Jaarvergadering goed bezocht
Bijna 100 leden van de WAM verzamelden zich op 8 april jl. in gebouw 77 van de Simon Stevinkazeme in Ede voor de 26ste Algemene Ledenvergadering. Deze locatie was geregeld door ons bestuurslid Gerard Gijsbertsen, die als beroepsofficier werk-zaam is bij de Nederlandse Landmacht. Gerard had niet alleen de logistieke leiding op die dag, maar hij had ook gezorgd dat in de zaal een aantal kleine exposities was neergezet, die verband hielden met de geschiedenis van de TWeede Wereldoorlog in Ede en omgeving.
De vergadering zelf verliep zeer vlot. Bijzondere pun¬ten waren de bestuursverkiezing, de contributiever¬hoging en de uitleg van de heer Frans Smolders over de vernieuwing van het Airborne Museum.
Eugène Wijnhoud had te kennen gegeven dat hij na tien jaar bestuurslidmaatschap wilde aftreden. Met welgekozen woorden gaf voorzitter Ben Kolster een overzicht van het vele werk dat Eugène in de afge-lopen jaren voor de WAM heeft gedaan. Hoewel hij actief was op veel terreinen, was hij vooral de man die allerlei excursies en themadagen organiseerde. Gelukkig heeft hij aangegeven dat hij ook na zijn aftreden nog wel wil assisteren bij het organiseren van dergelijke evenementen. Als dank voor zijn inzet ontving hij uit handen van de voorzitter een digitale fotocamera. Bart van Genderen uit Heelsum werd benoemd tot nieuw bestuurslid.
De contributieverhoging, die in de uitnodigingsbrief voor de Jaarvergadering werd voorgesteld, kreeg de goedkeuring van de aanwezige leden.
Vervolgens legde directeur Frans Smolders van het Airborne Museum uit welke plannen er zijn t.a.v. de toekomst van het museum (zie ook elders in dit blad). Na afloop van de vergadering kreeg iedereen een lunchpakket en na de lunchpauze hield Gerard Gijsbertsen een lezing over de gebeurtenissen op en rond de Ginkelse Heide in de oorlogsjaren. Het was een systematisch verhaal, dat hij illustreerde met een groot aantal zeer bijzonder foto’s. Vervolgens gingen de heren Janse en Van de Weerd in op een aantal speciale onderwerpen.
Hierna ging het hele gezelschap, gewapend met een fraaie, door Gerard Gijsbertsen samengestelde excur- siegids naar de Ginkelse Heide. Daar werd op een aantal plaatsen door de heren Bakker, Verhoef, Peters en Van de Weerd uitleg werd gegeven over de gebeur-tenissen tijdens de Slag om Arnhem. Al met al was het een bijzonder informatieve dag en onze speciale dank gaat uit naar Gerard, die zeer veel werk heeft verzet om het geheel tot een succes te maken.

8 april 2006. Ter gelegenheid van zijn afscheid ontvangt Eugène Wijnhoud uit handen van Ben Kolster een digitale fotocamera.

Website Vereniging Vrienden
Begin mei ging een lang gekoesterde wens van de WAM in vervulling: een eigen website. Hierop wordt informatie gegeven over allerlei zaken betreffende de Vereniging, zoals evenementen, en onderwerpen die mogelijk interessant zijn voor onze leden.
Een website heeft veel voordelen. Een daarvan is de mogelijkheid van een snelle informatievoorziening. De Nieuwsbrief verschijnt maar vier keer per jaar en kan niet altijd actueel nieuws melden. Een website kan wekelijks worden bijgehouden en blijft daardoor up-to-date.
Op den duur zal het relatief dure drukwerk van de Nieuwsbrief steeds meer worden gebruikt voor arti-kelen over historische onderwerpen, de Slag om Arnhem betreffend.
De website van de WAM is ondergebracht bij die van het Airborne Museum (www.airbornemuseum.com). Daarop het woordje ‘Vrienden’ aanklikken om op de site van de WAM te komen.

Financiering gezocht voor vernieuwing museum
De ambitieuze plannen voor de vernieuwing en ver-groting van het Airborne Museum beginnen steeds meer vorm te krijgen. Modernisering is volgens directeur Frans Smolders en het bestuur van de Stichting Airborne Museum noodzakelijk om de ont¬wikkelingen in de museumwereld te volgen en ook in de toekomst voldoende bezoekers te trekken. Niet alleen de tentoonstelling zal gaan veranderen, ook de organisatie van het museum moet verder worden geprofessionaliseerd. Daarbij zal o.a. het aantal be¬taalde medewerkers moeten worden uitgebreid van drie naar zes personen. Vooruitlopend daarop is onlangs een part-time educatief medewerkster aan¬gesteld. Haar naam is Sanne Nicholas en zij houdt zich o.a. bezig met de contacten met scholen. Men hoopt in de toekomst vooral meer bezoekers te gaan trekken uit Duitsland en Polen. Om die reden zal in het nieuwe museum meer aandacht worden besteed aan het Poolse en het Duitse aandeel in de slag.
De kosten van de vernieuwing van het Airborne Museum worden geschat op tussen de vier en vijf miljoen euro. Door middel van een grootschalige fondsen wervingscampagne moeten deze gelden bij-een worden gebracht.

Militaire Willemsorde voor de Poolse Brigade
Op 31 mei ontving de Poolse Parachutisten Brigade in Den Haag uit handen van Koningin Beatrix de Militaire Willemsorde. Generaal Majoor Stanislaw Sosabowski kreeg postuum de Bronzen Leeuw.
Omdat dit nummer op de betreffende datum al naar de drukker was, zullen we over de uitreiking verslag doen in de volgende editie van de Nieuwsbrief.

Nieuwe figuren in de diorama’s
Onlangs zijn er twee nieuwe figuren toegevoegd aan de diorama’s in het museum.
In het diorama van de gewonden in de kelder is een figuur geplaatst die The Keverend A.H.W. Harlow uit¬beeldt. Bill Harlow was ‘Senior Chaplain’ van de divi¬sie. De eerste dagen van de slag was hij werkzaam op het hoofdkwartier in Hartenstein, waar hij dokter Randall assisteerde. Zijn geschiedenis is te lezen in het boek ‘Verscheurde Horizon’ van Chris van Roekel. De specifieke uitrusting en attributen voor een ‘Keverend’ waren al enkele jaren geleden door bemiddeling van Chris van Roekel geschonken door het museum van de Chaplains in Engeland.
De tweede figuur betreft een Duitse ‘Kriegsbe- richter’. Deze is opgesteld in de vitrine in de z.g. ‘Duitse zaal’ op de eerste verdieping van het mu-seum. Het uniform en de Leica camera waren enke¬le jaren geleden aangekocht door de WAM en geschonken aan het museum.
Om de figuren er zo realistisch mogelijk uit te laten uitzien, zijn de hoofden en handen ook deze keer weer gemodelleerd door de heer Van de Water, medewerker van het Legermuseum in Delft. Voor de figuur van Harlow is een nieuw type flexibele pop gebruikt. Deze is, evenals alle speciaal vervaardigde hoofden en handen, door de Vereniging bekostigd. Verder zijn er enkele dingen gewijzigd aan de figu¬ren in het diorama van de krijgsgevangen barak. (Wybo Boersma).

‘Diary of a Red Devil’
Bij deze Nieuwsbrief is een informatieblad gevoegd met de beschrijving van een recent verschenen boek, getiteld ’Diary of a Red Devil’, door Albert Blockwell. Deze uitgave is ook te koop bij het Airborne Museum. Prijs: € 34,50.

Gevonden helm geïdentificeerd
In oktober 2005 vond Philip Reijnders in Oosterbeek- Laag een Britse parachutisten helm. Aanvankelijk was het een vuil en roestig geheel. Nadat hij was schoon gemaakt werd hij behandeld met was en werd de huidige toestand gestabiliseerd. De zweet- band leverde interessante gegevens op. Deze zat niet meer aan het binnenwerk van de helm vast. Na bena¬deling waren op deze band de letters L, O en E te lezen. Door een digitale foto te maken en deze daar¬na op de computer te bewerken konden we tussen de O en de E de letter W lezen. Uit de gegevens van Philip bleek dat bij het 2e Bataljon ‘The South Staffordshire Regiment’ een militair met de naam A.J. Lowe gediend heeft, die in het Benedendorp gevochten heeft. Hij is in Duitse krijgsgevangenschap geraakt, maar heeft oorlog overleeft. Hij overleed in 1991. Het is zeer waarschijnlijk dat de gevonden helm eens aan deze Lowe toebehoord heeft. De helm en zweetband zijn voorlopig tentoongesteld in de aanwinsten vitrine in het museum. (Roland Boekhorst, behoudsmedewerker Airborne Museum)

Welbikes in het nieuws
Een van de vervoermiddelen waar de Britse lucht-landingstroepen mee waren uitgerust was de zgn. ‘Welbike’, een kleine motorfiets, die in een container vanuit een vliegtuig kon worden gedropt. Ons lid Axe John Versluijs schreef er in 1996 een Ministory over (Nieuwsbrief no. 62). Deze Welbikes, soms ook wel ‘parascooters’ genoemd, zijn nu zeldzaam geworden en een groepje hobbyisten besloot in 2001 om er een aantal te gaan nabouwen. Het resultaat van vijf jaar werken was te zien op zondag 12 maart jl. Voor Hartenstein werden ze opgesteld: twee originele exemplaren en 22 nagemaakte Welbikes. Deze para¬de van 24 parascooters vormde het sluitstuk van dit unieke project.

60 Jaar ‘THEIRS IS THE GLORY’
Dit jaar is het zestig jaar gelden dat de film ‘Theirs is the Glory’ in première ging. Dat gebeurde op 17 september 1946 in Arnhem, Londen en Ottawa. Het grootste deel van de opnamen voor deze speelfilm over de Slag om Arnhem werd gemaakt in Arnhem en Oosterbeek in augustus en september 1945. Ca. 200 man van de Eerste Britse Airborne Divisie keer-den terug naar het voormalige slagveld om daar de strijd zo goed mogelijk te reconstrueren.
Het wordt door velen gezien als de meeste ‘authentieke’ film over de strijd in 1944.

FOTO: AXE JON VERSLUIJS
12 maart 2006. Voor het Airborne Museum staan 24 Welbikes opgesteld.

Nu, zestig jaar na de première zal er voor het eerst een DVD verschijnen met deze film met Nederland¬se ondertiteling. Op de DVD zit naast de hoofdfilm ook een documentaire, die een beeld geeft van de locaties waar in 1945 werd gefilmd. De opnamen daarvoor werden afgelopen mei gemaakt. Daarnaast bevat het pakket een klein boekje over de geschiede¬nis van de film en een replica van het ticket dat bij de première aan de genodigden werd uitgereikt. Dit ticket was vervaardigd van aluminium van bij Arnhem neergekomen zweefvliegtuigen.
Op 9 september a.s. zal in de Concertzaal in Oosterbeek de nieuwe DVD worden gepresenteerd. Dit evenement, ’60 Jaar Theirs is the Glory’, wordt georganiseerd door Bal Video Producties uit Oosterbeek in samenwerking met de Vereniging Vrienden Airborne Museum. Leden van de WAM hebben voorrang bij de toegang tot dit evenement en krijgen bovendien korting bij de aanschaf van het pakket met DVD. Bij deze nieuwsbrief is een bestel-formulier ingesloten.

Lezing over 320 Squadron trok veel belangstelling
Op speciaal verzoek van ons lid Everard Bakker, organiseerde de WAM op 10 mei een lezing in Kleyn Hartenstein in Oosterbeek. Op die avondbijeen- komst vertelde de Nederlandse veteraan Bertus Beukhof over zijn belevenissen als boordschutter bij het Nederlandse 320 Squadron tijdens de TWeede Wereldoorlog. Dit squadron was uitgerust met Mitchell bommenwerpers.
De belangstelling voor dit evenement was groot, mede doordat er ook in de landelijke pers aandacht aan was besteed. Omdat door de korte voorberei-dingstijd deze ingelaste lezing niet meer in de Nieuwsbrief kon worden geplaatst, werd hij aange- kondigd op de website van de WAM.

‘A Sapper at Arnhem’
Eigenlijk zou je van alle mensen die betrokken zijn geweest bij de Slag om Arnhem de verhalen willen lezen. Veel meer dan de officiële rapporten geven deze persoonlijke verslagen een indringend beeld van de strijd, zoals die zich afspeelde in de straten, huizen en bossen van Arnhem en Oosterbeek. De publicatie van de belevenissen van Harry Faulkner- Brown, onder de titel ‘A Sapper at Arnhem’ is dan ook een uitstekend initiatief.

In september 1944 was Harry Faulkner-Brown kapitein bij de Royal Engineers. Hij was commandant van no. 3 Troop 4th Parachute Squadron RE. Deze eenheid gaf steun aan de 4th Parachute Brigade. In zijn boek geeft de auteur eerst een beschrijving van zijn opleidingsperiode. Daarna volgt de Slag om Arnhem. Met zijn eenheid landt hij op 18 september 1944 op de Ginkelse Heide. Via Johannahoeve, waar hij o.a. de landing van de Poolse gliders meemaakt, en de tunnel onder de spoorbaan bij Wolfheze, komt hij op 19 september terecht op het terrein van Ommershof aan de Graaf van Rechterenweg in Oosterbeek. Daar verdedigt hij met zijn eenheid de noordwest grens van de perimeter, totdat zij het bevel krijgen om zich te verplaatsen naar het gebied iets oostelijk van Hartenstein. Daar gaan ze op 22 september in stelling. Die nacht gaat hij met een aantal van zijn mannen naar het Benedendorp en assisteert hij bij het overzetten over de Rijn van bij Driel gelande Poolse parachutisten. De rest van de dagen neemt hij deel aan de gevechten in Oosterbeek, tot de evacuatie over de Rijn in de nacht van 25 op 26 september. Het laatste deel van het boek gaat over een aantal hoogtepunten uit zijn de naoorlogse leven.
Doordat hij zijn eigen ervaringen inpast in het alge-mene verloop van de strijd, is het een uiterst lees-baar en helder boek geworden. Die helderheid wordt nog vergroot door de uitstekende kaartjes, waarop de posities van no.3 Troop op de achtereenvolgende dagen duidelijk zijn aangegeven. Ook de vele inte¬ressante, niet eerder beschreven details, maken deze publicatie tot een waardevolle aanwinst in de immer groeiende reeks boeken over de Slag om Arnhem ‘A Sapper at Arnhem’ telt 128 pagina’s en bevat een groot aantal foto’s. Het werd uitgegeven bij Sigmond Publishing, Renkum en is verkrijgbaar bij het Airborne Museum in Oosterbeek. Prijs € 17.50.
(Robert Voskuil)

Nieuws van Niall
Het lijkt nog ver weg, maar juni 2007 komt snel dich¬terbij. In die maand zal het vierde weekend speciaal voor leden van de WAM uit het Verenigd Koninkrijk plaats vinden in Arnhem/Oosterbeek. Binnenkort wordt contact opgenomen met de 22 mensen die zich intussen hebben ingeschreven.
Het ‘Museum of the Parachute Regiment and Airborne Forces’ in Aldershot viert dit jaar zijn 60- jarig bestaan en het is de bedoeling om een jubileum- lezing te houden op 12 oktober. De onderwerpen die zullen worden behandeld zijn 1) de verdediging van de Van Limburg Stirum School bij de Rijnbrug in

Arnhem in september 1944 en 2) de Medische Services in de Ist Airborne Division in de Tweede Wereldoorlog. Ikzelf ben de spreker en uiteraard zijn leden van de Vereniging Vrienden van harte welkom. De lezing begint om 19.30 uur. Verdere details over dit evenement kunnen worden verkregen via mij of via het Airborne Forces Museum in Aldershot.
(Niall Cherry)

Nogmaals ‘Mary of Arnhem’
In Nieuwsbrief nummer 100 schreven wij over het aan het Airborne Museum geschonken Ausweis’ van Helen Sensburg, die bekend werd als ‘Mary of Arnhem’. Deze vrouw werkte in het laatste oorlogs-jaar mee aan Duitse propaganda uitzendingen via de radio, uitgezonden vanaf Nederlands grondgebied en gericht op geallieerde troepen.
Naar aanleiding van dit artikel ontvingen wij van ons lid Peter Berends uit Leidschendam kopieën van Nederlandse en Engelse krantenknipsels, gedateerd 16 mei 1945, over dit onderwerp. Hierin wordt o.a. melding gemaakt van haar programma ‘Arnhem cal- ling’, waaraan zij haar naam ontleende. Overigens wordt in de Nederlandse krant haar naam als ‘Heleen Sentburg’ gespeld. De foto, die bij een van de artikelen stond, hebben we, ondanks de matige kwa¬liteit, hierbij afgedrukt.
Armbanden van het Verzet gevonden
Onlangs werden bij graafwerkzaamheden in de tuin van de familie ter Horst naast de Oude Kerk in Oosterbeek-Laag de resten van een blikken doosje gevonden. Zo te zien was het een sigarendoosje. Daarin zaten de resten van twee armbanden van het Verzet. Deze stoffen banden waren gedrukt in een streepjespatroon met de letters ‘ORANJE’ er op. Het is bekend dat de le Britse Airborne Divisie armban-den voor het Verzet bij zich had, maar die waren oranje met zwarte letters.
De gevonden armbanden zijn van een model dat eerder in de oorlog door droppingen aan het Verzet verstrekt werden. Daarbij werd de stof geleverd, ter-wijl in Nederland dan de letters ‘ORANJE’ er op gedrukt of soms geverfd werden. Het is zeer goed mogelijk dat de gevonden banden aan de heer Jan ter Horst toebehoord hebben en dat hij ze in zijn tuin verstopte om ontdekking te voorkomen. Waarschijn¬lijk heeft hij er nooit meer aan gedacht, want voor zover bekend heeft de heer ter Horst er later nooit meer over gesproken. De armbanden zijn nu in het Airborne Museum tentoongesteld.
(Wybo Boersma)

Een foto van ‘Mary of Arnhem’ uit een krant van 16 mei 1945, genomen kort nadat ze gevangen uras genomen.

Uitreiking rode baretten
Op 7 april jl. was het grasveld voor het Airborne Museum het toneel van een bijzondere ceremonie. De commandant van de Nederlandse Luchtmobiele Brigade had deze plaats uitgekozen om de rode baretten uit te reiken aan de mannen die met succes de zware militaire opleiding voor deze elite eenheid hadden voltooid. De nacht ervoor was er een indruk-wekkende plechtigheid geweest op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek. Gewapend met fakkels hadden de Nederlandse parachutisten in opleiding daar deelgenomen aan een herdenking voor de Britse en Poolse militairen die in 1944 waren omge¬komen bij de luchtlandingen in Nederland.

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en W. Boersma
Redactieadres: Utrechteseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek, e-mail: wam@airbornemuseum.org Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

NIEUWSBRIEF No 102 juni 2006

Download

Van de Voorzitter
Bij het uitkomen van dit eerste nummer van de Nieuwsbrief van 2006, wil ik graag nogmaals iedereen bedanken die zich het afgelopen jaar heeft ingezet om de evenementen van de WAM en in het bijzonder het 25-jarig jubileum, tot een succes te maken. Gezien de vele positieve reacties die we kregen, kunnen we er met extra veel plezier op terugkijken.
Het sturen en leiden van een vereniging betekent echter vooral vooruitkijken. Ook in dit nieuwe jaar zal weer veel werk moeten worden verzet om allerlei lopende en nieuwe zaken te organiseren. Het bestuur doet dat graag, maar dan kan wederom niet zonder de hulp van welwillende leden.
Al enige tijd geleden gaf Wybo Boersma te kennen dat hij graag meer voor de VVAM zou willen doen, maar dat drukke werkzaamheden als directeur van het Airborne Museum hem in zijn mogelijkheden beperkten. Nu hij de leiding van het museum heeft overgedragen aan zijn opvolger, heeft Wybo eindelijk wat meer tijd gekregen en hij wil deze voor een deel gaan besteden aan werkzaamheden voor de Vereniging Vrienden. Hij zal o.a., nog meer dan in het verleden, mee gaan werken aan de organisatie van themadagen en excursies. Daarnaast neemt hij zitting in de redactie-commissie van de Nieuwsbrief. Het spreekt vanzelf dat het bestuur van de WAM zeer blij is met dit aanbod van Wybo.
(Ben Kolster, voorzitter)

In Memoriam Cora Baltussen
Op 18 november jl. overleed op 93-jarige leeftijd Cora Baltussen. De naam Cora Baltussen is onverbrekelijk verbonden met de rol van de Eerste Poolse Onaf-hankelijke Parachutisten Brigade tijdens de Slag om Arnhem.
In de dagen dat de Poolse troepen in en om Driel vochten, hielp zij bij de verpleging van gewonde sol-daten. Die periode maakte een onuitwisbare indruk op haar en het was het begin van een diepe vriendschap met de Poolse bevrijders, die zou duren tot het eind van haar leven.
Samen met haar broer Albert en een aantal anderen in het dorp vormde zij in 1946 het Comité Driel- Polen. Dit comité zorgde voor de oprichting van het eerste monument voor de omgekomen Poolse sol-

De op 18 november jl. overleden Cora Baltussen, nam op 18 september 2005 nog deel aan de herdenkingsplechtigheden in Driel. Hier zit zij tussen tussen de Poolse majoor TJ. Herman (Retd) en de kleinzoon van generaal-majoor Stanislaw Sosabowski, Mr. Michael Sosabowski.

daten. De onthulling vond plaats in september 1946. In de jaren daarna onderhield Cora de kontakten met de Polen en organiseerde zij samen met de andere leden van het comité de jaarlijkse herdenkingen in het dorp Driel.
Het is triest dat zij het niet meer meemaakt dat de Poolse brigade en haar commandant, generaal- majoor Stanislaw Sosabowski, nu uiteindelijk toch het eerbetoon krijgen, waarop zij, gezien hun prestaties, recht op hebben.

Jaarvergadering
De 26ste Algemene Ledenvergadering, tevens jaarvergadering, van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum zal worden gehouden op zaterdag 8 april 2006. Plaats en programma zijn vermeld op een los inlegvel, dat bij deze Nieuwsbrief is bijgesloten.

Koninklijke onderscheidingen
Vijf mensen zijn onlangs geëerd met een hoge Britse koninklijke onderscheiding voor hun inzet bij het levend houden van de herinnering van de Slag om Arnhem en voor hun aandeel bij de organisatie van de jaarlijkse Airborne herdenkingen.
Wybo Boersma, Eugène Wijnhoud en Chris Petter kregen op 22 november jl. uit handen van de Britse ambassadeur in Nederland, Mr. L. Parker, het onder-scheidingsteken dat behoort bij de status van

22 November 2005. Wybo Boersma ontvangt uit handen van de Britse Ambassadeur in Nederland, Mr. Lyn Parker, de versierselen die behoren bij de Britse koninklijke onderscheiding ‘Member of the British Empire’.

‘Member of the British Empire’ (MBE). De Renkummer Chris Petter is waarschijnlijk wat minder bekend dan de andere heren. Hij verzorgt al gedurende een groot aantal jaren de graven van een tiental Britse en Canadese militairen in Oosterbeek, Heteren en Groesbeek en onderhoudt intensief contact met de nabestaanden.
Voorzitter Marius van Pelt en secretaris Pouwel Vos van de Stichting Airborne Herdenkingen kregen op 23 november jl. de versierselen die behoren bij de onderscheiding ‘Most Excellent Order of the British Empire’ (OBE).

Social evening
Op vrijdagavond 17 maart is er weer een ‘Social Evening’ in het Airborne Museum. U bent vanaf 19.30 uur weer van harte welkom. De bibliotheek en het depot zijn open en enkele leden van de WAM zullen wat resultaten van hun historisch onderzoek laten zien. De avond wordt afgesloten om ca. 10.00 uur.

Het pistool van generaal Kussin
In september 2004 ontving het Airborne Museum uit handen van de heer T.J. Pieterse, voorzitter van het comité ‘Lest we Forget’, een opmerkelijk wapen. Het is een 6,35 mm pistool, merk Orgies’ Patent gemaakt in Erfurt in Duitsland. Het is afkomstig van Sergeant K.B. Costello, 3e Parachutisten bataljon, die de volgende geschiedenis erbij leverde. ’17 september 1944. Om 10.30 verlieten wij Engeland en kwamen om 1.30 uur aan op de Renkumse heide. We trokken op door het bos langs de weg. Voor ons werd af en toe geschoten. We bereikten de weg naar Oosterbeek. We hoorden een auto aankomen en gingen in dekking. Toen de wagen in zicht kwam opende B compagnie het vuur. Een aantal jonge soldaten was veel te fanatiek en zij schoten de wagen bijna in tweeën. De militairen in de wagen waren dood en wij gingen verder, passeerden Hartenstein, en kwamen bij een kruispunt. Daar kwamen we onder hevig mortiervuur te liggen. Omdat we niet verder konden oprukken, kregen we orders terug te trekken op Hartenstein. Ik werd teruggestuurd naar de auto om te kijken of er nog nuttige documenten in lagen.
Toen ik het lichaam van de generaal fouilleerde, bleek hij een klein automatisch pistool in een schouderholster onder zijn linker arm te hebben. Ik pakte het holster met het pistool en stopte dat in mijn smock. Vervolgens nam ik wat papieren en enkele andere wapens mee naar het hoofdkwartier. Het kleine pistool hield ik in mijn smock, omdat ik wist dat een van de officieren het zou willen hebben, als ze het zagen.’
Later raakte Kevin Costello gewond bij gevechten rond de Oude Kerk in Oosterbeek en werd hij als gewonde krijgsgevangene naar het St. Elisabeths Gasthuis gebracht. Hij werd niet gefouilleerd, waardoor het pistool in zijn smock niet werd gevonden. Vanuit het St. Elisabeths Gasthuis werd hij naar Apeldoorn gebracht en vandaar zou hij met een trein naar Duitsland worden vervoerd. Costello weet echter uit de trein te ontsnappen en komt na drie weken met hulp van het verzet over de Rijn bij eigen troepen.
Tot zover de (ingekorte) verklaring van sergeant Costello. Het pistool heeft hij jarenlang als souvenir bewaard en in 2003 gaf hij het aan de heer Pieterse. Deze heeft het nu aan het Airborne Museum overgedragen.

