Ministory 019 – IN HET SPOOR VAN LORD STRATHCONA’S HORSE.

MINISTORY XIX Bijlage bij Nieuwsbrief No.30
IN HET SPOOR VAN LORD STRATHCONA’S HORSE.
Samenstelling: Chr.van Roekel

Veel bezoekers van ons Airborne Museum zullen zich afgevraagd hebben wat de SHERMAN- tank naast Hartenstein te maken heeft met een museum dat de luchtlandingsoperatie bij Arnhem als onderwerp heeft. Hoogstens zou als reden voor de aanwezigheid aange-voerd kunnen worden dat in het raam van operatie “Market-Garden” de rol van het Britse Tweede Leger door deze stalen kolos wordt gesymboliseerd. Niettemin bereikten ons in de afgelopen jaren vele vragen over de tank. Vragen die niet konden worden beantwoord omdat het voertuig pas in 1945 op de oprijlaan van Hartenstein werd aangetroffen en tot nog toe niemand iets kon meedelen over de her¬komst, laat staan over de bijdrage van de tank aan de bevrijding van ons land. Zoals het vaak gaat bij dergelijke raadsels kan een toevallige gebeurtenis leiden tot het vinden van het belangrijke ontbrekende stukje van de puzzel.
Een van onze Britse vrienden deed mij namelijk een boek cadeau getiteld “British Tankmarkings and Names”. Hieruit leerde ik dat de namen op tanks volgens een be¬paald systeem worden gegeven. Zo kreeg een tank behorend tot een A-squadron een naam die begint met de letter “A”. Bovendien moest iedere naam een bepaalde betekenis hebben. Gekozen werd bijvoorbeeld een naam van een streek in Canada of van een dier uit Afrika.
Nu was het bekend dat onze tank eens de naam “Argyle” droeg. Uit bovengenoemd boek bleek dat deze tank deel had uitgemaakt van het 2e regiment van de 5e pantserbrigade in de 5e Canadese Pantserdivisie. De naam van dit regiment luidt: “Lord Strathcona’s Horse – Royal Canadians”. De tank “Argyle” stond te boek als tank no.4 van de 4e Troop van het A-squadron.
Toen deze gegevens boven water waren moest worden nagegaan of dit regiment in Neder¬land en met name bij Arnhem operationeel was geweest. Daarover kwamen de volgende feiten aan het licht. De 5e Canadese Pantserdivisie werd in 1944 ingezet in Italië. Daar nam de divisie onder bevel van Generaal-majoor B.M.Hoffmeister deel aan de ver¬bitterde gevechten om de zogenaamde “Gotische Linie”. In maart 1945 werd zij over¬gebracht nabij de Belgische plaats Izegem. Hier werd, in afwachting van de beslis¬sende aanval op Duitsland, de divisie weer op volle sterkte gebracht. Nieuwe SHERMAN- tanks werden aangevoerd voor de Lord Strathcona’s Horse en de beide zusterregimenten de “Royal Canadian 8th Princess Louise Hussars” en het regiment “Royal Canadian British Columbia Dragoons”. Samen vormden deze regimenten met het gemotoriseerde Westminster infanterieregiment de 5e Canadese pantserbrigade. “Argyle”kwam in Izegem als tank no.4 bij de 4e Troop van het A-squadron van de L.S.H.

Links: Het wapen van de Lord Strathcona’s Horse. Rechts: “Argyle” op de westelijke oprijlaan van Hartenstein in het voorjaar van 1945. Later werd de tank verplaatst naar Kasteel Doorwerth. In 1978 keerde de tank weer terug naar Hartenstein.

