Haard’ (from House and Home) that opened on 24 April in the Airborne Museum, a poster was designed, on which a photo is shown, of people, who, by German dictat, were forced to flee from Arnhem with very few possessions which they piled up on an old pram and on a bicycle without tyres. The photo was taken by Sem Presser.

Although in the photo, relatively little is visible of the background, it proved not difficult to trace the actual location, also because the site has changed very little in the last 70 years. It appears that Sem Presser took the photo on the Rosendaalseweg, at the corner with Middenweg, shown left in the background. The fugitives walk in the direction of the Schelmseweg. The characteristic extension with the windows in the right corner of the photo still stands with no changes that is clearly visible from the recent photo.
The photographer Sem Presser from Amsterdam, who was Jewish had since 1942, been in hiding in the Geitenkamp suburb of Arnhem, where amongst other activities, he worked for the Resistance movement.
He had a false passport in the name of Willem Knol. On Monday 18 September 1944, Presser entered the centre of the city with his camera hidden under his coat. On the Weerdjesstraat, he saw the first British paratrooper and he took ten photos, of which some later became well known. In the in 2003 published book ‘B Company Arrived’, the author David Van Buggenum was able for the first time, to publish all ten photos. Presser only took a few photos of the evacuation. There are only three or four known, of which that taken on the Rosendaalseweg is one. [ Robert Voskuil]

Fleeing citizens on the Rosendaalseweg in Arnhem (Photo Sem Presser}
The same location in June 2014. (Photo Robert Voskuil]

BATTLE OF ARNHEM 70 YEARS

In this special Jubilee year, when it is 70 years ago that the Battle of Arnhem took place, there are a number of events organised in our area, that mark this important occasion. A good overview can be found on the website www.airbornefeelings.nl.

In the Airborne Museum in this Jubilee year, many hitherto untold stories of the evacuation are now incorporated in the “House and Home – Airborne Memories” exhibition. The exhibition deals with the more than 150,000 people from Arnhem and surroun­ dings who, at very short notice and with little time, had to evacuate their dwellings and for many of whom, could only after 8 months return to their often plun­ dered and/or destroyed homes. As a result, they faced the heavy task of rebuilding their homes and lives. In many cases, they did not look back and never spoke about this dramatic important part of their lives. Now, with steadily fewer people who from first hand witness experience, can speak at first hand about this period, a large number of interviews were made in the frame­ work of the “Airborne Memories” citizen participation project, and they have formed the basis of the exhibi­ tion. Roughly one month after the opening on 24 April, more than 16,500 people had visited the Museum. The exhibition brings out many emotions with the visitors. Children and grandchildren of the evacuees, only now for the first time, realise what their parents and grand­ parents went through. And for many of them, seeing the exhibition, it acted as a catalyst for them to speak about this life-changing period. Also many foreign vi­ sitors have been touched by the personal experiences that are presented in the exhibition. For many had no knowledge of this direct result of the Battle of Arnhem. In spite of the size of this project, it is not the only one that the Museum is planning for this Jubilee year. There follows a selection from our activities:

Bullet proof trees
The now beautiful and peaceful Park Hartenstein in September 1944, formed the heart of the perimeter, where heavy fighting took place. Meanwhile, you must look very carefully to see the traces of battle now nearly covered by nature. But it is sometimes said that you are six saws further, when a sick or fallen tree has to be sawn into pieces. On the outside trees in the Park appear restful and pretty but look under their bark, and innumerable bullets and shrapnel pieces appear. Outer appearances thus can deceive! Park Harten­ stein is thus a typical example of what the well-known Dutch artist Armando, calls a ‘Guilty Landscape·.
Armando declares the landscape guilty, not because of the atrocities that happened here but because it covers the evidence. Whatever happens, nature grows on. The wood is not guilty of disinterest but of the erasure of clues. And that while it saw everything that happened:

“Many wood edges. Many guilty trees. It chokes here of the guilt – tree by tree” – so reads a footnote in Arman­do’s “Diary of an offender” from 1973.

In the Museum, we have asked ourselves if and how the hidden clues of the heavy fighting might be made visible. This has led to the co-operation with the ArLabco-operation with Royal Academy of Expressive Art/ Leiden University/TU Delft] and resulted in a unique application for smartphones and iPads/tablets which we will launch in the forthcoming commemoration period. A number of trees in the immediate surroun­ dings of the Airborne Museum will be provided with small text boards. When you have downloaded the app, you can aim your smartphone or tablet at the text board and you will have a view inside the core of the tree at that site. You then see three- dimensionally the bullets and shrapnel at that point in the tree. The first tests have been staggering and make the tracks of the fighting at that point almost real. In one of the coming editions of this magazine, we will go more in depth to the remarkable realisation of the app and how we came to the best method to scan the exact spot in the trees.
Co-operation with ‘Arnhem Museum’
At first sight, a partnership between a military history museum and a museum of modern art, seems an unlikely option. Around the ‘Arnhem Museum· building during the Battle, very heavy fighting took place. Thus, this Autumn, the ‘Arnhem Museum· forms an impor­ tant part of the commemoration of Market Garden and the Battle of Arnhem.
In the west halls, comes a large exhibition by the Polish artist Miroslaw Balka, entitled F RAGMENT. The exhibition in the eastern halls is a group exhibi­ tion entitled ‘Realms of Memory·. In this Anne Wenzel (ceramic pictures] and Raquel Maulwurf (drawings] are together.

The Airborne Museum contributes with filling the re­ maining spaces in the Museum. The collection of Suze May Sho from Arnhem comprises original objects and photos/films reconstructing what happened in September 1944 , in and around the ‘Arnhem Museum·.
In this theme, many items from the Airborne Museum collection will play an important role in this ·archive·. This will perhaps all take shape in an ‘installation· in the dome with satellite materials elsewhere in the Muse­um. The Suze May Sho partnership consists of Rosell Heijmen, Jessica Helbach and Connie Nijman. An exhibiti­ on of theirs is often in the form of a walk where you are encouraged to leave the main route and thus enjoy going a little astray but not losing sight of the main route. With this partnership, we hope that lovers of both museums will meet each other and each take a look at the other displays.

“Also many foreign visitors have been touched by the personal ex­ periences that a re p resented in the exhi bition. Fo r many they had no knowledge of this direct result of the Battle of Arnhem.”

Display in the Eusebius Church tower
At the time of publishing this bulletin, the finance was not entirely complete. But we proceed with the hope that it will succeed in September, starting with a mo­ dest presentation in a chapel and in various floors of the tower of the Arnhem Eusebius Church tower. The

The completely destroyed tower of the Eusebius Church in Arnhem in 1 945 {Photo Paul /mutsaerts)

Airborne Museum is working on an enduring co- ope­ ration with the Eusebius Church to achieve a perma­ nent exhibition in the chapels and tower of the church, about the Battle of Arnhem. As a beginning, there will be a temporary presentation developed, consisting of a large photographic banners, with a short text in Dutch, English and German.
Three themes will be highlighted:-

1. Battle of Arnhem – summary of the military battle from day to day;

2. The story of the citizens – aftermath of the Battle of Arnhem for the residents: inner city destruction, evacuation, rebuilding;

3. Future vision of co-operation between the Airborne Museum/Eusebius Church (plans and artists impressions]

(Jan Hovers]

PHOTOS OF ARNHEM IN 1945 DONATED

Last February, the Airborne Museum received a wonderful gift in the form of a collection of photos of Arnhem in 1945. The photos were taken by Paul Mutsaerts and they were discovered when, following his death, his house was being cleared. His daughter recently decided that the pictures [with the negatives that were with the photos) would be presented to the amateur photographer. Shortly after the liberation in 1945, he took an interesting series of photos of the destroyed Arnhem city. Roland Boekhorst has since managed to trace the original locations of the majority of the photos [amongst other methods using Google Street View). In the collection, are also pictures of a shot-down Stirling bomber that probably came down

During a resupply mission in September 1944 a Stirling bomber was shot down and photographed in 1945. Likely location somewhere in the Betuwe, to the south ofArnhem [Photo Paul /mutsaerts, Airborne Museum collection]

BATTLEFIELD TOUR TO ZEEUWS-VLAANDEREN AND WALCHEREN FROM FRIDAY 3 OCTOBER 2014.

On 1 November 1944, British, French, Norwegian, Belgian and Dutch Commandos landed at Vlissingen [Flushing] [Operation lnfatuate 1 I and
at Westkapelle [Operation Infatuate 11]. The liberation of Walcheren, the opening of the Scheldt giving entry to the Antwerp harbour had begun. During the preceding weeks, after heavy fighting, units of the 1st Canadian Army had captured Zeeuws-Vlaanderen.

The SFAM has o rganised in oktober 20 14 an excursion to Zeeuws­ Vlaanderen and Walcheren.
A unique opportunity to view this former battle zone from close up.