Activiteiten in 2006
Hieronder volgt worden georganiseerd: een lijst van activiteiten die door de VVAM en het Airborne Museum in 2006

Datum, Activiteit, Georganiseerd door, Toegankelijk voor niet leden
17 maart Social Evening in het Airborne Museum V.V.A.M. Ja Alleen leden, ja
8 april Jaarvergadering V.V.A.M. met excursie V.V.A.M.
20 mei Boekenbeurs 2e Wereldoorlog rond het Airborne Museum Hartenstein Airborne Museum Ja ja
24 – 28 mei Battlefield tour Normandië Airborne Museum Ja
9 september 60 Jaar film ‘THEIRS IS THE GLORY’ in de Concertzaal in Oosterbeek. V.V.A.M. ja Ja
22 september Social Evening in het Airborne Museum V.V.A.M. ja ja
28 sept. -1 okt. Battlefield tour Ardennen Airborne Museum
14 oktober Excursie Lonsdale Force, Oosterbeek V.V.A.M.
15 november Lezing in restaurant Kleyn Hartensteyn V.V.A.M.

15 September 2005. Het door Sergeant Kevin Costello in september 1944 buitgemaakte pistool uan de Duitse generaal Kussin, wordt door de heer Tanno Pieterse overgedragen aan Frans Smolders, directeur van het Airborne Museum. (FOTO: BERRY DE REUS)

‘Martiale Monumenten’ gemarkeerd
In de gemeente Renkum zijn onlangs vijf ‘martiale monumenten’ met een informatiebord gemarkeerd. Martiale monumenten zijn stille getuigen van de Slag om Arnhem, die nu nog zichtbaar zijn in het landschap en die beschermd moeten worden. Het gaat hierbij om restanten van loopgraven, schuttersputten, de voormalige landingsterreinen en andere bijzondere locaties. De aangewezen plekken vormen een bijzondere categorie in de Renkumse gemeentelijke monumentenverordening.
Op 2 februari werd het eerste informatiebord onthuld bij het spoorviaduct tussen de Klingelbeekse- weg en de Benedendorpsweg in Oosterbeek. Dit gebeurde door Francisca Ravestein, wethouder van de gemeente Renkum. In de muren van het genoemde viaduct herinnert een groot aantal kogelgaten aan de gevechten die hier in de middag van 17 september 1944 plaats vonden tussen mannen van de B compagnie van het Tweede Parachutisten Bataljon en Duitse troepen, die de opmars van de Britten naar de Arnhemse brug trachtten te stoppen.
Dergelijke borden, met teksten in de Nederlandse en in de Engelse taal, zijn ook geplaatst bij de duiker onder de spoordijk tussen Wolfheze en Oosterbeek, bij de landingsterreinen langs de Telefoonweg in Renkum, bij het restant van een Duitse loopgraaf in de bossen langs de Kerklaan in Doorwerth en bij ‘de Hel’, een dal in het park De Hemelse Berg, waar tijdens de Slag om Arnhem tientallen Oosterbeekse burgers hun toevlucht zochten.
De panelen zijn een geschenk van de Stichting CITER (Cultuur, Informatie, Toerisme, Evenementen in Renkum). Ze hebben dezelfde vorm als de borden die de ‘Perimeter route’ markeren.

Poolse Brigade krijgt eerherstel
De Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade krijgt 61 jaar na de oorlog alsnog de Militaire Willemsorde. Deze hoogste Nederlandse militaire onderscheiding is een eerbetoon aan de Poolse para’s voor hun inzet tijdens de Slag om Arnhem in september 1944. Hun commandant, generaal-majoor Stanislaw Sosabowski (1892-1967) wordt postuum geëerd met de Bronzen Leeuw.
Het eerbetoon is gebaseerd op een diepgaand onderzoek van de Kanselarij van de Nederlandse Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde en op onderzoek in het Sikorski Instituut in Londen. Verschillende mensen hebben zich in de loop der tijd ingezet voor dit eerherstel, waaronder de onlangs overleden Cora Baltussen en haar neef Arno Baltussen. Ook ZKH Prins Bernhard heeft niet lang voor zijn dood nog in duidelijke bewoordingen aangegeven dat de Poolse brigade alsnog moet worden geëerd met een hoge Nederlandse onderscheiding.
Veel is ook te danken aan ons lid Erik van Tilbeurgh van de Stichting ‘Wojtek, Poolse Bevrijders op Alle Fronten’ uit Boxtel. Niet alleen is hij een van de initiatiefnemers voor het eerherstel, maar dankzij zijn jarenlange archiefonderzoek, o.a. in het Polish Institute and Sikorski Museum in Londen, beschikt hij over een schat aan voor deze zaak belangrijke historische documenten, die uiteindelijk van cruciaal belang zijn geweest voor de beslissing om alsnog tot onderscheiding over te gaan. Bovendien gaf Erik regelmatig zijn medewerking aan artikelen in kranten en aan TV documentaires over de rol van de Poolse troepen in de Tweede Wereldoorlog.
In de volgende nummers van de Nieuwsbrief komen we op dit onderwerp terug.

Waarom dat boek?
Het onlangs verschenen boek ‘The Royal Air Force at Arnhem’, uitgegeven door onze eigen vereniging, heeft bij een aantal leden vragen opgeroepen. Op zich zijn die begrijpelijk in het licht van de eerdere publicaties ‘Tugs and Gliders to Arnhem’ en ‘Green On!’ van de hand van Arie-Jan van Hees. Sommige mensen vroegen mij, als Coördinator Publicaties van de Vrienden, dan ook: wat voegt de nieuwe uitgave daaraan toe? Om te beginnen is het van belang iets van de ontstaansgeschiedenis te weten. Daarvoor moet ik u even mee terugnemen in de tijd. In 2002 organiseerde Philip Reinders (lid van de Arnhem Battle Research Group) in het gemeentehuis in Oosterbeek een tentoonstelling met de titel ‘WINGS by air to Arnhem. De rol van de Royal Air Force tijdens zweefvliegtuig- en bevoorradings- vluchten, 17-25 september 1944’. Die expositie was in september en oktober van dat jaar te bekijken, en bij het samenstellen daarvan had Philip hulp van Luuk Buist en mij. Ik mocht dat doen omdat ik toen nog gemeentearchivaris van Renkum was. De tentoonstelling was een groot succes, en vele bezoekers vroegen: kunnen jullie daar een boekje van maken? Wij hadden daar wel oren naar. Een jaar later was het zover dat Luuk en Philip een kant-en-klaar manuscript konden aanbieden aan het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek, met de vraag of zij bereid en in staat waren daar een boek van te maken. Inmiddels was ik bij de Vrienden aangesteld als Coördinator Publicaties, dus dat kwam goed uit. Chris van Roekel, Eugène Wijnhoud en Robert Voskuil lazen het verhaal, en zij zeiden zonder omhalen: dat moeten we uitgeven.
Het bestuur besloot vervolgens om de tekst in de vorm van een echt boek te gieten, en ik kreeg de taak om een en ander in goede banen te leiden. Allengs werd mijn aandeel in het werk zodanig groot dat mijn naam op dringend verzoek van de beide samenstellers aan die van hen werd toegevoegd. Dat neemt niet weg dat ik hier nadrukkelijk opmerk dat ik vind dat het hun product is. Het was de bedoeling om in mei 2004 een boekje over het voorgedragen onderwerp uit te geven. Het kant-en-klare verhaal bleek bij een grondige bestudering en controle van de bronnen echter nog helemaal niet af te zijn, en het desbetreffende tijdpad moest al gauw geheel en al worden bijgesteld. Geleidelijk aan werd het manuscript ook nog eens dikker en dikker.
Het gevolg van dit al was dat het veel langer heeft geduurd dan verwacht en gedacht was, maar tegelijkertijd heeft het bijgedragen aan een drastische verbetering van de kwaliteit. Er zitten onvolkomenheden in, dat weet ik zeker, maar wij hebben in ieder geval ons uiterste best gedaan om ze te vermijden of te corrigeren.
In de tussentijd verscheen, in september 2004, Arie- Jan van Hees’ boek ‘Green On!’, maar dat was geen reden om het Vriendenproject af te blazen. Naar de mening van de samenstellers van het oorspronkelijke RAF-manuscript waren er in grote mate voldoende verschillen die een separate uitgave rechtvaardigden.
Zo is het in de eerste plaats een feit dat Arie-Jan over de sleeptoestellen en de zweefvliegtuigen schreef (‘Tugs and Gliders to Arnhem’), en over de bevoorradingsvluchten (‘Green On!’). Wij vervaardigden een publicatie over de 38 en 46 Group van de Royal Air Force.
Uiteraard komen in ons product onderwerpen voor die ook in de andere twee boeken staan. Dat kan moeilijk anders. Wie heden ten dage een publicatie wijdt aan de Slag om Arnhem, geeft automatisch gegevens en afbeeldingen aan de openbaarheid prijs die eerder al elders werden gebruikt.
Waar het om gaat is dat in ons boek informatie staat over ALLE missies die in september 1944 door de genoemde onderdelen van de Britse luchtmacht werden gevlogen. Er is GEEN ANDERE publicatie (ons bekend) waarin de correcte gegevens staan van elke vlucht.
Van alle missies, en dat zijn er 1331, worden in ieder geval de rang, de voorletters en de naam van de gezagvoerder, het type vliegtuig met het registratie-nummer, het squadron, het vliegveld, en het tijdstip van vertrek en aankomst vermeld. Deze vluchten zijn onderverdeeld in 12 Pathfinder missies, 710 Glider vluchten en 609 bevoorradingsmissies. Van de toestellen die niet gewoon op hun thuisbasis terugkeerden, zijn ook verdere bijzonderheden gegeven. Bijvoorbeeld informatie over de andere bemanningsleden, en over wat met hen en het vliegtuig is gebeurd. Onze uitgave is dan ook in de eerste plaats een naslagwerk, opzoekboek of referentiepublicatie. Juist omdat er al zoveel verhalen van ooggetuigen bekend en gepubliceerd zijn, en juist omdat ALLE daarbij horende inhoudelijke gegevens nog niet eerder elders zijn geopenbaard.
Daarnaast hebben we in het RAF-boek de nodige ervaringen opgenomen van mensen die het meege-maakt hebben. Die wederwaardigheden vormen ons inziens een welkome aanvulling en afwisseling op/van de ‘droge’ statistische informatie.
‘The Royal Air Force at Arnhem’ bestaat uit 23 hoofdstukken, en is voorzien van een index met 1182 namen. Het overgrote deel daarvan heeft betrekking op piloten, navigators, radiotelegrafisten enzovoorts. Voor de goede orde, het boek gaat wel over de Britse luchtmacht, maar onder de betrokke-nen bevinden zich ook Canadezen, Nieuwzeelanders, Australiërs, Amerikanen en Zuidafrikanen Het maken en presenteren van ‘The Royal Air Force at Arnhem – Glider and re-supply missions in September 1944’ kon gebeuren mede dankzij de hulp van de volgende personen en instanties.
– Cees van den Bosch, die de algehele, met name spirituele, begeleiding verzorgde, zelfs als dat nodig was vanuit Frankrijk;
– Peter Clark, die er verantwoordelijk voor was dat de Engelse taal niet al te veel geweld werd aangedaan;
– Michel Hildebrand, die namens Hildebrand DTP te Wageningen op een fraaie manier zorgde voor het omslag en de complete lay-out;
– en tenslotte Van Eek & Oosterink drukkers, gevestigd te Dodewaard. Wat zij deden, kunt u wel vermoeden.
Met het bovenstaande hoop ik duidelijk gemaakt te hebben waarom wij vonden dat we een boek moesten maken dat
– er zeer fraai en goed verzorgd uitziet;
– een degelijke en verantwoorde inhoud bevat;
– voor een acceptabele prijs kan worden aangeschaft. Het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek was het gelukkig unaniem helemaal met ons eens, en daarom is de publicatie er gekomen.
Luuk, Philip en ondergetekende zijn er blij mee!
‘The Royal Air Force at Arnhem’ is in ieder geval te koop bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’ en de lokale boekhandelaren in de regio Arnhem. De prijs bedraagt € 37,50. Als u bij het museum wilt bestellen, kan dat via 026 3337710 of info@airbornemuseum.org. Opsturen in Europa kost € 37,50 + 7,50 (inclusief verpakkings- en verzendkosten); naar de overige landen in de wereld: € 37,50 + 15 (inclusief). (Geert Maassen)

Redactieadres: Utrechteseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek, e-mail: vvam@airbornemuseum.org Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en W. Boersma

Download

Van de redactie
Deze nieuwsbrief, die eind augustus werd samengesteld, ontvangt u rond de 60e herdenking van de Slag om Arnhem. Aan die belangrijke gebeurtenis zullen we volop aandacht besteden in een uitgebreid nummer dat in november verschijnt. Bij deze nieuwsbrief hebben wij ter gelegenheid van de herdenking een extra lange Ministory gevoegd.

Nieuwe conservator/adjunct-directeur.
In de vorige nieuwsbrief kondigden wij hem reeds aan: sinds 1 juli heeft het Airborne Museum ‘Hartenstein’ een nieuwe conservator/adjunct- directeur. Het is de 49-jarige Frans Smolders uit Nijmegen. Hij werd gekozen uit ca. 90 sollicitanten die hadden gereageerd op de advertentie voor deze vacature. Voorlopig is hij aangesteld voor twee jaar en hij wordt betaald uit een subsidie die de gemeente Renkum hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Wybo Boersma, die de afgelopen jaren het museum als directeur leidde en die, geheel onbetaald, ontzettend veel werk heeft verzet, stopt per 1 oktober met deze functie.

27 juli 2004. Frans Smolders, de nieuwe adjunct directeur/conservator van het Airborne Museum.
Frans Smolders heeft veel ervaring op het gebied van de inrichting van musea. Na zijn studie Kunsthistorie deed hij zijn kennis op in onder meer het Utrechtse Universiteitsmuseum en meer recent bij de samenvoeging van verschillende museale diensten in Apeldoorn.
Zijn belangrijkste taak in de toekomende twee jaar zal zijn het ontwikkelen van een beleidsplan voor de toekomst van het museum. Hoofdaandachtspunten zijn o.a. de modernisering van de totale expositie en een mogelijke uitbreiding van het museum.
Smolders is zeer onder de indruk van de prachtige en indrukwekkende collectie van het Airborne Museum en van alle kennis die er is samengebracht. Hij zou echter graag wat meer de aandacht willen vestigen op de menselijke verhalen die horen bij het getoonde materiaal. Nu ligt de nadruk op de militaire ooeratie, die in min of meer chronologische volgorde wordt behandeld. Er zou meer aandacht kunnen worden besteed aan de persoonlijke lotgevallen van de militairen, maar ook van de burgers, wiens wereld plotseling veranderde in een slagveld. Het gebrek aan ruimte in het museum vormt een belemmering voor de ontwikkeling van een moderne expositie. Huize Hartenstein is een monument, waaraan weinig kan worden veranderd. Daarom denkt Smolders aan een ondergrondse uitbreiding, met als voorbeeld het plan dat de Vereniging Vrienden enige jaren geleden heeft laten ontwerpen. Daardoor zal het ook mogelijk worden grote wissel-tentoonstellingen te organiseren.
Ook zou Smolders graag de ‘villa’ Hartenstein zelf weer meer tot haar recht willen laten komen. Nu zijn bijvoorbeeld alle ramen dichtgetimmerd met schotten, waardoor je als bezoeker bent afgesloten van de omgeving.
De aandacht van vooral de jongere museumbezoekers loopt snel terug bij een statische presentatie, en daarom zal er in de toekomst in het museum nog meer gebruik gemaakt gaan worden van moderne audiovisuele middelen en computer technieken. Ook zou een kleine filmzaal kunnen worden ingericht. De bibliotheek en het archief vormen volgens Frans Smolders een integraal deel van de museumcollectie. Dit materiaal kan beter worden ontsloten, geca-talogiseerd en gedigitaliseerd om een optimaal gebruik mogelijk te maken. Samenwerking en uitwisseling van gegevens met andere musea en archieven zal ook meer aandacht krijgen.
De financiële basis van het museum zal moeten worden verbreed en daarom zal worden geprobeerd om sponsors aan te trekken.
Frans Smolders hoopt samen met de twee andere vaste medewerkers Berry de Reus (logistiek manager) en Roland Boekhorst (behoudsmedewerker) en met de enthousiaste groep van twintig vrijwilligers het museum nog interessanter en leerzamer te maken dan het nu al is. De Vereniging Vrienden is uiteraard graag bereid daaraan mee te werken!

Themamiddag op 20 november
Op zaterdag 20 november a.s. organiseert onze ver-eniging wederom een themamiddag in de Concertzaal in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30-14.00 uur: Ontvangst van de leden
14.00-15.00 uur: Lezing van Alex Junier over het ‘2nd Battalion The South Stafford- shire Regiment’. Over dit bataljon schreef Alex, samen met Bart Smulders het boek ‘By Land Sea and Air’, dat in 2003 verscheen.
15.00-15.45 uur: PAUZE
15.45-16.30 uur: Vervolg van de lezing door Alex Junier.
Ca. 17.00 uur: Einde themamiddag.
Veteraan schenkt motormaaier
Op 13 juli j.1. vond op de Airborne Begraafplaats een zeer bijzondere gebeurtenis plaats. De 80-jarige Amhem-vetraan Frank Moore droeg een speciale, door hem zelf ontworpen, motormaaier over aan de staf van de Commonwealth War Graves Commission. In september 1944 was luitenant Frank Moore Troop Leader van F-Troop, 3rd Airlanding Light Regiment Royal Artillery. Tijdens de Slag om Arnhem stonden de 75mm Pack houwitsers van F Troop opgesteld in het weiland recht achter de Oude Kerk in het Benedendorp in Oosterbeek. Het Troop-hoofdkwar-


FOTO: GORDON ALLAN

13 juli 2004. Arnhem-veteraan Frank Moore geeft op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek een demonstratie van de door hem ontworpen motormaaier.

tier was gevestigd in de zuidvleugel van deze kerk. Een van de diorama’s in de kelder van het Airborne Museum toont F-Troop in actie.
Frank Moore ontsnapte in die periode verschillende keren aan de dood. Zo leidde hij op een bepaald moment vanuit de spits van de kerktoren het vuur van de houwitsers van het Light Regiment op posities van de Duitsers. Boven in die spits zat aan de oostzijde een klein luik, en vandaar uit had hij een goed overzicht over de omgeving. De Duitsers kregen dat echter in de gaten en een Duitse tank vuurde een salvo af, die de spits raakte vlak onder de plaats waar Moore en zijn verbindingsman zaten. Gelukkig wisten ze toch heelhuids naar beneden te komen. De tweede keer was in de avond van 25 sep-tember, toen Moore, staande bij de kerk, de lokaties van Duitse posities besprak met een Forward Observation Post officier van de 43e Wessex Divisie, kapitein Thomas ‘Zeke’ Rosé, die samen met een collega en enkele anderen de Rijn had weten over te steken. De Duitsers openden het vuur met een mitrailleur, waarbij ze Frank Moore rakelings misten, maar kapitein Rosé raakten. Die overleed de volgende dag. (zie hiervoor: Ministory 46 uit mei 1995: ‘Herinneringen van een veteraan van 30 Corps’, door majoor b/d Douglas G. Goddard, Royal Artillery, en het boek ‘Arnhem, The Airborne Battle’ door Martin Middlebrook, 1994/2004).
Zoals Frank Moore later schreef: ‘Naarmate de slag voortduurde, veranderde de positie van F-Troop steeds meer in een kraterlandschap. De banden van de houwitsers werden vernield door granaat- en mortiervuur, waardoor ze moeilijk waren te verplaatsen en te richten. De geschutsbemanningen moesten zichzelf diep ingraven in schuttersputten, die zij bedekten met lege munitiekisten en aarde, om zich enigszins te beschermen tegen granaat- en mortierinslagen. Maar iedere keer wanneer het bevel werd gegeven ‘Take Post’ (beman posities), kwamen alle artilleristen zonder aarzelen uit zijn schuttersputten om de vrijwel totaal onbeschermde kanonnen in het open veld te bedienen. Dit dwong grote bewondering af van de infanterie eenheden die in de buurt zaten ingegraven. Majoor Cain, die voor zijn rol tijdens de Slag om Arnhem het Victoria Cross kreeg, schreef later een brief waarin hij de standvastigheid en de moed van de geschutsbemanningen een voorbeeld noemde voor alle anderen, die de posities bij de Oude Kerk met hen deelden.
Frank Moore was een van de gelukkigen die aan het eind van de strijd over de Rijn kon terugtrekken. Hij werd gedemobiliseerd in 1948 en had vervolgens een lange en succesvolle carrière in de productie van landbouwmachines. Na zijn pensionering ging hij zich bezig houden met het ontwerpen van zeer geavanceerde motormaaiers voor grote gazons. Deze machines, die zijn voorzien van allerlei nieuwe technische snufjes, worden nu door zijn eigen bedrijf ‘Moore Mowers Limited’ in Beaminster (Dorset) vervaardigd. Frank Moore besloot onlangs om een speciaal ontworpen maaimachine te schenken aan de Commonwealth War Graves Commission voor gebruik op de Airbome Begraafplaats in Oosterbeek en op de andere begraafplaatsen in de regio, ‘ter herinnering aan alle oude vrienden en collega’s die daar zijn begraven’.

Engels Weekend 2005
Het is de bedoeling dat in juni 2005 in Oosterbeek het derde ‘Engelse Weekend’ zal worden georganiseerd voor onze leden uit het Verenigd Koninkrijk. Leden die daarvoor een plaats willen reserveren kunnen contact opnemen met Niall Cherry en ook voor nadere informatie kunt u bij hem terecht. Het programma zal ongeveer vergelijkbaar zijn met de twee vorige keren. Waarschijnlijk is er op zaterdag een wandeling langs een aantal historische locaties, waarna op zondag een wat langere tocht met (historische?) voertuigen zal worden gemaakt.
(Niall Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR4 1BD, United Kingdom,
e-mail: niall.cherry@baesystems.com)

 

FOTO: R.S. TJADEN-MODDERMAN

Foto van een onbekende lokatie in Arnhem, gemaakt op 17 september 1944. Waar is dit?

Wie weet het?
In de Tweede Wereldoorlog Fotocollectie van het Gelders Archief (opgebouwd door het toenmalige Gemeentearchief Arnhem) berusten onder andere afdrukken uit een bijzonder album. Het werd in de periode 1940-1945 aangelegd door Dr. R.S. Tjaden- Modderman, en bevat vele foto’s die door hem in de Gelderse hoofdstad werden gemaakt.
Een van die kiekjes hebben we hierbij afgedrukt. Helaas weten we alleen de datum: 17 september 1944. Wie kan vertellen wat er precies op te zien is? Zijn de rookwolken het gevolg van het geallieerde bombardement dat voorafging aan de luchtlandingen? Waar stond de fotograaf toen hij op het knopje drukte? Uw antwoorden graag naar de redactie! Overigens kwamen op de vorige Wie weet het?-vraag een gewaardeerd aantal reacties binnen. Daarop komen we in de volgende Nieuwsbrief terug.

Airborne Monument hersteld
Eerder dit jaar luidden leden van de Vereniging Vrienden en van de Monumenten Commissie de noodklok over de slechte toestand waarin het Airborne Monument tegenover het museum verkeerde. De aanwezigen bij de Jaarvergadering van de Vrienden zullen zich ongetwijfeld de levendige discussie over dit onderwerp herinneren. Deze actie heeft kennelijk resultaat gehad, want medewerkers van de gemeente zijn in juli j.1. druk bezig geweest met herstelwerkzaamheden. Delen van het metselwerk zijn vernieuwd, evenals veel gebroken of afgebrokkelde bakstenen. De originele gele, zachte baksteen, waaruit het gedenkteken in 1945 is opgetrokken, is erg gevoelig voor beschadiging en weersinvloeden. Men is er gelukkig in geslaagd om voor de restauratie bakstenen te vinden die vrijwel dezelfde kleur hebben als die van vlak na de oorlog, maar die wel veel sterker zijn. Eigenlijk zijn ook de beeldhouwwerken van Jacob Maris, die in het monument zijn verwerkt, toe aan grondige restauratie, maar dat moet te zijner tijd gebeuren door deskundigen.

Vliegtuigbom
Tijdens graafwerkzaamheden onder het spoorviaduct de Zypse Poort in Arnhem werd op 28 mei j.l. een vijfhonderd pond zware Britse vliegtuigbom gevonden. Onmiddellijk werd het werk gestaakt, de wijde omgeving afgezet en het treinverkeer stilgelegd. Bij nader onderzoek door het gewaarschuwde Explosieven Opruimings Commando (EOC) bleek dat de ontsteking er al af was, waardoor de bom als ongevaarlijk kon worden bestempeld. Het projectiel kon daardoor snel in een vrachtwagen naar het vernietigingsterrein bij de Schuytgraaf in Arnhem-Zuid worden gebracht. Dat de bom nu pas aan de oppervlakte kwam, terwijl er al ruim twee jaar aan de Zypse Poort werd gewerkt, is verklaarbaar. Pas eind mei werd namelijk de asfaltlaag verwijderd waaronder de bom zich bevond. Hij lag nog geen meter onder het oppervlak. Waarschijnlijk is dit een van de geallieerde bommen die op zondag 17 september 1944 werd afgeworpen tijdens de bombardementen die werden uitgevoerd voordat de geallieerde luchtlandingen zouden plaats vinden. Het belangrijkste doel in die omgeving was de Willemskazerne, die door de Duitsers werd gebruikt. De kazerne, die bij deze aanval geheel werd verwoest, stond op de plaats van het huidige Gele Rijdersplein. Het is onduidelijk waarom het ontstekingsmechanisme ontbrak Misschien heeft men die in Engeland vergeten te monteren. Het gelukkige gevolg is wel dat de bom daardoor niet is ontploft en daarmee de Zypse Poort deze aanval heeft overleeft en nog bijna zestig jaar heeft kunnen bestaan! Inmiddels is de oude poort vervangen door een nieuwe. In een van de volgende nummers hopen we op dit bombardement terug te komen.

