Munitiekist onder het tuinpad
Een jaar na het verschijnen van ‘Hulzen in een moestuin’ in Airborne Magazine 17 (maart 2020) ontving de redactie een bericht van Sander Wolterink over een andere bodemvondst uit het verleden: in 2000 werd bij grondwerkzaamheden, ook aan de Benedendorpsweg in Oosterbeek, maar dan 1.500 meter westelijker, een grote metalen kist gevonden. Het object was verwrongen en had beschadigingen die veroorzaakt zouden kunnen zijn door scherven of projectielen. Dit artikel is een verslag van mijn onderzoek naar deze vondst.
Leo van Midden
Op dinsdagmiddag 2 september 2000 werd agent Luimes van de politie Renkum naar de Benedendorpsweg gestuurd omdat er iets was gevonden in de voortuin van het pand De Witte Poort. Bij aankomst bleek dat precies onder het voetpad naar de voordeur een granaat van 30 x 6 cm te liggen. De heer Van Leusen, de toenmalige bewoner, vertelde me onlangs dat de familie dertig jaar lang over het paadje heeft gelopen, zonder te beseffen wat zich onder hun voeten bevond.
Naast het projectiel was ook nog een munitiekist gevonden met onbekende inhoud. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) werd gewaarschuwd. Een dag later was een EOD-team ter plekke. Zij constateerden dat het projectiel een verschoten brisantgranaat van 7,5 cm was, met een restant van de ontsteker er nog op. Bij controle van de munitiekist bleek deze leeg te zijn; het object werd achtergelaten. Het team vernietigde de blindganger in een bosperceel bij Quadenoord.
Het is de lege munitiekist, op een later moment door de eigenaar van De Witte Poort aan Sander geschonken, die aanleiding gaf voor dit verhaal. Laten we daarom eerst eens kijken naar deze container.
De Witte Poort stamt uit 1835 en ligt op een uitloper van de stuwwal, even oostelijk van het dal waar de Oorsprongbeek haar weg naar de Nederrijn zoekt. Aan de andere kant van het dal ligt de Westerbouwing. Zuidelijk van het pand liggen de uiterwaarden en de Nederrijn. Oorspronkelijk was hier een tolhuis gevestigd. Het pand stond vroeger bekend als de Reijerhoeve en behoorde tot het landgoed De Hemelse Berg. Het was in bezit van de familie Beelaerts van Blokland. Begin 1980 heeft het huis de status gekregen van gemeentelijk monument.
De kist
De kist meet 74 x 35 x 20 centimeter en is op verschillende plekken doorboord. Eén van die gaten is opvallend rond met een doorsnede van zo’n tien millimeter. Andere gaten zijn grilliger gevormd en liggen in het verlengde van elkaar. Resten van groene verf zijn nog duidelijk zichtbaar naast kleine, lichte sporen van de kleur blauw aan beide zijden. Het binnenwerk is erg goed bewaard gebleven, met twee identieke rekken met zes ronde openingen die elk een doorsnede hebben van 95 mm. De markeringen aan de buitenkant zijn niet meer leesbaar vanwege de roest, maar vlak onder het bovenste rek staan wel enkele stempels. Naast het jaartal 1944, zijn de karakters ‘M/C’ zichtbaar en daarboven ‘C (S of 2)86’.
De pinnen voor het vastschroeven van het deksel zitten nog goed in de verf en de rubberranden voor het lucht- en waterdicht afsluiten zijn bewaard gebleven.
Op basis van de afmetingen en de vorm van de kist is deze te herkennen als een Britse C264 Mk1- of C286-Mk2 munitiekist voor het 6-pounder-antitankkanon (6 pr 7Cwt QF Gun) dat sinds 1942 dienst deed. Dit type munitiekisten was bestemd voor 57 x 441R-munitie. Eind 1944 was deze munitie voornamelijk beschikbaar als High Explosie (HE), Armour-Piercing Capped Ballistic Capped (APCBC – de ‘caps’ in de naam was een kap bovenop de granaat die de ballistische en pantserdoorborende eigenschappen verbeterde) en als Armour-Piercing Discarding Sabot (APDS – ‘sabots’ zijn bedoeld om het projectiel een hoge snelheid te geven en daarmee het pantserdoorborend vermogen te verbeteren – een principe dat nog steeds gebruikt wordt).
De C264 Mk1 was primair bedoeld voor HE-munitie en de C286 Mk2-kist voor APCBC- en APDS-projectielen. Op basis van het stempel ‘M/C’ (Metal Chest) en de ‘C (S of 2) 86’ kunnen we de kist determineren als een model C286 Mk2.
