VVAM Nieuwsbrief 85 – Februari- 2002

Vrienden van het AIRBORNE Museum
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 85, februari 2002
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Jaarvergadering
Het bestuur nodigt u uit tot het bijwonen van de 22ste Algemene Ledenvergadering, tevens Jaarvergadering van de Vereniging Vrienden van hel Airborne Museum op zaterdag 6 april 2002. De bijeenkomst zal worden gehouden in Zalencentrum Lebret, Lebretweg 51 Oosterbeek (tel. 026-3333168), aanvang 10.30 uur.
De agenda ziet er als volgt uit:
1. Opening.
2. Overdracht voorzitterschap
3. Notulen Algemene Ledenvergadering van 7 april 2001
4. Algemeen verslag 2001
5. Financieel verslag 2001
6. Begroting 2002
7. Verslag Kascommissie
8. Benoeming reservelid Kascommissie
9. Rondvraag
10. Sluiting.

Het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag krijgt u bij binnenkomst, en het Verslag van de Kascommissie ligt een half uur voor de aanvang van de vergadering ter inzage bij de ingang van de zaal. U kunt het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag ook aanvragen bij de Penningmeester door een aan uzelf gerichte envelop met postzegel van 78 Euro-cent in een andere envelop te doen en die op te sturen naar de heer F. Miedema, Woudstralaan 24, 6862 XE Oosterbeek.
Tijdens deze jaarvergadering zal Chris van Roekel als bestuurslid en voorzitter aftreden. Zijn functie zal worden overgenomen door Ben Kolster. Er is besloten dit jaar geen nieuw lid toe te laten treden tot het bestuur.
Na afloop van de Jaarvergadering is er een gezamen-lijke lunch en een bezoek aan het Museum Vliegbasis Deelen. De kosten hiervoor bedragen € 10,-. Dit bedrag dient voor 1 april te zijn overgemaakt op girorekening 4403641 t.n.v. Penningmeester WAM te Oosterbeek, onder vermelding van ‘6 april’. Degenen die zich hiervoor hebben opgegeven, ontvangen bij binnenkomst in de zaal een voucher voor de lunch. U wordt vriendelijk verzocht zelf uw vervoer naar het Museum Vliegbasis Deelen te regelen. Leden die geen
vervoer hebben, kunnen dit opgeven bij E. Wijnhoud, tel. 026 3513100.

Evenementen-agenda 2002
In het jaar 2002 worden de volgende evenementen georganiseerd:
Vrijdag 22 maart: Bijeenkomst van leden van de WAM in het Airborne Museum, met als doel o.a. het uitwisselen van (historische) gegevens en nieuwtjes. Kortom, het sociale contact staat voorop, en daarmee kan om 19 30 uur worden begonnen.
Zaterdag 6 april: Jaarvergadering en middag-excursie.
Zaterdag 13 en zondag 14 april: Museumweekend en Perimeter-wandeling.
Zaterdag 20 april: Excursie Market Garden 2, in samenwerking met de Documentatiegroep ’40 – ’45. Zaterdag 25 mei: Boekenbeurs.
29 mei t/m 2 juni: Excursie Normandië, georganiseerd door het Airborne Museum.
Zaterdag 15 juni: Wandeling langs deel van de Perimeter, georganiseerd door de WAM.
25 augustus: Airborne Fietstour.
Zaterdag 7 september: 54e Airborne Wandeltocht. Zondag 8 september: Lezing Niall Cherry (nadere informatie volgt).
Vrijdag 20, zaterdag 21 en zondag 22 september: Herdenking van de Slag om Arnhem.
Zaterdag 12 oktober: Bus-excursie door het deel van de Betuwe dat tijdens de Slag om Arnhem een belangrijke rol heeft gespeeld, georganiseerd door de WAM.
Zaterdag 26 oktober: Pegasus Wandeltocht, Lunteren- Renkum.
Zaterdag 2 november: Lezing Marcel Zwarts over de Duitse voertuigen bij de Slag om Arnhem.