Foto’s gevraagd
Volgend jaar, in juni 2005, bestaat de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum 25 jaar. Deze mijlpaal willen wij uiteraard niet ongemerkt voorbij laten gaan. In een volgend nummer van de nieuwsbrief zullen wij u daarover berichten. Een van de initiatieven die voor dit jubileum naar voren is gebracht, is het maken van een kleine tentoonstelling en/of bescheiden fotobrochure over 25 jaar Vereniging Vrienden. Daarvoor zoeken wij foto’s van excursies, vergaderingen, themadagen, etc. Wanneer u in het bezit bent van dergelijk beeldmateriaal en dat ter beschikking wilt stellen, laat u dat dan even weten door middel van een kort briefje of e- mail aan het bestuur (zie Colofon). Er wordt dan t.z.t. contact met u opgenomen. Alvast veel dank voor uw medewerking!

Nieuws van Niall
Van onze vertegenwoordiger in Groot Brittannië, Niall Cherry, ontvingen wij het volgende bericht: Afgelopen februari overleed Sir John Killick. De ‘kenners’ van de Slag om Arnhem weten ongetwijfeld dat hij in september 1944 commandant was van het 89th Parachute Field Security Section. Op 18 september 1944 werd kapitein J.E. Killick, toen hij op patrouille was in de Weerdjesstraat in Arnhem op de gevoelige plaat vastgelegd door de Joodse fotograaf Sem Presser. Het is mijns inziens een van de beste foto’s van de Slag om Arnhem. Hij staat o.a afgebeeld op pagina 87 van het boek van David van Buggenum, ‘B Company Arrived’, dat in 2003 verscheen. Op de foto is te zien dat Killick op zijn rechterbeen een holster met wapen draagt. Dit was een Duits Luger pistool. Vorig jaar vertelde hij mij hoe hij hier aan was
gekomen en dit verhaal wil ik graag vertellen in een van de volgende nummers van de Nieuwsbrief ‘.

‘Oosterbeek For ever England’
Op zaterdag 31 juli werd in het Airborne Museum het boekje ‘Oosterbeek For ever England’ gepresenteerd. Het is het resultaat van een studie die auteur Jan Crum, (1940) heeft gedaan naar de grafteksten op de stenen op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek. De teksten verraden vaak iets over de persoonlijke achtergrond van de gesneuvelden. De nabestaanden mochten aangeven welke woorden zij op de steen wilde hebben. Sommigen kozen voor zeer persoonlijke, ontroerende teksten, anderen voor meer algemene woorden. Jan Crum heeft in zijn boekje de teksten in verschillende categorieën verdeeld, zoals verdriet, herinnering, opoffering en bewondering. Van alle opgenomen teksten heeft hij de achtergrond proberen na te gaan. Het boekje is een hommage aan alle militairen die tijdens de Slag om Arnhem hun leven gaven.
Het eerste exemplaar werd aangeboden aan oudstrijder Norman Rawlings, die speciaal voor deze gelegenheid uit Groot Britannië was overgekomen. ‘Oosterbeek. For ever England’, door Jan G. Crum, (ISBN 90-75665-65-2) verscheen bij Uitgeverij Kontrast in Oosterbeek Het boek is tweetalig, Nederlands en Engels, en telt 96 pagina’s. Het is geïllustreerd met foto’s. De prijs bedraagt 15 Euro.

Bodemvondsten op Papendal
Evenals op andere plekken in deze regio vind je ook op het terrein van het sportcentrum Papendal, ten noorden van Oosterbeek, nog schuttersputten uit de Slag om Arnhem. Philip Reinders heeft het afgelopen jaar een groot aantal van deze putten onderzocht en daarbij het nodige materiaal uit de grond gehaald. Dit werd in augustus en september tentoongesteld in de hal van het hotel- en congrescentrum van Papendal.
Een van de meeste opmerkelijke vondsten was een Frans geweer uit de Eerste (!) Wereldoorlog. Waarschijnlijk hebben de Duitsers het wapen, dat uit ca.1917 dateert, in 1940 in Frankrijk buitgemaakt. Dit soort wapens werd later in de oorlog vaak uitgedeeld aan de troepen van mindere kwaliteit in het Duitse leger, toen er een gebrek kwam aan eigen bewapening. Een ander merkwaardig object, dat uit een van de schuttersputten kwam, was een potje waarin kaviaar had gezeten!

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232,6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/Iedenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Nieuwe adjunct-directeur en voorzitter
Per 15 juni jl. is de heer Frans Smolders in dienst getreden van de Stichting Airborne Museum in de functie van adjunct-directeur/conservator. Een deel van zijn taak zal bestaan uit het maken van een beleidsplan voor de toekomst van het museum. Dit plan zal dan via het bestuur aan de gemeente worden aangeboden. Verder bestaan zijn werkzaamheden uit fondsenwerving, de presentatie van de collectie, en de organisatie binnen het museum. Daarnaast zal een herverdeling van taken plaatsvinden binnen de vaste staf. Frans Smolders was tot voor kort werkzaam als kunsthistoricus en conser-vator van het Apeldoorns Museum, en heeft ook ruime werkervaring in andere musea.
Tot voorzitter van het bestuur van de Stichting Airborne Museum is benoemd de heer A.P. de Vries uit Ellecom. De heer De Vries is in verschillende functies werkzaam geweest bij de politie, laatstelijk als plaatsvervangend korpschef van de politieregio Gelderland-Midden. Hij volgt in de stichtingsfunctie de heer J.W. van Slooten uit Oosterbeek op, die deze taak tijdelijk vervulde sedert het vertrek van de heer J.W. Vertinden. De heer Van Slooten blijft deel uitmaken van het bestuur.

Stoffelijke resten Veerweg
In het nummer van onze Nieuwsbrief van december 2003 berichtten wij over de vondst van stoffelijke resten van een geallieerde soldaat in een tuin aan de Veerweg in Oosterbeek. In april vorig jaar kwam een team van de Bergings en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BID) naar de zuidwestelijke Veluwezoom, en adjudant Fred Bolle en sergeant-majoor Geert Jonker brachten daar een bijna compleet skelet van een Britse militair boven de grond. Het onderzoek dat vervolgens door de BID werd uitgevoerd, leidde spoedig tot een positieve identificatie. Het rapport werd naar de verantwoordelijke instanties in het Verenigd Koninkrijk gestuurd, en vervolgens bleef het stil. Inmiddels heeft de BID de naam van de betrokkene vrijgegeven. Het gaat om soldaat Arthur Poster, van het lle Peloton van de B Compagnie van Ist (Airborne) Battalion, The Border Regiment. Op 27-jarige leeftijd kwam hij op 21 september 1944 om
het leven. We mogen aannemen dat het gebeurde in de omgeving waar zijn veldgraf werd aangetroffen. Een vier centimeter groot gat in zijn schedel doet veronderstellen dat een granaatscherf hem van het leven heeft beroofd.
Vorig jaar rond deze tijd was er gegronde reden om ervan uit te gaan dat de militair in september 2003 een laatste rustplaats zou krijgen temidden van zijn kameraden op het daarvoor aangewezen oorlogs- kerkhof: het Arnhem (Oosterbeek) War Cemetery. Helaas bleek dat niet het geval te zijn. Zoals gewoonlijk maalden de molens van de Britse overheid tergend langzaam.
Zelfs is het zo dat ook nu, een jaar later, het niet zeker is dat Arthur Fosters herbegrafenis zal plaatsvinden tijdens de a.s. Airborne herdenkingsperiode! Blijkbaar is het nog steeds niet gelukt nabestaanden te traceren, hetgeen wellicht niet verwonderlijk is als je je realiseert dat een westers land als het Verenigd Koninkrijk anno 2004 niet over zoiets als een bevolkingsregister beschikt! Het blijft dus een uitermate trieste en zeer betreu- renswaardige zaak dat de stoffelijke resten van een militair die voor de bevrijding van ons land is gevallen, onder de hoede zijn van de BID in Bussum, in plaats van begraven te worden op het Airborne Kerkhof in Oosterbeek.
(Geert Maassen)

Soldaat Arthur Foster, B Compagnie, Border Regiment, die op 21 september 1944 sneuvelde in de tuin van een huis aan de Veerweg in Oosterbeek. Zijn stoffelijke resten werden in het voorjaar van 2003 gevonden bij graafwerkzaamheden.

Nieuws van Niall
In 1975 kocht ik als schooljongen mijn eerste boek over de Slag om Arnhem. Dit was ‘Remember Arnhem’ door John Fairley. Sindsdien heb ik een groot aantal publicaties verzameld over Operatie Market Garden en over de Britse luchtlandingstroepen. In sommige van deze boeken wordt beweerd dat alle leden van het Royal Army Medical Corps (RAMC) behoorden tot de groep ‘gewetensbezwaarden’, en dat zij altijd ongewapend waren. Deze bewering heeft mij altijd geïrriteerd omdat dit onjuist is. Op een van de beroemde ‘Arnhem-foto’s’ is duidelijk het bewijs te zien. De afbeelding die ik bedoel is Imperial War Museum foto nummer BU 1105, van Corporal Midge Mills, RAMC, geknield bij het veldgraf van Trooper Edmond van het lst Airborne Reconnaissance Squadron, achter het huis Duitsekampweg 9 in Wolfheze. Op deze foto is duidelijk te zien dat Cpl. Mills een revolver of pistool in een tas aan zijn koppelriem draagt.
In de afgelopen jaren heb ik met een groot aantal veteranen van het RAMC gesproken, en, een enkele uitzondering daargelaten, niemand kon zich herinneren dat een van hun kameraden gewetensbezwaarde was.
Één geval was bij mij bekend. Dit betrof soldaat E. Hewitt, RAMC, die sneuvelde gedurende de strijd in Noord-Afrika. Hij was gewetensbezwaarde, en als hospitaalsoldaat toegevoegd aan het lst Parachute Battalion.
Ik was daarom verrast toen ik begin dit jaar een brief ontving van de zoon van een ex-lid van de 181 Airlanding Field Ambulance, die kort tevoren een exemplaar van mijn boek ‘Red Berets and Red Crosses’ had verkregen. Zijn vader, soldaat Cecil Charles Huil, RAMC, had als 28-jarige aan de luchtlandingsoperatie bij Arnhem deelgenomen. In een bij de brief gevoegd artikel uit de ‘Wood Green Observer’ van 14 oktober 1944, gewijd aan de vijf mannen uit Wood Green die bij Arnhem waren, wordt soldaat Huil expliciet aangeduid als gewetensbezwaarde.
Dit is volgens mijn informatie het eerste duidelijke bewijs dat een gewetensbezwaarde aan de Slag om Arnhem heeft deelgenomen. Wanneer er mensen zijn die iets weten over andere gewetensbezwaarden bij Arnhem, dan zou ik graag wat van hen horen.
Volgens een vriend van mij hadden alle gewetens-bezwaarden een legernummer dat begon met ‘95’. Dat gaf aan dat zij behoorden tot het NCC, het Non Combatant Corps. Het legernummer van soldaat

18 september 1944, Wol/heze. Corporal Mills uan het RAMC knielt bij het veldgraf van Trooper Edmond. Duidelijk is te zien dat Mills aan zijn koppelriem een tas met pistool of revolver draagt.
(FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUM, LONDEN)

Het was echter 7687687, een ‘normaal’ RAMC-num- mer. Dat zou betekenen dat de theorie van mijn vriend niet klopt.
Nogmaals, wanneer er iemand is die hierover meer weet, dan zou ik dat graag horen. Mijn adres: Niall Cherry, 3 Church Road, Warton, Lancs, PR41BD, United Kingdom, e-mail: niall.cherry@baesystems.com (Niall Cherry)

Ede in Wapenrok
Onder de titel ‘Ede in Wapenrok’ verscheen op 27 mei jl. een boek over twee eeuwen militaire geschiedenis in de gemeente Ede. Het werd geschreven door ons lid Evert van de Weerd uit Ede, in samenwerking met de Barneveldse archivaris Gerjan Crebolder. Beide heren hebben reeds verschillende boeken over militaire historie op hun naam staan.
Het onderwerp van deze nieuwe studie is het garnizoen Ede, maar ook de ruime omgeving. Dit gebied is vanouds een belangrijk militair centrum geweest, en ook in de TWeede Wereldoorlog is er veel gebeurd. De geïnteresseerden in de jaren 1940-1945 vinden in het deel over Bezetting en Bevrijding een schat aan informatie, uiteenlopend van de opbouw van de Duitse vliegbasis Deelen en het vliegveld De Harskamp, tot een gedetailleerde beschrijving van de bevrijdingsoperaties in dit deel van de Veluwe in april 1945.
Hoofdstuk 6 is gewijd aan de Slag om Arnhem, voor zover deze zich voltrok op het grondgebied van de gemeente Ede. De auteurs geven een systematische en gedetailleerde beschrijving van de gebeurtenissen zoals die zich op de grond en in de lucht afspeelden. Daarbij komen verschillende aspecten naar voren die eerder niet of nauwelijks aandacht kregen. Uit de veelheid van onderwerpen zullen we er enkele noemen. Zo wordt ingegaan op het feit dat Ede op zondagochtend 17 september 1944 niet twee, maar drie keer is gebombardeerd, en worden de organisatie en de acties van de Duitse ’Westgruppe’ op de Ginkel geanalyseerd. Van alle zes Dakota’s, met mannen van de 4e Parachutisten Brigade, die op 18 september 1944 crashten, is het verhaal beschreven. Dat geldt ook voor de lotgevallen van de ca. 130 man die op dezelfde dag ver van de Ginkel werden gedropt. Verder komen o.a. aan bod de rol van het Edese Verzet, en de Operaties Pegasus I en II. Het boek is prachtig uitgevoerd, telt niet minder dan 492 blad-zijden, en ca. 450 foto’s, kaarten en diagrammen. Dat de prijs slechts 19.50 euro bedraagt, is mede mogelijk gemaakt door een aantal sponsors. ’Ede in Wapenrok’, ISBN 90-701506-3-8, werd uitgegeven door de Koninklijke BDU Uitgeverij in Barneveld, en is verkrijgbaar in het Airborne Museum Hartenstein

September 1944, een Britse patrouille ergens in Oosterbeek. Waar precies werd deze foto genomen?
(FOTO: IMPERIAL WAR MUSEUM, LONDEN)

Schuttersputten hersteld
Op zaterdag 1 mei jl. heeft een groep vrijwilligers op het terrein van het Sportcentrum Papendal, even ten noorden van de spoorlijn Utrecht-Arnhem, een aantal schuttersputten uitgegraven waarin Brigadier Hackett op 19 september 1944 om ca. 11.00 uur zijn hoofdkwartier van de 4e Parachutisten Brigade vestigde. Nadat die dag de Britse opmars over het terrein van de Johannahoeve ter hoogte van de Dreyenseweg was vastgelopen, en de gliders met de artillerie van de Poolse Para Brigade waren gearriveerd, werd besloten de daar opererende eenheden naar het westen terug te trekken, en via de spoorwegovergang in Wolfheze en de tunnel in de spoordijk oostelijk daarvan, naar het gebied van de Bilderberg ten zuiden van de spoorlijn te verplaatsen. Het hoofdkwartier van de 4e Brigade verliet de betreffende schuttersputten in de late namiddag van 19 september 1944.
Het uitgraven van de putten tot hun oorspronkelijke diepte werd georganiseerd door Philip Reinders, die daarover overleg had gehad met Willem Wichhart en Frieda Geest van het Sportcentrum Papendal. De gaten zijn vervolgens omheind, zodat mensen of dieren er niet per ongeluk in kunnen vallen.

Locatie foto gezocht
Het is waarschijnlijk een van de meest gepubliceerde foto’s van de Slag om Arnhem. Een patrouille van vier Britse soldaten loopt door een ruïne van een gebouw ergens in Oosterbeek. Sergeant Mike Lewis, een van de drie cameramannen van de Army Film and Photographic Unit (AFPU) legde deze scène vast tussen 23 en 25 september 1944. Uit de ‘Dope Sheet’ waarop Lewis zijn opnamen noteerde, blijkt dat het gaat om foto 8 van film 4. Alle zeven andere afbeeldingen op deze rol werden door hem genomen bij Hotel Hartenstein, en het ligt voor de hand dat ook foto 8 in die omgeving is gemaakt. De vraag is echter waar precies?
De opname is vrijwel zeker geen echte actiefoto. De scène is geposeerd, want de patrouille loopt op de fotograaf toe. Op de grond ligt een grote hoeveelheid betonijzer en een stapel metalen pijpen. De ruimte waarin de mannen zich bevinden, heeft waarschijnlijk geen dak (meer), want het lijkt erop alsof alles zich in daglicht afspeelt.
Ons is niet bekend dat iemand in de afgelopen 59 jaar een goed antwoord heeft kunnen geven op de vraag waar deze situatie fotografisch werd vastgelegd. Daarom doen wij een beroep op onze leden om dit raadsel op te lossen. Vooral Oosterbekers die in september 1944 in het dorp woonden, herinneren zich misschien waar in de buurt van Hartenstein dit soort bouwmaterialen lag opgeslagen. De redactie wacht met spanning uw reacties af!

‘De Plek, Oosterbeek, september 1944’ Het onlangs uitgekomen boekje ‘De Plek, Oosterbeek, september 1944’ is de eerste in een serie waarin schrijvers markante plaatsen onder de loep nemen. In dit eerste deel vertelt de journalist Frans van Deijl over een plek die een rol speelde bij de Slag om Arnhem. Bij het lezen vragen we ons af wat de auteur met het maken van dit boekje voor ogen heeft gestaan. Wilde hij een fictieve plek beschrijven? Dan kon hij ook ten aanzien van de geschiedkundige bijzonderheden zijn fantasie laten gaan. Hij schrijft echter over een bestaande plek, maar neemt het met de historie niet zo nauw. Hoewel het geruime tijd duurt voor zelfs de insider door heeft welke plaats hij bedoelt (ook het bijgevoegde kaartje geeft geen uitsluitsel), blijkt het de laagte in het terrein ten noordwesten van Harten- stein te zijn, die de Britten ‘the Hollow’ noemen. Na de terugtrekking vanaf de Johannahoeve verzamelde Brigadier Hackett er een klein deel van zijn 4e Parachutisten Brigade, en daar vandaan brak hij later door naar het hoofdkwartier bij Hartenstein.
We zullen maar niet alle historische onjuistheden in het boek aangeven, maar slechts twee pagina’s noemen. Pagina 5: Er streden geen Amerikaanse en Canadese troepen in Oosterbeek en omgeving; de le Britse Luchtlandingsdivisie bestond niet uit twintigduizend man; er waren geen tweeduizend vliegtuigen met zweeftoestellen op weg naar Arnhem; de divisie had geen 330 kanonnen; na de landingen volgde niet de operatie Market Garden, ze was er deel van; twee parachutistenbataljons, de le en 3e> werden niet uiteengeslagen op weg naar de brug. Pagina 6: Na het bereiken van de Rijnbrug vormden de overige parachutisten geen bruggenhoofd in Oosterbeek om Frost en zijn eenheid later af te lossen; het verhaal en de locatie van de Duitse eenheden bij Arnhem is onjuist; Frost zwom niet met tweeduizend man over de Rijn. Zo zijn er nog 62 andere pagina’s, maar gelukkig is het boekje niet te dik. Niet kopen dus, tenzij u een avond wilt puzzelen.
‘De Plek’, door Frans van Deijl, werd in 2003 uitgegeven door Kempen Uitgevers, Zaltbommel. ISBN 90 6657 092 x, 64 pagina’s. Het boekje wordt niet in het Airborne Museum verkocht, maar is wel verkrijgbaar bij de boekhandel.
(W. Boersma)

‘Oorlog in Oosterbeek’
Eind vorig jaar verscheen voor de jeugd een alleraardigst boekje over de Slag om Arnhem. Uit de tekst blijkt dat de schrijver, Jan van Reenen, zich ter plaatse goed heeft georiënteerd. Verschillende scènes die hij in zijn verhaal verwerkt heeft, zijn voor insiders herkenbaar. Zoals de moeder die een foto van haar zoontje maakt terwijl hij op de loop van een kanon zit, of kinderen die chocolade krijgen. Het verhaal, hoewel natuurlijk fantasie, doet echt aan.
Een Oosterbeekse jongen, Frans, beleeft in september 1944 de luchtlandingen en de daaropvolgende gevechten. In eerste instantie is het één groot avontuur, totdat een gewonde Britse soldaat bij zijn ouders in de kelder onderdak vindt. Dan is de oorlog angstig dichtbij. Zeker als later ook nog een Duitse gewonde wordt binnengebracht. Uiteindelijk wordt de Engelsman gered, en ziet Frans hem jaren later bij een herdenking terug.
Het verhaal heeft misschien weinig diepgang, maar is eenvoudig geschreven, en zeker geschikt voor kinderen van groep 8. Een van de weinige moderne kinderboeken over de Slag om Arnhem dat zijn weg naar de jeugdige lezertjes wel zal vinden.
‘Oorlog in Oosterbeek’, door Jan van Reenen, verscheen in 2003 bij uitgeverij Den Hertog BV, Houten. ISBN 90 331 1736 3, 94 pagina’s, geïllustreerd.
(W. Boersma)

Oproep
Van ons lid Hans Molier uit Roosendaal ontvingen wij het verzoek tot plaatsing van de volgende oproep: ‘Op 16 mei jl. heeft de STIWOT (Stichting Informatie Wereldoorlog Twee), een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor informatieverstrekking over de Tweede Wereldoorlog, door het opzetten en onderhouden van (hoofdzakelijk Nederlandstalige) websites op het internet, een nieuwe site gelanceerd, namelijk www.ww2awards.com. Deze site, die in de Nederlandse èn in de Engelse taal verschijnt, is gevuld met een grote hoeveelheid informatie over tijdens de Tweede Wereldoorlog uitgereikte onderscheidingen en de ontvangers daarvan. Al meer dan een jaar is een team bezig met de ontwikkeling van deze internet-site. Er is al erg veel materiaal over het betreffende onderwerp bijeengebracht, maar er wordt nog steeds naar aanvullende gegevens gezocht. Daarvoor doen wij een beroep op u. Mocht u in het bezit zijn van foto’s of informatie over onderscheidingen, en wilt u die voor de site beschikbaar stellen, neemt u dan contact met ons op. Misschien heeft u zelf, of een familielid, tijdens de Tweede Wereldoorlog een onderscheiding ontvangen. Wij horen dan graag uw verhaal, en foto’s en aanvullende informatie zijn daarbij ook van harte welkom. U kunt deze gegevens via de website aan ons mailen. Mocht u niet over een internetverbinding beschikken, dan kunt u contact opnemen met Hans Molier, Susannadonk 123, 4707 WT Roosendaal, telefoon 0165-554531.’

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum Oosterbeek (Utrechtseweg 232, 6862 AZ Oosterbeek) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: vvamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download


Van de redactie
Zoals u ziet heeft de Nieuwsbrief een geheel nieuw uiterlijk gekregen. In de uitnodigingsbrief voor de Jaarvergadering, die u begin maart van ons kreeg, hadden wij dit al aangekondigd. De nieuwe vormgeving is ontworpen door Michel Hildebrand uit Wageningen, die de afgelopen jaren o.a. de omslagen en layout van verschillende boeken over de Slag om Arnhem, zoals bijvoorbeeld ‘B Company Arrived’ en ‘By Land, Sea and Air’, heeft verzorgd. Ook ontwierp hij voor het Airborne Museum affiches voor tentoonstellingen en omslagen voor verpakkings- dozen voor video’s en DVD’s.
De voorbereidingen voor de ‘facelift’ van de Nieuwsbrief en het moderniseren van het produc-tieproces hebben helaas meer tijd gekost dan was voorzien, mede als gevolg van een aantal technische problemen en het feit dat geheel onverwachts onze ‘huisdrukkerij’ in Oosterbeek falliet ging. Vandaar de wat late verschijning van het eerste vernieuwde nummer.
Vooral in dit 60e herdenkingsjaar van de Slag om Arnhem zullen veel gedenkwaardige gebeurtenissen plaats vinden. Door middel van onze Nieuwsbrief hopen wij u daarover regelmatig te berichten.
Naar aanleiding van reacties van leden, hebben we tevens besloten om de Nieuwsbrief voortaan ongevouwen in A4 enveloppen te versturen.

Nieuw bestuurslid
Op de 24e Jaarvergadering, tevens Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, die op zaterdag 4 april jl. in de Concertzaal in Oosterbeek werd gehouden, is tot nieuw bestuurslid gekozen de heer Ivar R.M. Goedings uit Oosterbeek. De heer Goedings, die in Oosterbeek werd geboren, is 35 jaar oud en werkt als advocaat in Ede. Hij houdt zich al jaren bezig met militaire geschiedenis. Vooral de Slag om Arnhem heeft al van jongs af aan zijn speciale belangstelling en hij heeft een uitgebreide bibliotheek over dit onderwerp. Daarnaast gaat zijn inte-resse o.a. uit naar de strijd aan het Westelijk Front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daarvoor bezoekt hij regelmatig de voormalige slagvelden bij leper en bij de Somme.

‘We Will Remember Them, 1944-2004’
Op 21 april jl. werd in het Airborne Museum de ten-toonstelling ‘We Will Remember Them, 1944-2004’ geopend door Drs. J.C. van Waveren, Wethouder voor Ruimte en Monumenten van de gemeente Renkum. Op deze expositie wordt een beeld gegeven van allerlei aspecten van de herdenkingen van de Slag om Arnhem, zoals die in de afgelopen zestig jaar plaats vonden. Aandacht wordt besteed aan de jaarlijkse ‘Pilgrimages’, de dienst op de Airborne Begraafplaats, de oprichting van monumenten, het uitgeven van speciale souvenirs, gedenkpenningen, gedenkborden en herdenkingsenveloppen, de Airborne Wandeltocht, en nog vele andere onderwerpen. Het gr ootste deel van de foto’s en voorwerpen op de expositie is afkomstig uit de collectie van het museum, maar een aantal zaken is geleend uit particuliere verzamelingen. De expositie loopt tot 1 november van dit jaar.

Na de opening van de tentoonstelling ‘We Will Remember Them’ bekijken burgemeester Bruinooge van Renkum en mevrouw Van Slooten, echtgenote van de voorzitter van de Stichting Airborne Museum, Mr. J. van Slooten, de vitrine met gedenkpenningen.