Dit soort munitiekisten werden vervoerd met jeeps en in aanhangers. Een kanon, getrokken door een jeep, ging volgens de beladingslijsten vergezeld van achttien projectielen. In de munitie-aanhanger, getrokken door een tweede jeep, zaten nog eens zestig projectielen. Het geschut en de aanhanger zaten in afzonderlijke gliders bij Airborne-operaties.
De Witte Poort
Is er een verklaring voor de aanwezigheid van een munitiekist voor een 6-pounder-antitankkanon op een meter diepte vóór De Witte Poort? Als we ervan uitgaan dat de kist hoorde bij een antitankkanon in de buurt, dan zijn er historisch gezien maar drie momenten die in aanmerking komen: de periode van 17-26 september 1944, de bevrijding van Oosterbeek in april 1945 en de filmopnames voor <I> Theirs is the Glory <I> in de zomer van dat jaar. Dit laatste moment valt wat mij betreft af omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat tijdens het filmen scherpe munitie is gebruikt (het ligt wat mij betreft voor de hand dat de beschadigingen aan de container door munitie zijn veroorzaakt). De bevrijding van Oosterbeek lijkt ook minder aannemelijk, omdat de wegen naar en langs de Nederrijn versperd waren en er, voor zover bekend, geen gevechten op deze plek hebben plaatsgevonden.
De Witte Poort ligt feitelijk in de zone die we nu kennen als de ‘perimeter’: de hoefijzervormige verdedigingslinie rondom het westelijke deel van Oosterbeek waarin de Britse en Poolse troepen waren teruggedrongen tijdens de slag. De Duitsers gebruikten de Benedendorpsweg veelvuldig vanuit zowel oostelijke als westelijke richting voor aanvallen op de zone, om zo de toegang tot de Nederrijn af te sluiten en de troepen in de perimeter te omsingelen.
Op woensdag 20 september 1944 betrokken de eerste 6-pounders stelling in de buurt van het huis. Twee kanonnen van Z Troop, 1st Airlanding Anti-Tank Battery, kozen positie op de Westerbouwing. Na de aankomst van een derde stuk die bij het gebouw geplaatst werd, zijn de kanonnen Z2 en Z3 naar het oosten verplaatst. Deze werden vermoedelijk opgesteld vlak achter de kruising met de Veerweg. Eén stuk van P Troop bestreek op woensdag de Veerweg vanaf een positie aan het Kerkpad, op nog geen 200 meter van De Witte Poort. ‘s Avonds werden drie Poolse kanonnen rond de kruising Kneppelhoutweg – Benedendorpsweg geplaatst, waarmee diepte in de antitankverdediging ontstond.
Foto6_Hoogteprofiel_VVAM27_MunitiekistBijschrift: Hoogteprofiel tussen Westerbouwing en de Kneppelhoutweg. Het profiel maakt duidelijk dat de Poolse stukken van de Kneppelhoutweg naar voren moesten worden gebracht om vuur uit te kunnen brengen op Duitse voertuigen op de Westerbouwing toen de Z Troop-stukken (die volgens recente publicaties mogelijk achter de kruising met de Veerweg stonden opgesteld) op 22 september verloren waren gegaan. In grijs een 6-pounder-profiel op de locatie ‘De Witte Poort’.
De Westerbouwing viel een dag later in Duitse handen. Het kanon aan het Kerkpad werd daarop in oostelijke richting verplaatst. De twee Z Troop-stukken grendelden de westelijke toegang tot de perimeter af en hadden een actieve rol in het stoppen van de Duitse aanval die ondersteund werd door vier Char-B tanks. De exacte positie van deze kanonnen is onbekend. Het vermoeden bestaat dat beiden in het open veld stonden, achter de kruising Veerweg-Benedendorpsweg. Op de ochtend van 22 september 1944 liepen de Duitsers deze positie onder de voet. De antitankers hadden niet in de gaten dat er geen troepen van het Border Regiment meer in de buurt waren, waardoor zij alleen stonden. Er waren op dat moment nog drie Poolse stukken operationeel rond de kruising met de Kneppelhoutweg, waarvan er die dag nog één uitviel.