Nadat op 12 april geallieerde eenheden de rivier de IJssel waren overgestoken en op 13 april na hevige gevechten Arnhem was veroverd, namen de regimenten de noordelijke wijken van die stad als uitgangsstelling. Op 14 april om 6.30 uur overschreden zij de startlijn voor operatie “Dutch Cleanser”, die ten doel had de Veluwe te veroveren. De L.S.H. vormde de achterhoede, terwijl de 8th Hussars en de B.C.D. uitbraken in noordelijke richting naar het zwaar verdedigde vliegveld Deelen. Na felle gevechten tegen in hinderlagen opgesteld Duits anti-tankgeschut, bereikten zij de noordkant van het Nationale Park “De Hoge Veluwe”. Na hier de nacht van 14 op 15 april te hebben doorgebracht, opende de L.S.H. de aanval op Otterlo. Het A-squadron leed hier haar eerste verlies. De tank “Algiers III” werd hier uitgeschakeld en twee bemannings¬leden vonden daarbij de dood.
Van Otterlo ging het via Wekerom in de richting Barneveld. Het traject was verrader¬lijk. Wegversperringen dwongen de tanks de weg te verlaten en maar liefst zeven van de 30 ton zware tanks van de L.S.H. liepen vast in modder en sloten. Barneveld werd fanatiek verdedigd en dit kwam het A-squadron te staan op het verlies van “Alligator III”, “Antilope” en “Alder II”. Hierna volgde de moeizame opmars richting Voorthuizen, Nijkerk en Harderwijk, dat op 18 april werd bereikt. Eind april vertrok de divisie naar Groningen om een eventuele uitbraak van Duitse eenheden over de Afsluitdijk te helpen verijdelen.
Enkele weken na de Duitse capitulatie, op 23 mei, nam de “Lord Strathcona’s Horse” deel aan de afscheidsparade op het vliegveld Eelde. Daarna volgde nog “Operatie Finito”. Daarbij werd vrijwel al het materiaal voor ca. twee miljoen dollar door de Nederlandse regering overgenomen en bijeengebracht op het vliegveld Deelen in een reusachtige dump.

Opmarsroute 5e Canadese Pantserbrigade over de Veluwe van Arnhem (A) tot Harderwijk (H), 15-18 april 1945.(deel van kaartje uit de “Bevrijdingskroniek West-Veluwe” ,1981)

Enige aanvullende gegevens. Volledige naamlijst van de tanks van het A-squadron.
Commandogroep
Akbar II Abdul II*) Attila II
Ajax II
Troop 1
Alligator III*) Antilope*) Armadillo II (naamloos)
Troop 2
Aspen Alder II*) Almond II
Apricot

Troop 3
Algiers III*)
Athens III
Alaska III
(naamloos)
Troop 4
Algonquin III
Alberta II
Aldershot III
Argyle

*) Deze tanks werden tijdens de opmars over de Iedere Troop beschikte over vier tanks, vervulde en soms naamloos was. Het Romeinse Veluwe buiten gevecht gesteld,waarbij de vierde tank een vervangende rol cijfer geeft het aantal malen aan dat

de tank moest worden vervangen. Hieruit blijkt dus duidelijk dat het A-squadron hevige gevechten achter de rug had voordat het in onze streken werd ingezet.
Bevelvoerende officieren.
Regimentscommandant L.S.H. : Luitenant-kolonel Mc Avity
Commandant A-squadron : Majoor Graham ( Gewond bij Nijkerk )
Commandant Troop no.4 : Luitenant Black
De tank “Argyle” stond onder bevel van Korporaal Richmond.

14 april 1944. De 5e Canadese Pantser Divisie overschrijdt op de Hommelseweg in het verlaten Arnhem de startlijn voor operatie “Dutch Cleanser”

Verliezen van het Regiment bij operatie “ Dutch Cleanser” in april 1945.
Gesneuveld: 14 man. Gewond: 29 man. Vermist: 1 man. In totaal verloren in deze laatste oorlogsmaand 276 geallieerde militairen op de Veluwe het leven.
Verliezen aan tanks van het Regiment.
Vernield: 8. Zwaar beschadigd: 1. Mechanische problemen: 11. Weggezakt in het terrein: 7. Afgevoerd: 1.
Het wapen van de “Lord Strathcona Horse, Royal Canadians” .
Het wapen van de L.S.H. is te zien op bladzijde 1 van deze Ministory. Het kwam bij het regiment in gebruik in 1920. Het was in 1945 gekroond door de koningskroon van het Britse koninkrijk en draagt het motto: “Volharding”. Dit was het devies van de stichter Lord Strathcona and Mount Royal. In het midden staat zijn familiewapen, dat bestaat uit een halve Schotse leeuw ( duidend op zijn geboorteland ), een spoor- nagel en hamer ( deze symboliseren de spoorwegverbinding tussen Oost en West Canada, die in 1885 tot stand kwam en waarbij Lord Strathcona de laatste nagel insloeg ) en een kano met een vlag en vier personen ( dit symboliseert de bemoeienis van Lord Strathcona met de ontsluiting van Noordwest Canada ).
Boven het wapenschild zit een bever die een esdoornboom aanknaagt. Beide symbolisch voor Canada. Het geheel wordt omgeven door een krans van 14 esdoornbladeren, 6 kla¬verbladeren ( symbool van Ierland ), 4 distels en 3 Tudor rozen ( symboliseren de band met Groot-Brittannië ).
In het blazoen treffen we de volgende namen aan. South Africa 1900-1901; First
World War: Festubert 1915, Somme 1916,1918, Cambrai 1917,1918, St.Quentin, Amiens, Hindenburg Line, St.Quentin Canal, Beaurevoir, Pursuit to Mons, France and Flanders 1915-1918. Second World War: Liri Valley, Melfa Crossing, Torrice Crossroads, Gothic Line, Pozzo Alto Ridge, Coriano, Lamone Crossing, Italy 1944-1945; IJsselmeer, North West Europe 1945. Korea 1951-1953.
Enige gegevens over de SHERMAN^tjank en_de betekenis van hi£r£p_a£n£e^rachtj; symbolen^
De SHERMAN VC Firefly was een Amerikaanse tank, die tijdens de Tweede Wereldoorlog ook in Canada werd gemaakt. De bemanning bestond uit 4 man (Commandant, schutter, lader en chauffer). Het gewicht bedroeg ruim 34 ton. De snelheid op de weg was 35 km/u en in het terrein 16 km/u. Lengte 7.50 m. ; breedte 2.90 m.; hoogte 2.90 m.