‘Theirs is the Glory’ nu ook op DVD
Sinds kort is de film ‘Theirs is the Glory’ ook op DVD verkrijgbaar. Een groot deel van de opnamen voor deze film werd in augustus en september 1945 gemaakt in de ruïnes van Arnhem en Oosterbeek. Er werden geen acteurs gebruikt, maar Britse militairen die het jaar ervoor zelf deel hadden genomen aan de Slag om Arnhem. De première vond plaats op 17 september 1946. Enige jaren geleden werd de film op video gezet. De nu uitgebrachte DVD is uitsluitend verkrijgbaar in het Airborne Museum. De prijs bedraagt € 32,50.

Nieuws van Niall
Kortgeleden nam een aantal Britse leden van de Vereniging Vrienden contact met mij op naar aanleiding van een object dat op de internet veiling-site Ebay te koop werd aangeboden. Het bleek te gaan om een battledress-jasje dat zou hebben toebehoord aan Colonel Graeme Warrack, in september 1944 ‘Divisional Chief Doctor of the British Ist Airborne Division’.
Het uniformstuk moest volgens de aanbieders minimaal 700 Pond (ca. 1000 Euro) opbrengen. In de advertentie werd het jasje met alle distictieven, waaronder een parachutistenwing, tot in detail beschreven, inclusief de initialen ‘GW’ op een klein label, dat aan een binnenzak was bevestigd. Bij de ‘medal ribbons’ werd o.a vermeld de MBE en het Military Cross. Een korte samenvatting over zijn belevenissen besloot de tekst. Nadat ik bovenstaande advertentie had gelezen, begonnen bij mij de bellen te rinkelen. Ik nam contact op met de conservator van het Army Medical Services Museum, Captain Peter Starling, die overigens ook lid is van de Vereniging Vrienden. Samen kwamen we tot de conclusie dat Warrack nooit een Military Cross heeft gewonnen, geen MBE had en nooit een parachutistenopleiding had gevolgd. Ik schreef de aanbieders dat ik de originaliteit van het uniformjasje in twijfel trok, maar zij hielden vol dat het echt was. Toch haalden ze het van de Ebay site om het vervolgens op hun eigen website te koop aan te bieden met een minimale prijs van 1000 Pond (ca. 1400 Euro)!
Zelf zou ik uiteraard nooit op een dergelijk object hebben geboden, maar de les die we hier uit moeten trekken is: laten geïnteresseerden op hun hoede zijn! Klaarblijkelijk zijn er mensen die ‘Arnhem’ objecten zelf fabriceren en daar veel geld mee hopen te verdienen!
(Niall Cherry)

Social Evening druk bezocht
Vrijdagavond 13 februari jl. hield de Vereniging Vrienden weer een ‘Social Evening’ in het Airborne Museum. Deze keer waren ook niet-leden welkom, om kennis te kunnen maken met een van de activiteiten van de vereniging. Ook voor hen was de toegang tot het museum gratis, evenals de koffie. Aad Groeneweg en Robert Sigmond hadden de bibliotheek en het archief opengesteld en waren de gehele avond beschikbaar om vragen te beantwoorden. Hiervan hebben ruim 65 mensen gebruik gemaakt. Roland Boekhorst had in de ruimte voor tijdelijke exposities een groot aantal voorwerpen tentoongesteld, die in de afgelopen tijd zijn opgegraven op het bouwterrein ‘De Schuytgraaf.

Social Evening, 13 Februari 2004. Ouders wijzen hun kinderen op de maquette in het Airborne Museum de plaatsen aan, die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de Slag om Armhem. In het midden onze voorzitter Ben Kolster.
FOTO: BERRY DE REUS

Dit gebied, dat ligt tussen het dorp Driel en de spoorlijn Arnhem- Nijmegen, was op 21 september 1944 het droppings- terrein voor de Poolse Parachutistenbrigade. In de daarop volgende maanden is er door zowel eenheden van de Amerikaanse 101ste Airborne Divisie als door verschillende Britse legeronderdelen gevochten. Bij het bouwrijp maken van dit terrein is veel oorlogsmateriaal gevonden. Roland gaf aan de hand van voorbeelden uitleg over de manier waarop het materiaal wordt schoongemaakt, geconserveerd en geregistreerd.
Hans van der Velden had uit zijn collectie een groot aantal noodrantsoenen in verschillende verpakkingen tentoongesteld en Ron van Slobbe toonde materiaal over de Arnhemse Rijnbrug en omgeving. Een leuke bijkomstigheid op die avond was dat een van de bezoekers met een grote, in goede staat verkerende Duitse militaire kijker binnen kwam en die cadeau gaf aan het museum!
De avond als geheel was zeer geslaagd. Maar we hopen dat er de volgende keer meer leden van de vereniging delen uit hun collectie of resultaten van hun onderzoek kunnen tonen. Er zijn ongetwijfeld meer dan twee leden die materiaal of documenten hebben, die ook voor anderen interessant zijn. Voor de volgende ‘Social Evening’ kan men zich nu alvast, vrijblijvend, opgeven bij Eugène Wijnhoud. (W. Boersma)

Een Duitse marinefoto
Een aantal jaren geleden werd een tot dan toe onbekende serie foto’s van de Slag om Arnhem ontdekt in het Bundesarchiv te Koblenz. Een fotograaf van de Kriegsmarine bleek zijn camera met name in de omgeving van de Dreyenseweg en Amsterdamseweg te Oosterbeek/Arnhem gehanteerd te hebben. Rond 20 september 1944 schoot hij twee rolletjes vol. Het betreft opnamen van o.a. Duitse militairen en voertuigen, geallieerde vliegtuigen (Stirlings, Spitfires en Dakota’s), een personenauto, en bevoorradingscon- tainers. Het zijn voornamelijk actiefoto’s, maar er zijn ook geposeerde scènes bij. Een aantal afdrukken laat een Duits pantservoertuig zien. Het behoorde tot de SS-Panzer-Aufklarungs- Abteilung 9, de verkenningsafdeling van de 9. SS- Panzer-Division Hohenstaufen’. Van die eenheid werden 10 Schützenpanzerwagen (SPW) en andere gepantserde voertuigen in de omgeving van Oosterbeek ingezet. Daar vochten ze onder commando van de Kampfgruppe Spindler. De hierbij afgedrukte foto toont een Sd.Kfz. 250/3 ‘neu’ (nieuw) op de Dreyenseweg, op woensdag de 20e. De machinegeweerschutter vuurt met zijn MG42 in de richting van het noordelijke deel van Oosterbeek. Dit Sonderkraftfahrzeug is een uitstekend voorbeeld van de conditie waarin de meeste voertuigen van de divisie verkeerden. Vuil en vies waren ze, niet zozeer van de modder en het stof, maar meer door olie- en vetvlekken. Met krassen, en ‘uitgewoonde’ rups- en gewone banden, en soms zwaar beschadigd.
Deze SPW rijdt bijvoorbeeld nog rond hoewel een van de achterste buitenwielen ontbreekt. De voorste spatlappen zijn er ook niet meer, en het meest vreemde is het feit dat het achterste deel van de rechter voorraadkast is verdwenen. Het lijkt er bijna op dat het er is afgezaagd, want de breuklijn is zo mooi en gaaf dat het bijna niet opvalt dat iets ontbreekt.
Het geschilderde nummer (7203) is waarschijnlijk zwart met een witte rand. Het is duidelijk in grote haast aangebracht, want het is niet netjes afgewerkt. Het camouflagepatroon bestaat uit een donkergele ondergrond met roodbruine en groene vlekken. De schutkleur wordt verder versterkt door de vele vet- en olievlekken.
Ondanks de matige conditie van het voertuig was het een formidabele tegenstander van de licht bewapende parachutisten.
De hierboven beschreven foto is in een aantal recent verschenen boeken te vinden, maar de betrokken auteurs wisten tot voor kort niet wie de maker was. Via een privé-collectie uit Zweden zijn we er nu achter hoe die vork in de steel zit. Dankzij het Arkiv Mirko Bayerl weten we dat achter op een originele afdruk van de foto staat: “Panzergrenadiere nach vorn! Panzergrenadiere greifen im Panzerschützenwagen in einer schwierigen Situation gegen britische Fallschirmspringer ein. PK/M L 5214 Wb PK-Aufnahme: Kriegsberichter Höppner”.
Ofte wel: “Pantsergrenadiers naar voren! In een moeilijke situatie komen pantsergrenadiers in een pantserwagen in actie tegen Britse parachutisten.”
Op 31 oktober 1944 werd de bewuste foto door het Duitse Propaganda-Ministerium vrijgegeven voor publicatie. De afkorting PK/M verwijst naar het feit dat de fotograaf behoorde bij een Propaganda- Kompanie van de Marine.
Duidelijk is nu dus dat ene Höppner de bewuste gevechtsacties op de gevoelige plaat heeft vastgelegd. Helaas weten we verder niets van de man. Wel is bekend dat hij meer foto’s van de Slag om Arnhem heeft gemaakt dan degene op de twee Bundesarchiv-rolletjes. Zie onder andere het boek “Operation ‘Market-Garden’ Then and Now” van Karei Margry (2002), waarin drie stuks met zijn naam erbij zijn afgebeeld.
Het Koblenz-archiefnummer van deze foto luidt 2KBK771/30. De betekenis van het eerste deel daarvan is II Kriegsberichter Kompanie (Kriegsmarine).
Wat die II betekent, is niet bekend. Wellicht duidt het op de tweede compagnie. Tot zover het verhaal van een foto. De gegevens in dit stukje werden verzameld en op een rijtje gezet door Geert Maassen, met


FOTO: BUNDESARCHIV, KOBLENZ

Het Duitse pantservoertuig dat Kriegsmarine-fotograaf Höppner op 20 september 1944 fotografeerde op de Dreyenseweq
in Oosterbeek. Op de achtergrond twee Britse bevoorradingsparachutes.

dank aan Marcel Zwarts, Bob Gerritsen, Karei Margry en Hans Timmerman. Wie aanvullingen en/of correcties wil doorgeven, wordt van harte uitgenodigd contact op te nemen met de samensteller: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek (wamredactie@planet.nl)

Schenking van het Chaplains Museum in Andove
In november 2000 verscheen het boek ‘The Torn Horizon, The Airbome Chaplains at Arnhem’, dat werd geschreven door Chris van Roekel. Er is toen uiteraard ook een exemplaar aangeboden aan het museum van de Chaplains in Andover, Engeland. Gelijktijdig heeft Chris aan dat museum gevraagd of zij uniform- en uitrustingsstukken, gedragen door de geestelijken in de Tweede Wereldoorlog, voor ons museum hadden. Een reeds lang gekoesterde wens is namelijk in het diorama van de gewondenpost een figuur op te stellen die Reverend A.H.W. Harlow uitbeeldt. Harlow was ingedeeld bij het divisie- hoofdkwartier en heeft tijdens de Slag om Arnhem dokter Randall geholpen met de verzorging van gewonden in de kelder van Hartenstein.
Het Chaplains museum heeft toen wel het een en ander toegezegd, maar het was destijds niet opengesteld en alle materiaal was ingepakt. Begin december 2003 ontving Chris echter uit Andover een pakket voor het Airbome Museum, met daarin onder andere de specifieke kledingstukken en emblemen van een Chaplain en voorwerpen die nodig zijn voor een eredienst te velde, zoals een zilveren beker en zakflacon voor de miswijn en een doosje voor het vervoer van de hostie. Alle materiaal is gemerkt met de bekende Engelse pijl en het jaartal 1944. We vinden die zelfs op het houten hostie doosje terug. Het is een genereuze gift van het Chaplains museum, waar het Airbome Museum zeer erkentelijk voor is. In de loop van het volgende jaar zal in het diorama van de gewondenpost een figuur van een legerpredikant worden opgesteld.

Duits vliegtuigwrak geborgen
In de periode van 4 tot 8 april jl. heeft de duik- en demontageploeg van de Koninklijke Marine, bestaande uit acht man, de resten geborgen van een eenmotorig Duits jachtvliegtuig van het type Focke Wulf 190, dat vermoedelijk eind september/begin oktober 1944 ten westen van de spoorbrug in Oosterbeek in de Rijn is gestort. Bij de extreem lage
waterstand tijdens de warme zomer van 2003, waren delen van het vliegtuig tevoorschijn gekomen. Omdat het wrak in een recreatiegebied lag en men niet wist wat voor explosieven er nog bij lagen, en het toestel mogelijk nog een bom aan boord had, werd besloten tot berging.
Tijdens de werkzaamheden werd geen bom gevonden, hoewel er tot een diepte van zes meter is gezocht. Wel kwamen wat menselijke resten tevoorschijn en ongeveer 25 kilo munitie. Bij de gevonden restanten van het vliegtuig zaten ook onderdelen uit de cockpit, zoals een zuurstofmasker en wat instrumenten. Bovendien werd de propeller opgegraven. Helaas is het aan de hand van de gevonden botfrag- menten niet mogelijk om de piloot te identificeren. Deze zal dan ook als ‘onbekend’ worden begraven op de Duitse oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn. De munitie is door het Explosieven Opruimings Commando op een afgelegen plek tot ontploffing gebracht. De gevonden onderdelen van het vliegtuig zijn overgebracht naar het Museum Vliegbasis Deelen.
Ons lid Han Kardol heeft mogelijk het bewuste toestel zien neerstorten. De familie Kardol was tussen het einde van de Slag om Arnhem op 26 september 1944 en 4 oktober, toen Duitsers hen dwongen om te evacueren, nog thuis op de Paasberg in Oosterbeek. Han, die toen negen jaar oud was, herinnert zich dat hij een van die dagen rond het middaguur een vliegtuig met een rooksliert achter zich zag neerstorten in de Rijn, iets ten westen van de spoorbrug.

Actie
Elf Nederlandse musea en instellingen, waaronder het Airbome Museum, zijn vorig jaar via het internet een actie begonnen om het weggooien van materiaal uit en over de TXveede Wereldoorlog tegen te gaan. Ze willen er voor zorgen dat voorwerpen, foto’s en documenten die bij particulieren of instanties liggen, niet per ongeluk of expres bij het afval terecht komen. Soms lijkt dit materiaal onbelangrijk, maar dat is het niet, aldus de musea. Nog regelmatig worden bijzondere vondsten gedaan op zolders en in kelders en het komt regelmatig voor dat unieke zaken op het laatste moment letterlijk uit de afvalcontainer kunnen worden gered. De actie heet ‘Niet weggooien!’. Andere instellingen die aan deze actie deelnemen zijn o.a. het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (NIOD), het Joods Historisch Museum en Museum Bronbeek.

COLOFON
De Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Vrienden van het Airbome Museum Oosterbeek (WAM) en verschijnt vier keer per jaar. Het doel is bekendheid te geven aan het Airborne Museum, de Vereniging Vrienden en aan de geschiedenis van de Slag om Arnhem.
Telefoon museum: (026) 333 77 10
Redactie: drs. R.P.G.A. Voskuil en G.H. Maassen jr.
Redactieadres: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek, e-mail: wamredactie@planet.nl Penningmeester/ledenadministratie: Frits Miedema, telefoon (026) 333 64 76, e-mail: fymiedema@planet.nl Coördinatie verzending, archivering & distributie losse nummers: Chris van Roekel, Oosterbeek.
Vormgeving: Hildebrand DTP, Wageningen. Druk: Drukkerij Verweij Wageningen B.V.

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum
Utrechtseweg 232 6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. permingm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 92, december 2003
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C.vanRoekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

20 September 2003. Na afloop van hun parachutesprong op de Ginkelse Heide praten Britse veteranen niet Nederlandse schoolkinderen.
(foto: Berry de Reus)

Social Evening
Op 13 februari 2004 zal in hel Airborne Museum een ‘Social Evening’ voor leden van onze vereniging worden gehouden. Een aantal van hen zal materiaal uit hun eigen collectie tonen, het magazijn en de restauratieruimte zullen zijn geopend, evenals de bibliotheek en het archief. Natuurlijk is er ruim de gelegenheid om van gedachten te wisselen over allerlei onderwerpen die verband houden met operatie ‘Market Garden’. De avond zal beginnen om 19.30 uur.

Jaarvergadering
De 24e Jaarvergadering, tevens Algemene Leden-vergadering van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum zal worden gehouden op zaterdagochtend 3 april 2004 in de Concertzaal in Oosterbeek. Na afloop daarvan kan worden deelgenomen aan een lunch, en ‘s middags is er een excursie. Nadere gegevens hierover vindt u in de volgende nieuwsbrief.

Battlefield tours 2004
Voor 2004 staat een groot aantal ‘battlefield tours’ op het programma.
Allereerst organiseert het Airborne Museum een excursie naar Normandië. Deze is van woensdag 19 tot en met zondag 23 mei 2004. De kosten bedragen € 495 op basis van een gedeelde tweepersoonskamer. Voor een overzicht van het programma en verdere informatie kan men contact opnemen met het museum.
Dan wordt de gehele serie Market Garden tochten nogmaals gehouden. Deze vinden plaats op de volgende data: 12 juni Market Garden ‘1’: Zuid Nederland; 3 juli Market Garden ‘2’: Midden Nederland; 21 augustus Market Garden ‘3’: Betuwe; en 11 september Market Garden ‘4’: Arnhem en Oosterbeek. De kosten bedragen voor leden van de WAM € 30,- per tour, voor anderen € 32,00. Bij een gelijktijdige inschrijving voor drie ‘tours’ ontvangt men een gratis Holt’s ‘battlefield’-kaart van het gebied van operatie Market Garden.
Van 7 t / m 10 oktober 2004 wordt een ‘battlefield tour’ georganiseerd naar de Ardennen. Het juiste programma is nog niet geheel bekend, maar zal onder meer inhouden: de gevechten in en rond Bastogne, de opmars van de Kampfgruppe Peiper, en de gevechten van de E Company 506,h Regiment, 101st American Airborne Division (‘Band of Brothers’). Tevens zullen we een drietal musea in deze omgeving bezoeken. Ook wordt geprobeerd een bezoek aan het fort Eben Emael in te lassen. De kosten per persoon bedragen € 395,- alles bij elkaar.
Ook wat betreft deze excursie kan men voor een overzicht van het programma en voor verdere informatie contact opnemen met het Airborne Museum. Zie ook de website www.airbomemuseum.com
(W. Boersma)

Actie voor RAF Monument
In Nieuwsbrief nummer 90 maakten wij melding van het initiatief van ons lid Philip Reinders om een monument op te richten voor de bemanningen van de Royal Air Force. Hoewel zij geen onderdeel uitmaakten van de 1ste Britse Airborne Divisie, speelden de mannen van de RAF een grote rol tijdens de septemberdagen van 1944. Van de 17e tot en met de 25e hebben zij talloze vluchten uitgevoerd om zweefvliegtuigen te slepen en om voorraden te brengen naar de bij Oosterbeek ingesloten troepen. Tijdens deze bevoorradings- vluchten, die vaak onbeschermd en op zeer geringe hoogte gevlogen werden, kwamen 153 manschappen om het leven, en raakte een groot aantal gewond. Ondanks de zware verliezen, vijandelijke jagers en luchtafweer, vlogen ze soms een aantal keren over de droppingszones om er zeker van te zijn dat alle manden en containers werden afgeworpen, niet wetend dat de meeste afwerpterreinen al snel in Duitse handen waren gevallen. In Engeland staan op verschillende (voormalige) vliegvelden monumenten voor deze moedige bemanningen. In Arnhem en Oosterbeek zijn geen gedenktekens waar veteranen of nabestaanden van RAF-bemanningen even stil kunnen staan bij wat zich bijna 60 jaar geleden hier heeft afgespeeld. Hierin zal hopelijk in 2004, zestig jaar na de Slag om Arnhem, verandering komen. Er is, zoals reeds eerder gemeld, een plek gevonden waar het nieuwe monument kan komen. Het is op het terrein van de Rehobothschool aan de Johanniterweg in Doorwerth. Daar stortte op 21 september 1944 de Stirling LJ-928 van het 196e Squadron neer. Alle inzittenden kwamen daarbij om het leven. Na overleg met het schoolhoofd en het schoolbestuur is besloten om het gedenkteken daar te plaatsen. Niet alleen voor de mannen van de LJ-928, maar voor alle RAF-bemanningsleden die tussen 17 en 26 september 1944 de gevaarlijke vluchten naar Oosterbeek gemaakt hebben. De kosten voor het maken van een eenvoudige stenen pilaar met daarop een plaat met tekst bedragen ca. 2000 euro. Hoewel inmiddels al het nodige geld bijeen is gebracht, is nog niet het gehele bedrag binnen. Daarom is een actie gestart, waarbij mensen die positief staan ten opzichte van het oprichten van dit RAF-monument, wordt gevraagd een financiële bijdrage te leveren. Er is daarvoor een speciale bankrekening geopend: Rabobank Rheden, nummer 3161.89.863, t.n.v. P. Reinders, onder vermelding ‘RAF-Monument’.

Nieuw monument aan de Rijn
Op zondagmiddag 21 september jl. werd vlakbij de oever van de Rijn in de uiterwaarden achter de Oude Kerk in Oosterbeek een monument onthuld voor de geallieerde soldaten die in de nacht van 25 op 26 september 1944 over de rivier wisten te ontkomen tijdens operatie ‘Berlin’. Het initiatief hiervoor kwam van de Oosterbeker Rob van der Zon, samen met een aantal vrienden, waaronder ons lid Axe Jon Versluijs. Deze groep financierde ook het gedenkteken, dat door Rob van der Zon werd ontworpen en gemaakt. De onthulling werd gedaan door Sgt. MJ. Potter, een van de mannen die 59 jaar daarvoor over de Rijn had kunnen ontsnappen. Sgt. Potter, Royal Engineers, was de man die in september 1944 in een Horsa glider een kleine bulldozer meenam, die uiteindelijk terecht kwam op de Sonnenberg in Oosterbeek. Na de onthulling, die werd bijgewoond door zestig veteranen en ca. honderd andere belangstellenden, stak een groep van dertig zwemmers de rivier over, een traditie die dateert uit 1998.

21 September 2003. Na de onthulling bekijken maker Rob van der Zon en veteraan Mr. M.J. Potter het nieuwe monument voor operatie ‘Berlin’ in de uiterwaarden langs de Rijn bij Oosterbeek (foto: Axe Jon Versluijs)

Medaillesets geschonken
In de afgelopen periode ontving het Airborne Museum de medaillesets die hebben toebehoord aan de volgende personen:
Captain, the Reverend, R.F. Bowers, in 1944 aalmoezenier/legerpredikant van het 10‘h Parachute Battalion, Trooper R. McSkimmings van het Reconnaissance Squadron, die sneuvelde op 19 september 1944, Lance Corpora! Harold E. Back van het 2nd Parachute Battalion, en Private E.V.B. Mordecai, Royal Army Ordnance Corps.
(Roland Boekhorst)

Nieuws van Niall
Niall Cherry, onze vertegenwoordiger in Groot- Brittannië stuurde ons wat aanvullende gegevens over een van de foto’s die een Duitse oorlogsfotograaf (Jacobsen, red.) op 20 september 1944 maakte op de Utrechtseweg in Oosterbeek. Op deze foto, die we hierbij afdrukken, staat Gunner Eric Milner van C Troop, 1S1 Airlanding Anti-Tank Battery, Royal Artillery, (rechts), terwijl hij wordt gefouilleerd door een Duitse soldaat in de tuin van het huis van de familie Berghege, tegenover de Annastraat. (Dit huis werd tijdens de strijd zwaar beschadigd, maar werd na de oorlog hersteld. Later werd het afgebroken en vervangen door het gebouw van de ABN/AMRO bank). Eric Milner vertelde onlangs aan Niall dat de foto werd genomen juist toen de Duitse soldaat een pakje kauwgum uit Erics zak had gehaald. Even dacht Eric tot zijn schrik dat de soldaat de kauwgum in zijn

20 september 1944. Voor het huis van de familie Berghege aan de Utrechtseweg, tegenover de Annastraat in Oosterbeek, fouilleren Duitse soldaten Britse gewonden. Rechts, met zijn arm in een draagverband, Eric Milner.(foto: Bundesarchiv, Koblenz)

mond wilde steken, maar dat deed hij gelukkig niet. Hij gaf het pakje terug, niet wetend dat in de kauwgum een ontsnappingszaagje was verborgen! C Troop ls’ AT Bty, die onder bevel stond van Lieutenant Ted Shaw (later vele jaren de vertegenwoordiger van de WAM in Groot-Brittanniël), had de voorgaande dagen in Arnhem artilleriesteun gegeven aan het 3rd Parachute Battalion. Eric was op 19 september gewond geraakt gedurende de terugtocht van Arnhem naar Oosterbeek. Hij kwam in het noodhospitaal in Hotel Schoonoord terecht, maar daar waren ze zo druk dat hij werd doorgestuurd naar een van de verbandposten van de 133e Parachute Field Ambulance in de huizen oostelijk van Hotel Vreewijk, die inmiddels in Duitse handen waren. Eric wilde het huis van Berghege binnen via de achterdeur, waar hij in eerste instantie werd tegengehouden door een korporaal van het Royal Army Medical Corps. Die vroeg op barse toon of hij wilde dat iedereen in huis door de Duitsers zou worden doodgeschoten, omdat hij de verbandplaats in wilde terwijl hij nog steeds zijn geweer bij zich had! Voor het huis stonden twee Duitse soldaten en een aantal Britse gewonden. Erics arm werd verbonden, en kort daarop werd de betreffende foto gemaakt. De volgende dag wist hij te ontsnappen, en voegde hij zich weer bij zijn geschutsbemanning. Op 24 september 1944 werd hij echter definitief krijgsgevangen gemaakt.

