VVAM Nieuwsbrief 94 – Juli- 2004

Nieuwe adjunct-directeur en voorzitter
Per 15 juni jl. is de heer Frans Smolders in dienst getreden van de Stichting Airborne Museum in de functie van adjunct-directeur/conservator. Een deel van zijn taak zal bestaan uit het maken van een beleidsplan voor de toekomst van het museum. Dit plan zal dan via het bestuur aan de gemeente worden aangeboden. Verder bestaan zijn werkzaamheden uit fondsenwerving, de presentatie van de collectie, en de organisatie binnen het museum. Daarnaast zal een herverdeling van taken plaatsvinden binnen de vaste staf. Frans Smolders was tot voor kort werkzaam als kunsthistoricus en conser-vator van het Apeldoorns Museum, en heeft ook ruime werkervaring in andere musea.
Tot voorzitter van het bestuur van de Stichting Airborne Museum is benoemd de heer A.P. de Vries uit Ellecom. De heer De Vries is in verschillende functies werkzaam geweest bij de politie, laatstelijk als plaatsvervangend korpschef van de politieregio Gelderland-Midden. Hij volgt in de stichtingsfunctie de heer J.W. van Slooten uit Oosterbeek op, die deze taak tijdelijk vervulde sedert het vertrek van de heer J.W. Vertinden. De heer Van Slooten blijft deel uitmaken van het bestuur.

Stoffelijke resten Veerweg
In het nummer van onze Nieuwsbrief van december 2003 berichtten wij over de vondst van stoffelijke resten van een geallieerde soldaat in een tuin aan de Veerweg in Oosterbeek. In april vorig jaar kwam een team van de Bergings en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BID) naar de zuidwestelijke Veluwezoom, en adjudant Fred Bolle en sergeant-majoor Geert Jonker brachten daar een bijna compleet skelet van een Britse militair boven de grond. Het onderzoek dat vervolgens door de BID werd uitgevoerd, leidde spoedig tot een positieve identificatie. Het rapport werd naar de verantwoordelijke instanties in het Verenigd Koninkrijk gestuurd, en vervolgens bleef het stil. Inmiddels heeft de BID de naam van de betrokkene vrijgegeven. Het gaat om soldaat Arthur Poster, van het lle Peloton van de B Compagnie van Ist (Airborne) Battalion, The Border Regiment. Op 27-jarige leeftijd kwam hij op 21 september 1944 om
het leven. We mogen aannemen dat het gebeurde in de omgeving waar zijn veldgraf werd aangetroffen. Een vier centimeter groot gat in zijn schedel doet veronderstellen dat een granaatscherf hem van het leven heeft beroofd.
Vorig jaar rond deze tijd was er gegronde reden om ervan uit te gaan dat de militair in september 2003 een laatste rustplaats zou krijgen temidden van zijn kameraden op het daarvoor aangewezen oorlogs- kerkhof: het Arnhem (Oosterbeek) War Cemetery. Helaas bleek dat niet het geval te zijn. Zoals gewoonlijk maalden de molens van de Britse overheid tergend langzaam.
Zelfs is het zo dat ook nu, een jaar later, het niet zeker is dat Arthur Fosters herbegrafenis zal plaatsvinden tijdens de a.s. Airborne herdenkingsperiode! Blijkbaar is het nog steeds niet gelukt nabestaanden te traceren, hetgeen wellicht niet verwonderlijk is als je je realiseert dat een westers land als het Verenigd Koninkrijk anno 2004 niet over zoiets als een bevolkingsregister beschikt! Het blijft dus een uitermate trieste en zeer betreu- renswaardige zaak dat de stoffelijke resten van een militair die voor de bevrijding van ons land is gevallen, onder de hoede zijn van de BID in Bussum, in plaats van begraven te worden op het Airborne Kerkhof in Oosterbeek.
(Geert Maassen)

Soldaat Arthur Foster, B Compagnie, Border Regiment, die op 21 september 1944 sneuvelde in de tuin van een huis aan de Veerweg in Oosterbeek. Zijn stoffelijke resten werden in het voorjaar van 2003 gevonden bij graafwerkzaamheden.