Expositie
Op 19 april zal in hel Airborne Museum de expositie ‘Market Garden in miniatuur’ worden geopend. Ons lid Guy DeLillio uit de Verenigde Staten heeft in de loop der jaren een groot aantal diorama’s gemaakt, op
De Nieuwsbrief verschijnt vier keer per jaar schaal 1 : 76, die betrekkingen hebben op operatie Market Garden. Tijdens een voorbereidend bezoek van DeLillio aan Oosterbeek in juni 2001 zijn er hiervan veertien geselecteerd, die in de maand januari naar het museum zijn opgestuurd.
Theo Diepenbroek, vrijwilliger in het museum, zal deze diorama’s, die in onderdelen verzonden zijn, weer samenvoegen en zonodig aanvullen. Cuy heeft hiervoor een hoeveelheid losse onderdelen meegestuurd zoals bomen, soldaatjes, etc. In de expositieruimte van het museum zullen deze diorama’s op een originele manier opgesteld worden. Daarbij zullen voorwerpen tentoongesteld worden die betrekking hebben op de locaties die door de diorama’s worden uitgebeeld.
Foto’s van DeLillio’s werk zijn eerder gepubliceerd in het november nummer van het Engelse tijdschrift Military Modeling. Een aantal jaren geleden waren foto’s van zijn modellen in het Imperia! War Museum in Londen te zien. De expositie is mede mogelijk door sponsoring van de MBNA bank in Amerika, die een deel van de hoge transportkosten voor haar rekening heeft genomen. Guy DeLillio hoopt gelijktijdig een fotoboek van zijn modellen uit te geven, hoewel de exacte datum van verschijnen nog niet vaststaat. De expositie is te zien van 19 april tol en met 3 november 2002.

Hel ‘Mae West’ reddingsvest dat tijdens de bevoorradings- vluchten boven Oosterbeek werd gedragen door Flight Engineer T. Haig.
(foto: Roland Boekhorst)

Het verhaal van een ‘Mae West’ reddingsvest
In september 1997 ontving het Airborne Museum een ‘Mae West’ reddingsvest van Mr. T. Haig, die hij tijdens de Slag om Arnhem als Flight Engineer van 620 Squadron RAF had gedragen. Op 17 september 1944 vertrok een aantal vliegtuigen van dat squadron vanaf de basis Fairford naar Arnhem. Een daarvan was toestel EF 303 met de vol-gende bemanning: pilot H.M. McLeod, navigator R. Newton, air bomber H. Bate, flight engineer T. Haig, radio operator C.C. King, air gunner J.R. Thomas en twee leden van het Royal Army Service Corps.
Twee dagen later vloog dezelfde bemanning met een ander toestel, de LJ 830, naar Arnhem om daar voor-raden te droppen. Samen met 35 andere vliegtuigen vertrokken zij om 13.30 uur, en kwamen om 18.10 uur terug op hun basis. De volgende missie vond plaats op 21 september. De LJ 830 vertrok om 18.10 uur voor een bevoorradings- vlucht naar de regio Arnhem, maar keerde daarvan niet terug.
Ter hoogte van Oosterbeek werd het vliegtuig aange-vallen door Duitse Focke Wulf jachtvliegtuigen, en werd het geraakt door luchtafweer. De achterste geschutskoepel werd getroffen, en boordschutter J.R. Thomas werd eruit geslingerd. Zijn lichaam kwam neer in een gebied westelijk van de Van Borsselenweg en noordelijk van de Van der Molenallee. Daar heeft hij ook zijn veldgraf gekregen. Later is hij herbegraven op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek (Plot 21.C.15). De Stirling kwam neer in de buurt van Renkum. Daarbij kwamen de twee militairen van het Royal Army Service Corps om. Waarschijnlijk waren dit S.L. Churchyard en J.F. Johnston.
De rest van de bemanning kwam er wel levend uit. McLeod and Bate werden gevangengenomen. Newton, King en Haig wisten zich schuil te houden in de bossen tussen Renkum en Wageningen. Ze zijn daar de volgende dag gevonden door een verzetsman, die hen geholpen heeft om met Operatie Pegasus I over de rivier te ontsnappen. (Roland Boekhorst, behoudsmedewerker)

