Op woensdag 8 mei vertrok de touringcar van Dalstra Rezen met 31 deelnemers aan de battlefield tour Normandië, georganiseerd door de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, vanuit Oosterbeek naar Normandië. Na een reis van 700 kilometer waarbij de spectaculaire Pont de Normandië gepasseerd werd kwam de groep rond 19 uur in hotel Campanile in Bayeux aan.

De volgende dag werd besteed aan een bezoek aan het Amerikaanse deel van het invasie gebied. Vlak bij de enorme Amerikaanse begraafplaats bij St Laurent sur Mer is het memorial van de 1e US Infanterie divisie, The Big Red One. Hier was ook Wiederstandnest 62. Bekend is hier de Duitse mitrailleurschutter Heinz Severloh die na de oorlog diverse interviews gegeven heeft. Via een nieuw weg kom je bij de begraafplaats St Laurent sur Mer. Hier liggen 9286 Amerikaanse militairen begraven.
Tegenover de ingang van de begraafplaats is vrij recent een nieuw museum geopend, het Overlord museum waar de indrukwekkende collectie bekeken werd. De lunch te velde werd bij Wiederstadnest 65 genuttigd. Na de lunch reden we langs het Omaha beach tot aan Vierville sur Mer. Op dit deel van Omaha beach landen het 1e battalion, 116 Regiment van de 29e (National Guard) Infanterie divisie. De militairen waren veelal afkomstig uit de staat Virginia uit de omgeving van Bedford. Later is hier een van de twee havens aangelegd die echter door een storm onbruikbaar werd. De volgende stop was Pointe du Hoc. De Rangers onder bevel van luitenant-kolonel Rudder moesten de kanonnen uitschakelen die de invasie standen beheersten. Uiteindelijk bleken deze daar niet te staan. Het landschap is nog steeds pokdalig van de vele bombardementen.
Via de plaats Carentan was het volgende invasiestrand dat bezocht werd Utah beach waar een korte stop gehouden werd. In de plaats Saint Mere Eglise met de beroemde kerk was gelegenheid het Airborne Museum, de kerk en de vele souvenirwinkels de bezoek om vervolgens naar La Fiere te vertrekken. Bij de brug over de Merderet staat nu het monument Iron Mike voor de parachutisten van de 82e en 101e Airborne divisie. Als laatste stand stond de Duitse begraafplaats La Cambe op het programma. Een van de drie Duitse begraafplaatsen in Normandië. Hier liggen 21.160. Duitse militairen begraven.
Tijdens de derde dag in Normandië werd eerst de Duitse Batterij bij Longue sur Mer bezocht. Deze batterij bestaande uit vier bunkers, een waarnemingsbunker en diverse verdedigingswerken is de enigste batterij waarin nog de oorspronkelijke kanonnen staan. Het nabij gelegen museum in Arromanches geeft een duidelijke uitleg van de kunstmatige haven bij die plaats. Het is het oudste museum bij de invasiekust. Vervolgens gingen we het binnenland in. Van de vijf pogingen die Montgomery 0ndernam om de plaats Caen te veroveren hadden we er een uitgekozen, de aanval over de rivier de Odon. De Schotse eenheden die hier grote verliezen leden kwamen later in het jaar delen van Zuid Nederland bevrijden. Na het bezoek aan de Oden was de volgende stop bij de Zak van Falaise. Hier werden 15 Duitse divisies. Omsingeld. Over de bruggen bij St Lambert sur Dives en Moissy ten zuiden van de stad Falaise probeerden ze te ontsnappen. De weggetjes en bruggen zijn hier nagenoeg nog onveranderd. Voor zijn inzet aan de gevechten ontving de Canadese majoor David Currie het Victoria Kruis, de hoogste Britse onderscheiding. Een aantal kilometers verderop op de heuvel Mont Ormel probeerden de Polen de uitbraak te verhinderen. Vanaf deze heuvel hadden we een prachtig overzicht over de vlakte van de Zak van Falaise. Het laatste bezoek van deze battlefield tour was aan de Duitse Tiger tank die bij Vimoutiers staat opgesteld.
Met de terugreis op zondag kwam weer een einde aan deze indrukwekkende reis.
De Normandië battlefield tour van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum voor 2019 is van zondag 12 t/m donderdag 16 mei 2019.

Tekst: W. Boersma