Op zaterdagochtend 23 september rond vijf uur betrok Lieutenant Smaczny, met mogelijk twee 6-pounders de villa Transvalia. Poolse en Britse troepen verdedigden het pand, inclusief de vooruitgeschoven stellingen langs de bosrand tegenover De Witte Poort. Later op de dag volgde een Duitse actie, ondersteund door tanks, waardoor de vooruitgeschoven posities langs de bosrand losgelaten werden en de verdediging zich concentreerde op de villa zelf. De mannen in Transvalia kregen onverwacht steun van een Poolse 6-pounder geleid door Corporal Pawlaczyk. Zijn team rolde het stuk handmatig vanaf een positie in de buurt van de Kneppelhoutweg naar voren om zo vuur uit te brengen op een Duitse tank. Ze plaatsten een treffer waarmee verdere Duitse pogingen achterwege bleven. Vervolgens rolden de Polen het stuk weer terug naar de uitgangspositie.
Drie dagen later werd voor het laatst een antitankkanon bij De Witte Poort gezien. In de nacht van 25-26 september 1944 verlieten de geallieerde troepen de perimeter tijdens operatie Berlin. Een kleine groep mannen verloor door vijandelijk vuur de gemarkeerde route uit het oog. Hierop probeerden zij op eigen houtje naar de rivier te trekken, waarbij ze zóver afdwaalden dat ze bij de Benedendorpsweg op Duitse troepen stuitten. Bij De Witte Poort, waar inmiddels een Duitse commandopost was gevestigd, werden ze gevangengenomen. Toen de mannen ‘s ochtends werden weggeleid, zagen zij naast het huis een antitankkanon staan (was dat misschien een van de Z Troop-stukken?). Voor zover bekend is er na deze gebeurtenissen geen kanon meer in de buurt van Benedendorpsweg 194 gezien of actief geweest.
Na het beëindigen van de strijd in Oosterbeek brak een nieuwe fase aan rond het huis. Het gebied langs de Nederrijn werd onderdeel van de Panther-Stellung: een verdedigingslinie van het Duits Emmerich tot aan Nijkerk, die feitelijk een verlengstuk was van de Duitse Westwall. Duizenden dwangarbeiders werkten van oktober 1944 tot de laatste dagen in april 1945 aan deze linie. Op luchtfoto’s van de RAF is het verloop van de stellingen goed te volgen. Een opname uit maart 1945 laat zien dat loopgraven naar De Witte Poort leiden, met van daaruit een verbindingssleuf naar de gevechtsloopgraaf die evenwijdig met de rivier loopt. Na de bevrijding is in de zomer van 1945 met man en macht gewerkt aan het herstel van de infrastructuur. In deze periode is achtergelaten militair materieel geruimd en zijn de oude loopgraven rond De Witte Poort weer dichtgegooid. Het was niet ongebruikelijk dat achtergelaten militair materieel samen met vernielde huisraad in de aangelegde sleuven verdween…
Conclusie
Dit brengt ons bij de gevolgtrekking. Als de kist is achtergelaten na een actie met een antitankkanon zijn er drie opties:
1. Eén of beide Z Troop-stukken stonden niet in het open veld, direct achter de kruising met de Veerweg, maar naast De Witte Poort.
2. Corporal Pawlaczyk, die het stuk naar voren rolde met zijn team, heeft positie gekozen bij het huis om een Duitse tank te stoppen.
3. De kist is afkomstig van één van de twee 6-pounders die Lieutenant Smaczny inzette bij de verdediging van Transvalia en de westelijke toegangsweg tot de perimeter.
Helaas is niet meer te achterhalen hoe de kist is aangetroffen. Misschien is deze in de oude loopgraaf gebruikt als een opstapje om uit de sleuf te kunnen klimmen en de Duitse commandopost via de voordeur te kunnen betreden. Ook is onbekend of er naast de blindganger en de kist nog meer vondsten zijn gedaan bij de werkzaamheden rond De Witte Poort. De aanwezigheid van meerdere, vergelijkbare objecten zou de keuze voor één van de drie opties kunnen versterken. Voorlopig zal onduidelijk blijven wie de kist heeft achtergelaten, alhoewel ik op basis van de gegevens geneigd ben te denken dat de optie met Corporal Pawlaczyk het meest waarschijnlijk is.
Nu de historische achtergrond duidelijker is geworden, is er alle reden om de kist een mooie plaats te geven op een plek waar het verhaal van de antitankers in Oosterbeek kan worden verteld. Mocht iemand een geschikte plek weten, dan is Sander Wolterink graag bereid de kist ter beschikking te stellen.