Foto Stirling geïdentificeerd
Dat zelfs 57 jaar na de Slag om Arnhem nog foto’s die daarop betrekking hebben, kunnen worden geïdentificeerd, blijkt uit het volgende.
Een van onze (bestuurs-)leden, Cees van den Bosch, houdt zich (en anderen) al jaren bezig met een historisch onderzoek naar een gecrashte Stirling bommenwerper in het bosgebied Planken Wambuis bij Ede (zie Ministory No. 57). Ook is hij geïnteresseerd in het functioneren van de z.g. Air Despatchers van het Royal Army Service Corps, die tijdens de Slag verantwoordelijk waren voor het afwerpen van voorraden vanuit de lucht.
Naarstig was Cees al die tijd op zoek naar een grond- foto van het neergestorte toestel. Een luchtfoto was hem bekend (zie de genoemde Ministory), maar daarop zijn uiteraard geen details zichtbaar/
Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling “‘Green On’, Air Despatchers, de vergeten helden van Arnhem” zag hij twee jaar geleden in het Airborne Museum een foto van het wrak van een Stirling. De begeleidende tekst verwees naar de LJ 883, het toestel dat onderwerp was van Cees’ onderzoek. Echter, het getoonde vliegtuig lag ‘gewoon’ op de buik op de grond, terwijl de gezochte bommenwerper bij de buik-/crashlanding over de kop was geslagen. Althans, dat was de lezing van een van de twee overlevende bemanningsleden van destijds, Flight Sergeant George Wood, staartschutter.
Cees vestigde de aandacht op het verkeerde onderschrift, en het werd gewijzigd. De veranderde tekst riep ook weer vraagtekens op bij de onderzoeker, met name waar het de namen van omgekomen Air Despatchers betrof.
In de eerste plaats was er de vraag: welke Stirling is dan wèl te zien op de foto in het Airborne Museum? De oorspronkelijke locatie-aanduiding verwees nadrukkelijk naar Planken Wambuis, en in de omgeving daarvan kwam maar één toestel in aanmerking: de LJ 883.
Geert Maassen, archivaris van de gemeente Renkum, bleek in het bezit te zijn van een serie foto’s, gemaakt op 18 april 1945 door een Britse legerfotograaf, die een route volgde vanuit Arnhem richting Ede. Een daarvan toont een Stirling-wrak, gefotografeerd vanuit een iets andere positie, maar zeer duidelijk hetzelfde vliegtuig als in het museum te zien is. Ook is, net als overigens op de andere foto, heel goed een veldgraf zichtbaar, van wellicht een van de bemanningsleden. De volgende foto van deze serie is van een tijdelijke militaire begraafplaats op een terrein noordelijk van de rijksweg richting Ede, ten westen van het restaurant Planken Wambuis. Het is bekend dat hier o.a. de omgekomen bemanningsleden (op één na) van het bovengenoemde vliegtuig een eerste rustplaats hadden gekregen. De foto die vooraf gaat aan die van de Stirling, is gemaakt een eindje ten oosten van de eerder genoemde Edese horecagelegenheid.
Omdat in de serie dus een duidelijke lijn zit, konden we aannemen dat het vliegtuigwrak in (de omgeving van) het bosgebied Planken Wambuis is gefotografeerd. Een nauwkeurige bestudering van de eerder genoemde luchtfoto èn de daarop volgende uit de reeks, onder andere met behulp van een stereoscoop, leerde dat een grote slagschaduw van de staart zichtbaar was. Dat zou dus niet kunnen als het toestel ondersteboven lag! Mede ook gezien de lichtinval kwamen Cees en de redactieleden Geert Maassen en Robert Voskuil tot de slotsom dat het wrak op de twee grond- foto’s (toch) de LJ 883 moet zijn. En dat het dus niet anders kan dan dat George Wood zicht vergiste, hetgeen niet verwonderlijk is gezien de chaotische en gevaarlijke situatie waarin hij kort na de crash verkeerde. Dat verklaart dan meteen ook dat ene veldgraf, want zoals hierboven vermeld werd de bemanning op één na op het tijdelijke kerkhof ter aarde besteld.
Het slot van dit verhaal is dus dat het vliegtuig op de twee oorlogsfoto’s (één in het Airborne Museum en één in het Gemeentearchief Renkum) de Stirling met het serienummer LJ 883 (oproepcode V8K) is. Het toestel, van het 570e Squadron van de Royal Air Force, was destijds gestationeerd op de vliegbasis Harwell in Berkshire, en was met piloot Flying Officer William Kirkham een van de 13 van dezelfde eenheid die voorbestemd waren om op zaterdagmiddag 23 sep-tember 1944 een bevoorradingsmissie naar Arnhem te vliegen. De afloop is bekend: de bommenwerper werd aangeschoten door Flak, en stortte neer. Zes bemanningsleden kwamen daarbij om, en werden uit-eindelijk begraven op het Airborne Kerkhof te Oosterbeek. (Zie Ministory no. 57)

