Ministory 032 – LUITENANT-KOLONEL M.E.M. HERFORD MBE MC, EEN NIET ‘AIRBORNE’ DOKTER IN DE WILLEM III KAZERNE TE APELDOORN, 25 SEPTEMBER – 16 OCTOBER 1944

MINISTORY XXXII
Bijlage bij Nieuwsbrief No.44
LUITENANT-KOLONEL M.E.M. HERFORD MBE MC, EEN NIET ‘AIRBORNE’ DOKTER IN DE WILLEM III KAZERNE TE APELDOORN, 25 SEPTEMBER – 16 OCTOBER 1944,
door: H.van den Breemen

Wie is Martin Herford, van wie één van de as he was in Apeldoorn he PUT THE GERMANS bij het tot stand komen van de Willem III Hier volgt zijn verhaal.
Airborne dokters later zei: ‘As soon AT WORK’. En wat is zijn rol geweest kazerne in Apeldoorn als hospitaal?
Afgestudeerd als dokter in 1937, ging hij in in januari 1938 naar Spanje, waar de burgeroorlog woedde, om de ‘Society of Friends’ (Quakers) te helpen bij het verzorgen van ontheemde kinderen. Het was in de tijd dat Franco de Duitse en Italiaanse luchtmacht de gelegenheid gaf ongehinderd bombardementsvluchten uit te voeren. De vernietiging was vreselijk.
Begin 1940 ging hij naar Finland. Hij reisde mee als dokter van een afdeling vrijwilligers voor het Finse leger, dat streed in de Fins-Russische oorlog. De Russen dwongen echter een wapenstilstand af en de vrijwilligers zaten klem in Finland.

Dr Herford

Met een flinke portie geluk kreeg Herford in januari 1941 van de Russische ambassadeur in Stockholm een visum om door Rusland te reizen. Een reis die hem voerde via Leningrad naar Odessa, over de Zwarte Zee naar Constantinopel, via Ankara, Sirië, Libanon en Palestina en hem uiteindelijk naar Cairo in Egypte bracht. Hier begon zijn militaire loopbaan en werd hij aangesteld bij het 24th Casualty Clearing Station, Royal Army Medical Corps (RAMC), dat op het punt stond naar Griekenland te vertrekken. De Duitsers dwongen het Expeditie Leger echter tot een terugtocht en in april was hij weer in Cairo. Tijdens de terugtocht had hij een trein ‘georganiseerd’ voor het vervoer van gewonden. Hiervoor werd hij onderscheiden met het MBE.