Fred Bolle, de BID en de Veerweg
Per 1 oktober jl. trad vervroegd uit militaire dienst de Adjudant onderofficier instructeur Fred Bolle. Jarenlang was hij werkzaam bij de Bergings- en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BID); laatstelijk in de functie van commandant, als opvolger van kapitein H.J.R. Jongen.
Vele malen was hij betrokken bij het opgraven en identificeren van stoffelijke resten van militairen die in de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen.
In april jl. was hij weer eens in Oosterbeek actief. Bij graafwerkzaamheden in een tuin aan de Veerweg (in de directe omgeving van de Westerbouwing) waren de resten van een Britse militair gevonden. Tevens werden 30 mortiergranaten en twee handgranaten van Engelse makelij aangetroffen, die door de EOD KL (Explosieven Opruimings Dienst, Koninklijke Landmacht) bij Kasteel Doorwerth tot ontploffing werden gebracht.
Het skelet van de soldaat is nagenoeg compleet geborgen door adjudant Bolle en zijn medewerker sergeant-majoor Geert Jonker. In de schedel zit een vier centimeter groot gat, dat vermoedelijk is veroorzaakt door een granaatscherf. Opmerkelijke vondsten die gedaan zijn, betreffen twee Airborne helmen (1942, ‘first pattern’), één paar ‘ankle boots’ (enkelstukken), een driehoekige halsdoek (gesneden uit een stuk parachutestof), resten van een lederen portefeuille (waarin o.a. een bidprentje), een takje gedroogde heide, een klein crucifix, en onleesbare papierfragmenten.
Het onderzoek door de BID, waarbij de gevonden gebitselementen van grote betekenis waren, leidde ertoe dat de dienst spoedig een positieve identificatie kon doen. De bevindingen zijn opgestuurd naar de verantwoordelijke autoriteiten (zoals de Britse ambassade en het Ministry of Defence in het Verenigd Koninkrijk), en zij zouden vervolgens, nadat een en ander was geverifieerd, officieel de identiteit van de militair vaststellen.
Er was goede en gegronde hoop dat de betrokken Airborne soldaat vóór de herdenkingen van de Slag om Arnhem in september jl. een definitieve rustplaats zou krijgen temidden van zijn kameraden op de Arnhem (Oosterbeek) War Cemetery. Traditiegetrouw malen de Britse molens echter tergend langzaam in dit soort zaken. En dat betekent dat op het moment van schrijven (5 december 2003) helaas nog steeds niet bekend is gemaakt wie de gevonden militair is. Laat staan dat zijn stoffelijke resten ter aarde zijn besteld op het militaire kerkhof in Oosterbeek. Ze liggen triest genoeg al acht maanden bij de BID in Bussum.

‘By Land, Sea and Air’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt ook nu weer uit ‘By Land, Sea and Air’, het boek over het 2nd Battalion, The South Staffordshire Regiment. Het is in het Engels geschreven door Alexander Junier en Bart Smulders met ondersteuning van Jaap Korsloot, alle drie Vrienden van het Airborne Museum. Het South Staffordshire bataljon was een van de negen Britse gevechtsbataljons in de slag, en verdient een eigen plek in de geschiedenis, niet in het minst door het winnen van twee Victoria kruizen. Dit boek met een zeer toepasselijke titel, vertelt het allemaal.
In 1783 wordt het 80th Regiment of Foot, ‘Staffordshire volunteers’ opgericht. In 1881 krijgt het de naam ‘2nd Battalion The South Staffordshire Regiment (80th Foot)’. In 1941 wordt het infanteriebataljon, met inmiddels een roemruchte geschiedenis, als luchtlandingseenheid ingedeeld bij de nieuw gevormde Ist British Airborne Division. Het wordt zwaar getraind voor zijn airborne taak, het landen per glider achter vijandelijke linies. We volgen het bataljon in 1943 naar Noord-Afrika, waar het wordt voorbereid op de invasie in Sicilië. Een groot deel van het bataljon landt echter vóór de kust op zee, waarbij veel Staffords door verdrinking om het leven komen. Wij zijn getuige van de gevechten om de Ponte Grandebrug en Siracuse. Vijf dager, later keren 288 van de 816 man terug naar Tunesië. Het bataljon was nu over land, zee en door de lucht in de strijd gegaan. We zien vervolgens het bataljon in Italië, waar het o.a. in Foggia en Brindisi wordt ingezet om steden en dorpen in te nemen tijdens de strijd daar.
Op 17 september 1944 landt een groot deel van het bataljon bij Wolfheze. De belangrijkste taak is het vrijhouden van het landingsterrein S voor de tweede lift op de 18c, en de kruising ten noorden van Wolfheze. In plaats daarvan moet het zich naar Arnhem spoeden om de daar al vechtende le, 2e en 3e Parachutistenbataljons te versterken. De rest van het bataljon landt bij gebrek aan voldoende sleep- toestellen eerst de volgende dag. Ook dit deel gaat snel naar Arnhem. Het bataljon neemt op 19 september het voortouw bij de poging over de Utrechtse weg door te stoten naar het centrum, waar het le Parabataljon al is stuk gelopen. Na felle gevechten trekt het terug op Oosterbeek-Laag. Daar wordt het ingezet om de oostzijde van de voet van de perimeter te verdedigen. We zijn bij de gevechten, waarbij de Duitsers tot de evacuatie in de nacht van 25 september proberen de Britse divisie van de Rijn af te snijden, en daar bijna in slagen. Daar winnen majoor R.H. Cain en sergeant J.D. Baskeyfield hun Victoria kruizen. Het dichtst bij de Rijn liggend, trekken de Staffords het laatst terug, waardoor een groot deel niet slaagt te evacueren, en gevangen wordt genomen. Slechts 25% van het bataljon komt over de rivier.
In enkele bijlagen volgen we de geschiedenis van het 12e peloton dat bij Tilburg is geland, en van de Staffords na Arnhem in krijgsgevangenschap in Polen en Duitsland. In het voorjaar van 1945 maakt het bataljon bij Oslo in Noorwegen deel uit van hét bevrijdingsleger.
De auteurs hebben veel en goed onderzoek gedaan. Dat wekt bewondering. De persoonlijke verhalen van de mannen maken de geschiedenis heel levendig en daarom boeiend. Zo blijf je dicht bij de gebeurtenissen, en kan de lezer zich goed inleven in de strijd.
Het boek, dat op 22 november jl. werd gepresenteerd, is, zoals we gewend zijn, mooi door R.N. Sigmond Publishing uitgevoerd met vele illustraties en goed kaartwerk, en leest prettig. ‘By Land, Sea and Air,. An Illustrated History of the 2nd Battalion The South Staffordshire Regiment 1940 – 1945. From Official Records and Personal Accounts of Members of the Battalion’ verscheen in de Engelse taal, telt 224 pagina’s, en kost € 27,50. Het is verkrijgbaar bij het Airborne Museum ‘Hartenstein’ in Oosterbeek, het Gelders Archief te Arnhem, en de (lokale) boekhandel (ISBN 90-804718-6-0).
(Okko Luursema)

CD-Rom van lezing over de verbindingen
Op zaterdag 22 november jl. hield Wybo Boersma in de Concertzaal in Oosterbeek een boeiende lezing over de verbindingssystemen, zoals die door de le Britse Airborne Divisie tijdens de Slag om Arnhem werden gebruikt. Daarbij kwamen alle gebruikte middelen, zoals de verschillende radiozendont- vangers, ra da rap para tuur, veld-telefoons en zelfs postduiven, ter sprake. Wybo hield zijn verhaal aan de hand van een met de computer gemaakte ‘Power Point’ presentatie, met daarin schema’s, tekeningen, kaarten en foto’s.
Kopieën van de CD-Rom waarop de complete presentatie staat, zijn te koop in het Airborne Museum voor € 5,- of kunnen worden besteld bij W. Boersma. Wanneer de CD-Rom moet, worden verzonden, kost deze € 7,50.

Postzegels gevraagd
‘leder nadeel heeft zijn voordeel’, om met Johan Cruijff te spreken. Nadat ik als voorzitter van de Vereniging Vrienden was afgetreden, kreeg ik meer tijd voor het oppakken van een naar de achtergrond verdwenen hobby. Ik ben namelijk sinds jaar en dag bezig met het samenstellen van een postzegel- verzameling die de opkomst en de ondergang van het Nationaal Socialisme weerspiegelt. Dit zijn dus voornamelijk Duitse zegels uit de periode 1932-1945, maar ook zegels uit andere gebieden die betrokken waren bij de Tweede Wereldoorlog.
Omdat geen albums over dit thema te krijgen zijn, heb ik enige maanden besteed aan het maken van een boekwerk waarin, uitgaande van postzegels, deze periode wordt beschreven. Moderne scan- en printtechnieken en natuurlijk de verworven vrije tijd, stelden mij in staat dit te verwezenlijken.
Mijn vraag en verzoek aan u is eens te willen nagaan of u misschien nog aanvullingen voor mijn verzameling bezit, die u eventueel beschikbaar wilt stellen. Mogelijk kan ik u dan mettertijd verrassen met een kleine tentoonstelling over dit onderwerp. U kunt mij bereiken op mijn adres: Benedendorpsweg 119, 6882 WE Oosterbeek, telefoon 026 3333261 of via chris.van.roekel@12move.nl.
Bij voorbaat vriendelijk dank, Chris van Roekel.

Download

VRIENDEN VAN HET AIRBORNE MUSEUM
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 91, augustus 2003
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Mr. Jan ter Horst overleden
Op 1 augustus jl. overleed in Oosterbeek op 98-jarige leeftijd Mr. Jan ter Horst. De heer Ter Horst, die jarenlang een advocatenpraktijk in Arnhem had, was een bekende persoonlijkheid die veel voor het sociale, culturele en politieke leven in de regio en ook daarbuiten heeft betekend.

Jan ter Horst en generaal Urquhart tijdens de eerste Airborne Herdenking in september 1945.
(foto: collectie R. Voskuil.)

In 1941 kwam de familie Ter Horst in Oosterbeek wonen, en vestigde zich in de voormalige hervormde pastorie, naast de Oude Kerk in het Benedendorp. Toen op 17 september 1944 de Britse luchtlandingen plaatsvonden, was de heer Ter Horst niet in Oosterbeek, en door de felle gevechten in het dorp kon hij zijn huis niet bereiken. Dat was inmiddels in gebruik genomen als ‘Regimental Aid Post’. Grote aantallen gewonden werden er opgevangen en behandeld. Mevrouw Kate ter Horst, die ook nog de zorg had voor haar kinderen, deed in die dagen wat zij kon om voor de gewonden het leed enigszins te verzachten. Na het einde van de slag moest mevrouw Ter Horst met de kinderen het dorp verlaten, en werd Jan ter Horst weer met zijn gezin verenigd.
Direct na de oorlog werd de heer Ter Horst benoemd tot waarnemend burgemeester van de gemeente Renkum, een functie die hij tot in 1946 vervulde. Omdat het gemeentehuis op het landgoed Bato’swijk was verwoest, werd tijdelijk onderdak gevonden in Hotel de Bilderberg.
Op een dag in september 1945 hoorde Jan ter Horst dat generaal Urquhart (een jaar eerder commandant van de geallieerde luchtlandingsdivisie) met een aantal officieren op een informeel bezoek was in Oosterbeek. Zij bezochten op dat moment de nog in aanleg zijnde Airborne Begraafplaats. Jan ter Horst stapte op zijn fiets, en toen hij de auto’s met de Britse officieren de Stationsweg op zag rijden, zette hij zijn rijwiel dwars over de weg om de stoet te stoppen. Generaal Urquhart stapte uit, en er ontspon zich een gesprek, waarin de heer Ter Horst in de eerste plaats duidelijk maakte dat de Britten, ondanks de verloren slag, van harte welkom waren, iets waar de generaal duidelijk aan had getwijfeld.
In de videodocumentaire ‘Blijvend in Herinnering’, die in 1989 door Bal Video Produkties in Oosterbeek werd vervaardigd, vertellen zowel de heer Ter Horst als generaal Urquhart uitgebreid over hun eerste ont-moeting.
Die ontmoeting resulteerde ook in een gezamenlijk plan voor een herdenkingsdienst op de militaire begraafplaats. Daarmee werden ze eigenlijk de grond-leggers van de jaarlijkse Airborne herdenking. De oor-spronkelijke Orde van Dienst, die toen werd vastgesteld, wordt tot op de dag van vandaag nog in vrijwel ongewijzigde vorm gebruikt.
In de na-oorlogse jaren zat de heer Ter Horst lange tijd in de Renkumse gemeenteraad (namens de PvdA) en drukte hij o.a. zijn stempel op de wederopbouw van de dorpen.
Op 21 februari 1992 verloor hij zijn geliefde echtgenote Kate bij een ernstig auto-ongeluk. Jan zelf raakte zwaar gewond, maar herstelde na een lange periode van revalidatie.
Jan ter Horst was een vriendelijke en hartelijke man met een grote belangstelling voor alle vormen van cultuur, maar vooral ook voor zijn medemens. Hij vond het heerlijk om met anderen over allerlei onderwerpen van gedachten te wisselen, het liefst in zijn grote en gezellige studeerkamer met uitzicht op de tuin en de uiterwaarden van de Rijn.
Op 5 augustus werd tijdens een indrukwekkende her-denkingsbijeenkomst in de Oude Kerk in Oosterbeek afscheid van hem genomen.
(Robert Voskuil)

In Memoriam Pater Dijker
Een andere man die een belangrijke stempel heeft gedrukt op de jaarlijkse terugkerende herdenkingsdienst op de Airbome Begraafplaats, pater Reinold Dijker, overleed op 30 juli jl. in Nijmegen op 88-jarige leeftijd.
Tijdens de Slag om Arnhem was pater Dijker in Oosterbeek. Vanaf 19 september 1944 hielp hij onder andere in het grote noodhospitaal dat was gevestigd in Hotel de Tafelberg.
In september 1945 was het pater Dijker die waarne-mend burgemeester Jan ter Horst voorstelde om tijdens de herdenking van de Slag om Arnhem kinderen bloemen te laten leggen op de toen nog zo kale graven op de Airbome Begraafplaats. En zo geschiedde. Kinderen plukten bloemen uit hun tuin, en legden die tijdens de eerste herdenkingsdienst op 25 september op de graven. Dat is, zoals iedereen weet, een traditie geworden, leder jaar leggen kinderen bloemen op de graven, en voor de Britse en Poolse veteranen is dat het ontroerende hoogtepunt van de herdenkingen. Ook dit verhaal is uitgebreid vastgelegd in de hierboven genoemde documentaire ‘Blijvend in Herinnering’

Pater Dijker tijdens de opnamen van de film Theirs is the Glory in Hotel De Tafelberg in augiistns/september 1945. (foto: collectie R. Voskuil)

Toen in augustus 1945 een ploeg van de Britse Rank- filmmaatschappij in Oosterbeek neerstreek om daar opnamen te maken voor de film Theirs is the Glory , werd pater Dijker gevraagd om mee te doen aan deze reconstructie van de Slag om Arnhem. Na enige aarzeling stemde hij toe, en zo zien we in de film een nog jonge pater Dijker die de mis opdraagt in de keuken van Hotel de Tafelberg.
Later vertrok hij naar Indonesië, waar hij meer dan 25 jaar missionaris was. Nadat hij was teruggekeerd in Nederland vestigde hij zich in Nijmegen, en bijna ieder jaar was deze aimabele geestelijke weer present bij de dienst op de Begraafplaats.
Op 2 augustus werd pater Dijker begraven op het kerkhof van de Heilig Landstichting bij Nijmegen. (Robert Voskuil)

Rectificatie
In het ‘In Memoriam’ dat we in het vorige nummer van de Nieuwsbrief plaatsten, stond helaas een storende typfout. De achternaam van de daarin genoemde overledene is Röell, en niet Roëll. Onze excuses hiervoor.

Excursie naar Hamminkeln op 4 oktober a.s.
Zoals wij reeds eerder aankondigden, organiseert onze Vereniging op zaterdag 4 oktober a.s. een excursie naar het gebied rond Hamminkeln in Duitsland, waar op 24 maart 1945 de laatste grote geallieerde luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog plaatsvond.
Het programma voor die dag ziet er als volgt uit: 09.00 uur: Vertrek van de bus van de parkeerplaats bij de Goede Herderkerk in Oosterbeek, op de hoek van de J.J. Talsmalaan en de Utrechtseweg.
10.15 uur: Aankomst in Hamminkeln.
10.30-13.00 uur: Battlefield tour langs een aantal plaat-sen die een belangrijke rol speelden tijdens en na de landingen.
13.00-14.00 uur: LUNCH.
14.00-16.30 uur: Vervolg van de battlefield tour. Hierbij zullen we het voetspoor volgen van de bekende Amerikaanse oorlogsfotograaf Robert Capa, die een indrukwekkende serie foto’s maakte van de landingen van de parachutisten van de 17,h US Airborne Divisie, en de daarop volgende gevechten.
De kosten voor deelname aan deze battlefield tour bedragen 6 25 per persoon. Hiervoor krijgt u de bustocht, de lunch en de excursiegids. Het bedrag kan worden overgemaakt op postgironummer 4403641 van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, onder vermelding van ‘Excursie Hamminkeln’. Dit geld moet uiterlijk 27 september a.s. binnen zijn. Inschrijvingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Er zijn maximaal 48 plaatsen beschikbaar. Bij overtekening krijgt u bericht als u NIET mee kunt.

Themamiddag op 22 november
Op zaterdag 22 november a.s. organiseert onze vereniging een themamiddag in de Concertzaal in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30-14.00 uur: Ontvangst van de leden.
14.00-15.00 uur: Lezing van de heer W. Boersma, directeur van het Airborne Museum, over de radio-verbindingen tijdens de Slag om Arnhem.
15.00-15.45 uur: PAUZE.
15.45-17.00 uur: Vervolg van de lezing door de heer Boersma, en, indien de tijd dit toelaat, de vertoning van een documentaire.

Aanwinst
Jaap Korsloot en Wybo Boersma hebben juli jl. de ‘Airborne Day’ in het Yorkshire Air Museum in Elvington bezocht met een public relations- en ver- koopstand van het Airborne Museum. Van het Air Museum heeft ons museum een aantal bijzondere voorwerpen gekregen. Het meest interessante is een mouwembleem van het ‘General Headquarters Liason Regiment’ (‘Phantom’), een witte P op een zwart veld. Het Airborne Museum had in het verleden al eens een dergelijk, zeer zeldzaam, embleem aangekocht. Beide emblemen zijn nu op het uniform gezet van een soldaat in het diorama van de verbindingsdienst in ‘Hartenstein’.
Phantom was een kleine eenheid die tot taak had mel-dingen over het verloop van de strijd rechtstreeks door te geven aan het hoofdkwartier van veldmaarschalk Montgomery. Tijdens de Slag om Arnhem was hun radioverbinding, samen met die van de Public Relations Unit, de enige die goed contact hield met de buitenwereld. De reden dat de militairen van deze eenheid geen Pegasus-embleem op hun mouw droegen, was dat zij geen deel uitmaakten van de le Britse Airborne Divisie.

Verslag van het ‘Engelse weekend’
Op vrijdagmiddag 20 juni 2003 verzamelden we bij restaurant Schoonoord, en bekeken we de posities van lOth Battalion, the Parachute Regiment. Vervolgens gingen we naar de Airborne Begraafplaats en het Air Despatch monument. Bij de Dreijenseweg werd de opmarsroute van 156 Battalion, the Parachute Regiment, besproken, en de ligging van de Duitse ver-dedigingslinie.
De volgende dag gingen we vanaf Hartenstein naar DZ ‘Y’, en vervolgens naar Wolfheze, waar een bezoek werd gebracht aan het complex van het Psychiatrisch Ziekenhuis, en aan de begraafplaats, waar de slachtoffers van het geallieerde bombardement van 17 september 1944 liggen. De meesten van ons waren daar nog nooit geweest. Na een uitstekende lunch in Hotel West End wandelden we over het terrein van het Nationaal Sportcentrum Papendal naar LZ ‘L’, en werd uitleg gegeven over de landingen en de gevechten bij de Johannahoeve, en de rol van
7th Battalion, the King’s Own Scottish Borderers. De rest van de middag werd aandacht besteed aan de hinderlaag waarin de verkennings-jeeps van het Reconnaissance Squadron terechtkwamen, de tunnel in de spoordijk, Captain Lionel Queripel (The Royal Sussex Regiment; toegevoegd aan lOth Battalion) die postuum een Victoria Cross kreeg, en aan ‘Hackett’s FIollow’ (de grote kuil waarin Brigadier John Hackett en een aanzienlijk aantal mannen van zijn 4th Parachute Brigade een tijd vertoefden).
Zondag 22 juni stapten we bij Hartenstein in leger-voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. De eerste stop was op LZ ‘S’, en bij de plaats waar de Dakota van Flight Lieutenant David Lord was neergekomen. Daarna ging de rit via LZ ‘Z’, DZ ‘X’, en het monument in Heelsum naar de Westerbouwing, waar onze gastheren zorgden voor een picknick lunch. Daarna reden we langs het Drielse Veer naar de Oude Kerk. Na deze stop ging de colonne verder naar de Arnhem, waar we over de Rijnbrug reden, en via de dijk in Driel arriveerden. Na dit laatste excursiepunt reden we terug naar Oosterbeek.

Tijdens het ‘Engelse weekend’ werden de deelnemers op zondag 22 juni 2003 rond gereden in originele voertuigen uil de Tweede Wereldoorlog.
(folo: Eugène Wijnhoud)

Afgezien van het feit dat we al de bovengenoemde plaatsen konden bezoeken, waren we bovendien per-manent vergezeld door onze Nederlandse gastheren, die onze vragen beantwoordden, en ons over de ver-schillende excursiepunten vertelden. We zagen plaatsen voor het eerst of vanuit een andere hoek of een ander perspectief, vooral wanneer gesloten hekken speciaal voor ons werden geopend! We vonden zelfs de resten van oude schuttersputten. De enige teleurstelling, die overigens niets te maken had met de excursie, was het zien van de deplorabele toestand waarin De Tafelberg zich nog steeds bevond.
Het is nauwelijks mogelijk om onze gastheren vol-doende te bedanken voor de tijd en de moeite die zij zich getroostten om zo’n fantastisch weekend te orga-niseren, met informatiepakketten, lunches, een receptie in het Airborne Museum, en met oude legervoertuigen. We ontvingen zelfs een stuk origineel Pools parachutekoord, dat onlangs was gevonden bij Driel. Bij de Nederlandse begeleiders bevonden zich o.a. de voorzitter van de vereniging, Ben Kolster, de vice-voorzitter Eugène Wijnhoud, en de vice-voorzilter van de Stichting Airborne Museum, Aad Groeneweg. Al met al was het een fantastische excursie, goed georganiseerd en uitstekend geleid. Het was een genoegen om er aan deel te nemen. Ik hoop er de volgende keer weer bij te zijn, en ik kan deelname aan ieder lid uit het Verenigd Koninkrijk aanbevelen.
(Richard Graham, Guildford)

Nieuws van Niall
Graag wil ik hierbij alle leden uit het Verenigd Koninkrijk bedanken die een bijdrage leverden aan onze tocht over de slagvelden, afgelopen juni. Ik heb mijzelf zeer goed vermaakt, zelfs als dingen niet altijd volgens plan verliepen. Maar het weer was uitstekend, en het was een leuke groep. Ik heb al weer verschillende suggesties ontvangen voor 2005, en ik begin binnenkort serieus met het voorbereiden van het programma. Ik weet dat het wat vroeg lijkt, maar als iemand vragen heeft over de battlefield tour in 2005, laat hij of zij dan contact met mij opnemen. (Niall Cherry)

‘Arnhem, Operation Market Garden, September 1944’
Op het eerste gezicht lijkt dit boek, dat werd geschreven door Lloyd Clark, wel interessant. Vooral de foto’s, zowel die uit de oorlog als degene die recent zijn genomen, zijn goed.
Dit is echter het enige dat ik van het boek kan aanbevelen. De titel is een beetje vreemd omdat Lloyd Clark de gevechten behandelt in de gehele corridor van Market Garden en niet alleen (zoals de titel lijkt te suggereren) de strijd bij Arnhem en Oosterbeek. Voor de wat serieuzere onderzoeker van de slag bevat het boek geen nieuwe informatie. Wel komen er volgens mij verschillende nogal ongelukkige fouten en tegenspraken in voor. Enkele voorbeelden. Op de ene pagina staat ‘As a result Urquhart decided to take just six infantry battalions on the 17″‘, while his field artillery were to arrive on the 18″’’. Een paar pagina’s verder staat’also arriving on 17September, …two-thirds of his 75mm field artillery’. Clark schrijft ook dat op 24 september een ontmoeting plaatsvond in het St. Elisabeths Gasthuis tussen Colonel Warrack (‘Assistant Director of Medical Services’) en Generaal Bittrich, commandant van het Ile SS Panzer Korps. Dit verschilt met Warracks eigen verslag, dat hij in Apeldoorn schreef direct na de slag, waarin hij verklaart dat deze ontmoeting plaats vond op Bittrichs hoofdkwartier.
Ook op sommige kaarten staan fouten, zoals op die van de Britse perimeter bij de Arnhemse Rijnbrug, waarop de verdedigingsposities bij de Van Limburg Stirum School ontbreken. Verderop in het boek wordt dit gebouw de ‘van Lunburgstirum school’ genoemd. Ik was ook bezorgd om te zien dat Clark verklaart dat 3910 man uit de perimeter werden geëvacueerd gedurende operatie ‘Berlin’. Dit getal is het hoogste dat ik ooit heb gezien. De meeste verslagen noemen ongeveer 2400 man, en het officiële getal is 2398.
Voor iemand die ‘Senior Lecturer’ is bij het ‘Department of War Studies at the Royal Military Academy Sandhurst, where he specialises in the his- tory of airborne warfare’, had ik iets beters verwacht. Het beste dal gezegd kan worden is misschien dat het voor iemand die nog niet veel van de slag weet, een goed overzicht geeft van ‘Market Garden’.
‘Arnhem Operation Market Garden, September 1944’, door Lloyd Clark, kwam uit bij Sutton Publishing Limited, ISBN 0-7509-2835-2. De prijs bedraagt in Groot-Brittannië £ 25, en bij het Airborne Museum in Oosterbeek € 42, (Niall Cherry)

Informatiebord op de Ginkelse Heide
Door de VVV uit Ede is in opdracht van de gemeente (Ede) en met steun van het Airborne Museum een informatiebord geplaatst bij het monument op de Ginkelse Heide, waar op 18 september 1944 de 4e Parachutisten Brigade afsprong.
Dit bord geeft in het Nederlands en in het Engels een korte beschrijving van de gebeurtenissen die op 17 en 18 september 1944 in dit gebied plaatsvonden. Voor meer informatie wordt op het bord verwezen naar het Airborne Museum en de museum website. Vooral in de zomermaanden komen veel toeristen naar het monument en naar de nabij gelegen schaapskooi. Het bord geeft dus een goede gratis reclame voor het Airborne Museum.