Programme:-
Day 1: Canadian/Polish Museum, Adegem Belgium, Albert Canal, Eede
(where Queen Wilhelmina set foot for the first time again on Netherlands territory on 13 March 194 5, after her nearly five year long exile in England, cross over by the Braakman, Breskens, cross over to Vlissingen.

Day 2: Vlissingen, anti-tank ditches and defence bunkers at Koudekerke, Zoutelande, landing zones at Westkapelle, Domburg, Oostkapelle, Serooskerke, Dishoek Museum and the battlefields.

Day 3: The Sloedam, Private Museum in Ossendrecht and the Canadian cemetery at Bergen op Zoom.

The excursion will be led by Wybo Boersma, previous director of the Airborne Museum and guide of the ‘International Guild of Battlefield Guides· and Jaap Korsloot, member of the SFAM.
Tour cost €350,– p.p. on basis of 2 person room. Surcharge for single room €50,-
Early application is recommended. There is still space but the number of available rooms is limited.

For information and booking, Vereniging Vrienden v/h Airborne Museum, p/a Binnenhof 38, 6715 DP, Ede.
Tel: 0318-639633. You then receive a booking form.
E-Mail: w.boersma@wxs.nl. For further details see also: www.vriendenairbornemuseum.nl

BOOK REVIEW:THE DEPLOYMENT OF JEDBURGH’ TEAMS IN NETHERLANDS’

During WW2, the British ·special Operations Exe­ cutive·, in conjunction with the American “Office of Strategic Service· , formed a special unit, from which the so-called ‘Jedburgh teams· were created. These teams consisted of three men, an officer commanding, a second officer and a sergeant-radio/telegraphist.
Amongst other tasks they were largely involved in supporting the underground/resistance groups in occupied territories. As well as British, American and French servicemen, a number of Dutch men also formed part of a Jedburgh team. Specifically for Operation Market Garden but also thereafter, these teams were also active in the Netherlands. Until now, there has been little written about the actions of these men in the Netherlands. There is a Dutch book
‘Achter de linies· (Behind enemy lines] about the team in Twente, while in various other books, the teams at Nijmegen and Veghel are mentioned in part. Also there is a broader book over the teams in Market Garden, titled ‘Abundance of Valor’, written by Will Irwin, an American, but a total overview of the Dutch efforts has thus far not appeared. It is thus to the credit of Jelle Hooiveld that he, over the years, has collected much material on this subject and in this new publication does give a total overview. Many faults made by earlier authors are in this book corrected.
The book, which is written in Dutch, is systematically constructed and begins with the origins of the Jedburgh teams, the training and thereafter, from day to day, the involvement with Operation Market Garden. Then the deployment of the teams in the Winter of 1944 -45 and the team with Operation Amherst in April 1945.Various Dutch Jedburgh officers received after the War, high-ranking medals, including the Military Willems-Order. The book is richly illustrated, but in the stated origins of the photos, there are some things to be re-examined. For example, photos from the IWM in London, are too often stated as coming from other institutes. Also the captions of many, partly unknown photos are sometimes incomplete. This publication was produced with contribution from the Dutch ‘Institute of Military History· in The Hague. That is very obvious from the excellent colour maps and orders of battle. It part it is assumed that the reader is well versed in the use of military symbols, used to identify units. That will obviously not be the case with everyone. The many notes giving origins, make clear the lnstitute’s involvement. With the appearance of ‘Operation Jedburgh’ , this has finally put right matters about a small but nevertheless important group of Dutch Special Forces. The book is well worth acquiring and not only for those interested in Arnhem. The price is very reasonable.

‘Operation Jedburgh, Geheime geallieerde missies in Nederland 1944-1945’ by Jelle Hooiveld, is publis­hed by Boom, Amsterdam (2014] ISBN: 978 90 8953 2 56 5, 288 pages illustrated. Price €19,90. ‘Opera­tion Jedburgh’ is available for sale in the Museum in Oosterbeek, but can also be ordered from the usual bookshops.

MINISTORY 1 20 MEMORIES OF OUR EXPERIENCES ON THE KLINGELBEEKSEWEG IN ARNHEM,

Anton van Mens

Introduction
At the end of 2013, Wybo Boersma found at a collector, a notebook of someone who had experienced the Bat­ tle of Arnhem whilst on the Klingelbeekseweg in the western part of Arnhem. It turned out to be a diary with footnotes belonging to Mr Anton van Mens. The text, partly written in ink and partly in pencil was difficult to read and therefore Wybo typed the whole thing again. Because there are few diaries known, originating from that area of Arnhem, Robert Voskuil has taken the section dealing with the fighting on the Klingelbeek and the flight of the Van Mens family to the Hoogkamp in North Arnhem, and edited this part for publication
in this Airborne Magazine and has provided some footnotes.
From research made by Geert Maassen in the Gelders Archive it appeared that in the Arnhem City Directory of 1 942, H. van Mens, Klingelbeekscheweg 14 is recor­ded. The relevant residence record card confirms this information. Anton [Tonnie] van Mens, the author of the diaiy, was a son of the family.From enquiries made of the present occupiers of the house, Klingelbeekseweg 14, it appeared that the aut­ hor of the diary, Anton van Mens, had lived in the house for many years after the War. Their information also revealed that he had died some time ago.

The Diary

Sunday 17 September 1944
Sunday morning early the air raid sounded for 10 minutes, but we see and hear nothing. 15 mins later, the alarm sounds again but again, nothing to see. After the siren sounded for the third time, we see bombers in formations of six fly over, led by fighters. They circle round menacingly. I go to the air raid shelter at W. After a while a loud roar and whistle resounded, after which a number of crunching bangs followed. Shortly after again a tremendous whistle and a number of hard explosions. The door of the shelter shakes like
a devil! Refugees come running in and tell us that they saw a large number of white stripes fall down on the other side of the Rhine, after which large black columns of smoke appeared. With the next roaring
noise, we put our hands over our ears. Once again there are loud explosions. The electric light becomes weaker and weaker and suddenly flashes off. We sit with 14 people in a small dark shelter. A candle is lit and it is quite picturesque to see. So we sit for some hours under ground, while the bombers drone over our heads and bombed the Betuwe. After a while, the electric light flashes on again. The sirens wail the all clear signal. We go back on the street and find large bomb fragments, heavy pieces of steel. Roof tiles are broken, the same as a number of windows. Indoors, the pictures all lay on the ground, Ten minutes later, the sirens wail again. Mosquito fighter-bombers skim low over the city and drop bombs on various locations.

Part of a map ofArnhem. At the capital letter A’. stands the location of the Mens family house.

Later we hear that the Willems barracks are burnt out. We live now in a restless tension. We hear shooting in a westerly direction. There are still fighter aircraft in the air. On the Utrechtseweg, we see lots of Germans in vehicles and on foot coming from the western di­ rection. They are in full battle-dress. It looks as if they are retreating. The air is full of aircraft, but no more air raid sirens. There is no electricity more. Now and then the German ack-ack guns fire from their position near the Rhine. There are absolutely loads of fighter aircraft in the air, but we are gradually not afraid any more of the British Spitfires. We again go looking for bomb fragments. When later, we look over the city from our loft space, we can see the smoke columns from vari­ ous Arnhem locations on fire.

Marietje was at the Fratershuis 11, when a German sol­ dier arrived on a bike and shouted at another German, ” Los, laufen, die Tommies sind bei die Gummifabrik!” [” Let’s go, the Tommies are already near the rubber factory !”] 21. The soldiers ran to the vehicles and raced away to escape. Due to their panic, they left every­ thing behind. Beautiful bicycles that were left were quickly taken by the citizens. When Marietje told that
the Tommies were already neary the rubber factory,nobody believed her. 31. Suddenly shooting starts and the bullets whistle over our heads. We agree to make the air raid shelter in order and carry bits and pieces to it, for example, vegetable and fruit preserves, butter and also clothes. Mr Dekker stands on the roof of his house and by chance sees the Oosterbeek Railway bridge being blown up. We see a black smoke column. Mr Dekker says that he saw lots of soldiers walking by the bridge but he was not sure if they were Germans or British.
We now stay in the air raid shelter because now and again there is shooting. Father walks outside with a French helmet in his hand. At a safe moment, he goes

The Mens family house at Klingelbeekseweg 14, photographed in June 2014 (Photo Robert Voskuil]

briefly up to the street, to have a look. Suddenly he comes back and says “The Tommies are here. I have just got my first English cigarette. They are walking along the Klingelbeek”. We reply: “Oh that can’t be so yet?” We are flabbergasted. Certainly we hear now and again, machine-gun or rifle firing. Together with Mr V, I decide reluctantly to go and have a look. And…. there march the Tommies along the street, well camou­ flaged. They are young blokes. The locals are mad with joy. Suddenly we hear a short, sharp order, after which all the soldiers duck behind a small tank [Bren Gun Carrier] and begin to fire with machine guns. We decide to go back to our shelter.
As evening approaches, we go back upstairs to the street. Now large groups of soldiers are passing and sometimes a number of jeeps full of military men. Some jeeps are pulling a gun. The paratroops wear light brown uniforms with lots of pockets, which con­ tain amongst others, all sorts of food, such as choco­ late and rations. Some men have yellow scarves round their necks and others carry an orange flower on their helmet. We stay the whole evening with the soldiers. We get cigarettes and we give them water.
Later in the evening, we sit with Mrs Cherkowski in the lounge, that is lit by one candle. In the neighbourhood we still hear shooting. We go to sleep upstairs and during the night now and then we hear artillery fire and constant footsteps of the English soldiers. When occasionally we look out of the window, we see above Arnhem a yellow glow of burning buildings.