Hij werd aangesteld als plaatsvervangend commandant van het 7th Motor Ambulance Corps, een eenheid van 70 ambulances die het vervoer van gewonden in de westelijke Woestijn verzorgde. Een half jaar later kreeg hij het bevel over het 16th Motor Ambulance Corps. Tijdens de terugtocht op El Alamein werd zijn auto opgeblazen door een mijn en was hij een tijdje uit de roulatie.
In april 1943 werd hij benoemd tot plaatsvervangend commandant van No.200 Field Ambulance. Deze eenheid was toegevoegd aan No.231 ‘Malta’ Brigade, die onder commando stond van (toen nog) Brigadier Roy Urquhart. Samen met deze brigade maakte hij de invasie van Sicilië mee en een onafhankelijke landing bij Porto Venere in Italië. Voor beide akties werd Dr.Herford onderscheiden met het Military Cross.
In November 1943 keerde de brigade terug naar Engeland om zich voor te bereiden op de invasie van Normandië. Dr.Herford werd bevorderd tot Luitenant-Kolonel en kreeg het commando over No.163 Field Ambulance. Een maand na de invasie in Normandië kwam hij aan en volgde met zijn eenheid de Guards Armoured Division naar Brussel.
EN DAN BEGINT OP 17 SEPTEMBER OPERATIE MARKET GARDEN.
Op 23 september ontmoette Dr.Herford bij de brug in Son Brigadier Bagger, commandant van de medische eenheden van het Airborne Corps. Brigadier Eagger was zeer verontrust over de situatie bij de Eerste Britse Airborne Divisie bij Oosterbeek. Er waren berichten binnen gekomen waarin melding werd gemaakt van 2000 gewonden en van een schreinend tekort aan medische voorraden. Er werd be-sloten dat Dr.Herford de beschikking zou krijgen over reserve medische voor¬raden en zou proberen deze over de Rijn te krijgen. Er was echter een ernstig tekort aan boten. Niettemin vertrokken 79 voertuigen vanuit Nijmegen naar Driel. Vlakbij de plek die Dr.Herford als kampement gekozen had, werd de kolonne van de weg gecommandeerd door Major General Thomas, commandant van de 43st ‘Wessex’ Division. ‘What the hell is a medical unit doing here? I want guns!’ Een nachtelijke poging om de Rijn over te steken ging niet door wegens gebrek aan boten.
In de ochtend van 24 september keerde Dr.Herford terug naar het hoofdkwartier van de 43st Division. Daar was General Horrocks in bespreking met Major General Thomas. Dr.Herford kreeg toestemming om een poging te wagen overdag, onder dekking van een Rode Kruisvlag, de Rijn over te steken.
Om ongeveer vier uur troffen Dr.Herford, Captain Louis (Medical Officer Airborne Corps) en vier gewondenverzorgers, H.W.Belmore, A.H.Hill, J.J.Keegean en A.Moore, voorbereidingen om over te steken. Een Rode Kruisvlag werd uitgespreid op de dijk bij Driel, voorraden werden aangedragen en in een boot geladen. Het groepje peddelde naar de overkant en ging aan land. Onder dekking van een Rode Kruisvlag ging Dr.Herford op onderzoek uit. Er waren drie mogelijkheden: 1) vijandelijk vuur zou een eind maken aan de actie, 2) ze zouden binnen de grenzen van de perimeter landen en mogelijk zouden maatregelen getroffen kunnen worden om meer voorraden over de rivier te brengen, 3) ze zouden in de Duitse linies terecht komen. Dr.Herford had besloten zich in dat geval als onderhandelaar voor te doen.
Het laatste gebeurde, want al snel werd hij door de Duitsers aangehouden. Dr.Herford zei dat hij een onderhandelaar was, waarop ze hem vroegen waarom hij dan geen witte vlag had. Herford antwoordde dat een Rode Kruisvlag hetzelfde was en dat hij een ‘Hohe Offizier’ wenste te zien. Hij werd geblindoekt, maar voor hij werd weggevoerd gaf hij de Rode Kruisvlag aan een Duitser en zei dat zijn groepje zich nog bij de oever van de Rijn bevond en teruggestuurd moest worden. (Later hoorde hij dat dit inderdaad gebeurd was).
Een Duitser bracht hem naar wat hij dacht een bataljons-hoofdkwartier. Zijn blindoek werd afgedaan en gedurende enige tijd werd hij ondervraagd. Er was onduidelijkheid of hij als gevangene of als onderhandelaar beschouwd moest worden. Herford maakte duidelijk wat hij wilde. Doortocht van voorraden facili-teiten voor het overbrengen van nog meer voorraden en evacuatie van de gewonden. (Dr.Herford was tot de middag van 25 september niet op de hoogte van de regeling die Dr.Warrack met Dr.Skalka had getroffen).
De volgende morgen vroeg werd Dr.Herford per auto naar Paleis Het Loo in Apel-doorn gebracht. Daar ontmoette hij Oberfeldarzt Sangerling, de hoogst aanwezige Duitse medische officier in de regio. Onder een kop koffie, die werd geschonken