Tijdens de excursie op 29 maart jl., die was gewijd aan de posities van het Light Regiment Royal Artillery bij de Oude Kerk in Oosterbeek, was een 75mm kanon opgesteld op een van de oorspronkelijke locaties in de uiterwaarden achter de kerk.
(foto: Bob Gerritsen)

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 90, juni 2003

Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42
Van de redactie
Sinds enige tijd heeft de Vereniging Vrienden een eigen ruimte in het Airborne Museum. Daarin is nu ook de redactie van de Nieuwsbrief gevestigd met een computer, en e-mail- en internetfaciliteiten. De aan-schaf van de apparatuur is gebeurd in samenwerking met de Stichting voor Heemkunde in de gemeente Renkum, een organisatie die zich bezighoudt met het bestuderen van de geschiedenis van de gemeente in de ruimste zin des woords, en het uitdragen van deze kennis. Het kwartaalblad van deze stichting wordt nu ook in deze ruimte geredigeerd.
Het e-mail adres van de Nieuwsbriefredactie is vvamredactie@planet.nl.
25-jarig jubileum
Op 11 mei 1978 opende generaal-majoor R.E. Urquhart het nieuwe Airborne Museum in Huize Hartenstein. Vanaf 1949 was het museum gehuisvest geweest in een deel van Kasteel Doorwerth, als onderdeel van de Stichting voor Heemkunde. In de loop der ja ren groeide de collectie gestaag zodat lang niet alles kon worden tentoongesteld en er steeds meer materiaal in opslag moest. Ook voldeed de presentatie niet meer aan de eisen van de tijd. In 1977 werd besloten het museum naar het voormalige hotel Hartenstein in Oosterbeek te verplaatsen. Hiervoor werd de nieuwe ‘Stichting Airborne Museum’ opgericht. In haar huidige vorm bestond het Airborne Museum ‘Hartenstein’ op 11 mei jl. dus 25 jaar.
In 1978 kwam Berry de Reus in dienst van de Stichting Airborne Museum. Drie vrijwilligers die eveneens in datzelfde jaar begonnen: Ad van Veggel als admini-strateur, Wim de Ruijter voor de verzorging van alle foto’s in het museum en Els Catersels voor kassa en winkel, zijn nu ook nog steeds bij het museum werkzaam.
Berry zorgde de eerste jaren bijna in z’n eentje voor de dagelijkse gang van zaken in het museum. In de loop der tijd werden deze taken zo uitgebreid dat het
noodzakelijk was het werk over meer mensen te verdelen. Tegenwoordig beschikt het museum over een uitgebreide staf. In de afgelopen 25 jaar hebben honderden bezoekers Berry Ieren kennen als een ‘spin in het museum-web’. Vele prominente bezoekers en veteranen heeft hij met raad en daad bijgestaan.
Wim de Ruijter heeft vanaf het begin alle foto’s gemaakt voor de vaste expositie. In de afgelopen 25 jaar heeft hij meer dan 2500 fotografische afdrukken gemaakt, duizend voor de vaste expositie en de rest voor veertien thema-tentoonstellingen. Daarbij zijn nog niet de foto’s geteld voor een groot aantal publikaties. Wim is daarnaast vele jaren bestuurslid geweest van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum.

Tijdens de receptie in het Airborne Museum ter gelegenheid van hun 25-jarig jubileum op 9 mei 2003, worden Berry de Reus en Els Catersels gefeliciteerd door de Renkumse wethouder Chr. van Waveren (links).
(Foto: Robert Voskuil)
Ad van Veggel doet sinds 1978 de financiële admini-stratie van het museum. Aanvankelijk was dit een relatief eenvoudig systeem, maar het is in de loop der jaren uitgegroeid tot een gecompliceerde computerge- assisteerde boekhouding. Ook heeft hij in de periode 1993-1994 de gehele boekhouding voor de renovatie van het museum verzorgd.
De Nieuwsbrief verschijnt vier keer per jaar

Els Catersels is begonnen als vrijwilligster bij de kassa. De kaartverkoop was toen nog eenvoudig. Tegenwoordig is er een geavanceerd kassasysteem met daaraan gekoppeld een uitgebreide winkel. De bediening van de verschillende audiovisuele systemen in het museum wordt ook vanuit de ruimte van de kassa verzorgd, evenals het beantwoorden van de telefoon.
Op 9 mei jl. kregen de jubilarissen een receptie aan-geboden in het Airborne Museum. Daarbij werden ze o.a. toegesproken door de stichtingsbestuursleden Wybo Boersma en Wim Duyts, en door wethouder Van Waveren. Een groot aantal mensen maakte van de gelegenheid gebruik om de jubilarissen te feliciteren met hun 25-jarige dienstverband. Ook het bestuur van de Vrienden was vertegenwoordigd, en overhandigde namens de vereniging alle vier een cadeau.
(Wybo Boersma)
Afscheid van de voorzitter van de Stichting Airborne Museum
Op 1 april jl. is de voorzitter van de Stichting Airborne Museum, de heer drs. J.W.A.M. Verlinden, burgemeester van Renkum, met pensioen gegaan. De statuten van de stichting geven aan dat een vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders van Renkum in het bestuur zitting heeft. Dit was de heer Verlinden, die door het stichtingsbestuur tot voorzitter gekozen werd. Bij het beëindigen van zijn burgemeesterschap, eindigde ook dat voorzitterschap. Bijna 17 jaar was hij het gezicht van het museum. Bij veel officiële plechtigheden vertegenwoordigde hij zowel de gemeente als het museum. Onder andere bij Airborne Herdenkingen, met als hoogtepunt de 50sle in 1994. Als voorzitter was hij gastheer bij bezoeken aan het museum van leden van het Nederlandse en Britse koningshuis, ambassadeurs, militaire attachés en vele anderen, waaronder vooral de veteranen. Bezoeken die onze voorzitter op het lijf geschreven waren. Wat velen vaak niet gemerkt hebben was zijn enorme inzet voor het museum achter de schermen. Bij de fondswerving voor de renovatie 1993/1994 werden door hem deuren geopend die anders gesloten bleven.
We willen vanaf deze plaats de scheidende voorzitter bedanken voor al het werk dat hij in die jaren gedaan heeft, en wensen hem en zijn echtgenote nog vele jaren in goede gezondheid toe. Met ingang van 23 april 2003 is bestuurslid Mr. J.W. van Slooten voorzitter van de Stichting Airborne Museum. De penningmeester, de heer M.D.M. Rutte, is onlangs opgevolgd door de heer P.H. Tirion uit Oosterbeek. (Wybo Boersma)
Opening tentoonstelling
Op donderdagmiddag 24 april jl. werd in het Airborne Museum de tentoonstelling ‘Vuursteun aan de Airbornes’ geopend. Dit gebeurde door Captain P.W. Wilkinson. Peter Wilkinson was tijdens de slag Command Post Officer van 3rd Battery Airlanding
Light Regiment Royal Artillery, en vocht bij de oude kerk in Oosterbeek-Laag.
De expositie geeft een overzicht van de inzet van de Royal Artillery tijdens de Slag om Arnhem. Hierbij wordt de rol van het Airlanding Light Regiment R.A , van de lc en 2e Airlanding Anti-Tank Battery en van de artilleriesteun vanuit de Betuwe door eenheden van 30 Corps belicht. Ook de rol van de anti- tankeenheden die tot de ‘airlanding -bataljons behoorden, wordt zoveel mogelijk uit de doeken gedaan.
Bij het samenstellen van de tentoonstelling is vooral gebruik gemaakt van de verschillende boeken die in de loop der jaren over de artillerie gepubliceerd zijn. Helaas ontbreken nogal wat gegevens over de inzet van vooral de 17- en 6-ponder anti-tankkanonnen. De samenstellers hebben echter geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn. Bij de getoonde foto’s, ruim 80, zijn ook verschillende minder bekende te zien.
Verschillende leden van de Vereniging Vrienden hebben weer materiaal uit hun collectie voor deze expositie uitgeleend aan het museum.
Een buitenbeentje in de expositie is de nieuwe ‘Polsten gun’ die het museum met financiële steun van de Vrienden aangekocht heeft. Helaas was het niet mogelijk hem vóór de opening uit Engeland te krijgen, maar nu is hij opgesteld op de eerste verdieping in de kamer naast de maquette van de Rijnbrug. Twee van deze stukken geschut maakten deel uit van de bewapening van het Reconnaissance Squadron. Of ze ook daadwerkelijk ingezet zijn, is niet zeker. In de volgende nieuwsbrief zal uitgebreid aandacht worden besteed aan dit kanon.
De expositie is tot 4 november a.s. in het museum te zien.
Excursie naar Hamminkeln op 4 oktober a.s.
Op zaterdag 4 oktober a.s. organiseert de Vereniging Vrienden een excursie naar het gebied rond Hamminkeln in Duitsland, waar op 24 maart 1945 de laatste grote luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. In mei 1995 maakten wij voor het eerst een ‘battlefield tour’ naar dit gebied, waar o.a. de 6e Britse Airborne Divisie zware slag leverde. Op veler verzoek herhalen wij deze tocht. In het volgende nummer van de Nieuwsbrief zullen alle gegevens over programma en kosten worden opgenomen.
In Memoriam:
Jhr. ir. Herman Alexander Roëll
Een week voor zijn 77e verjaardag is Lex Roëll in zijn woonplaats Waalre op 22 november 2002 vredig ontslapen.
Door zijn ziekte in de laatste jaren vielen steeds meer functies weg. Hij had het er soms erg moeilijk mee omdat hij nog zo graag allerlei facetten van ‘Arnhem’ verder wilde uitdiepen.
In zijn jeugd woonde hij op de ‘Bornshoeve’ in Schaarsbergen, waar hij na de luchtlandingen van september 1944 geconfronteerd werd met de ver
2

schrikkingen van de oorlog. Samen met zijn broers zorgde hij er onder andere voor dat de in die omgeving omgekomen geallieerde vliegers en ‘air despatchers’ begraven werden. Hij zou van zijn oorlogservaringen nooit meer helemaal loskomen. Na beëindiging van zijn carrière in Italië, verhuisde hij naar Waalre, en kreeg hij de gelegenheid om veel contacten in Arnhem en Oosterbeek te vernieuwen. Via Henk Tiemens in Arnhem leerde ik hem kennen, en gedrieën besteedden we talloze uren aan reconstructies van vliegtuigcrashes, het bepalen van veld- graf-locaties van gesneuvelden enz.. Met passie en een tomeloze energie verrichtte Lex eerst in Noord- Brabant veel ‘veldwerk’ om oplossingen te vinden voor gevallen die tot dan toe onbekend dan wel vaag gebleven waren. Dit resulteerde naderhand in diverse positieve identificaties van vliegers, die in de laatste editie van de Roll of Honour zijn geboekstaafd. Lex maakte een diepgaande studie van de vliegbewegingen van de Royal Air Force tijdens operatie Market Garden, en de rol die bij de bevoorrading uit de lucht was toebedeeld aan mannen van het Royal Army Service Corps (RASC): de z.g. ‘air despatchers’. Hij was tevens nauw betrokken bij de oprichting van het monument voor de daarbij omgekomen militairen, alsmede bij de identificatie van enkele onbekenden van het RASC.
Voor al deze hooggewaardeerde activiteiten kreeg hij een Honorary Membership van de Arnhem 1944 Veterans Club en de Air Despatch Association.
Wij zullen zijn inspirerende persoonlijkheid en vriendschap erg missen.
(Jan Hey)
Nieuwe Roll of Honour
In 1999 gaf onze vereniging de vierde, gewijzigde druk uit van de door Jan Hey samengestelde Roll of Honour van de Slag om Arnhem. Van die erelijst der (geallieerde) gevallenen zijn nog maar enkele exemplaren in de verkoop, dus de echte verzamelaars en liefhebbers moeten snel zijn.
Het bestuur van de Vrienden heeft besloten dat gestart kan worden met de voorbereidingen voor de publicatie van de vijfde druk. Daartoe zijn al weer de nodige aanvullingen en correcties verzameld.
Lezers van dit blad die zinvolle gegevens kunnen aandragen voor de nieuwe uitgave van de Roll, wordt verzocht dit kenbaar te maken. Die reacties kunnen bestaan uit het doorgeven van fouten in de vierde druk of bijvoorbeeld het aandragen van nadere informatie over de locatie en de omstandigheden waaronder iemand is gesneuveld.
Desbetreffende berichten worden met belangstelling tegemoet gezien door Geert Maassen, Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek.
E-mail wamredactie@planet.nl.
Lid van de vereniging schrijft
compagniesgeschiedenis
Op 26 april jl. verscheen het boek ‘B Company arrived’, dat werd geschreven door ons lid David van

Buggenum. David, die in 1963 uit Nederlandse ouders werd geboren in Perth, West Australië, woont sinds 1970 in Arnhem. Zijn ouders, die daar gedurende de oorlogsjaren hadden gewoond, konden uit eigen ervaring vertellen wat zich in en na september 1944 had afgespeeld rondom de Gelderse hoofdstad. Nadat hij zich op 16-jarige leeftijd begon te interesseren voor de lokale geschiedenis gedurende de periode 1940-1945, richtte David zijn aandacht op een relatief kleine groep van ruim 100 Britse parachutisten. Dit waren de manschappen van B Company, 2nd Parachute Battalion, die in september 1944 tijdens de Slag om Arnhem onder andere bij de Rijnbrug hadden gevochten. Via een van hen, Sid Fisher, zou hij in de daaropvolgende jaren vele veteranen van die com-pagnie schrijven, ontmoeten en interviewen.
Daarnaast verkreeg hij informatie van Nederlanders die betrokken waren geweest bij de gebeurtenissen, en verzamelde hij Duitse verhalen die de invalshoek van ‘de vijand’ belichten. Geïnteresseerd in vooral de persoonlijke belevenissen, aangevuld met foto’s, kaarten en documenten, schreef David van Buggenum het boek ‘B Company arrived’.

Bij de presentatie van ‘B Company arrived’ signeert David van Buggenum een aantal exemplaren van zijn boek. (Foto: Renkum, 26 april 2003; Bob Gerritsen)
‘B Company arrived’
Er is nog steeds veel te vertellen over de Slag om Arnhem. Dat blijkt ook nu weer uit ‘B Company arrived’, het boek over B company, 2nd Parachute Battalion, the Parachute Regiment. Het is in het Engels geschreven door David G. van Buggenum, een Vriend van het Airborne Museum. Wie wilde weten hoe het ging met de tocht naar en de strijd rond de Arnhemse verkeersbrug, kon dat o.a. lezen bij Urquhart, Frost, Hibbert, Mackay, Mckee, Sims, Powell, Kershaw, Peatling, Ryan en Middlebrook, en enkele Nederlandse schrijvers. Echter, B Company, die toch zo’n 13% uitmaakte van de Britten bij de brug, wordt in die publicaties amper genoemd.
3

Dit boek maakt dat helemaal goed en vertelt het alle-maal!
B Company was en route de bataljonsreserve, en had als taak het nemen en houden van de pontonbrug. We volgen het hoofdkwartier en het 4e, 5e en 6e peloton van het vertrek uit Engeland op de 17e september en de aankomst op de droppingszone bij Heelsum, via de ‘Lion-route’ van het 2e bataljon naar de brug. We maken de schermutselingen mee bij station Oosterbeek-Laag, het oponthoud bij de pontonbrug, en gevechten bij het Roermondsplein, in het centrum van Arnhem en rond de brug. We zijn bij het onderduiken, de evacuatie, de hospitalisering en de krijgsgevangenschap van een aantal van hen.
Van Buggenum neemt ons mee via de persoonlijke verhalen van para’s, Duitse tegenstanders en Nederlanders, en weet zo heel goed de strijd met alle emoties te schetsen. We ontmoeten de bekende fotograaf Sem Presser. Door verhalen van alle zijden met elkaar te confronteren, geeft de auteur goed inzicht in het verloop, gezien vanuit vriend en vijand. Het uitstekende uitzoekwerk met interessante analyses en overzichten wekt bewondering.
Van Buggenum heeft een spannende historie geschreven met veel menselijke diepte. Prachtige voorbeelden hiervan zijn het dagboek van luitenant Levien, de verhalen van soldaat Izzard, en de Nederlandse gids Jan-Louis Locht.
Het boek is, zoals we gewend zijn, mooi door R.N. Sigmond Publishing uitgevoerd, met vele illustraties en goed kaartwerk, en leest prettig. Het boek heeft 160 pagina’s, kost € 24,50 en is verkrijgbaar bij het Airborne Museum, de Oosterbeekse boekhandelaren, en het Gelders Archief te Arnhem.
(Okko Luursema)
Monument voor de RAF
Van de ‘Arnhem Battle Research Group’ ontvingen wij de volgende verzoek:
‘In onze tentoonstelling over de Royal Air Force bevoorradingsvluchten tijdens de Slag om Arnhem, die in september van het vorig jaar werd gehouden in het gemeentehuis in Oosterbeek, hebben wij de bezoekers gevraagd om hun mening te geven over een mogelijk monument/gedenkteken voor de bemanningsleden van deze vluchten. Dit omdat een dergelijk monument nog niet bestaat. Van de mensen die het bezoekersregister tekenden, was 99% positief over dit voorstel, en de meesten tekenden daarbij aan dat zo’n gedenkteken er al lang had moeten zijn. Soms krijgen wij vragen van voormalige RAF-beman- ningsleden of hun nabestaanden waar bloemen kunnen worden gelegd ter herinnering aan de inzet van de Britse luchtmacht bij Arnhem. Deze mensen moeten dan worden verwezen naar het Airborne Monument tegenover ‘Hartenstein’ of naar het Air Despatch monument vlakbij de Airborne Begraafplaats. Een speciaal monument voor de RAF ontbreekt, terwijl hun rol toch van zoveel belang is geweest.
Op de plaats in Doorwerth waar nu de Rehoboth
School staat, is tijdens de Slag om Arnhem een Stirling neergestort. In het gebouw hebben we vorig jaar sep-tember twee posters met informatie en foto’s van het betreffende vliegtuig opgehangen. De kinderen kunnen nu lezen wat er is gebeurd op de plaats waar hun school staat. Uit gesprekken met de directeur van de school werd het idee geboren om op deze plaats een gedenkteken neer te zetten, als eerbetoon aan de Royal Air Force. Het schoolbestuur vond het een goed plan, en adviseerde om een eenvoudige stenen pilaar te plaatsen, met ongeveer dezelfde vorm als de zuiltjes die op verschillende locaties in Arnhem en Oosterbeek staan.
Inmiddels hebben we diverse organisaties benaderd, waaronder de Arnhem 1944 Veterans Club, en iedereen is positief over het idee. Het plan wordt nu verder uit-gewerkt. Iedere vorm van steun is welkom. Wilt u meewerken aan dit project, neemt u dan contact op met Philip Reinders, Margrietstraat 4, 6991 XH Rheden.’
Naschrift van de redactie: Het bestuur van de Vereniging Vrienden steunt van harte dit initiatief tot de plaatsing van een gedenkteken voor de RAF, en heeft dit inmiddels aan de heer Reinders laten weten.
“315 Troop Carrier Group”
Ons Amerikaanse lid George F. Cholewczynski, auteur van het boek ‘Poles Apart’, dat in 1990 in Nederland verscheen onder de titel ‘De Polen van Driel’, leidt sinds enige tijd de uitgeverij Walka Books in New Orleans. Bij deze uitgeverij verscheen kort geleden het boek ‘Airborne Troop Carrier Three-One- Five Group’, door William L. Brinson. Deze Amerikaanse ‘troepentransportgroep’ werd opgericht in februari 1942, en vertrok in november van dat jaar naar Engeland. Het boek verhaalt over de periode waarin van verschillende Britse bases werd geopereerd, en over de operaties waaraan werd deel genomen, zoals o.a. Sicilië, D-Day, Arnhem en de Rhine Crossing. De Group dropte op 18 september de 4e Parachutistenbrigade, en drie dagen later de Poolse Para Brigade bij Driel.
Naast algemene rapporten staan in deze uitgave veel interessante persoonlijke verslagen. Dit zeer lezens- waardige boek, dat is voorzien van kaarten en (voor het merendeel onbekende) foto’s, werd uitgegeven bij WALKA, P.O. Box 56307, New Orleans LA 70156, USA, walka44@msn.com. Het boek wordt voor de prijs van € 27,50 verkocht in het Airborne Museum.
Vrijwilligers gevraagd
Het Airborne Museum vraagt vrijwilligers die bereid zijn om af en toe de verkoopstand van het museum te bemensen tijdens evenementen, zoals Open Dagen van Defensie, herdenkingen, wandeltochten, etc. Het eerstvolgende evenement waarvoor mensen worden gevraagd, is de Airborne Wandeltocht op 6 september a.s. Bent u bereid en beschikbaar voor die dag of voor andere dagen, neemt u dan even contact op met W. Boersma of B. de Reus in het Airborne Museum (026 3337710).
4

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum

Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek
Tel. museum (026) 333 77 10
Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 89, februari 2003
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Van de redactie
Zoals we in de vorige Nieuwsbrief aankondigden, is dit een dubbel nummer. Hierdoor kunnen we een groot deel van de kopij die door ruimtegebrek in het vorige nummer was blijven liggen, alsnog plaatsen.

Miniatuur Hartenstein. (foto Bery de Reus)

Hartenstein in Miniatuur
Van het gebouw Hartenstein is onlangs een miniatuur model gemaakt. Hiervoor is gebruik gemaakt van originele bouwtekeningen en foto’s. De afmetingen zijn 8x7x4 cm. Het model is gemaakt van een kunststof die aanvoelt als steen, maar onbreekbaar is. ‘Miniatuur Hartenstein’ is in de museumwinkel te koop. De prijs bedraagt € 8,50.

Evenementen-agenda 2003
Hieronder volgt een voorlopige opgave van evene-menten in 2003, georganiseerd door onze vereniging (WAM) of evenementen waaraan de WAM deelneemt (wijzigingen voorbehouden):
Vrijdag 7 maart: ‘Inloopavond’ in het Airbome Museum;
Zaterdag 29 maart: Jaarvergadering & Thema-middag WAM;
Zaterdag 10 mei: Herhaling Betuwe excursie;
Zaterdag 24 mei: Boekenbeurs;
28 mei t/m 1 juni: Excursie naar Normandië;
20, 21 en 22 juni: Weekend in Oosterbeek voor Britse leden. Op vrijdagavond 20 juni is er een ‘Social Evening’ in het Airborne Museum, waarvoor Nederlandse leden van de WAM van harte worden uitgenodigd;
Oktober/november (de exacte datum wordt later vastgesteld): Excursie naar het gevechtsgebied van de 6e Britse Airborne Divisie bij Hamminkeln in Duitsland;
22 november: Lezing over de rol van het Royal Corps of Signals tijdens de Slag om Arnhem.

Jaarvergadering & Themamiddag
Het bestuur nodigt u uit tot het bijwonen van de 23ste Algemene Ledenvergadering, tevens Jaarvergadering, van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum op zaterdag 29 maart 2003. De bijeenkomst zal worden gehouden in de Concertzaal, Rozensteeg 3 te Oosterbeek, aanvang 10.30 uur.
De agenda ziet er als volgt uit:
1. Opening
2. Notulen Algemene Ledenvergadering van 6 april 2002
3. Algemeen Verslag 2002
4. Financieel Verslag 2002
5. Begroting 2003
6. Verslag Kascommissie
7. Bestuursverkiezing
8. Benoeming reservelid Kascommissie
9. Rondvraag
10. Sluiting.
Ad. 3 en 4: Het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag krijgt u bij binnenkomst, en het Verslag van de Kascommissie ligt een half uur voor de aanvang van de vergadering ter inzage bij de ingang van de zaal. U kunt het Algemeen Verslag en het Financieel Verslag ook aanvragen bij de Penningmeester door een aan uzelf gerichte envelop met postzegel van 90 Euro-cent in een andere envelop te doen en die op te sturen naar de heer F. Miedema, Woudstralaan 24, 6862 XE Oosterbeek.
Ad. 7: Aan de beurt van aftreden is de heer C.C. van den Bosch. Hij stelt zich niet herkiesbaar. Het bestuur draagt de heer E. van der Meiden uit Oosterbeek voor als nieuw bestuurslid.
Volgens artikel 8 van de Statuten kunnen leden tegen-kandidaten stellen. Een voordracht hiertoe dient uiterlijk tien dagen voor de vergadering schriftelijk bij de secretaris (Nachtegaallaan 28,6713 BZ Ede) te worden ingediend, ondertekend door minstens tien leden, en vergezeld van een bereidverklaring van de kandidaat, die lid moet zijn van de vereniging en meerderjarig.
Na afloop van de vergadering begint het middagpro-gramma, dat bestaat uit een lunch in de Concertzaal en een wandelexcursie in het gebied rond de Oude Kerk, waar in september 1944 de posities waren van het lsl Light Regiment, Royal Artillery. Deze eenheid bestond uit drie ‘Batteries’ met elk twee ‘Troops’, die ieder beschikten over vier 75mm Pack Houwitsers. Het is de bedoeling dat gedurende de middag van de excursie een van die originele stukken krombaange- schut zal staan op een oorspronkelijke locatie van september 1944.
Indien u deel wilt nemen aan de lunch en de excursie, dient u € 25,- over te maken op postgirorekening 4403641 t.n.v. de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum, onder vermelding van ‘lunch + excursie 29 maart’. Dit bedrag dient uiterlijk 20 maart bij de penningmeester binnen te zijn, en dekt de kosten van de lunch en de excursiegids. Bovendien wordt een klein deel van dit bedrag gebruikt als bijdrage voor de kosten die moeten worden gemaakt om de originele houwitser naar Oosterbeek te halen. Het maximale aantal leden dat aan de themamiddag kan deelnemen bedraagt vijftig.
Als voorbereiding voor deze middag wordt lezing van het boek ‘Gunners at Arnhem’ door Peter Wilkinson aanbevolen. Het boek is verkrijgbaar in het Airborne Museum ‘Hartenstein’.