Nieuws van Niall
In 1975 kocht ik als schooljongen mijn eerste boek over de Slag om Arnhem. Dit was ‘Remember Arnhem’ door John Fairley. Sindsdien heb ik een groot aantal publicaties verzameld over Operatie Market Garden en over de Britse luchtlandingstroepen. In sommige van deze boeken wordt beweerd dat alle leden van het Royal Army Medical Corps (RAMC) behoorden tot de groep ‘gewetensbezwaarden’, en dat zij altijd ongewapend waren. Deze bewering heeft mij altijd geïrriteerd omdat dit onjuist is. Op een van de beroemde ‘Arnhem-foto’s’ is duidelijk het bewijs te zien. De afbeelding die ik bedoel is Imperial War Museum foto nummer BU 1105, van Corporal Midge Mills, RAMC, geknield bij het veldgraf van Trooper Edmond van het lst Airborne Reconnaissance Squadron, achter het huis Duitsekampweg 9 in Wolfheze. Op deze foto is duidelijk te zien dat Cpl. Mills een revolver of pistool in een tas aan zijn koppelriem draagt.
In de afgelopen jaren heb ik met een groot aantal veteranen van het RAMC gesproken, en, een enkele uitzondering daargelaten, niemand kon zich herinneren dat een van hun kameraden gewetensbezwaarde was.
Één geval was bij mij bekend. Dit betrof soldaat E. Hewitt, RAMC, die sneuvelde gedurende de strijd in Noord-Afrika. Hij was gewetensbezwaarde, en als hospitaalsoldaat toegevoegd aan het lst Parachute Battalion.
Ik was daarom verrast toen ik begin dit jaar een brief ontving van de zoon van een ex-lid van de 181 Airlanding Field Ambulance, die kort tevoren een exemplaar van mijn boek ‘Red Berets and Red Crosses’ had verkregen. Zijn vader, soldaat Cecil Charles Huil, RAMC, had als 28-jarige aan de luchtlandingsoperatie bij Arnhem deelgenomen. In een bij de brief gevoegd artikel uit de ‘Wood Green Observer’ van 14 oktober 1944, gewijd aan de vijf mannen uit Wood Green die bij Arnhem waren, wordt soldaat Huil expliciet aangeduid als gewetensbezwaarde.
Dit is volgens mijn informatie het eerste duidelijke bewijs dat een gewetensbezwaarde aan de Slag om Arnhem heeft deelgenomen. Wanneer er mensen zijn die iets weten over andere gewetensbezwaarden bij Arnhem, dan zou ik graag wat van hen horen.
Volgens een vriend van mij hadden alle gewetens-bezwaarden een legernummer dat begon met ‘95’. Dat gaf aan dat zij behoorden tot het NCC, het Non Combatant Corps. Het legernummer van soldaat

18 september 1944, Wol/heze. Corporal Mills uan het RAMC knielt bij het veldgraf van Trooper Edmond. Duidelijk is te zien dat Mills aan zijn koppelriem een tas met pistool of revolver draagt.
(FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUM, LONDEN)

Het was echter 7687687, een ‘normaal’ RAMC-num- mer. Dat zou betekenen dat de theorie van mijn vriend niet klopt.
Nogmaals, wanneer er iemand is die hierover meer weet, dan zou ik dat graag horen. Mijn adres: Niall Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR41BD, United Kingdom, e-mail: niall.cherry@baesystems.com (Niall Cherry)

Ede in Wapenrok
Onder de titel ‘Ede in Wapenrok’ verscheen op 27 mei jl. een boek over twee eeuwen militaire geschiedenis in de gemeente Ede. Het werd geschreven door ons lid Evert van de Weerd uit Ede, in samenwerking met de Barneveldse archivaris Gerjan Crebolder. Beide heren hebben reeds verschillende boeken over militaire historie op hun naam staan.
Het onderwerp van deze nieuwe studie is het garnizoen Ede, maar ook de ruime omgeving. Dit gebied is vanouds een belangrijk militair centrum geweest, en ook in de TWeede Wereldoorlog is er veel gebeurd. De geïnteresseerden in de jaren 1940-1945 vinden in het deel over Bezetting en Bevrijding een schat aan informatie, uiteenlopend van de opbouw van de Duitse vliegbasis Deelen en het vliegveld De Harskamp, tot een gedetailleerde beschrijving van de bevrijdingsoperaties in dit deel van de Veluwe in april 1945.
Hoofdstuk 6 is gewijd aan de Slag om Arnhem, voor zover deze zich voltrok op het grondgebied van de gemeente Ede. De auteurs geven een systematische en gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen zoals die zich op de grond en in de lucht afspeelden. Daarbij komen verschillende aspecten naar voren die eerder niet of nauwelijks aandacht kregen. Uit de veelheid van onderwerpen zullen we er enkele noemen. Zo wordt ingegaan op het feit dat Ede op zondagochtend 17 september 1944 niet twee, maar drie keer is gebombardeerd, en worden de organisatie en de acties van de Duitse ’Westgruppe’ op de Ginkel geanalyseerd. Van alle zes Dakota’s, met mannen van de 4e Parachutisten Brigade, die op 18 september 1944 crashten, is het verhaal beschreven. Dat geldt ook voor de lotgevallen van de ca. 130 man die op dezelfde dag ver van de Ginkel werden gedropt. Verder komen o.a. aan bod de rol van het Edese Verzet, en de Operaties Pegasus I en II. Het boek is prachtig uitgevoerd, telt niet minder dan 492 blad-zijden, en ca. 450 foto’s, kaarten en diagrammen. Dat de prijs slechts 19.50 euro bedraagt, is mede mogelijk gemaakt door een aantal sponsors. ’Ede in Wapenrok’, ISBN 90-701506-3-8, werd uitgegeven door de Koninklijke BDU Uitgeverij in Barneveld, en is verkrijgbaar in het Airborne Museum Hartenstein