in porceleinen kopjes uit de inventaris van het paleis, werd de situatie van de gewonden aan Britse en Duitse zijde besproken. Dr.Sangerling vertelde dat de Apeldoornse ziekenhuizen en hospitalen overvol waren met Duitse en Britse ge-wonden. Hij verwachte nog veel meer gewonden uit de omgeving van Arnhem en was bang dat hij ze per goederentrein zou moeten afvoeren naar Duitsland.
Dr.Herford verklaarde dat het Geallieerde leger spoedig de Rijn over zou zijn en dat Dr.Sangerling beter de Duitse gewonden kon evacueren. Tijdens dit gesprek kreeg Dr.Herford een positieve indruk van Dr.Sangerling, die door het verdere verloop der gebeurtenissen bevestigd zou worden.
Hij nam Dr.Herford mee naar de lege Willem III kazerne, die hij in wilde richten als een soort doorgangspost voor ongeveer 500 gewonden.
Daarna maakten ze een ronde langs de Apeldoornse hospitalen. In één daarvan, de St.Joseph Stichting ontmoette Dr.Herford Captain T.Redman van 133 Para Field Ambulance, die tijdens de landing gewond was geraakt en gevangen was genomen. Hij had prachtig werk gedaan voor de Britse gewonden en de Duitse chirurgen geholpen bij operaties op zowel Duitse als Britse gewonden. Dr.Redman vertelde dat een gedeelte van de medische troepen weliswaar krijgsgevangen genomen was, maar nog steeds aan het werk was, o.a.e-en chirurgisch team in het St.Elizabeth Gasthuis in Arnhem.
Zodra hij dit gehoord had kwam Dr.Herford op de gedachte die waarschijnlijk een aantal Britse gewonden het leven gered heeft. Hij stelde Dr.Sangerling voor de Willem III kazerne in te richten als AIRBORNE HOSPITAAL en de gewonden te laten verzorgen door operatie-teams en personeel van de Field Ambulances. Herford zou er dan voor zorgen dat het benodigde materiaal en voorraden over de Rijn konden komen. Het lag aan de andere kant van de rivier te wachten. Hij wees er daarbij nogmaals op dat de Geallieerden spoedig de Rijn over zouden komen en dan zeker onder de indruk zouden zijn van de zorg voor de gewonden.
Het idee sprak Sangerling wel aan. Hij voerde diverse telefoontjes. Het idee van een Airborne Hospitaal zou in overweging genomen worden, maar het voorstel ten aanzien van de voorraden werd afgewezen.
Toen ze samen met Dr.Redman terugkwamen in de Willem III kazerne, waren de * eerste gewonden daar reeds aangekomen. Er was ook een groepje gewondenverzorgers bij, maar veel konden die niet uitrichten. Er was gebrek aan alles en het was duidelijk dat er zeer snel medische voorzieningen en meer gewondenverzorgers moesten komen.
In de middag nam Dr.Sangerling Dr.Herford mee naar Arnhem voor een bezoek aan een ‘Senior German Officer’. Voor ze Arnhem bereikten werd hij weer geblindoekt. Later kwam Herford erachter dat deze ‘Senior Officer’ Generaal Bittrich was.
Na enige discussie werd zijn blindoek afgedaan en werd hem te verstaan gegeven dat hij te veel gezien en gehoord had en daarom als krijgsgevangene beschouwd werd, maar wel een speciale. Dr.Herford verklaarde dat hij zolang hij zich nuttig kon maken wilde blijven. Daarop kreeg hij toestemming om naar het St. Elizabeth Gasthuis te gaan. Hier ontmoette hij Major Longland van 16 Para Field Ambulance. Er werd afgesproken zo snel mogelijk alle mogelijke soorten hulp naar de Willem III kazerne in Apeldoorn te sturen.
Toen Dr.Herford bij het vallen van de avond in de Willem III kazerne in Apeldoorn terugkeerde waren daar reeds 600 gewonden binnengebracht, waaronder een aantal zeer zwaar gewonden. Dr.Redman stond samen met zijn gewondenverzorgers en een jonge vrouw die uit Oosterbeek was meegekomen, voor een onmogelijke taak. De beloofde hulp uit Arnhem was niet gekomen. (Jaren later hoorde Dr.Herford dat dit toch het geval was geweest. Major Smith, 133 Para Field Ambulance, Captain Logan, Regimental Medical Officer 2nd Battalion, en Captain Keesey, 16 Para Field Ambulance, en een groep van twintig gewondenverzorgers met ongeveer vijftig gewonden waren tegen elf uur aangekomen. Ze waren echter opgesloten in een ander gebouw, zonder licht en water. Pas de volgende morgen werd hun bewegingsvrijheid toegestaan en kon Major Smith beginnen met het opzetten van de eerste operatie-kamer in de kazerne).
Vroeg in de ochtend van 26 september kwam het bericht dat 500 lichtgewonden zich klaar moesten maken voor transport. Even later kwam er eenzelfde bevel voor veertig ’ draagbaar-patienten’, dus zwaargewonden. Een scherp protest van Dr. Herford voorkwam het transport van deze groep.