Monday 18 September 1944
We are early wakened next morning by the sound of all artillery batteries firing in the neighbourhood. Also there is machine gun fire. The Tommies walk through the gardens of the houses. In the City is bitter fighting.
In spite of the firing, many people go to collect coal in the Oolgaardhuis 41, where Germans had sat. Also people are walking towards the City. In the afternoon the German artillery fire becomes constantly worse.
In more and more places fires are burning. Also the beautiful villa ‘Hulkestein’ stands in flames 51_ It is an impressive sight and seems so close by, that sometimes we have the feeling that our own house is ablaze. In the air above us hangs brown smoke and fluttering burnt paper. In the afternoon, begins very intense shooting and we stay most of the time in the shelter. In the evening, we go outside again, where still Tommies are passing by. Round about 9.00 we go to sleep in the shelter. Upstairs in the house it is too dan­ gerous. We lay mattresses and some blankets on the floor, but not much sleep occurs, because in the close by area, there is much shooting. The Tommies sleep in the house or walk round. At S, nine people sleep in the cellar, while two keep watch.

Tuesday 19 September 1944
In the morning there is little to see, but there is again lots of shooting. Suddenly the streets run full of sol­ diers, jeeps, guns, motorbikes and ordinary bicycles and a pair of Bren Gun Carriers.
Everything is coming from the direction of the City.
The small square at the Hulkesteinseweg, is crowded with war vehicles and is totally jammed to a standstill. But the soldiers seem quite relaxed. One officer with a cigarette in his mouth gives his orders, briefly and calmly. The soldiers load their rifles and Sten Guns. They get fresh ammunition and some go again slowly via the Hulkesteinseweg towards the Oude Tol.
In front of our house a large gun is installed, with the barrel facing the Utrechtseweg. Many troops and material proceeded further along the Klingelbeek 71.
Everywhere the well camouflaged troops walk through the gardens and enter the houses. Father asks if they were retreating. They answer “No, no” or “Yes we are”. At the Denkers family home, dozens of them enter the house. Behind the hedge, they set up a heavy machine gun. One of the troops points to our house and then a group of soldiers walk into our home. They are every­ where, also in our front garden where they lie behind
some bushes. Two of them come to us in the kitchen where they have a good wash and shave. We give them a glass of lemonade. One of them cleans his Sten gun and reloads it. At that moment, the lady neighbour opens the door when he jumps cautiously forward with a loaded pistol in his hand. When he sees it is safe, he begins to laugh. The other, an attractive, dark chap, tells that two of his friends had died and that he nearly lost all his equipment. We ask if the main force is co­ ming. They answer “In two or three days and they have tanks. My Father asks them: “Is the situation bad?”.
They answer: “No, just a little”. My sister asks one of them if fighting was about to start and he answers: “Yes, yes”, after which he calmly walks up the stairs. Windows are smashed to allow machine guns to be installed. Causing lots of noise, they use furniture to build barricades My Father calls an officer to come downstairs and asks if the cellar below the house is a good shelter. The man looks round and answers: “No, no this is not safe. You have to go into the garden!” We look for pro­ tection in the air raid shelter, behind the greenhouse and suddenly all hell breaks loose. It was an afternoon you will never forget. Heavy fighting breaks out in our neighbourhood. The Germans sit amongst others,
in the grounds of the KEMA, on the north side of the Utrechtseweg. Tommies run through the garden. They shout: “Tower. Germans!”. It appears to be about the top of the prison dome, where they suspect a German observation post is installed. A little later; this is spray­ ed with bullets and shells. Shortly after, the guns in the meadow of W in front of our house begin to bark. The noise is so bad that you seem to lose all sense of hearing and sight. German weapons fire constantly at our area. We hear terrifying noise of the shellfire and the explosions in the surrounding houses. Mrs S is rapidly scared out of her mind. With every gun shot or explosion of a shell, you feel the air pressure in your ears. The noise of guns, machine gun fire and explosi­ ons is deafening. To make matters worse, the British put a machine gun on the roof of our air raid shelter, from where they fire constantly.
Nevertheless, we survive the afternoon unharmed. To­ wards 5.00pm, we hear the drone of aircraft. A Tommy comes in and sits with us at the stairs and gives us a lovely cigarette. He looks at the aircraft and says: ‘Typhoons·. The aircraft, certainly forty of them, circle round and come steadily lower. Then we see a cross on the wings.’Germans’ says the Tommy, disappointed and we too are disappointed.
Towards the end of the afternoon, we hear a heavy drone and suddenly the firing becomes heavier. Then we see something that I shall never forget for the rest of my life. Three heavy transport aircraft with four en­ gines come flying very slowly and at low level over the land. To the west of us, they begin to drop paratroops. Then follow more aircraft. Every plane drops at least thirty men. The parachutes open immediately and we see hundreds of dollies dangling and coming down BJ. They attract a lot of gunfire. We are so glad that this reinforcement has arrived.
A little later a couple of prisoners from the Koepel prison come walking along the Wilhelminastraat. Apparently they have been released. Then we hear the heavy drone of vehicles on the Utrechtseweg. My Father says that they are all German vehicles. It seems that we are G erman again! How terribly disappoin­ ting!!. We are struck dumb! Everywhere on the street we see SS soldiers, also Dutch SS. At our place in a trench, a couple of Tommies still sit, one of whom is badly wounded. They are taken away by the SS.

Wednesday 20 September 1 944
The battle seems to have moved in the direction of Oosterbeek. That morning early, Charles wanted to feed the rabbits. Suddenly we hear screaming noise. ” Halt, heraus, stehen bleiben, halt!” SS soldiers walk through the garden and out of the air raid shelter come a couple of British soldiers. One gets a blow from a German with the butt of his rifle. Charles must remain standing until his father comes. With their hands up in the air, they have to go with the SS.
Mr Cherkowski arrives with another Red Cross man who carries a flag to collect us. We have to leave the Klingelbeek – we must flee. We quickly pack a few things, such as clothing, a couple of blankets and a little food. We walk through the garden. Everywhere lie large shell fragments, ammunition and empty cartridge cases. It is an enormous mess. The houses have been heavily damaged. In our house a shell has exploded. The windows are all split and have fallen outwards. Through a shell explosion, part of the house of the Groeneveld family has been blown down. Eve­ rywhere we see shell holes in the walls of houses. A lamppost lies snapped off on the street. There also lie the wrecks of two anti-tankguns and a number of cars lie smouldering. Along the edge of the road stand our neighbours. ‘Where are you all going to?” they ask. We call back: ‘We must flee!” Quickly various other local residents join our column, that gradually gets longer. On the Utrechtseweg German SS soldiers are moving. We must look carefully where we walk because of the ammunition that lies everywhere. Large shell cases of nearly ¾ metre length lie spread out over the street.
Also we see the bodies of dead British soldiers lying, covered in blood. They lie on their front with an arm under their head. The street lies strewn with branches shot from the trees. Parts of metal fences also lie higgledy-piggledy over the street. The column of refu­ gees makes a lot of noise because we constantly must walk over all the broken glass that lies on the road.
The Oranjestraat stands full of German tanks. Meanw­ hile we hear that in Oosterbeek and at the KEMA heavy fighting is still occurring.
We walk towards the Hoogkamp, an Arnhem suburb, north of the railway line. As we arrive there, hundreds

A British 6-pounder anli-tank gun stands at the corner ofKlingelbeek­ seweg and Utrechtseweg. The gun stands aimed in a westerly direction and thus covers the Utrechtseweg by the KEMA.
[Photo Lt. P.McFarlane -Airborne Museum collection)

of citizens stand waiting for some help. Some have taken essential things with them, others were unable to take anything. The Hoogkamp was lucky to have avoided the terrible storm of war. Only the roar of gun fire in the south and the activity of the Red C ross
personnel, remind us that we sit in the middle of a war zone. We are lucky that we obtain accommodation with lovely people in a corner house opposite a church 9)_ The church is being used, amongst others, as a col­ lection/storage point for food, which is intended for the refugees. The following days, we see the continuous efforts made by the men of the Red C ross and the Fire Brigade, to deliver food and linen goods for the eva­ cuees. There are amazing efforts to care for everyone. Streams of people arrive from the City suburbs near the Rhine. It is tragic sight to see all the evacuees pass by. Pensioners, who cannot walk with haste, stumble over the street. Other older people are carried in a wheelbarrow or moved on a handcart. People who could not save anything, pass by in floods of tears. The helpers do what they can. Men with white helmets, carrying a Red C ross on it and nurses help the whole day long to provide the evacuees with food and to try and arrange accommodation.