September 1944, een Britse patrouille ergens in Oosterbeek. Waar precies werd deze foto genomen?
(FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUM, LONDEN)

Schuttersputten hersteld
Op zaterdag 1 mei jl. heeft een groep vrijwilligers op het terrein van het Sportcentrum Papendal, even ten noorden van de spoorlijn Utrecht-Arnhem, een aantal schuttersputten uitgegraven waarin Brigadier Hackett op 19 september 1944 om ca. 11.00 uur zijn hoofdkwartier van de 4e Parachutisten Brigade vestigde. Nadat die dag de Britse opmars over het terrein van de Johannahoeve ter hoogte van de Dreyenseweg was vastgelopen, en de gliders met de artillerie van de Poolse Para Brigade waren gearriveerd, werd besloten de daar opererende eenheden naar het westen terug te trekken, en via de spoorwegovergang in Wolfheze en de tunnel in de spoordijk oostelijk daarvan, naar het gebied van de Bilderberg ten zuiden van de spoorlijn te verplaatsen. Het hoofdkwartier van de 4e Brigade verliet de betreffende schuttersputten in de late namiddag van 19 september 1944.
Het uitgraven van de putten tot hun oorspronkelijke diepte werd georganiseerd door Philip Reinders, die daarover overleg had gehad met Willem Wichhart en Frieda Geest van het Sportcentrum Papendal. De gaten zijn vervolgens omheind, zodat mensen of dieren er niet per ongeluk in kunnen vallen.

Locatie foto gezocht
Het is waarschijnlijk een van de meest gepubliceerde foto’s van de Slag om Arnhem. Een patrouille van vier Britse soldaten loopt door een ruïne van een gebouw ergens in Oosterbeek. Sergeant Mike Lewis, een van de drie cameramannen van de Army Film and Photographic Unit (AFPU) legde deze scène vast tussen 23 en 25 september 1944. Uit de ‘Dope Sheet’ waarop Lewis zijn opnamen noteerde, blijkt dat het gaat om foto 8 van film 4. Alle zeven andere afbeeldingen op deze rol werden door hem genomen bij Hotel Hartenstein, en het ligt voor de hand dat ook foto 8 in die omgeving is gemaakt. De vraag is echter waar precies?
De opname is vrijwel zeker geen echte actiefoto. De scène is geposeerd, want de patrouille loopt op de fotograaf toe. Op de grond ligt een grote hoeveelheid betonijzer en een stapel metalen pijpen. De ruimte waarin de mannen zich bevinden, heeft waarschijnlijk geen dak (meer), want het lijkt erop alsof alles zich in daglicht afspeelt.
Ons is niet bekend dat iemand in de afgelopen 59 jaar een goed antwoord heeft kunnen geven op de vraag waar deze situatie fotografisch werd vastgelegd. Daarom doen wij een beroep op onze leden om dit raadsel op te lossen. Vooral Oosterbekers die in september 1944 in het dorp woonden, herinneren zich misschien waar in de buurt van Hartenstein dit soort bouwmaterialen lag opgeslagen. De redactie wacht met spanning uw reacties af!