Excursie naar het gevechtsterrein in de Betuwe
Als vervolg op de excursies naar de operatiegebieden van de 82e en 101e LIS Airborne Divisies in zuid Nederland, organiseerde de Vereniging Vrienden op 2 november jl. een bustocht naar het voormalige gevechtsterrein bij Nijmegen en in de Betuwe. De gidsen waren Eugène Wijnhoud, Geert Maassen en Marcel Anker. Het eerste bezoek gold de begraafplaats Jonkerbosch bij Nijmegen. Opvallend was hoe weinig deelnemers dit ereveld eerder bezocht hadden, terwijl hier toch verschillende militairen van de le Britse Airborne Divisie begraven zijn. Vervolgens werd na een rit door Nijmegen het gebied rond de elektriciteits-centrale aan de zuidelijke Waaloever bezocht. De locatie van de stellingen van de artillerie die steun verleende aan de troepen bij Oosterbeek, is ondanks de nieuwe bebouwing nog goed te herken
nen. Een bezoek aan het NUON-gebouw, en vooral het uitzicht vanaf het dak over de plaats waar op 20 september 1944 het 3e Bataljon van het 504e Regiment van de 82e Amerikaanse Airborne Divisie de Waal overstak, is altijd weer spectaculair. Vervolgens was het gebied rond de zuidelijke oprit van de Waalbrug het onderwerp. Ook hier zijn de sporen van de strijd door de na-oorlogse bebouwing bijna geheel verdwenen. Een goede gids is een must om je in te kunnen leven in de gebeurtenissen van 1944. Hoevelen weten trouwens dat bij de zuidelijke oprit van de brug nog steeds een Duits kanon te zien is?
Na de lunch werd de excursie vervolgd met een overzicht van de strijd rond Driel. Hoewel dit gebied na de verwoestingen in de oorlog is heringericht, en er veel nieuwe huizen zijn bijgebouwd, was het toch mogelijk, dankzij de voortreffelijke leiding van Geert Maassen, veel historische locaties terug te vinden. De middag werd besloten met een bezoek aan het Poolse monument in Driel.
Voor degenen die deze dag gemist hebben, is er een herkansing op zaterdag 10 mei, wanneer de excursie, in samenwerking met de Documentatiegroep ’40-’45, herhaald wordt. Men kan zich daarvoor opgeven door overmaking van € 30,- op giro 122310 t.n.v. Documentatiegroep ’40-’45 te Etten-Leur, onder ver-melding van ‘Excursie 10 mei’. De inschrijving sluit 7 april.
Als voorbereiding voor deze excursie is het boek ‘Operation Market Garden, Then and Now’ van Karel Margry aan te bevelen.
(W. Boersma)

Tijdens de excursie naar de Betuwe op 2 november van het vorig jaar geeft Geert Maassen (tweede van links) uitleg, (foto W. Boersina)
‘Inloopavond’

Op vrijdagavond 7 maart a.s. is er weer een ‘inloop-avond’ in het Airborne Museum voor leden van de Vereniging Vrienden. ‘Hartenstein’ is die avond open vanaf 19.00 uur. Het archief, de bibliotheek en het depot kunnen dan worden bezocht. Een uitgelezen gelegenheid om eens een kijkje te nemen achter de schermen! Verder is de avond bedoeld om onder het genot van een kopje koffie met elkaar van gedachten te wisselen.
Leden die documenten of materiaal uit hun eigen collectie willen meenemen om te laten zien, wordt verzocht van te voren contact op te nemen met W. Boersma, zodat voldoende tafels of vitrines beschikbaar zijn. We rekenen op een groot aantal deelnemers! (Wybo Boersma)
Expositie 2003
Dit jaar zal de wisselexpositie in het Airborne Museum worden gewijd aan de inzet van de Royal Artillery bij de Slag om Arnhem. De werktitel van de tentoonstelling luidt ‘Vuursteun voor de Airbornes’. Er zal aandacht worden besteed aan de rol van de 75 mm Pack Houwitsers, de 6-ponder en de 17-pon- der kanonnen, de 2 cm Polsten Gun, en mogelijk aan de vuursteun die vanaf 21 september 1944 werd gegeven vanuit Nijmegen en later vanuit de Betuwe. Leden van de Vereniging die in het bezit zijn van documenten of materiaal over dit onderwerp, en die aan deze expositie willen meewerken, kunnen contact opnemen met W. Boersma. Dit kan telefonisch via het museum (026 3337710) of privé (0318 639633), of via e-mail: w.boersma@wxs.nl.
De tentoonstelling wordt op 25 april a.s. geopend en duurt tot 2 november 2003.

Battlefields Trust Conference
In 1991 werd in Engeland ‘The Battlefields Trust’ opgericht. Deze heeft tot doel het bekendheid geven aan en het bewaren van historische slagvelden, zowel in Groot-Britlannië als op het Europese vasteland. In de eerste jaren van haar bestaan heeft de Trust de bestaande slagvelden in het thuisland in kaart gebracht. Daarna is men begonnen de lokale autoriteiten te overtuigen van het belang van die terreinen in hun gebied. Niet alleen uit historisch oogpunt, maar ook als onderdeel van toeristisch beleid. Men houdt nauwlettend bestemmingplannen in de gaten, en kijkt kritisch bij de aanleg van nieuwe wegen. Ook wordt bekendheid gegeven aan slagvelden door het houden van battlefield tours, lezingen, publicaties, bewegwijzering, het ondersteunen van voorlichtingscentra, etc..
De Trust is inmiddels uitgegroeid tot een vereniging met enkele honderden leden. Zij heeft sinds kort, dank zij de nationale loterij, een fulltime medewerker in dienst. Het Airborne Museum is vanaf de oprichting lid van de Battlefields Trust.
Ieder jaar organiseert deze instelling een conferentie, afwisselend in Groot-Brittannië of op het Europese vasteland. Afgelopen jaar was die bijeenkomst van 24 tot 27 oktober in Nederland, op het sportpark Papendal. Het onderwerp was: ‘Battlefields on the Rhine, Battlefields and Tourism’. Er was een aantal lezingen, onder meer door luitenant-kolonel Kinkert van de KMA over: ‘Battlefield tours als onderdeel van de militaire opleiding’, luitenant-kolonel Brongers b.d. over ‘De Slag om de Grebbeberg’, en Captain Peter Starling van het Royal Army Medical Corps Museum over ‘Schoonoord, een hospitaal in de Slag’. Verder werden uitgebreide bezoeken gebracht aan de Grebbeberg, het slagveld rond Arnhem, en het Airborne Museum. Op de Airborne begraafplaats werd door de deelnemers een krans gelegd.
Op vrijdagmiddag was het gezelschap te gast bij het gemeentebestuur van Renkum. De loco-burgemeester van Renkum, de heer Joop Verheij, gaf in zijn wel-komstwoord aan hoe de gemeente invulling geeft aan het speerpunt van haar toeristisch beleid, en aan de betekenis van het Airborne Museum voor de gemeente. De afsluiting van de conferentie vond plaats op zaterdagavond met een diner in een van de gerestau-reerde middeleeuwse kelders van Arnhem.
Een groot aantal sponsors heeft deze conferentie mogelijk gemaakt. De organisatie was in handen van het Airborne Museum. Verschillende leden van de Vereniging Vrienden hebben medewerking verleend aan de battlefield tours.
De conferentie was een succes en leverde extra promotie op voor het slagveldtoerisme in Nederland, en voor het Airborne Museum.
(W. Boersma)

Bezoekersaantal gegroeid
Het Airborne Museum ‘Hartenstein’ ontving het afgelopen jaar 2002 meer dan 60.000 bezoekers. Dat is ca. 7000 meer dan in het jaar daarvoor.

Arend Langenberg en Joop Bal bespreken de tekst voor de nieuwe audiovisuele presentatie in het Airborne Museum, (foto Berry de Reus)
Nieuwe audiovisuele presentatie
De audiovisuele presentatie bij de maquette in de grote zaal van het Airborne Museum is onlangs geheel vernieuwd. De oude diaprojectoren waren totaal ver-sleten, en daarom is alles nu op DVD gezet. Het gehele programma, dat bestaat uit foto’s, filmfragmenten en geluid, duurt 17 minuten, en wordt met behulp van een ‘beamer’ geprojecteerd op het grote scherm boven de maquette.
Het team dat dit project heeft uitgevoerd, bestond uit Berry de Reus, Joop Bal van Bal Bedrijfsvideo (gevestigd te Oosterbeek) en Gerrit Bulten van Burst Video uit Veenendaal. De tekst werd ingesproken door Arend Langenberg.
Het is de bedoeling dat ook de drie kleine videopresentaties elders in het museum zullen worden vernieuwd.

Baretspeld van Sgt Robinson geschonken
Het Airborne Museum is enige tijd geleden in het bezit gekomen van de baretspeld van Sgt. Robinson van de Grenadier Guards. Hij had het bevel over de eerste tank die op woensdag 21 september 1944 over de Waalbrug in Nijmegen reed. Hij werd hiervoor onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal.

Battlefield Guide ‘ARNHEM, The Landing Grounds and Oosterbeek’
Onlangs verscheen dit jongste deeltje in de serie ‘Battleground Europe’, door de schrijver Frank Steer aangeduid als ‘a small guide to one part of operation Market Garden’. Het behandelt de beide uiteinden van het Oosterbeekse ‘midden’ van de Slag om Arnhem, en wel door een wandeling en drie autoritten. De schrijver wil (misschien wel: moet) zijn gegre- penheid door het Arnhem-verhaal delen. Hij maakt het zijn lezers vrijwel onmogelijk thuis te blijven. Reisadviezen vergemakkelijken het besluit tot de tocht naar Oosterbeek, en eenmaal daar wachten allerlei aanwijzinkjes om het bezoek soepel en aangenaam te laten verlopen. Bij de autoritten gaat hij naast zijn ‘gehoor’ zitten, en wijst nauwkeurig hoe te rijden en waar te parkeren. De gebruikte plattegronden zijn, voor het gemak van de bezoeker, die van de huidige situatie, waarop ‘toen’ is ingetekend. De route-aanwij- zingen zijn (ook) typografisch gescheiden van het eigenlijke verhaal, al lopen de twee wel eens in elkaar over.
Het is een meeslepende vertelling, die hier en daar het voetlicht laat schijnen op enkele van de zeer vele acteurs op het strijdtoneel. De keuze is een persoonlijke, zoals de hele weergave van het gebeurde geschiedt aan de hand van een eigen selectie van uitgelichte voorvallen. Daarin en in de keus van de geportretteerden vindt men misschien iets terug van de eigen, logistieke achtergrond van de verteller. De nauwkeurige verantwoording van de besproken militaire onderdelen zal aan de nieuwe bezoeker wellicht niet geheel besteed zijn, maar maakt het verhaal voor hem wel echt. De uitleg van militaire uitdrukkingen en vooral de afkortingen schiet enigszins te kort. Daar staat tegenover dat schrijffouten met grote zorg en vrijwel totaal succes vermeden zijn.
Het is niet het boekje waarop de grondige bestudeerders van ‘Arnhem’ (de ‘slagwerkers’?) hebben zitten wachten. Wie weet hebben ze hier en daar op de inhoud wel wat af te dingen. Het gidsje heeft niet die hoge aspiraties, het is bedoeld als een eerste stap naar verdere belangstelling. Die eerste stap kan nu worden gedaan aan de warme hand van een gedreven verteller.
Te hopen is dat het boekje ruimschoots zijn weg mag vinden tussen andere boekjes voor hetzelfde publiek. Het is te koop in de Airborne Museumwinkel voor € 16,50.
(J. W. van Slooten)

In huize Ommershof te Oosterbeek in oktober/november 1944 gevonden geallieerd bezettingsgeld. (collectie Castend ijk, Gelders Archief – Arnhem)

Duits geld uit Engeland?!
In september 1944 woonde de familie Castendijk op het landgoed Ommershof, in de noordwesthoek van Oosterbeek. Het gebied, liggend tussen ruwweg de huidige Ommershoflaan en de Graaf van Rechterenweg, wordt tegenwoordig grotendeels gebruikt door het Vegetarische Verzorgingstehuis (het enige in Nederland) Felixoord.
De 15-jarige Bob Castendijk vindt in oktober of november 1944 in de kelder van het huis Ommershof, waar tijdens de Slag om Arnhem op matrassen gewonden werden verpleegd, veel persoonlijke bezit-tingen van Britse soldaten: foto’s, brieven en ook geld. Zo treft hij biljetten van 1 Mark en 5 Mark aan. Inderdaad: Duits geld, maar wèl gedrukt in het Verenigd Koninkrijk!
Zoals de hier bijgaande afbeelding van de voorzijde van een van de biljetten laat zien, werd het geld uitgegeven door de ‘Alliierte Militarbehörde’, de geallieerde bezettingsmacht. Het was dus blijkbaar de bedoeling dat de luchtlandingstroepen dit later konden gebruiken in het dan door de Geallieerden verslagen Duitsland.
Het is echter merkwaardig dat de mannen van de Ist British Airborne Division deze biljetten al in september 1944 bij zich hadden. Ze hadden toch niet de opdracht door te stoten naar het land van onze oosterburen? Het verhaal rond dit bezettingsgeld is dan ook nog niet verteld. Veel is onduidelijk. Wie brengt licht in de duisternis? De redactie houdt zich aanbevolen: Jan van Riebeeckweg 39, 6861 BD Oosterbeek.
(Geert Maassen)

Roll of Honour
‘Arnhem 1944’ door William F. Buckingham Onlangs is in de serie ‘Battles & Campaigns’ het zevende deel verschenen: ‘Arnhem 1944, a reappraisal geschreven door William F. Buckingham. Zoals de titel al aangeeft, wil de auteur een herwaardering van de Slag om Arnhem geven. Hij analyseert de opleiding van de Britse parachutisteneenheden en de 1L Airbornedivisie in het bijzonder, en de bevelvoe- ring voor en tijdens de slag van de verschillende com- mandanten op alle niveaus. Na een overzicht van de overgang van losse parachuisteneenheden naar een volwaardig ‘Wapen’, en de inzet in Noord-Afrika, Italië en Sicilië, worden de lei- ding en de training van de divisie in 1944 besproken. Hierbij betrekt de schrijver ook de le Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade. Vervolgens wordt het plan Market bekeken, om daarna de gevechtshandelingen in Arnhem en Oosterbeek te volgen. Hierbij wordt af en toe uitgeweken naar de gebeurtenissen in de Amerikaanse sectoren en de opmars van het 30′ Korps. Er komen geen nieuwe gezichtspunten in het boek naar voren. Allerhande kritiek op de gebeurtenissen hebben we vroeger ook elders kunnen lezen. Toch is het hier weer eens bij elkaar gezel met enkele opmer- kelijke uitspraken van de Britse schrijver. De analyse is helder, zonder dat achteraf met modder gegooid word t. De afgedrukte foto’s zijn van een matige kwaliteit. De gebruikte lay-out geeft lange pagina’s tekst die niet uitnodigen tot lezen. Jammer, want het boek is zeker de moeite waard. De Engelse tekst is eenvoudig gehouden zodat hij ook voor niet-Engelstalige lezers goed te volgen is. Een ieder die een serieuze studie van de Slag om Arnhem maakt, kan niet om dit boek heen. ‘Arnhem 1944, a reappraisal’ by William F. Buckingham, verscheen bij Tempus Publishing Ltd. in 2002, ISBN 0 7524 1999 4, 223 pagina’s, geïllustreerd. Prijs € 23,99. Het boek is te koop in de museumwinkel van ‘Hartenstein’. (W. Boersma)

Excursie Normandië 2003
Het Airborne Museum organiseert van 28 mei t/m 1 juni a.s. een Battlefield Tour naar Normandië. Tijdens deze vijfdaagse busexcursie worden bezoeken gebracht aan een groot aantal plaatsen die een belangrijke rol hebben gespeeld op D-day (6 juni 1944) en in de weken daarna. De kosten bedragen € 445. Informatie en opgave via het Airborne Museum.
Jaarverslag 2002 op internet
Het Jaarverslag van het Airborne Museum is in januari jl. verschenen. De Nederlandse versie is te lezen op de website van het museum: www.airbornemuseum.com, onder het hoofdstuk: ‘Jaarverslag .
Tijdens zijn jaren geleden begonnen speurtocht naar gegevens over Ist Battalion, The Parachute Regiment, kwam ons lid Peter Vrolijk uit Rotterdam de naam tegen van een officier van wie het niet helemaal duidelijk was of hij bij Arnhem vocht.
Het betrof Lieutenant John T.M. MacFadden, die oor-spronkelijk diende bij de Royal Ulster Rifles. Hij was dan ook een Ier, en kwam uit Belfast. Hij stierf aan polio in een Duits krijgsgevangenkamp op 4 oktober 1944. Hij werd, 28 jaar oud, begraven op het oorlogs- kerkhof van Hannover.
Zijn naam komt niet voor in de door Jan Hey samen-gestelde Roll of Honour, de erelijst van de geallieerde gevallenen van de Slag om Arnhem.
Thans is het, mede dankzij door David Truesdale ver-strekte informatie, zeker dat de Ierse officier tijdens de gevechten in de regio Oosterbeek in september 1944 actief is geweest, en wel als Platoon Officer (9 Platoon) van T-Company. Hij raakte vermoedelijk gewond in de nacht van de 17e op de 18e, werd krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers, en kwam uiteindelijk terecht in Kamp XIB, Fallingsbostel.
De relevante gegevens van Lieutenant MacFadden zullen worden opgenomen in de eerstvolgende druk van de Roll of Honour.

Radiozendonlvanger van het type WS 38, die onlangs bij Driel werd opgegraven.
(foto Roland Boekhorst)
Radio ontvanger WS 38 Set Mk. II
Afgelopen jaar werd bij graafwerkzaamheden bij het dorp Driel een radio-ontvanger van het type WS 38, MK. II gevonden. Bij aflevering in het Airborne Museum was de ontvanger, die geheel was bedekt met klei en roest, nog goed te herkennen. Op het eerste gezicht leek hij vrijwel compleet, maar wat los materiaal miste. De conditie bleek nog opmerkelijk goed, als we in aanmerking nemen dat het apparaat bijna 60 jaar in de grond had gelegen. Nadat de radio-set was gedroogd, werd de klei ver- wijderd en het apparaat geïnspecteerd. Voorzichtig, om schade te voorkomen, is hij millimeter voor milli- meter met een klein kwastje schoongemaakt. Daarbij kwam ook de oorspronkelijke kleur groen weer tevoorschijn. De draaiknoppen waren met water gemakkelijk schoon te maken waardoor de teksten weer zichtbaar werden. De schroefjes konden we voorzichtig losmaken, zodat de knoppen eraf konden. Hierdoor was het mogelijk om de asjes van de draai- knoppen te smeren zodat deze weer gangbaar waren. In het toestel zelf konden we niets conserveren aange- zien het huis van de set dusdanig was beschadigd dat we het inwendige niet uit zijn omhulsel konden halen. Het was wel mogelijk om de binnenkant te behande- len met een speciale spray, waardoor verder verval wordt tegengegaan. Het gevonden toestel moet zijn gebruikt door de Polen die vochten bij Driel, tijdens o.f net na de Slag om Arnhem. Bij dit type MK. 11 was het snoer van de keelmicrofoon en de koptelefoon op de rand van het draagstel gemonteerd. Hierdoor ontstond op dit punt vaak een kabelbreuk. Latere types zijn aangepast, en daarbij kwam de kabel rechtstreeks uit het toestel, waardoor breuken minder voorkwamen. Ten tijde van de Slag om Arnhem was dit type radio- zendontvanger eigenlijk al verouderd. De meeste WS 38 sets MK. II waren toen al vervangen door een ver- beterd type. De WS 38 set was ontworpen voor korte-afstand-com- municatie tussen infanterie. Hij is ook gebruikt voor communicatie tussen infanterie en tankbemanningen.
De set was waterdicht, en bestond uit: de set zelf in een draagstel, antennes, batterijen in een tas, een
hoofdtelefoon, en een keelmicrofoon. Het geheel werd gedragen en bediend door één persoon.
Technische specificaties:

Systeem : AM R/T
Frequency : 7.3 – 9 Mhz
Bereik : 800 meter – 3200 meter
Batterijen : HT/LT 150/3V
Gewicht: MK. II set in draagstel: 7 1b (bijna 3,5 kilo).
De gerestaureerde set is voorlopig tentoongesteld in de aanwinstenvitrine in de grote zaal van het Airborne Museum.
(Roland Boekhorst, behoudsmedewerker)

‘Nieuws van Niall’
Onze vertegenwoordiger in Groot-Brittannië, Niall Cherry, vraagt onze aandacht voor het volgende. In het boek ‘Remember Arnhem’ door John Fairley staat in het hoofdstuk over woensdag 20 september 1944 dat een van de laatste acties van Majoor Freddy Gough bij de Arnhemse Rijnbrug was het organiseren van een bericht overbrengen naar het divisiehoofd- kwartier in Hotel Hartenstein in Oosterbeek. Corporal Saul van het 2e Bataljon slaagde erin om lopend Oosterbeek te bereiken, en het bericht af te geven. Over dit voorval is niets bekend, en het is vreemd dat een koerier werd uitgestuurd terwijl de mannen bij de brug op ongeveer dezelfde tijd via de radio met generaal Urquhart hadden gesproken. Bob Peatling, schrijver van het boek ‘Without Tradition, 2 Para 1941- 1945’, verdiepte zich in dit geval en vond de gegevens. Niall zou graag meer te weten willen komen over dit voorval, en iedereen die hierover iets kan bijdragen, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Niall Cherry, e-mail: niall.cherry@baesystems.com.

Frans Ammerlaan bezig met het fotograferen van alle graf-stenen op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek, voor de nieuwe website over gesneuvelde Britse en Poolse militairen, (foto via Frans Ammerlaan)

Website over oorlogsgraven
Bijna iedereen die geïnteresseerd is in de Slag om Arnhem, en die beschikt over internet, kent de website www.marketgarden.com. Deze site, die in 1995 werd opgezet door Andries Hoekstra uit Arnhem, is inmiddels uitgegroeid tot een van de belangrijkste digitale bronnen van informatie over operatie Market Garden. De afgelopen jaren is er meer dan een miljoen maal naar gekeken, en in diezelfde periode ontving Andries meer dan 20.000 (!) reacties.
Het nieuwste project waaraan hij en zijn collega Frans Ammerlaan nu werken, is een website met daarop de gegevens van alle bij Arnhem gesneuvelde Britse en Poolse militairen.
Het is de bedoeling dat op de site van iedere gesneuvelde een foto van zijn grafsteen wordt getoond en, indien die beschikbaar is, een portretfoto. Op die manier, zo verklaren de initiatiefnemers, krijgen de gesneuvelden ‘een gezicht’, en worden ze minder anoniem. Daarnaast worden zoveel mogelijk gegevens over de personen opgenomen. Frans Ammerlaan heeft inmiddels een groot deel van de grafstenen op de Airborne Begraafplaats vastgelegd met een digitale camera. Meer hierover in de volgende Nieuwsbrief.

Paul Vroemen overleden
Wij ontvingen het bericht dat op 13 november jl. is ovei eden ons lid Paul Vroemen. Paul was een bekend Arnhem-historicus’. Hij maakte als jongen de Slag om inhem van nabij mee, en die gebeurtenissen maakten diepe indruk op hem. Na de oorlog begon hij met^ het verzamelen van boeken, documenten en foto s over dit onderwerp. Een groot deel van de door hem bijeengebrachte persoonlijke dagboeken werd gepubliceerd in het boek dat hij samen met de journalist C.A. Dekkers schreef onder de titel ‘De Zwarte Herfst’ (De Gooise Uitgeverij, Weesp, 1984).
Zijn uitgebreide en belangwekkende documentatie- en fotocollectie werd op uitdrukkelijk verzoek van Paul beschikbaar gesteld aan het Gemeentearchief Renkum. Dit archief maakt inmiddels onderdeel uit van het Gelders Archief te Arnhem. Aldaar, op het adres Markt 1, is de Collectie Paul Vroemen te raadplegen.

Philip Reinders toont een Duitse helm, die hij in 2002 vond bij het opgraven van een Duitse luchtafiveerstelling in de Rosandepolder te Oosterbeek.
(foto Berry de Reus)

WO2 en de Rosandepolder
De Rosandepolder in Oosterbeek, het uiterwaarden- gebied tussen de Rijn en de Benedendorpsweg, heeft enige maanden geleden enkele opzienbare vondsten aan de openbaarheid prijsgegeven, die een tipje van de sluier oplichten van gebeurtenissen uit de periode 1940-1945.
Bij het afgraven door het Waterschap Vallei & Eem van een dijkje in de buurt van de rivier, kwamen de restanten tevoorschijn van een Duitse luchtafweer- stelling. Het betrof in ieder geval twee Flakposities, die goed herkenbaar zijn op geallieerde luchtfoto’s van vóór 17 september 1944. Op een van de twee plekken werd onder andere een vloertje gevonden dat blijkbaar werd gelegd met behulp van klinkers die afkomstig waren van de nabijgelegen, overigens toen niet meer in werking zijnde, steenfabriek. Het fundament is niet verwijderd, maar wordt door het waterschap ter plekke gehandhaafd als een soort monumentje.
Korte tijd na de bovengenoemde vondst werden bij andere reguliere graafwerkzaamheden overblijfselen van een Duits jachtvliegtuig uit de grond gehaald. Het betrof een locatie relatief dicht bij huizen aan de zuidkant van de Benedendorpsweg. Waar eerst werd gedacht aan een Focke Wulf FW-190, waarvan bekend was dat een dergelijk toestel in de polder was neergestort, bleek het later een Messerschmitt Me-109 te zijn. Onder meer werden delen van de cockpit, de propeller en het staartwiel bloot gelegd. Uiteindelijk werden deze voorwerpen dankzij een prima samenwerking tussen het Airborne Museum en het Museum Vliegbasis Deelen, overgebracht naar het pand Hoenderloseweg 10 te Arnhem. Daarin, op de Kop van Deelen, huist het laatstgenoemde museum.
Over de beide bovengenoemde onderwerpen zijn wel wat historische gegevens bekend, maar het naadje van de kous bepaald nog niet. Een ieder die meent ook maar iets te weten over Flakstellingen en een neergestort Duits jachtvliegtuig in de Rosandepolder, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Philip Reinders, Margrietstraat 4, 6991 XH Rheden; tel. 026 4954563 (idem fax) of via email abrg.rein- ders@12move.nl
(Geert Maassen)

Nieuwe studiegroep
Van ons lid Frank van Lunteren ontvingen wij het volgende bericht.
‘Op 22 augustus 2001 werd door Fred Baldino, James McNamara en mijzelf de ‘American Dutch Airborne Research Group’ (ADARG) opgericht. De vice-voor- zitter is Fred Baldino. Hij was korporaal in de A Compagnie, 504e Parachutisten Regiment. De voorzitter is James McNamara. Zowel de voorzitter als de vice-voorzitter woont in de Verenigde Staten.
Het doel van deze nog jonge studiegroep is het uitvoeren van onderzoek naar de geschiedenis van de 82e en 101e Amerikaanse Airborne Divisies, de 1ste Britse Airborne Divisie en de 1ste Poolse Parachutisten Brigade.
De groep telt 11 leden, zeven in de VS en vier in Nederland. Wie meer wil weten over deze studiegroep kan contact opnemen met Frank van Lunteren, macfrank82@hotmail.com (email).