Friday 22 September 1944
New refugees arrive, now also coming from the suburb of Arnhem south of the Rhine. Huge transport aircraft drop parachutes. They are heavily fired upon by the German artillery. In the immediate vicinity, for the whole day, one hears the roar of gun fire. We see Bri­ tish jeeps with Germans in them. Sometimes there lie German or British wounded on the back of the jeeps. They drive to the hospital. At night we sleep on sacks of straw. Before we go to sleep we look quickly to the fire in the distance. Behind us in the woods, stand heavy German artillery. They fire over our heads. We hear the discharge, the whistle of the shell and then the explosion far away.

Saturday 23 September 1944
In the morning, all the people stand in a queue for bread. If it is quiet, some people try to return home to recover some more possessions. Sadly, it appears that on a massive scale, the German troops plunder the City and even some Dutch civilians join this criminal behaviour: Especially shops suffer from this crime. My Father and Mr S. also return to the Klingelbeek. Just as they arrive in our house, an air attack started, that gave Father a bad shock. Fortunately they both ma­ naged to return safely to the Hoogkamp, loaded with lots of stuff, especially clothing.
During the evening, suddenly alarming notices arrive. We must all leave Arnhem. Lots of rumours started and everywhere people stand chatting in groups. It was said that all residents of Arnhem, south of the railway line, must leave the City before tomorrow evening.
Everyone is nervous. Where must we go to??

Sunday 24 September 1944
The official notice about the evacuation has been made public by a number of adhesive posters. All persons who find themselves in Arnhem, between the Rhine and the railway line, must leave immediately and the rest of the citizens in remaining areas must leave the City before 8.00pm on Monday evening. Eventually, we depart on the morning of Tuesday 26 September.

Noten
1) Naming the Fratershuis, possibly meant the Huize Klingelbeek. On a map from 1943, this building is mar­ ked as the Klingelbeek Cloister [ Klooster Klingelbeek].
2) The ‘Gummifabriek” [rubber factory] was in fact a wool factory and it stood a half kilometre to the west along Klingelbeekseweg.
3) Evidently, people were not aware that British air­ borne troops had landed at Wolfheze.
4) This [since developed] villa, stands at the junction of the Klingelbeekseweg and the Hulkesteinseweg
5) Villa Hulkenstein stood on the southern edge of the Hulkesteinsweg, a few hundred metres from the Mens family home.
6) These must be the troops from the four British bat­ talions who, after the failed advance via Bovenover and Onderlangs, in the morning of 19 September 1944, retreated in the direction of Oosterbeek.
7) Meant to be the Klingelbeekseweg in a westerly direction. BJ Because they stood so far away, the citizens thought the parachutes dropping containers and baskets were actually dropping paratroops.
9) The reference to the Church, is probably meant to be the Roman Catholic church on the Bakenbergseweg. See also Ministory 117.

PROGRAMME 2014 SOCIETY OF FRIENDS OF THE AIRBORNE MUSEUM

Saturday 13 September: Battlefield Tour “70 year after the event, in the footsteps of the 1st British Airborne Division.
09.30 – 17.00hrs: Bus tour with walking tour past the most important locations of the Battle of Arnhem

Friday 3 – Sunday 5 October: Battlefield Tour ‘Liberation of Zeeland 1944’
Three day bus tour to Zeeuws-Vlaanderen and Walcheren. For further details, see www.vriendenairbornemuseum.nl
Saturday 15 November : Afternoon theme ‘ From House and Home’ (‘Van Huis en Haard’)
The programme is based on the same named exhibition in the Airborne Museum. See further information in this issue. The afternoon starts at 14.00hr and will be in the Concert Hall in Oosterbeek.
Entry for members is free – non members €2,50 For changes and additions to the programme see: www.vriendenairbornemuseum.nl

For the programme of the Airborne Commemorations 20 14, see amongst others the following:­
. www.airborneherdenkingen.nl ; www.airbornefeelings.nl ; www.liberationroute.com ; www.driel-polen.nl

The heavily damaged Walburgis Church in Arnhem. Photographed by Paul Mutsaerts
{Photo collection Airborne Museum]

 

COLOPHON

The Airborne Magazine is a publication of the Society of Friends of the Airborne Museum Oosterbeek [SFAM) and appears three times per year. The objective is to promote the Airborne Museum, the SFAM and the history of the Battle of Arnhem.

Editors: Ors. Robert P.G.A. Voskuil, Wybo Boersma MBE Tessa Janssen [Marketing @ Sales Airborne Museum) Marieke Helsen, Curator of the Airborne Museum.
Archiving and distribution of back numbers of the magazine: Wybo Boersma, Ede, w.boersma@wxs.nl
Translation: Peter Burton
Design: Michal Kuscielek Artefakt Design, Nuenen
Print: Wedding Proson, Harderwijk
E-mail address SFAM: info@vriendenairbornemuseum.nl Telephone: 0318 639633
Postal address: SFAM, lvar Goedings, P.O. Box. 8047, 6710 M, Ede,The Netherlands
Discount action Especially for members of the SFAM: A maroon coloured T-shirt with the logo of the Airborne Museum for only €10,00!

 

Download the magazine in pdf format

CONTENT
3. A new publication of the SFAM – The Editors
3.-4. From the Chairman of the SFAM – Ben Kolster
4.-5. From the Director of the Airborne Museum – Jan Hovers
5. Annual General Meeting 2014
5.-6. Temporary exhibition: ‘Van Huis en Haard [From House and Home) -Airborne Memories· -Tessa Jansen
7.-8. Berry de Reus remembers … – Robert Voskuil
8.-9. Large donation to the Airborne Museum – Roland Boekhorst
9. Meeting of the International Guild of Battlefield Guides in the Airborne Museum – Wybo Boersma
10. Information centre in Oriel about the Polish Parachute Brigade
10. Air Despatch Monument in Oosterbeek will be rebuilt – Robert Voskuil
11. ‘Sims, get me a prisoner’ – Wybo Boersma
12.-14. Ministory ‘It rained paratroops around the farm’ – Robert Voskuil
15. Program of the Society of Friends of the Airborne Museum, 2014

A NEW PUBLICATION FROM THE SFAM

You are reading the first issue of the ’Airborne Magazine’, the renewed newsletter from the Society of Friends of the Airborne Museum. This periodical replaces the Newsletter that for nearly 33 years, acted as the regular publication of the SFAM. The ‘Air­borne Magazine’ will appear three times each year, in March/April, June/July and in October/November.

In the magazine, we will tell you about, amongst others, the activities of the SFAM, news from the Air­borne Museum and we will publish interesting articles relating to the Battle of Arnhem. In each issue, you will receive a number of regular features, such as the well- known ‘Ministory’ and the calendar of activities and events. We will also look back on the previous period. In each edition, we will advertise a product from the Museum shop, which will be for sale at a special price, only for members of the SFAM.

We advise you also to regularly visit the SFAM (WAM) website, because this will keep you up-to-date with the latest developments. Also the Museum invites you to become a ‘friend’ of the Facebook page, where the latest announcements will be posted. In addition, our trusted ‘Newsflash’ e-mail will be used to inform you about the latest news.

The new Airborne Magazine requires an editorial staff team, within which the SFAM, as well as the Airborne Museum are represented. Robert Voskuil, who has acted as the Senior Editor of the Newsletter, retains this position with the new Magazine. Wybo Boersma and Robert will carry the responsibility for all items relating to the history of the Battle of Arnhem. The edi­torial staff will be complemented with two members from the Museum. Marketing Representative, Tessa Jansen will be responsible for news from the Museum. The new Curator (a University educated historian who is, at the time of writing this article being recruited) will also contribute articles relating to the extensive Museum collection.

Obviously, the editorial team will not fill the magazine alone. We also hope that we can receive from others who can contribute interesting items. One example is our indefatigable representative in the UK, Niall Cherry who regularly sends us such articles.

As you know, our issues also come in the English lan­guage. For many years the translation has been done by Peter Burton. He does this sizeable task with great care and the SFAM is very grateful to him for this.

We wish you much pleasure in reading this brand new magazine.