‘De Plek, Oosterbeek, september 1944’ Het onlangs uitgekomen boekje ‘De Plek, Oosterbeek, september 1944’ is de eerste in een serie waarin schrijvers markante plaatsen onder de loep nemen. In dit eerste deel vertelt de journalist Frans van Deijl over een plek die een rol speelde bij de Slag om Arnhem. Bij het lezen vragen we ons af wat de auteur met het maken van dit boekje voor ogen heeft gestaan. Wilde hij een fictieve plek beschrijven? Dan kon hij ook ten aanzien van de geschiedkundige bijzonderheden zijn fantasie laten gaan. Hij schrijft echter over een bestaande plek, maar neemt het met de historie niet zo nauw. Hoewel het geruime tijd duurt voor zelfs de insider door heeft welke plaats hij bedoelt (ook het bijgevoegde kaartje geeft geen uitsluitsel), blijkt het de laagte in het terrein ten noordwesten van Harten- stein te zijn, die de Britten ‘the Hollow’ noemen. Na de terugtrekking vanaf de Johannahoeve verzamelde Brigadier Hackett er een klein deel van zijn 4e Parachutisten Brigade, en daar vandaan brak hij later door naar het hoofdkwartier bij Hartenstein.
We zullen maar niet alle historische onjuistheden in het boek aangeven, maar slechts twee pagina’s noemen. Pagina 5: Er streden geen Amerikaanse en Canadese troepen in Oosterbeek en omgeving; de le Britse Luchtlandingsdivisie bestond niet uit twintigduizend man; er waren geen tweeduizend vliegtuigen met zweeftoestellen op weg naar Arnhem; de divisie had geen 330 kanonnen; na de landingen volgde niet de operatie Market Garden, ze was er deel van; twee parachutistenbataljons, de le en 3e> werden niet uiteengeslagen op weg naar de brug. Pagina 6: Na het bereiken van de Rijnbrug vormden de overige parachutisten geen bruggenhoofd in Oosterbeek om Frost en zijn eenheid later af te lossen; het verhaal en de locatie van de Duitse eenheden bij Arnhem is onjuist; Frost zwom niet met tweeduizend man over de Rijn. Zo zijn er nog 62 andere pagina’s, maar gelukkig is het boekje niet te dik. Niet kopen dus, tenzij u een avond wilt puzzelen.
‘De Plek’, door Frans van Deijl, werd in 2003 uitgegeven door Kempen Uitgevers, Zaltbommel. ISBN 90 6657 092 x, 64 pagina’s. Het boekje wordt niet in het Airborne Museum verkocht, maar is wel verkrijgbaar bij de boekhandel.
(W. Boersma)

‘Oorlog in Oosterbeek’
Eind vorig jaar verscheen voor de jeugd een alleraardigst boekje over de Slag om Arnhem. Uit de tekst blijkt dat de schrijver, Jan van Reenen, zich ter plaatse goed heeft georiënteerd. Verschillende scènes die hij in zijn verhaal verwerkt heeft, zijn voor insiders herkenbaar. Zoals de moeder die een foto van haar zoontje maakt terwijl hij op de loop van een kanon zit, of kinderen die chocolade krijgen. Het verhaal, hoewel natuurlijk fantasie, doet echt aan.
Een Oosterbeekse jongen, Frans, beleeft in september 1944 de luchtlandingen en de daaropvolgende gevechten. In eerste instantie is het één groot avontuur, totdat een gewonde Britse soldaat bij zijn ouders in de kelder onderdak vindt. Dan is de oorlog angstig dichtbij. Zeker als later ook nog een Duitse gewonde wordt binnengebracht. Uiteindelijk wordt de Engelsman gered, en ziet Frans hem jaren later bij een herdenking terug.
Het verhaal heeft misschien weinig diepgang, maar is eenvoudig geschreven, en zeker geschikt voor kinderen van groep 8. Een van de weinige moderne kinderboeken over de Slag om Arnhem dat zijn weg naar de jeugdige lezertjes wel zal vinden.
‘Oorlog in Oosterbeek’, door Jan van Reenen, verscheen in 2003 bij uitgeverij Den Hertog BV, Houten. ISBN 90 331 1736 3, 94 pagina’s, geïllustreerd.
(W. Boersma)

Oproep
Van ons lid Hans Molier uit Roosendaal ontvingen wij het verzoek tot plaatsing van de volgende oproep: ‘Op 16 mei jl. heeft de STIWOT (Stichting Informatie Wereldoorlog Twee), een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor informatieverstrekking over de Tweede Wereldoorlog, door het opzetten en onderhouden van (hoofdzakelijk Nederlandstalige) websites op het internet, een nieuwe site gelanceerd, namelijk www.ww2awards.com. Deze site, die in de Nederlandse èn in de Engelse taal verschijnt, is gevuld met een grote hoeveelheid informatie over tijdens de Tweede Wereldoorlog uitgereikte onderscheidingen en de ontvangers daarvan. Al meer dan een jaar is een team bezig met de ontwikkeling van deze internet-site. Er is al erg veel materiaal over het betreffende onderwerp bijeengebracht, maar er wordt nog steeds naar aanvullende gegevens gezocht. Daarvoor doen wij een beroep op u. Mocht u in het bezit zijn van foto’s of informatie over onderscheidingen, en wilt u die voor de site beschikbaar stellen, neemt u dan contact met ons op. Misschien heeft u zelf, of een familielid, tijdens de Tweede Wereldoorlog een onderscheiding ontvangen. Wij horen dan graag uw verhaal, en foto’s en aanvullende informatie zijn daarbij ook van harte welkom. U kunt deze gegevens via de website aan ons mailen. Mocht u niet over een internetverbinding beschikken, dan kunt u contact opnemen met Hans Molier, Susannadonk 123, 4707 WT Roosendaal, telefoon 0165-554531.’

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: vvamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Vraag of reactie?
Laat hier uw reactie achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.