‘De Slag om de Ginkelse Heide’
Onder bovenstaande titel verscheen onlangs een boek, geschreven door de in Ede woonachtige historicus Carel Verhoef.
De strijd van de Britse en Poolse ‘Airbornes’ bij de Arnhemse verkeersbrug en in de Oosterbeekse ‘perimeter’ is genoegzaam bekend. Dat geldt veel minder voor hetgeen zich gedurende de eerste dagen van Operatie Market Garden afspeelde op de Ginkelse Heide ten oosten van Ede. Daar landden op 18 sep-tember 1944 de parachutisten van de 4e Parachutisten Brigade onder commando van brigade-generaal John Hackett. Deze dropping duurde welgeteld niet veel langer dan negen minuten, en was slechts een onderdeel van alle militaire activiteiten die op en rond deze Edese heide hebben plaatsgevonden.
Het een dag eerder bij Renkum gelande 7e Bataljon, The King’s Own Scottish Borderers, dat tot taak had het droppings terrein bij Ede te beschermen, was daar in de middag van 17 september al gearriveerd, en in de vooravond slaags geraakt met enkele afdelingen Duitse militairen en een bataljon Nederlandse SS-ers.
In de meeste boeken over operatie Market Garden wordt aan deze episode hoogstens een enkele alinea gewijd. Aan de hand van officiële geallieerde, Duitse en Nederlandse documenten, verslagen van deelnemers, literatuur en situatieschetsen, geeft Verhoef in zijn boek een gedetailleerd beeld van de bijdrage die het 7e Bataljon, The King’s Own Scottish Borderers en de 4e Para Brigade aan de Slag om Arnhem hebben geleverd, vóór zij bij de gevechten in Arnhem en Oosterbeek werden betrokken. Tevens worden in kort bestek de achtergronden van de strijd belicht. Het boek is gebaseerd op het gelijknamige artikel dat in 2001 werd gepubliceerd in het 3e ‘Bulletin van de Tweede Wereldoorlog’. Met behulp van de meest recente literatuur, documentatie en persoonlijke rapporten, is het onderwerp verder uitgediept.
In zijn dankbetuiging spreekt de auteur zijn grote waardering uit voor de hulp die hij heeft gekregen van drs. A. Groeneweg OBE en andere medewerkers van de Airborne Museum, onder wie met name de heer R.N. Sigmond, van wiens persoonlijk archief een zeer dankbaar gebruik is gemaakt.
‘De Slag om de Ginkelse Heide, 17 en 18 september 1944’ door C.E.H.J. Verhoef, verscheen in 2002 bij Uitgeverij Aspekt in Soeslerberg. Het boek telt 124 pagina’s, is geïllustreerd met foto’s en kaarten, en kost € 12,98.

Oproep
Van ons lid John Sliz ontving wij de volgende oproep. ‘Op dit moment ben ik bezig met een onderzoeksproject naar de rol van de 20e en 23e Royal Canadian Engineers gedurende operatie ‘Berlin’. Dit was de operatie waarbij in de nacht van 25 op 26 september 1944 het restant van de le Britse Airborne Divisie vanuit de ‘Perimeter’ in Oosterbeek over de Rijn werd geëvacueerd. Graag zou ik in contact willen komen met veteranen van deze eenheden en met veteranen van de le Britse Airborne Divisie, die deze terugtocht meemaakten. Hun verhalen wil ik graag vastleggen. Ook ben ik op zoek naar rapporten en verslagen over deze operatie. Het is de bedoeling dat het resultaat van dit onderzoek wordt gepubliceerd.’
Het adres van John Sliz is: 24 Brauburn Avenue, Etobicoke, MGP 273, Ontario, Canada. Zijn e-mail adres is: thesliz@hotmail.com.

Ons lid Peter Steenhuis viel op zaterdag 21 september van het vorig jaar, als lid van de Luchtmobiele Brigade, de eer te beurt om deel te nemen aan de dropping op de Ginkelse Heide.
De foto werd gemaakt bij het vertrek op de vliegbasis Soesterberg.
(foto via Peter Steenhuis)

Themadag Museum Vliegbasis Deelen
Van ons lid Philip Reinders ontvingen wij het volgende bericht over zijn particulier initiatief:
‘Voor leden van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum wil ik op 14 juni a.s. een themadag organiseren in het museum op Deelen. In verband hiermee wil ik een oproep doen aan Vrienden die onderzoek doen naar een bepaald aspect van de Slag om Arnhem. Dit kan zijn naar een specifieke eenheid van Engelse, Poolse of Duitse zijde, of naar een ander onderwerp met betrekking tot deze militaire operatie.
Een aantal mensen heb ik al benaderd, en deze hebben hun medewerking toegezegd. Maar het is natuurlijk leuker als er nog meer zouden willen meewerken. Het is een mooie kans om andere geïnteresseerden te laten zien wat voor onderzoek je doet, en wie weet kun je met andere speurneuzen gegevens uitwisselen. Voor niet-onderzoekers onder ons is het een kans om eens te zien wat deze mensen doen, daarover met elkaar te praten, en misschien eikaars vragen te beantwoorden.
Op vertoon van hun lidmaatschapskaart betalen leden van de Vereniging Vrienden van het Airborne Museum vier euro toegang. Hierbij is inbegrepen de toegang tot het museum, een rondleiding, en een kop koffie met een plakje cake. In het museum op Deelen is o.a. een grote tentoonstelling over de in de septemberdagen van 1944 bij Arnhem gebruikte zweefvliegtuigen te zien.
Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Philip Reinders, Margrietstraat 4, 6991 XH Rheden, of op de site van de Arnhem Battle Research Group, http: //www.arnhembattle.com.’

Download

Vrienden van het AIRBORNE Museum|
Utrechtseweg 232
6862 AZ Oosterbeek Tel. museum (026) 333 77 10 Tel. penningm. (026) 333 64 76
ISSN 1383-3413
Nieuwsbrief No. 88, oktober 2002
Redactie:
Drs. R.P.G.A. Voskuil
C. van Roekel
G.H. Maassen jr. (026) 334 01 42

Airborne Begraafplaats, 22 september 2002. Tijdens de herdenkingsdienst leggen kinderen bloemen op de graven, (foto Berry de Reus)

Van de redactie
De afgelopen periode, waarin ook de 58e herdenking van de Slag om Arnhem plaatsvond, is er weer veel gebeurd dat het vermelden waard is. Maar omdat we geen ruimte hebben om alle ontvangen kopij in dit nummer te plaatsen, zal een deel van de artikelen in de volgende nieuwsbrief worden gepubliceerd.

Themamiddag op 2 november a.s.
Op zaterdag 2 november a.s. organiseert onze vereniging een themamiddag in Zalencentrum ‘Lebret’ aan de Lebretweg in Oosterbeek.
Het programma ziet er als volgt uit:
13.30 – 14.00 uur: Ontvangst van de leden.
14.00 – 15.00 uur: Lezing door Marcel Zwarts over de inzet van Duitse pantservoertuigen tijdens de Slag om Arnhem. Marcel doet al jaren onderzoek naar dit onderwerp en publiceerde onlangs het boek ‘German Armored Units at Arnhem, September 1944’. Met behulp van een groot aantal dia’s zal hij het onderwerp illustreren.
15.00 – 15.45 uur: PAUZE.
15.45 – 16.30 uur: Tweede deel van de lezing van Marcel Zwarts.
16.30 – 17.00 uur: Gelegenheid tot het stellen van vragen, discussie en napraten.
Ca. 17.15 uur: Einde themamiddag

Oproep
Patrick Pronk, auteur van het boek ‘Airborne Engineers, The Shiny 9th’, is bezig met het verzamelen van gegevens over de geschiedenis van het lst Parachute Squadron, Royal Engineers. Hij zoekt documenten, persoonlijke verslagen, foto’s, etc. Mensen die hem willen helpen, in het bijzonder veteranen van deze eenheid, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Patrick Pronk, Doornstraat 279, 2584 AM Scheveningen, Holland, telefoon 070 3545581, e-mail: PJPronk@hotmail.com.

Battlefield guide Henry McAnelly overleden
In zijn woonplaats Kortenhoef overleed op 11 juli jl. op 79-jarige leeftijd de Arnhem-veteraan Henry McAnelly. Gedurende bijna dertig jaar leidde de oud- militair mensen rond over het gebied van de Slag om Arnhem.
In september 1944 maakte hij als Private deel uit van een mortier-eenheid van het 1S1 Parachute Battalion. Tijdens de opmars naar Arnhem raakte hij zwaar gewond bij Mariëndaal, tussen Oosterbeek en Arnhem. Hij verloor zijn linkerarm, en kreeg tientallen schot- en scherfwonden in zijn hoofd en in de rest van zijn lichaam. Hij werd vervoerd naar het St. Elisabeths Gasthuis, en vandaar naar de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn, waar hij aan zijn verwondingen werd geopereerd. Eind oktober werd hij overgebracht naar krijgsgevangenkamp Stalag 7 bij de plaats Freising. Daar werd hij opnieuw behandeld, nu door Duitse artsen. Vlak voor de Duitse capitulatie werd hij via Zwitserland en Frankrijk naar Marseille vervoerd, vanwaar hij met een hospitaalschip naar Liverpool werd gebracht. Na de oorlog bracht hij lange perioden door in ziekenhuizen. Wanneer hij kon, reisde hij in die tijd ieder jaar naar Oosterbeek om het voormalige slagveld te bezoeken. In 1954 verhuisde hij naar Nederland, waar hij een baan kon krijgen. Na zijn vervroegde pensionering ging hij belangstellenden rondleiden in het gebied rond Arnhem. Hij heeft dat bijna dertig jaar volgehouden.
Zijn belevenissen werden door de auteur Edward Monroe-Jones gebruikt voor zijn in 1990 verschenen boek ‘Before 1 Sleep, A novel about Arnhem’.

Herdenkingsenveloppe 2002
Op 17 september 2002 heeft het Airborne Museum in Oosterbeek haar jaarlijkse herdenkingsenveloppe uit-gegeven. Deze uitgave is de zevende in de serie met als onderwerp: ‘Monumenten van de Slag om Arnhem’. De enveloppe toont het monument voor de 101c US Airbornedivisie op de Drielse Rijndijk bij Heteren.
Op 4 oktober 1944 nam de 101° US Airbornedivisie de posities tussen Opheusden en Eist over van de 43c Britse (Wessex) Divisie. Bij Opheusden moesten de Amerikanen felle strijd leveren met de Duitse 363e Volksgrenadierdivisie. De Duitsers waren de Rijn overgestoken, en gesteund door tanks, vanuit Resteren, een opmars begonnen richting Opheusden- Dodewaard. Deze ‘Slag bij Opheusden’ duurde tot 15 oktober. Hierbij werd ook de Easy Company, 506° Parachute Infantry Regiment, de ‘Band of Brothers’ ingezet.
In de nacht van 22 op 23 oktober staken 138 Britten, 10 Nederlanders en twee Russen met hulp van het Nederlandse verzet en de Easy Company vanuit Renkum de Rijn over, en bereikten de Amerikaanse linies. Deze actie had als codenaam ‘Operatie Pegasus’.
Zes dagen later voerden zes Amerikaanse parachutisten een verkenningspatrouille uit naar Ede, en keerden de volgende dag met 32 Duitse gevangenen terug, een wapenfeit dat bekend werd als de ‘Incredible Patrol’.
Op 29 november werden de Amerikanen afgelost. De verdediging van de Betuwe, ook wel ‘Het Eiland’ genoemd, kostte de 101th Airbornedivisie meer dan 300 doden.
Het monument op de Rijndijk bij Heteren herinnert aan hun inzet. Het is opgericht door leden van het ‘101c Airborne Comité Betuwe’, en werd onthuld op 15 september 1982.
De oplage van de herdenkingsenveloppe is 300 genummerde exemplaren. Ze zijn op 17 september 2002 gestempeld met het filatelistenstempel van het postkantoor te Oosterbeek.
Het eerste exemplaar werd aangeboden aan de ‘Leader of the Pilgrimage’, 2002, Sir James Cleminson. Hij was in september 1944 commandant van het 5C Peloton, B Compagnie, 3e Parachutistenbataljon. De herdenkingsenveloppe is voor € 3,00 te koop in het Airborne Museum in Oosterbeek. Na overmaking van € 4,00 op giro 4184300 t.n.v. Airborne Museum, Oosterbeek, onder vermelding van ‘Enveloppe 2002’ wordt deze toegestuurd.
Enveloppen van de voorgaande jaren zijn in beperkte mate nog verkrijgbaar in het museum. Zie ook de website: www.airbornemuseum.com.

16 september 2002. De vorige voorzitter van de Vereniging Vrienden, Chris van Roekel, ontvangt uit handen van auteur Karel Margry een exemplaar van het boek ‘Operation Market- Garden, Then and Now’. Chris kreeg dit boek als dank voor al het werk dat hij de afgelopen twintig jaar heeft gedaan voor onze vereniging. Dit cadeau was hem toegezegd bij zijn afscheid op 6 april van dit jaar, toen hij, vooruitlopend op het verschijnen van deze publikatie, een ‘symbolische boekenbon’ ontving.
(foto: Berry de Reus)

‘Operation Market-Garden, Then and Now’
Op maandagmiddag 16 september jl. is in ‘Hartenstein’ het monumentale boekwerk ‘Operation Market-Garden, Then and Now’ gepresenteerd. Nadat Z.K.H. Prins Bernhard eerder die dag van de auteur een boek had gekregen, werd het officiële eerste exemplaar aan het bestuur van de Stichting Airborne Museum aangeboden ten behoeve van de museumbibliotheek. Na meer dan twaalf jaar was hiermee een zeer omvangrijk werk van de schrijver Karel Margry afgesloten. Karel, in de kring van de Vrienden geen onbekende, is al jaren redacteur van het tijdschrift ‘After the Battle’, dat in Nederland verschijnt onder de naam ‘Toen en Nu’. Het nu uitgekomen boek volgt dan ook geheel de stijl die we van dat periodiek gewend zijn. Dit gecombineerd met de bijna encyclopedische kennis van Karel van de operatie Market Garden, heeft geleid tot een uitstekende publicatie. Hierbij heeft de schrijver niet geschroomd bij tientallen experts op deelgebieden advies in te winnen. In twee delen is met 2340 foto’s de gehele operatie, zowel de Britse, de Poolse en de Amerikaanse luchtlandingen als de opmars van het grondleger, inclusief de legerkorpsen die zorgden voor de flankdekking, van dag tot dag en soms van uur tot uur in beeld gebracht. De bijschriften zijn zeer gedetailleerd en informatief. Het concept van oorlogsfoto’s en foto’s van de huidige situatie levert een ‘battlefield tour Market-Garden’ op, die zowel thuis, vanuit de stoel, als met de boeken in de hand in het veld gevolgd kan worden. Als we ons beperken tot het gedeelte over ‘Arnhem’ kunnen we constateren dat ook hierin toch weer onbekende foto’s staan, die Karel dankzij intensief speurwerk in archieven, musea, persbureaus en particuliere collecties heeft gevonden. De bekende foto’s van de Britse oorlogsfotografen zijn door Karel (allemaal) in de volgorde opgenomen zoals ze gemaakt zijn. Dit levert soms verrassende vondsten op. Verschillende foto’s blijken op een andere locatie gemaakt te zijn dan algemeen werd aangenomen. Ook de veelal bekende foto’s uit het Duitse Bundesarchiv zijn allemaal afgedrukt in de volgorde zoals de fotografen ze maakten. Verder laat Karel o.a. zien welke operatieplannen de Duitsers in een neergestort Geallieerd zweefvliegtuig buitmaakten, en uit welk toestel ze afkomstig waren. Hoewel de verkenningsfoto’s die de aanwezigheid van Duitse tanks aantoonden, uiteindelijk niet gevonden zijn, geeft de schrijver hierover veel nieuwe gegevens. Het zijn twee delen om in één adem uit te lezen, hoewel dat de nodige nachtrust kost, en daarna regelmatig door te bladeren. Het boek is alleen in het Engels uitgebracht, en wordt geleverd in een stevige cassette. Ondanks de forse prijs is het een boek dat in geen enkele boekenkast van geïnteresseerden in de opera- tie Market Garden mag ontbreken. Hel is te koop in de museumwinkel.
Karel Margry, ‘Operation Market-G arden, Then and Now’. ISBN 1 870067 39 8. Uitgegeven door Battle of Britain International Ltd, Church House, Church Street, Londen, E15 3JA, United Kingdom. Het boek telt 720 pagina’s, en is geïllustreerd met foto’s, kaarten en tabellen. De prijs: € 130. (Wybo Boersma)

Lezing Niall Cherry
Op zondagmiddag 8 september 2002 hadden ca. dertig leden zich verzameld in de zijzaal van restaurant Schoonoord in Oosterbeek om te luisteren naar drie korte lezingen door onze vertegenwoordiger in het Verenigd Koninkrijk, Niall Cherry. Het eerste onderwerp dat voor het voetlicht werd gebracht, was de strijd om de Van Limburg Stirumschool bij de Rijnbrug in Arnhem. Volgens de spreker was de dagenlange verdediging van dit gebouw tegen een grote Duitse overmacht met een zeer beperkt aantal mannen, een daad van grote moed en dapperheid. Zijn volgende verhaal speelde zich eveneens af bij de brug, en handelde over Leo Hall, ‘Bombardier’ bij het lsl Airlanding Light Regiment, Royal Artilllery. In zijn derde bijdrage ging Niall in op de belevenissen van dokter Lipmann Kessel en zijn ontsnapping uit Apeldoorn.
Na deze drie in heldere en duidelijke taal gebrachte verhalen, was er gelegenheid tot het stellen van vragen, die Niall (bijna) allemaal kon beantwoorden. Één vraag moest onbeantwoord blijven: ‘Waarom werd de commandant van het ls’ Airlanding Light Regiment, Royal Artillery (Lieutenant Colonel W.F.K. Thompson), ‘Sherrif’ Thompson genoemd?’ Reacties graag naar de redactie!
Na afloop van de presentaties bleven de meeste toe-hoorders nog lang napraten. Niall heeft toegezegd om in september 2004 opnieuw een aantal onderwerpen te bespreken. We kijken er naar uit!

Op 8 september jl. hield Niall Cherry een lezing in restaurant Schoonoord in Oosterbeek.
(foto: Bcrry de Reus)

‘Luchtalarm op de Veluwe’
Het boek ‘Luchtalarm op de Veluwe’ (door Wol ter Noordman) vertelt de belevenissen van de bemanning van de Amerikaanse bommenwerper 42-52506 (een Liberator) die op 29 april 1944 bij Hierden op de Noord-Veluwe neerstort. Een deel van de bemanningsleden komt in contact met het verzet, en weet onder te duiken. Het zijn voornamelijk hun belevenissen die door Noordman minutieus uitgesponnen worden. Hij maakt hiervoor gebruik van diverse publicaties, vele archieven en verklaringen van ooggetuigen. Enkele vliegers nemen in november 1944 deel aan operatie Pegasus II, waarbij geprobeerd wordt ruim honderd Britse parachutisten en andere geallieerde militairen over de Rijn naar bevrijd Zuid- Nederland te laten ontsnappen. Zoals bekend mislukt deze operatie. Noordman geeft een uitgebreid verslag van Pegasus II en een lijst van deelnemers. De schrijver schetst een goed beeld van het verzet op de Noordelijke Veluwe. Hij laat zien met welk moeilijkheden zowel de helpers als de geallieerde militairen te kampen hadden om uit handen van de Duitsers te blijven. Dat geluk hierbij ook vaak een grote rol speelde, zal niemand verbazen.
In het algemeen geeft het boek een ietwat brokkelig verhaal. De schrijver had de keus of per persoon een beschrijving te geven waarbij herhalingen niet te ver-mijden zijn, of om zoveel mogelijk een chronologische volgorde aan te houden, wat de leesbaarheid niet altijd ten goede komt. Het boek is ruim voorzien van noten, een bronvermelding en een goede fotoverantwoording, die in veel andere boeken nogal eens ontbreken. Voor mensen die niet zo bekend zijn op de Veluwe zou een eenvoudig kaartje misschien wel handig zijn geweest.
Het boek is van harte aan te bevelen. Zowel geïnteres-seerden in de luchtoorlog als in het Verzet en in operatie Market-Garden, vinden in deze publicatie voldoende van hun gading. ‘Luchtalarm op de Veluwe’, door Wolter Noorman, verscheen in 2002 bij Kok in Kampen (ISBN 90 435 0523 4), telt 172 pagina’s, en is geïllustreerd met foto’s. Het boek is via de reguliere boekhandel te bestellen. Het is ook te koop in het Airborne Museum. Prijs € 14,95 (W. Boersma)

Nieuwe foto ontdekt
Een van onze leden, die om hem moverende redenen graag anoniem wil blijven, kwam onlangs met een wel heel bijzondere foto op de proppen. Het betreft een kiekje dat in september 1944 in de regio Arnhem werd gemaakt. Op de afdruk is een Duits rupsvoertuig te zien van een type waarvan wel bekend was dat het bij de Slag om Arnhem was ingezet, maar waarvan tot op heden geen fotografisch bewijs was geleverd. De foto werd gemaakt door Ruud van der Sijde, die destijds woonachtig was op de hoek Utrechtseweg/ Rosandelaan, in een westelijke buitenwijk van de Gelderse hoofdstad. Ruud legde een Jagdpanzer IV op de gevoelige plaat vast, die ter hoogte van zijn huis over de Utrechtseweg in de richting van Oosterbeek reed, op de morgen van maandag 18 september 1944. Onze deskundigen zijn nu bezig om alle gegevens over (de inzet van) deze tankjager en de eenheid waartoe hij behoorde,, en over zijn Britse tegenstanders, op een rijtje te zetten. In een volgende Nieuwsbrief hopen we op dit interessante onderwerp nader en uitgebreid terug te komen.

Een Jagdpanzer IV op de Utrechtseweg in Arnhem, ter hoogte van de Rosandelaan, rijdend in de richting Oosterbeek, 18 september 1944.
(foto R. van der Sijde)

Aanvulling op de Roll of Honour
Ten behoeve van de onlangs in hel gemeentehuis te Oosterbeek gehouden expositie ‘Wings – by air to Arnhem’ werden uiteraard de nodige naspeuringen verricht. Dit gebeurde met name door Philip Reinders, en wel naar de geschiedenis van in september 1944 neergestorte vliegtuigen. Zo bleek in de Roll of Honour (de erelijst van gevallenen) een toestel vermeld te staan waarvan de crashlo- catie niet bekend was. Volgens het standaardwerk van Jan Hey betreft het een Dakota van 512 Squadron, de KG-418, van piloot Flight Lieutenant R.S.F. Matthews. Bij het neerstorten, op 20 september 1944, waren geen dodelijke slachtoffers gevallen, en dat maakte het mede moeilijk, zo niet onmogelijk, de juiste plek te bepalen. In Band 2 van de bekende boekenserie Blik Omhoog, van auteur Cor Janse, staat op blz. 733 een luchtfoto van het gebied de Buunderkamp, nabij de Ginkelse Heide, waarop een genoodlande Dakota is te zien. Het toestel wordt daar nog als een Stirling aangeduid, maar in hel supplement is de fout hersteld, op blz. 1345. Zou dit het toestel van Matthews geweest kunnen zijn?
Via Internet werd contact gekregen met een Canadees, Floyd Willston, die bereid was te helpen met het onderzoek naar het wedervaren van de bemanning van de KG-418, nu 58 jaar geleden. Het bleek dat die destijds na een noodlanding door de Duitsers krijgsgevangen was gemaakt, en de oorlog had overleefd. Een van hen was redelijk snel daarna overleden, namelijk op 17 oktober 1945. Het ging om Warrant Officer Peter B. Tonner (uit Canada), die na terugkeer uit Duitsland was bevorderd tot Flying Officer.
Via Tonners familie, opgespoord door Floyd, kwam de informatie dat Peter op 26-jarige leeftijd was overleden als gevolg van acute tuberculose en hersenvlies-ontsteking, die opgelopen waren tijdens de Duitse krijgsgevangenschap. De conclusie is gerechtvaardigd dat Peter Tonner als een oorlogsslachtoffer van de Slag om Arnhem beschouwd moet worden, en Jan Hey is het daar volledig mee eens. In de volgende druk van de Roll of Honour worden Peters gegevens (evenals die van het toestel en de andere bemanningsleden) opgenomen.
De Dakota kende op woensdag 20 september 1944 tij-dens een bevoorradingsvlucht de volgende bemanning: Flight Lieutenant R.S.F. Matthews (piloot), Flight Sergeant W.C. Thompson (2C piloot), Warrant Officer D.W. Bromige (navigator) en Warrant Officer P.B. Tonner (radio-telegrafist). Er waren ook vier Air Despa tchers aan boord (verantwoordelijk voor het uitwerpen van de voorraden), maar hun namen zijn helaas niet bekend.
Rest nog de vraag: is de Dakota op de foto in Blik Omhoog dezelfde als die van Matthews en Tonner? In een Canadees rapport dat na Peters terugkeer werd opgemaakt, vertelt hij dat zijn toestel zo’n tien mijl van Ede neerkwam. Onderzoek op de plek waar het toestel in Cor Janses boek zijn laatste rustplaats vond, leverde wel een aantal bodemvondsten op, maar geen bewijs dat het de KG-148 betreft.
Wie weet het antwoord?
(Geert Maassen)

Download