Behind the Museum, exactly on the spot where Maj.Gen Urquhart posed in Sept 1944 for one of the photographers from the Army Film and Photographic Unit, now stands an enlargement of the photo taken then. Thus the visitor can see that he/she stands on very historical ground. IPhoto Robert Voskuil)

FROM THE CHAIRMAN OF THE SFAM

In every respect, 2014 will be a historical year, certainly for people such as us who are interested in history, especially in military history. This year is after all, 100 years since the outbreak of WW1, a War that “sewed the seeds” of a second World conflict with an unknown scale or consequence. Exactly 70 years ago, in June 1944, began the definitive and positive turn in WW11, with the Allied invasion in Normandy. An operation that marked the beginning of the long march through West Europe, that would lead to the fall of the Third Reich in May 1945. This year will mark the 70th commemoration of the D-day landings and of the Battle of Arnhem. In this jubilee year of commemorations, our Society has again organised an interesting programme, full of vari­ous activities including lectures, excursions and battle­field tours. You will find the programme in our totally renovated Newsletter that, from this edition, is called ‘Airborne Magazine’ and in our section of the Airborne Museum website. The Management of the SFAM has

-» succeeded in preparing an interesting year’s pro­gramme, but this was not entirely without problems. As Chairman, I must still recognise that the number of people who organise all these activities for the Society has become very small. It is only the Management, together with a few members and Niall Cherry, who aim to arrange the year’s programme and all other activities and thus, so to say, ’’to keep the dreams alive”. That is sometimes a bit weak and can occasion­ally go wrong. It just cannot and should not be the case that, within a Society, with about 1000 members, all activities are planned, organised and performed by a handful of active members. This is underlined because I know what an enormous reservoir of knowledge and experience exists within the Society membership. Knowledge, that I would so much like to make availa­ble to the Society. In this Jubilee year 2014, I hope that I might count on your support to our Society, to help keeping it in a growing strength and contribution, to ensure it may continue to keep the stories and history of those men in September 1944 very much alive.

Ben Kolster, Chairman SFAM

FROM THE DIRECTOR OF THE AIRBORNE MUSEUM

You cannot live without friends! In good and bad times! In the Airborne Museum that is very obvious. In times of War, soldiers in battle, must be able blindly to rely on each other. Civilians in need who, for example must flee from their home and/or thereafter, must build a new life, are dependent on each other. Friendship is perhaps the most important in every­one’s life. To celebrate your successes, and to share your problems. To support each other if everything goes downhill.

For a museum it is the same. We must be glad that, in spite of the economic recession, and a somewhat less favourable cultural climate in the Netherlands, the Museum is doing well. That is based on the fact that we survive on more than 90% of our own income. That happens only if you keep your overheads Low. How? Not only with a small staff, to save money, but most importantly through the unselfish support and efforts of innumerable friends, male and female. Daily more than 70 volunteers make themselves available for the Museum in Oosterbeek and the Information Centre in Arnhem. Without them we would have to immediately shut the doors. And also, we are so exceptionally lucky with the SFAM, our Friends of the Airborne Museum. A group of people who are interested in the history of the Battle of Arnhem and Operation Market Garden.

People who in good and bad times, Live with and for the Museum. A group having an enormous amount of knowledge regarding this still revealing high point in WW11 from whom we can always make an enquiry. They support us financially and materially. No, without friends you cannot survive.

In a good friendship, you walk together through your lives. Sometimes you follow your own path but then you reunite together even closer. So it is also with the SFAM and the Museum. When I joined the Museum 3 years ago, the paths were more divided. I am glad that in the past years we have been able to bring these paths closer together. Not only do we know how to jointly exchange information and ideas, but also to take on various matters together. In this fashion, I am very pleased that, in the Last year, the launch of our combined website, under one modern umbrella has happened. In this manner it has become obvious to the outside world that we are inextricably tied to one another.

The new attractively designed ‘Friends Magazine’ that is before you, is once again a milestone. Was the old Newsletter no good anymore? On the contrary, the members of the SFAM still value it immensely. Especi­ally because of the enormously interesting Ministories which, due to the great expertise of the SFAM, con­tain a specific mint of information about the Battle of Arnhem. Nevertheless the steps were taken towards a renewed form for the magazine. It offers not only the possibility for a more intense partnership between the SFAM and the Museum, but also through the fresh design, it potentially can attract a new membership of young people. Also for the SFAM, stagnation means a decline. Most importantly, through this new co­operation, the supply of reliable information from the SFAM can be enhanced with exclusive news from the Museum.

The Editors will henceforth consist of people from the SFAM and the Museum. They will work together very closely. Thus a nice friendship emerges in a renewed magazine that, with your continued support, hopefully will continue for many years. You can also contribute by bringing it to the attention of people who you sus­pect, may be interested in this, in spite of the current expensive time, it is in every way a reasonably priced membership. I wish you much future reading pleasure and thank you for your continued support for the SFAM and with it, the Museum. That’s what friends are for!

Jan Hovers – Director Airborne Museum ’Hartenstein’

 

ANNUAL GENERAL MEETING ON THE 22ND OF MARCH

The 34th Annual General Meeting, also annual meeting of the Society of Friends of the Airborne museum, was held on Saturday 22nd of March 2014 in the Concert­hall, in Oosterbeek. Seventy members attended this meeting.

The Minutes of the Annual General Meeting of the 13th of March 2013, the General report 2013, the Financial report 2013, The Budget 2014 and the Report of the auditing committee, were all approved by the mem­bers present.

“Every day more than 70 volunteers offer themselves for the Museum and Information Centre”

Director: Jan Hovers

Vincent Luiten (treasurer of the SFAM) had announced to step down as member of the Board. The Board had suggested as a new member Mr Eric Arnold Paap from Oosterbeek. There were no other candidates, so Eric was elected. After the break Wybo Boersma gave a lecture about ‘Some special objects from the collec­tion of the Airborne Museum’.

This is how their looted house in the Weverstraat in Oosterbeek looked like,
when the owners returned after 8 months evacuation iPhoto Willink)

Citizens participation project – Airborne Memories

The fact that the current temporary exhibition carries the same name as our continuing ‘citizens participa­tion project’ is not an accident: the two projects are closely linked. What does a War do to people and how are the traces of it still apparent generations later? Amongst others, these questions have led to the ‘Oral History Project – Airborne Memories’. The special as­pect of this project is that citizens come to talk to each other; that one interviewed another and the resulting stories are all recorded. Thus ‘Airborne Memories’ is also a project of the residents in the same area. Thus, long since buried citizen’s stories about the Battle of Arnhem, the evacuation and the subsequent rebuil­ding, are now recovered, written down and preserved.

The stories of ordinary people are still not all told. This, because the sometimes traumatic events were dif­ficult to talk about, but also because these delayed the rebuilding process, practically and mentally, but also because some people found such personal stories not important enough when compared to the distressing experiences of the soldiers. But the events of those days come now closer by if we hear the emotional stories from people who were part of the trauma of those days. On the one hand, it creates growing under­standing by current generations and on the other side, gives them an insight about the citizens who experien­ced those days. Today, more and more eyewitnesses pass away and, with them, their stories about ordinary civilians are lost.

Thus, the Airborne Museum wishes to record and pre­serve the memories and stories of these eyewitnesses. In the current exhibition ‘From House and Home – Airborne Memories’, a number of the stories from the ‘Citizens Participation Project’ are utilised.

Exhibition area

In the basement, past the dioramas of the Staff HQ of Maj Gen Urquhart and the Aid Station, you enter the totally renovated exhibition area. To make this a sa­tisfactory future exhibition area, extra room has been created.

Curious about the exhibition? ‘From House and Home – Airborne Memories’ will be open from 25 April 2014 until the end of March 2015. Keep an eye on our website and social media to keep abreast of special events that you can attend free of charge. Hope to see you soon!

The exhibition has been made possible with the help of: DOEN Foundation, VSB Funds, Zabawasen Founda­tion, Rabobank Arnhem and surrounding areas, toge­ther with the Gelderland Archive and the Netherlands Institute for War Documentation.

(Tessa Jansen)

BERRY DE REUS REMEMBERS…

So as we reported in the last issue of the Newslet­ter, on 28 November 2013, Berry de Reus retired as Curator of the Airborne Museum ‘Hartenstein’ in Oosterbeek. Shortly before his departure, he looked back on his 35-year long role and hereafter follows a short summary of that time.

Berry’s interest in the Battle of Arnhem began when he was just 10 years old. He Lived then in the Beekstraat in Arnhem and during the annual Air­borne Commemorations in the month of September, at least one and often more veterans stayed in the De Reus house. Berry still remembers the names of Jack Rawley (1st Para Btn), Ron Linton (156th Para Btn) and Titch Orrell (3rd Para Btn). Jack Rawley gave him a yellow identification triangle and that was the begin­ning of Berry’s collection. That grew quickly, because he received from many people objects from the War as presents. Also, just as so many schoolboys in those days, Berry intensively searched the former battle­fields in Arnhem and Oosterbeek for ‘War souvenirs’. His collection became well known, especially after an article in the local paper, the ‘Arnhemse Courant’, entitled “Berry de Reus is obsessed with the Battle of Arnhem”.