Met dank aan: E. Oesterholt, R. van Leusen, S. Wolterink, J. de Lange, B. Gerritsen, E. Wijnhoud, T. van de Anker, B. Deeterink en het EOCKL
Bronnen:
● Cornelius Ryan Collection of World War II Papers – Cpl. R.G. Jordan (via B. Gerritsen)
● Leusen, R. van, ‘Onthulling plaquette Benedendorpsweg 194, 18 september 2004’
● Roberts, J., With Spanners Descending: Short History of the Royal Electrical and Mechanical Engineers with 1st Airborne Division, 1942-45 (Liverpool 1996)
● Simpson, N., e.a., A lost opportunity – Lieutenant Eustace McNaught – Battery Z-troop, First Airlanding Anti-tank Battery at Arnhem (2022)
● Simpson, N., e.a., The Polish 1st Independent Parachute Brigade Anti-tank Artillery Squadron in the Battle of Arnhem – ‘Full of unanswered questions’ Bombardier Stanislaw Noscki (2022)
● R. Jordan, A night to remember, Airborne Museum Hartenstein
Plaquette aan De Witte Poort
Op 18 september 2004 werd bij De Witte Poort een plaquette onthuld die verwijst naar een ander verhaal: in de nacht van 25-26 september 1944 probeerden de resten van het hersteldetachement van de Royal Electrical & Mechanicial Engineers (REME) in twee groepen en in totale duisternis hun weg naar de rivier te vinden om de perimeter te verlaten. De eerste sectie werd geleid door Lieutenant Manning, de tweede door Lieutenant Brodie. De mannen verplaatsten zich in lange rijen, waarbij eenieder zich vasthield aan de jas van de man voor hem. Dat ging goed totdat een Duits machinegeweer het vuur opende en beide secties dekking moesten zoeken. Zeven militairen van de tweede sectie, gescheiden van de rest en onder leiding van Corporal Grafham, probeerden op eigen gelegenheid de oversteekplaats te vinden. In de buurt van De Witte Poort werd van dichtbij het vuur op hen geopend, waarop de groep zijn toevlucht zocht in een schuur bij het huis. De Duitsers gooiden een handgranaat naar binnen en openden het vuur met een machinepistool. Corporal James Murphy sneuvelde en de rest van de mannen gaf zich over. Toen de gewonden bij het krieken van de dag werden afgevoerd, bleek De Witte Poort een Duitse commandopost te zijn.
(Bijschrift bij opschriften patroon 6pounder)
Verklaring van tekens en opschriften op een 6-pounder-projectiel
a) Ingeslagen in de slagdop
a. Nummer en type van de slagdop
b. Het productie-‘lotnummer’
c. Jaar van productie
b) Ingeslagen in de bodem van de huls
a. Type geschut
b. Jaar van productie
c. De letter C gevolgd door de letter F, voor elke keer dat de huls is gevuld
c) In zilvernitraat gestencild op hulsbodem
a. A.P. voor een pantserdoorborend projectiel (Armour Piercing)
b. PRAC voor een oefenprojectiel
c. R voor een patroon met gereduceerde lading
d. IT voor een projectiel met lichtspoorelement
d) Gestencild op de zijkant van de huls
a. De letter en het nummer van de fabricage-batch
b. De codeletter in een vierkant voor het type voortdrijvende lading (JEI, JOI)
c. Of de letters WMT, NH, etc.
e) Gestempeld op de zijkant van het projectiel
a. Het kaliber en type van het projectiel
b. C.S. voor gegoten staal (Cast Steel)
c. B.S. voor staafstaal (Bar Steel)
d. C.I. voor gietijzer (Cast Iron)
e. De productieletter en het -nummer van de serie
f) Projectielkleur
a. Pantserdoorborende en oefenprojectielen zijn zwart geverfd
g) Gestencild rond de kop van het projectiel
a. Een witte punt geeft aan dat het om scherpe munitie gaat
b. Een rode ring geeft aan dat een volledige of gedeeltelijke explosieve lading of lichtspoor aanwezig is
c. Een witte ring onder de rode ring betekent ‘pantserdoorborend projectiel’
d. Een bruine ring onder de witte punt betekent een gegoten stalen projectiel. Deze mag niet afgevuurd worden van een stuk met een mondingsrem
h) Gestencild op het lichaam van het projectiel
a. Een gele band betekent ‘oefenprojectiel’
b. Een rode T betekent ‘lichtspoor aanwezig’
i) Gestencild op de munitiekist
a. Het aantal patronen in de verpakking
b. Het kaliber van het geschut
c. De productieletter en het -nummer van de serie
Het kaliber en productietekens staan ook op de zijkanten van de verpakking