Het wrak van de Stirling LI 883 in hel gebied Planken Wambuis, waarschijnlijk gefotografeerd in oktober 1944. Rechts vooraan het veldgraf van Flying Officer (Air Bomber) Ernesl C. Brown.
(foto: collectie Airborne Museum)

‘Arnhem in de Jaren Dertig’
Het Gemeentearchief Arnhem heeft onlangs een cd- rom uitgebracht met 71 foto’s uit de jaren dertig van de 20l‘ eeuw. Deze afbeeldingen maken deel uit van een collectie van 136 glasnegatieven met Arnhemse straatbeelden, die werden gemaakt tussen 1930 en 1940, en die recent door het archief werden verworven. De oorspronkelijke opdrachtgever was Uitgeverij Spaarnestad BV, uitgeefster van geïllustreerde tijd-schriften.
De foto’s tonen de Gelderse hoofdstad zoals die er uit-zag vlak voor de Tweede Wereldoorlog, een periode waarin de Slag om Arnhem en de daarop volgende oorlogshandelingen het stadsbeeld ingrijpend zouden aantasten. De fraaie, haarscherpe foto’s zijn gerang-schikt per onderwerp. Vooral de afbeeldingen van het Rijnhotel, Onderlangs, de Oude haven en de Rijnbrug geven een goed beeld van de bebouwing zoals de Britse Airborne troepen die aan troffen toen zij op 17 september 1944 de stad binnentrokken.
De cd-rom is verkrijgbaar bij het Gemeentearchief Arnhem, Westervoortsedijk 2, 6827 AS Arnhem (tele-foon 026 3773650) en in het Airborne Museum. Prijs: € 10.

Oproep
Hoe was de berichtgeving in 1944 over de strijd bij Arnhem en wie waren de verslaggevers? Met dit onderwerp houd ik mij momenteel bezig. Van Britse zijde werd de berichtgeving verzorgd door een ‘Public Relations Team’, bestaande uit fotografen, filmers en verslaggevers van de BBC en de schrijvende pers. Van Duitse zijde waren fotografen, filmers en journalisten ingedeeld bij de zogenaamde ‘Propaganda Kompanien’. In het bijzonder over deze laatstgenoemde eenheden is heel weinig bekend. Alles hierover kan waardevol zijn voor mijn onderzoek. Hebt u informatie over dit onderwerp en wilt u mij hiermee helpen, dan kunt u contact opnemen met: Bob Gerritsen, Kennedystraat 4A, 6921 CW Duiven, telefoon 0316-263743, e-mail: Bob.Gerritsen@icu.nl.