De tank was uitgevoerd met een Chrysler 30 cylinder motor. De bewapening van de SHERMAN Firefly bestond uit een 17-ponder kanon met een kaliber van 76.2 mm en twee Browning machinegeweren. De bepantsering varieerde van 76 mm (voorzijde toren) tot 19 mm (bovenpantser).
De gewone SHERMAN verschilde met de Firefly vanwege zijn 75 mm kanon.
Op de tank kunnen de volgende symbolen worden aangetroffen. Een driehoek op de toren met een ”4” erin wil zeggen dat het een tank is van de 4e Troop van het A-squadron. Is de kleur van de driehoek geel dan betekent dit dat de tank behoort tot het 2e reg ment. Een maroonkleurige rechthoek is het teken van de 5e Canadese Pantser Divisie. Een “maple leaf” duidt tevens op een Canadese herkomst. Verder kan onder meer aan de voorzijde een gele cirkel met een zwart cijfer worden aangetroffen; dit is bij een SHERMAN een*30”. Dit geeft het gewicht van het voertuig aan, hetgeen belangrijk is voor de belading en bij het oversteken van bruggen. Een wit nummer voorafgegaan door de letter “T” is in het algemeen het registratienummer.
Tot slot enige conclusies. Eerlijkheid gebiedt mij enige onzekerheden, die gedurende mijn onderzoek aan het licht kwamen, niet aan U te onthouden. De tank die in Izegem aan het A-squadron werd toegevoegd was een “Firefly” en. had dus een 17-ponder kanon. Iedere Troop werd voor de gevechten in West-Europa uitgerust met twee 75 mm kanonnen en twee 17-ponders. De tank bij het Airborne Museum heeft een 75 mm kanon. Het ge¬schut van dit type tanks is echter vrij eenvoudig te verwisselen. Het is mogelijk dat er een geschutswisseling heeft plaatsgevonden.
Ook is het mogelijk dat er binnen het squadron eenvoudig een naamswisseling heeft plaatsgevonden. Dit is best aannemelijk omdat het niet waarschijnlijk is dat een gloednieuwe “Firefly” met het beste anti-tankgeschut dat de geallieerden hadden, als vervangingstank gebruikt zou worden, terwijl de “oudjes” in aktie zouden komen. Navraag in Canada leverde hierover geen uitsluitsel op. Alleen dat er maar één tank was die de naam “Argyle” droeg.
Ook was geen opheldering te verkrijgen over het feit dat de tank in 1945 op de op¬rit naar Huize Hartenstein werd aangetroffen, terwijl zij eigenlijk op de dump op Deelen terecht had moeten komen. Hopelijk komen hierover nog een nieuwe gegevens te voorschijn.

Afscheidsparade op het vliegveld Eelde. Op de voorgrond het B-squadron. Duidelijk is te zien dat de ene helft van de SHERMANS is uitgerust met 75 mm kanonnen en de andere helft met 17-ponder kanonnen met hun langere loop.

Voor het samenstellen van dit artikel waren Captain J.R.Grodzinski, Museum Officer van het Lord Strathcona’s Regimental Museum in Calgary en ons lid de heer E.van de Weerd uit Ede een belangrijke steun. Wie meer wil weten over operatie “Dutch Cleanser” raadplege de boeken “Bevrijdingskroniek West-Veluwe” door E.v.d.Weerd en G. Crebolder en “Bevrijdingsatlas van de Veluwe” door E.v.d.Weerd, P.A.Veldheer en G.Crebolder.

Download ministory

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Vraag of reactie?
Laat hier uw reactie achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.