In the early 1970’s Berry was branch manager with the hardware store Lijberse on the Utrechtseweg in Oosterbeek. At that time he was asked to look after the technical aspects of the Airborne Museum that was, at that time, based in a side building of the Doorwerth Castle.

In 1978 the Airborne Museum moved from Doorwerth Castle to Hotel Hartenstein in Oosterbeek. From 47 ap­plicants, Berry was chosen to become Curator and he began his service on 1s‘ May 1978. The new Museum was opened on 11 May 1978 by Maj Gen Roy Urquhart. One month after the opening of the new Airborne Museum a second permanent staff member was employed. That was former Oosterbeek florist Eef Vel- linga. During the Battle of Arnhem, Eef was part of the ‘Oranje Bataljon’ (the Orange Battalion), a small group of Dutch people who helped the British with, amongst other tasks, acting as guides and with the collection of dropped supplies.

The role of Curator was, at that time, a broad descrip­tion, in that, due to financial constraints, most jobs had to be done in house. So, Berry acted as electrician, carpenter, painter and was also responsible for the management and maintenance of the collection. Also he looked after the Library and the archive. One of the

One photo from the 1980 years in the last century. Berry de Reus and Director Caret Wilhelm pose in the basement of the Museum near the Inow no longer existing] large diorama of the British troops entering Oosterbeek. [Photo collection of Berry de Reus)

advantages of being Curator was that he and his wife had to live upstairs in the Museum, but they did not have a problem with that! The top floor, where now the staff rooms and the Library/archive are found, were for the following 21 years his home.

The first Director of the new Museum was General (rtd) Touber. He was followed a year Later by Colonel (rtd) Caret Wilhelm who would stay for 10 years and was much appreciated for his sympathetic persona­lity. In these years, a small staff and a few volunteers coped with an enormous amount of work. Every year, a temporary exhibition was organised, usually under the leadership of Wybo Boersma. Historical research was done and material collected and finally, thanks to staff members and a couple of volunteers, it was all put together. In this way, the costs were kept as low as possible. Through the good relationships the museum staff had with many organisations and people both in the Netherlands and abroad, those involved learned how to obtain even more unique objectives and items that thus far, were missing from the collection, like the 75mm Pack howitzer and the small American bulldo­zer. Also many veterans donated special objects and documents. The contact with veterans was, for Berry, always very enjoyable and interesting, especially when they began to tell about their experiences during the Battle of Arnhem.

Berry also remembers vividly how he, with Wybo Boersma, travelled to England to visit the gigantic British Army Depot at Donnington. There lay still, large quantities of equipment that was used in WWII and they were permitted to freely search for items that could be used in the Airborne Museum collection. The support of the British Army went further such that the items they had selected were transported in a very large Army lorry and delivered to the Museum!

One of the many people who attended the reception on 28 November 2013 to mark Berry de Reus’ retirement and to bid him farewell, was Jaap Korsloot, who earlier, amongst others, did a lot of work on the Museum archives. To the right stands Berry’s partner Jeannette. fPhoto Robert Voskuil!

 

Berry’s interests were really not only aimed at the Bat­tle of Arnhem. Photography was becoming even more important in his life and he took photos regularly for the local press. Also, he made wedding records and was active as a portrait taker and sport photographer.

Around 2005, it became clear that the Museum was in need of renovation. This resulted in a radical pro­gramme, through which the Museum was closed to the public for eight months. All the contents had to be temporarily re-housed which was an enormous task. After everything had been moved back, the Museum had to have a totally new installation. Those were hec­tic months for the workers in the Museum.

The last years before taking his pension saw Berry principally keeping busy with the recording of the ar­chive and the storage of this data in a digital database. Now he has retired from the Airborne Museum he is directing himself totally into photography.

One of the absolutely highest points in his time was the 1984 commemoration. In that year, very many well-known personalities came to Oosterbeek such as, Urquhart, Hackett, Frost, Warrack, Mackenzie and many others. The appearance of Vera Lynn on the steps of the Airborne Museum was unforgettable, as well as the visit by Prince Charles.

A small selection from the collection of a private collector that has been donated to the Airborne Museum (Photo Roland Boekhorst)

 

LARGE DONATION TO THE AIRBORNE MUSEUM

On 29 October 2013, the Airborne Museum received a large donation of military items from WWII. The donated material was owned by Arie, a Dutch private collector. This man had arranged that, after his death, his collection must be divided amongst a number of large military museums, including the Soesterberg Military Museum, the War and Resistance Museum in Rotterdam and the Airborne Museum Hartenstein.

When WW11 began, Arie was 14 years old and he grew up in Delft. During the first years of the War, he already began, together with some friends, to collect war material from, amongst other locations, the Ypenburg airfield near Delft. The passion for the searching, rapidly grew further than only Ypenburg. After the War, amongst other locations, he also searched the Arn­hem area. As a 1 9-year-old lad, he went there with his friends by bicycle and collected a large number of bits and pieces from the former battlefield.

One of the most notable stories was that, during one of their searches at the German Koningstiger tank, left in the Beneden-Weverstraat in Oosterbeek, they clim­
bed inside the tank. They recovered a telescopic sight from the tank but later, they had a difference of opinion as to who now owned the item. The binoculars were then taken apart and the lads shared the various pieces. Sadly the pieces held by his friends, were later lost. The parts owned by Arie are now part of the donation. Arie has spent his whole life busy in connection with the Battle of Arnhem.

For many years, with his wife, he attended the annual commemorations. He was a member of the SFAM and every year, visited the museum on several occasions.

A large portion of the donation consists of material from the Battle of Arnhem. For example it includes, uniforms, webbing equipment, a container (CLE.111], parachutes, various types of ammunition boxes, helmets, emblems, bayonets, knives, telephone sets, radio sets and very many small objects. Also it includes books about the Battle of Arnhem. A complete inventory of all this material, can not yet be provided, because it in­cludes hundreds of items. Every­thing is being examined, treated, cleaned, photographed and then registered in ‘Adlib’ a special computer programme for the insertion and ca­tegorizing of museum items. (Roland – Staff member for management and preservation)

MEETING OF THE ‘INTERNATIONAL GUILD OF BATTLEFIELD GUIDES’ IN THE AIRBORNE MUSEUM

 In Great Britain, the worldwide battlefield tourism is an important industry. Thereby we must not only think about and 1st and 2nd World Wars, because people investigate much further back in history. Until fairly re­cently, there was no guarantee that a battlefield guide is an expert in historical affairs. As a result, in 2003 in Great Britain, the ‘International Guild of Battlefield Guides’ was established. The purpose of this Guild is to promote guided tours over historical battlefields and to improve the quality of battlefield guides. This is done by organising meetings, in which experience can be exchanged, the giving of lectures over a broad spectrum of subjects related to battlefield tourism and about the organising of longer exploratory visits to bat­tlefields. The members are full time battlefield guides, guides who incidentally lead similar tours, tour opera­tors but also people interested in history. The Guild has introduced a ‘Guild Badge’, to obtain which candidates must pass nine qualifying sections, including verbal and written areas. The Guild guarantees that a guide with the Guild badge is qualified in the requirements that a visitor might expect from a good battlefield guide. In Great Britain, a number of tour operators exist, with only Guild guides. The top language in the Guild is English. The majority of members outside the UK, live in the Netherlands and Belgium.

“The Guild guarantees that a Guide with a Guild badge, is fully qualified to answer enquiries that may be made by a visitor”

In the Netherlands, on Saturday afternoon of 29 March, for the first time, we held a test in the Dutch language. This took place in the Airborne Museumin Oosterbeek. Joel Stoppels from ‘Battlefield Tours Groningen’, was successful in his ‘Assignment 1’. This took 20 minutes and was a lecture about ‘The libera­tion of Groningen city’. To broaden knowledge in the Netherlands about the Guild, several interested par­ties were invited to attend this event. The programme was opened by Chris Scott, who came over from the UK especially for this event. He gave an explanation of the origin and functions of the ‘International Guild of Battlefield Guides’. Thereafter, Wybo Boersma explained the qualification system of the Guild. After Joël Stoppels’ assignment there followed a short walk through Hartenstein Park, during which Hans van der Velden gave a talk about past discoveries he had made in the soil there. The afternoon ended with a drink in the Schoonoord restaurant. (Wybo Boersma)

INFORMATION CENTRE IN DRIEL ABOUT THE POLISH PARACHUTE BRIGADE

This year, DrieL village will see the opening of an Information Centre, about the role of the Polish Parachute Brigade, during WW11. It will be located in the Roman Catholic church in Driel and will have a permanent cha­racter. It will include display panels with photos and text, in Dutch, English and Polish. There will also be a clear overview map of Driel and the surroundings, where the actions of the Polish Brigade took place. Perhaps the Information Centre will open to the public in July this year, but the official opening will take place in September.