‘Arnhem’ door A.D. Harvey
Sinds oktober 2001 verschijnt bij de Britse uitgeverij Cassell & Co in Londen de serie ‘Cassell’s Fields of Battle’ onder redactie van Richard Holmes. Holmes, die reeds verschillende boeken op zijn naam heeft staan, is in Nederland vooral bekend geworden door de BBC TV-serie “War Walks”, waarvan een van de laatste ‘Arnhem’ als onderwerp had.
In een poging om nog iets origineels te vinden, heeft de auteur van het deel ‘Arnhem’, A.D. Harvey, er voor gekozen de Slag om Arnhem te beschrijver vanuit het gezichtspunt van de commandanten. Zoals was te verwachten, levert dit geen nieuwe gezichtspunten op. Hij stelt dat de slag voornamelijk werd verloren door de slechte leiding bij de Britten, en door een combinatie van factoren, waarbij het gebrek aan voldoende geallieerde strijdkrachten gedurende de eerste dagen de belangrijkste was. De snelle Duitse reactie op de landingen maakte het voor de Britten onmogelijk om de eenheid van Frost bij de Rijnbrug te versterken.Voor de meeste Nederlanders zijn dit geen nieuwe gezichtspunten, maar misschien voor sommige Britten wel.
De eerste twee hoofdstukken, waarin Harvey het concept en de planning bespreekt, zijn het beste deel van het boek. In de overige hoofdstukken, over het verloop van de slag, komen we nogal wat foutjes tegen. Af en toe zelfs merkwaardige uitspraken. Enkele voorbeelden: op pagina 50 wordt gezegd dat er volgens generaal Urquhart te weinig plattegronden van Arnhem waren. Volgens Harvey waren er alleen maar plattegronden die door de burgers aan de Britten werden gegeven. Dit is onjuist, want zowel het archief van het Airborne Museum als verschillende verzamelaars bezitten plattegronden van Arnhem die de Britse troepen bij zich hadden, en die door de militaire autoriteiten in 1944 in Engeland waren uitgegeven. Op pagina 51 geeft de auteur aan dat de Amerikaanse Air Support Teams onvoldoende geoefend waren. Zijn bron voor deze veronderstelling is vermoedelijk het boek ‘Een brug te ver’. Het museumarchief beschikt echter over een brief van een van de leden van dit team, die aangeeft dat zij wel degelijk goed opgeleid waren op het type radiotoestel dat in Arnhem werd gebruikt.
De Duitsers zouden drie burgers bij Ede doodgeschoten hebben naar aanleiding van door de Geallieerden uitgeworpen pamfletten. Er zijn op 16 september 1944 weliswaar drie burgers in Ede in de bosjes tegenover de Simon Stevinkazerne gefusilleerd, maar niet naar aanleiding van uitgeworpen pamfletten. Volgens Flarvey moest de verkenningseenheid van de Britten langs de Amsterdamseweg optrekken naar Arnhem (pagina 57). Dit is onjuist, ze namen de weg ten noorden langs de spoorlijn Ede-Arnhem. Op de kaart op pagina 60/61 staat landingszone ‘Z’ voor de T’ Airlanding Brigade, en landden de Polen op 18 sep-tember op landingszone ‘L’. Dit is onjuist Veldmaarschalk Model had niet zijn hoofdkwartier in Hotel Hartenstein, zoals op pagina 64 vermeld staat, maar in Hotel De Tafelberg. Óm de sterkte van de eenheid van Krafft op “ruim 300” man te stellen (pagina 68), is wel erg overdreven. Het le Parachutistenbataljon onder Dobie volgde niet de route van de ver-kenningseenheid (pagina 68) maar de Amsterdamse-weg. Het kaartje op pagina 74 laat daarentegen zien dat het lc Parachutistenbataljon langs de spoorlijn oprukt. Op pagina 75 komen we weer het onjuiste verhaal tegen van de betonnen bunker op de Arnhemse Rijnbrug, die nu zelfs door 6-ponder anti- tankgranaten vernield wordt! Dit is slechts een kleine keuze uit een groot aantal missers. Jammer, want het boek leest vlot. Met een beetje meer moeite was het een betere publikatie over Arnhem geworden. Als u het koopt, lees het dan wel met de nodige reserve. Overigens probeert het museum het boek toch in de verkoop te krijgen.
A.D. Harvey, ‘Arnhem’, Cassell & Co, Wellington House, 125 Strand, Londen 2001,
ISBN 0-304-35699-9, 217 pagina’s, geïllustreerd, prijs £ 14,99. De prijs in euro’s is nog niet bekend.
(Wybo Boersma)

Download

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Vraag of reactie?
Laat hier uw reactie achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.