In de loop van de morgen kwam er bericht van Dr.Sangerling dat het i ee van een volledig Airborne Hospitaal officieel was goedgekeurd en dat al het ri se medische personeel en hun uitrusting naar de kazerne gestuurd zou wor en. Gedurende de dag arriveerden naast de gewonden en gewondenverzorgers ook een aantal medische officieren. Onder hen Luitenant-Kolonel Marrable, commandant van 181 Airlanding Field Ambulance en Luitenant-Kolonel Alford, commandant van 133 Para Field Ambulance. Deze begonnen direkt orde te scheppen in de tamelijk chaotische toestand.
Kolonel Warrack, die de evacuatie van de gewonden uit Oosterbeek had geregeld, kwam tegen de schemer met de laatste truck in de kazerne aan. Het enige wat hij had geweten, was dat de gewonden naar Apeldoorn werden vervoerd. Na aankomst verstrekte Dr.Herford hem de nodige informatie.
De volgende morgen, 27 september, belegde Kolonel Warrack een vergadering voor de ‘senior staff’ waarbij hij Dr.Herford vroeg de situatie uiteen te zetten en te vertellen welke politiek hij ten opzichte van de Duitsers gevolgd had. Dr.Herford deed dat en vond een zodanig bijval dat Kolonel Warrack voorstelde hem te benoemen tot plaatvervangend commandant. Tevens zou Dr.Herford zijn rol als bemiddelaar bij Dr.Sangerling voortzetten. Dr.Redman werd aangesteld als liaison officier tussen de kazerne en de Apeldoornse ziekenhuizen. (Hierbij dient opgemerkt te worden dat Herford en Redman de enige twee Britse officieren waren die redelijk Duits spraken).
Het moet gezegd worden dat Dr.Sangerling en zijn assistent Dr.(Major) Kramer binnen de mogelijkheden die zij hadden, er alles aan deden de Britten te helpen. Ook de hulp van Nederlandse kant was hartverwarmend. Dekens en voedsel werden aangeboden en zwaargewonden werdén in Apeldoornse ziekenhuizen door Nederlandse artsen geopereerd. Dokter Van Vierssen Trip is hierbij voor Dr.Herford van grote hulp geweest.
De Duitsers, die tot dan toe erg onzeker waren geweest over de Geallieerde doorbraak, begonnen na een dag of tien hun zelfvertrouwen te hervinden. En op 16 oktober, toen de meeste gewonden reeds naar Duitsland waren getransporteerd, was het duidelijk dat de volgende dag het laatste transport zou plaats vinden. Kolonel Warrack had al een schuilplaats voorbereid in de kazerne.
Dr.Herford besloot in een opwelling voordeel te trekken uit het donkere en regenachtige weer en die avond te ontsnappen. Samen met Padre Dan McGowan kroop hij uit een raam en sloop hij het kazerneterrein af.
Dr.Herford had gepland de derde nacht na hun ontsnapping de Rijn over te zwemmen. Toen ze bijna bij de Rijn waren raakten Herford en McGowan elkaar kwijt. (Padre McGowan werd weer gevangen genomen).
Dr.Herford zwom alleen de Rijn over en bereikte veilig de overkant. Hij werd opgepikt door manschappen van de 101 US Airborne Division. Na een verkwikkende slaap werd hij in de morgen van 19 oktober naar het hoofdkwartier van de 43st Wessex Division gebracht, waar hij verslag uitbracht en zijn rapport schreef.
In april 1945 ging Dr.Herford terug naar Apeldoorn om Dokter Van Vierssen Trip te bezoeken. De stad was drie dagen tevoren, op 17 april, door de Canadezen bevrijd. Hij kwam tot de ontdekking dat Major Fraser en ongeveer twintig ge-wonden daar nog waren. Ze stonden op het punt om naar huis te worden gevlogen.
Op 29 maart 1945 was Luitenant-Kolonel Martin Edward Meakin Herford voor zijn werk in Apeldoorn onderscheiden met de Distinguished Service Order.
Bronnen: – Correspondentie met Dr.Herford en Dr.Redman.
– ‘Reports by Medical Officers Ist Airborne Division’
– ‘All in the day’s work’, Journal RAMC, 1952.
– ‘Campaigning Notes 1940-45’, Col.M.E.M.Herford, The Bristol Medico Chirurgical Journal, 1946.
– ‘A touch of providence’, M.E.M.Herford (niet gepubliceerd).
Aanvullingen, opmerkingen of commentaar worden gaarne tegemoet gezien door: H.van den Breemen, Lupinenstraat 16, 6942 VB Didam.

Download ministory

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Vraag of reactie?
Laat hier uw reactie achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.