The remains of the dismantled Air Despatch Monument in Oosterbeek.
photographed on 16 December 2013. [Photo Robert Voskuil]

AIR DESPATCH MONU­MENT IN OOSTERBEEK WILL BE TOTALLY REBUILT

At the end of December, we received from various sources, the disturbing news that the Air Despatch monument, close to the Airborne Cemetery in Ooster­beek, had been heavily damaged. Ice forming in cracks in the monument had split and totally destroyed the edifice. People who visited the site, found only a pile of rubble (see attached photo). But quickly we lea­rned that staff of Renkum Council, had shortly before, dismantled the remains. The white stone panels that were on the outside, were removed by the staff and the visible pile of rubble, was only the remains of the core and the foundations.

It appeared that this dismantling was necessary be­cause it was indeed the case that splits in the monu­ment had occurred, in which water could have entered. In a frost period, this had led to the damage.

Sadly the Council had omitted to place a notice board at the site explaining what had happened or to put an article in the local newspaper, as this would have resolved the worldwide rumours that the monument had ‘exploded’. Very shortly, a brand new core will be built, on which the original white sculptured panels (currently being cleaned) will be replaced. The Air Despatch monument will thus shortly be restored to its original glory in the well-known location.

‘SIMS, GET ME A PRISONER’

Last year, the Council Archives in Ede published a new book, in the series covering Historical Reports Ede, about ’the incredible patrol’. It is entitled ‘Sims, get me a prisoner’ and was written by Evert van de Weerd.

In October 1944, the southern bank of the Rhine at Heteren was defended by the 501st Parachute Infantry Regiment, a part of the 101st US Airborne Division. In an effort to obtain more information about the German units on the north bank of the Rhine, the Americans tried, several times, by sending over patrols, to capture some German POW’s. Eventually, in the night of 30-31 October 1944, the intelligence officer, Lt Sims, decided to cross the Rhine himself with five soldiers, to capture some Germans. Crossing through the German lines, the patrol reached via Wolfheze the Planken Wambuis restaurant on the N224 road between Ede and Arn­hem. At the forester’s dwelling, a little further towards Ede, Sims set up a listening post. During the day, vari­ous passing Germans were taken prisoner. During the patrol’s return journey the following night, these priso­ners were taken with them. Eventually, Sims and his patrol, together with 32 German POW’s, safely reached the American lines. When Sims made his report, his CO, General Higgens said ’Incredible’.

A report about this patrol, appeared on 15 January 1945 in the American weekly magazine ‘LIFE’ and a year later, there followed received a further number of photos from America. Sadly it was too late to include these in the book. The author presented them to the SFAM, so that enthusi­asts could see them. One of them accompanies this article. In the second part of the book, Evert writes a brief history of the 101st Airborne Division in the Netherlands. It begins with the air landings on 17

September 1944, followed by the fighting at Best, Son, Veghel and Koevering. There follows the posting to the Betuwe, during which amongst others, Operation Pe­gasus 1 took place. The main text is made clearer with a number of very good colour maps Also, ‘Mary of Arn­hem’ (Helena Sensburg] who, as an English speaking announcer, worked for the Germans at Radio Hilversum, comes into the story. Her ID card is now in the collection of the Airborne Museum.

“Sims, get me a prisoner” is a simple but well written book in Dutch, that gives a clear summary of the various actions covered. Those interested in the Battle of Arnhem and its aftermath don’t have to look at the price, as it is only €10. The issue is small, only 250 copies have been printed. The book is only available at the Council Archive in Ede.

Those interested may contact W. Boersma, Tel: 0318-639633, e-mail: w.boersmaOwxs.nl.

As long as enough stock remains, he can collect them from the Council Archive and will post them to you.

Publisher: Gemeente Ede, Gemeentearchief 2013,

ISBN: 9789079623174, 75 pages and some colour, price €10 (Wybo Boersma)

MINISTORY 119

IT RAINED PARATROOPS AROUND THE FARM “

by: Robert Voskuil

In the middle of the fields in Renkum, that on 17 and 18thSeptember 1944 were used by the 1st British Air­borne Division as a dropping and landing zone (“X”), on the east side of the Telefoonweg, lies ‘Sinderhoeve’ farm. In September 1944, here lived the Pennings family, that consisted of Jan Pennings (aged 34), his wife Gerdina Pennings-Schut (aged 30), their two small children Jan (aged 2) and Gerrit (aged 1), Jan’s brother Marinus Pennings and their parents, Mr & Mrs Pennings.

On Sunday 17 September 1944, Jan and his parents went to the Reformed Church on the Utrechtseweg in Heelsum. Gerdina stayed at home with the children and Marinus. During the church service the electricity supply cut off and the churchgoers began to hear in the distance, the rumbling sound of bomb explosions, but the service continued. Because there was no elec­tricity, the Minister left the pulpit and led the service standing between those attending. When the service was over, Jan and his parents sped home to the farm. Half way home, they saw in the sky over the village of Wolfheze, dust and smoke clouds hanging. It appeared that the village and the Psychiatric Hospital were heavily damaged by the bombardment.

At the farmyard Jan met his brother Marinus, who told him that Gerdina and the children were sitting safely in the cellar. They decided to go together to the bombed Wolfheze to see what had happened to the family members living there. They cycled along country lanes, past ‘Boshoeve’ farm to Wolfheze. There they saw eve­rywhere smoking heaps of rubble and people totally confused after this sudden bombardment. The majo­rity of wounded people had already been taken to the Hospital. From the family, fortunately nobody had been wounded. They cycled back alongside the railway in the direction of the level crossing at the Buunderkamp. There they saw bomb craters everywhere, because it appeared the crossing had also been bombed.

Suddenly, Jan and Marinus, Looking in the direction of Renkum, over the woods, saw three large low fly­ing aircraft coming their way. Jan shouted “they are coming to bomb the railway line – we must get away fast”. They cycled as fast as possible towards Sinder­

hoeve. They shouted at each other that, if the aircraft started bombing, they would have to jump into the drainage ditch alongside the path as a form of shelter. The three aircraft came steadily closer by and they saw that, under the belly of one of the aircraft, something was moving. It looked as if something was coming out of the aircraft. Suddenly Jan realised that these were parachutists and that this could be the beginning of an airborne landing. He knew that they were also used during the landings in Normandy. It looked as if they were hanging on a rope, after which, a second Later, they dropped down. They saw three paratroops coming down. They both cycled home as fast as possible. There, Jan raced to the cellar and called “Come out, we are free!”

In front of the house, they saw the first paratroops who, when they saw Jan, gave him the V-sign. They made it clear that within 30 minutes, many more parachutists would be landing. They definitely would not come indoors at the farm and therefore the family brought water out to share with the troops. One of the first things the troops asked was “Are there any Ger­mans in the vicinity?” But the only thing Jan knew was that German soldiers were stationed in the Van Beeck Calkoen School, on the Parallelweg, next to the railway line. The British behaved a little nervously and kept the whole area under observation, with their weapons at the ready.

A little later, they heard aircraft approaching again. The noise grew and became deafening. It was as if a cloud was blocking the sun. From the armada of aircraft hundreds of paratroopers jumped. It ‘rained’ paratroo­pers onto the farmland around the farmhouse. They also landed on the farmyard and in the trees around the farm. One paratrooper landed with a loud bang on the roof of Sinderhoeve. In doing so he hit the chimney pipe. With a couple of large steps, he landed on the edge of the roof when, with his parachute and every­thing else, he jumped off the roof. Once he released his parachute and harness, he went to lie under one of the trees to rest after his hard landing. 3)

When Jan stood looking behind the farmhouse, at all the magnificent coloured parachutes descending, he was suddenly pulled aside by a soldier from where he stood. One second later, another parachutist landed with a bang on exactly the same spot.

On the farmyard it was full of amazing things. The pa­ratroopers handed out cigarettes and chocolate to the Pennings family. Jan did not know why but the British soldiers would not enter the building. Therefore Jan and Marinus carried buckets of water outside, so the troops had something to drink.

In the meantime, all the population of Renkum and Heelsum went to the landing zones to view there the amazing spectacle. Many people picked up a para­chute and took it home. At one moment, Jan saw a Dutch civilian man coming, with next to him, a British soldier who had a film camera with him. The citizen said that the British soldier was looking for a dark room, because there was a problem with his camera. Jan directed him to the cellar. After a short time, the British soldier returned. He made a film of the farm and from the board carrying the name ‘Sinderhoeve’. Jan immediately thought: “After the War, I must see that”! 41

At the same time, the farm was still surrounded by a swarm of paratroops. Here and there stood a Jeep with a radio set in the back. The fields around the farm were full of containers and supply panniers. It ap­peared the troops had not taken much of this material, because there was such a large amount and they had Left probably half lying. Jan had noticed that, when a parachutist had landed and had released their para­chute, they also removed a sort of overcoat without sleeves. These coats they left behind. In one pocket of these coats, it appeared a hand grenade was kept and in the other pocket, a flat tin can containing five cigarettes. Jan went to all these coats, removing the cigarette tins, but he left the grenades behind!

About 4.00pm, Jan and Marinus went by bike to Gerdina’s parents who lived on the Duitse Kampweg in Wolfheze. On the extended Duitse Kampweg, they suddenly saw a number of British troops, who had dug themselves in. Jan and Marinus tried to hold a conversation but it did not go well as they knew so few English words. Suddenly the British became nervous. They made it clear that Jan and Marinus should take cover in their foxhole. They themselves took cover behind the raised sand banks, placed behind the foxholes. Probably they had spotted a danger. After a while they signalled that the boys should return home. Jan and Marinus could not understand why the British were so worried about their well-being.

Still’ from a film scene, that was taken by Sergeant Mike Lewis IAFPU). The picture shows part of the front face of the Sinderhoeve building with the name of the farm. IAFPU – film from the Imperial War Museum. Film still: Robert Voskuil collection!

Cycling home, they saw to the left and right, unloaded gliders. Also a lot of material was still lying there. They assumed that the paratroops would come to collect this material and thus it would not be an idea to take some themselves. But when they saw in a pannier, amongst other things, some white bread, they grabbed some and ate it there and then.

Once again, it had become quieter at the Sinderhoeve farm, because most of the paratroops had now left. Gerdina was a bit scared; the whole day was an ama­zingly interesting time with all the military around their home and that made her feel safe. But when Ger­dina saw them leave, she got a scary feeling that the Germans would perhaps return. She was suddenly no longer certain that they had been really liberated.

The night of Sunday 17th/Monday 18th September, was really quite quiet around the farm. On Monday morning Jan went rummaging a bit around the fields. He pulled a pannier containing tins to a path, where he knew that sometimes paratroops had passed by. He took a bicycle and a can of petrol back home.

When the family sat quietly in the Lounge, suddenly a rifle shot was heard. They all jumped, because the bullet flew at an angle through a window and buried close to the spot where 2-year-old Jan stood. They flew into the cellar. Shortly after, they again heard the heavy drone of aircraft engines and they assumed that a further airborne landing was about to happen. That proved to be the case. Now it was gliders that landed in large numbers in the fields near the farm, where yesterday, the paratroopers landed. During their landing the gliders were shot at. After their landings, the gliders were unloaded. They carried mainly heavy material such as jeeps and anti-tankguns. &

A couple of troops winked at Jan and took him to a glider. They gave him some tools and a large aerial photo of the area around the farm. Jan was amazed, because the photo was so sharp that he could identify all details, even the type of crops that were growing on various fields. The aerial photo must have been taken a few days before the landings started, because it shows the since harvested crops were still standing,

Mr and Mrs Pennings Senior on the road in front of the farm, give water to the just dropped paratroops. To the right Jan Pennings in his best suit. IPhoto Sgt Mike Lewis IAFPU) – Collection: Imperial War Museum London.

Tuesday 19 September. In the distance is heard the noise of machine guns and suddenly Germans again appear at the farm. But not all British troops had gone. Suddenly a couple of British men were in the house, while Germans walked around the building. A fire fight started and from the cellar, the Pennings family heard screaming and shooting. They sat hidden away in the corner of the cellar, terrified that a hand grenade would roll into the cellar entrance. Then the British surrendered and the Germans streamed into the house.

Wednesday 20 September and the Pennings family decided to escape with a wagon in the direction of Bennekom. But before they left, Jan and Marinus first repaired the fencing around the pasture where their animals, four cows and three horses stood. When Ger­dina went upstairs to collect some clothing, she saw there the traces of the fighting that had occurred the day before indoors. There lay, amongst others, a yellow identification triangle, full of bloodstains. She was so scared that she flew back downstairs, without having taken anything.

The following day, Jan Pennings went from Bennekom briefly back to Sinderhoeve, to collect the animals. It was obvious that the house already had been looted by the Germans.

Gerdina Pennings gives a glass of water to the driver of a jeep, who stopped on the road in front of the farm. IPhoto: Sgt Mike Lewis IAFPU] – Collection: Imperial War Museum London.

This story was written by the Author in 1971, fol­lowing an interview that he had then with Jan and Gerdina Pennings. This is one of the many interviews with people, which were made at the request of the American author Cornelius Ryan, who was occupied with the preparation for his book ‘A Bridge Too Far’. This is the original text from 1971.

2/These were men from the 21st Independent Para­chute Company (the ‘Pathfinders’] who had the task of marking the landing zones for the main force. The identification panels for Drop Zone ‘X’ were laid in the field close to the farm, but Jan Pennings had not seen them, as he had not wandered over that area.

3) Many years after the War, an English speaking man knocked at the door of the Sinderhoeve, and asked if he might look around the farmhouse, because on 17 September 1944, he landed there in his parachute. It turned out he was the man who, on the Sunday, had made such a hard landing on the farm roof!

4 This must have been Mike Lewis of the Army Film and Photographic Unit (AFPU] because in one of his ‘Dope Sheets’ (the reports of the AFPU films and pho­tos, that are preserved in the Imperial War Museum in London) he describes the film scenes at the Sinder­hoeve.

5 This was the transport and heavy material of the 4th Parachute Brigade, who landed the same day on the Ginkel Heath.

 

PROGRAM OF THE SOCIETY OF FRIENDS OF THE AIRBORNE MUSEUM, 2014

Friday 28 February: Social Evening

19.30-22.00 hrs. Meeting for members of the SFAM in the Airborne Museum. Lecture about the of German Luftwaffe bunker ‘Diogenes’ near Arnhem.

Saturday 22 March: AGM of the SFAM in the Concerthall, Oosterbeek.

14.00- 17.00 hrs. Only for members.

Saturday 29 March: Meeting of the International Guild of Battlefield Guides 13.00 – 17.00 hrs. Presentation and exam (Assignment 1). Location: Airborne Museum.

Saturday 5 April: Battlefield Walk with Niall Cherry

10.00 – 16.00 hrs. Walk from Wolfheze to Oosterbeek. Only for members.

Saturday 12 April: Battlefield Tour: ‘The Battle of Delfzijl, 1945’.

(in co-operation with the Documentatie groep ’40-’45).

09.30 – 17.00 hrs. Bus tour and walk. Guide: Joel Stoffels.

Wednesday 28 May – Sunday 1 June: Battlefield Tour to Normandy.

With guides from the SFAM and the GBG.

Saturday 14 June and Sunday 15 June: ‘Weekend of the War Book’ Saturday 14 June: Book fair of second hand books on World War II.

Sunday 15 June, afternoon. Presentations about War Books in the Airborne Museums.

Saturday 21 June: Battlefield Tour ‘The Battle of the Betuwe, 1944’.

13.30 – 17.00 hrs. The actions of the Hampshire Regiment and other units in the Betuwe area, during and after the Battle of Arnhem.

Saturday 13 September: Battlefield Tour ‘70 Years after, in the Footsteps

of the 1st British Airborne Division’

09.30 – 17.00 hrs. Bus tour. Visits to the most important locations of the Battle of Arnhem.

Friday 3 – Sunday 5 October: Battlefield Tour ‘The Liberation of Zeeland, 1944’.

Three day bus tour to Zeeuws-Vlaanderen and Walcheren.

Saturday 15 November, afternoon: lecture.

Topic will be announced later this year.

‘Hartenstein’ House in 1945
(Photo: collection Airborne Museum)


COLOPHON

The Airborne Magazine is a publication of the Society of Friends of the Airborne Museum Oosterbeek [SFAM) and appears three times per year. The objective is to promote the Airborne Museum, the SFAM and the history of the Battle of Arnhem.

Editors: Ors. Robert P.G.A. Voskuil, Wybo Boersma MBE Tessa Janssen [Marketing ra Sales Airborne Museum) The Curator of the Airborne Museum [vacancy)
Archiving and distribution of back numbers of the magazine: Wybo Boersma, Ede, w.boersma@wxs.nl
Translation: Peter Burton
Design: Michal Kuscielek Artefakt Design, Nuenen
Print: Wedding Proson, Harderwijk
E-mail address SFAM: info@vriendenairbornemuseum.nl Telephone: 0318 639633
Postal address: SFAM, lvar Goedings, P.O. Box. 8047, 6710 AA, Ede, The Netherlands
Special offer from the Airborne museum shop: · especially for members of the SFAM: A ‘military· USB stick (8 gigabite) for only€12,50

 

Download magazine in pdf format